Ticket Europa

Ticket Europa
Автор книги: id книги: 1924946     Оценка: 0.0     Голосов: 0     Отзывы, комментарии: 0 1067,51 руб.     (12,1$) Читать книгу Купить и скачать книгу Купить бумажную книгу Электронная книга Жанр: Языкознание Правообладатель и/или издательство: Bookwire Дата добавления в каталог КнигаЛит: ISBN: 9783991070146 Скачать фрагмент в формате   fb2   fb2.zip Возрастное ограничение: 0+ Оглавление Отрывок из книги

Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.

Описание книги

Zomer 2017. Beelden van angstige migranten in wrakke boten tuimelen in Europa de woonkamers binnen. De opvarenden zijn stuk voor stuk afgeperst door mensensmokkelaars, maar hebben tegelijkertijd geluk. Zij worden gered. Anderen bezwijken in de woestijn, belanden in een detentiecentrum in Libië of moeten dwangarbeid verrichten.
Onbewust van al deze risico's, vertrekt de jonge Segu In 'Ticket Europa' vanuit Mali naar Europa. Hij neemt alleen wat persoonlijke spullen mee en het geld dat zijn familie bij elkaar heeft geschraapt. Als Segu opgelicht wordt in de hoofdstad Bamako, daalt het besef in dat deze reis gevaarlijk is. Hij weet dan gelukkig nog niet welke ontberingen hem nog meer te wachten staan.

Оглавление

Ingrid de Bondt. Ticket Europa

Colofon

20. De smokkelaar houdt zich aan zijn woord. De volgende dag worden de migranten al vroeg in de ochtend verzameld voor de loods. Ze krijgen te horen dat ze hun spullen moeten pakken en dat ze zich gereed moeten maken voor vertrek. Bijna iedereen blijft staan waar hij staat. De migranten hebben maar weinig bezittingen en niemand verliest zijn bagage vrijwillig uit het oog. Praktisch iedereen heeft alles al bij zich en ook Segu heeft zijn rugzak al om zijn schouders hangen. Na de woorden van de smokkelaar grijpt hij wel zijn rugzak nog wat steviger beet. Hij voelt dat de migranten tegen hem aanbotsen en zenuwachtig in de rondte beginnen te schuifelen. Iedereen is gespannen nu de gevaarlijke tocht over zee lijkt te gaan beginnen. Toch duurt het nog een flinke tijd voordat er iets gebeurt. De smokkelaars hebben weinig haast en geven ook geen uitleg. De migranten kunnen niets anders doen dan lijdzaam af te wachten voor de loods. Niemand durft weg te lopen, want iedereen is bang dat de boot dan vertrekt zonder hem. Tussen de wachtenden spot Segu op een gegeven moment de vrouwen die hij een paar dagen daarvoor heeft gewaarschuwd. Hij realiseert zich dat hij ze al een tijdje niet heeft gezien en eigenlijk helemaal niet meer heeft stilgestaan bij hun lot. Hij bestudeert het tweetal om te ontdekken of ze in orde zijn. Uit hun strakke gezichten kan hij niets afleiden. De twee vrouwen blijven zwijgend tussen de rest van de migranten staan en laten Segu in het ongewisse. Hij probeert van een van hen de blik te vangen, maar zij wendt zich af. Ze laat hem duidelijk voelen dat ze niet op een gesprek met hem zit te wachten. Ook bij de andere vrouw vangt Segu nul op het rekest. Even twijfelt Segu of hij ze rechtstreeks moet benaderen, maar hij besluit om de vrouwen toch maar met rust te laten. Hij vindt het diep in zijn hart wel fijn dat ze niet met hem willen praten. Hij vindt het al lastig genoeg om zijn eigen zorgen het hoofd te bieden en heeft geen zin om opgezadeld te worden met andermans leed. Na een flinke tijd hoort Segu een zwaar, bonkend motorgeluid. Het is in eerste instantie niet meer dan een dof gedreun op de achtergrond. Hij en de andere migranten schenken er weinig aandacht aan, totdat het duidelijk wordt dat het vanuit de haven hun kant op komt. Het gebonk wordt vanaf dan met uiteenlopende emoties verwelkomd. Mensen hopen enerzijds dat het onbekende geluid wordt voortgebracht door een scheepsmotor. Tegelijkertijd vragen ze zich ook angstig af of die gedachte niet te optimistisch is. Misschien komt er juist wel weer een hoop onheil op ze af. Op een gegeven moment zien de migranten een boot door het kanaal tussen de haven en de scheepswerf varen. Eerst is Segu opgelucht, maar al snel blikt hij met andere ogen naar het kleine vaartuig. Hij maakt zich zorgen. Hij weet namelijk één ding heel zeker als hij alle migranten én het schip bestudeert: ze passen nooit met zijn allen op die schuit. Terwijl zijn hersenen nog zoeken naar een verklaring, ziet hij dat de boot een grote bak met platte bodem trekt. De langwerpige, roestige kuip is leeg en kaal. Er is niets aan te zien, behalve dat de vloer onder het wateroppervlak ligt en dat de wanden er ongeveer anderhalve meter bovenuit steken. Vertwijfeld vraagt Segu zich af of het de bedoeling is dat de migranten in de grote kuip plaatsnemen. Hij kan zich niet voorstellen dat dat verantwoord is, maar hij weet uit ervaring ook dat smokkelaars het liefst zoveel mogelijk mensen in een voertuig proppen. Hij heeft dagenlang met tientallen lotgenoten in een vrachtwagen gezeten en hij weet ook hoe het voelt om de laadbak van een pick-up met eenentwintig onbekenden te moeten delen. Hij heeft inmiddels genoeg kijk op de menselijke afmetingen ontwikkeld om in te kunnen schatten dat de vluchtelingen, zolang ze blijven staan, in het drijvende gevaarte zullen passen. Hij wordt bang bij de gedachte dat hij zo meteen met zijn voeten op de bodem van de bak zal staan. Hij heeft nog nooit de zee gezien, maar weet dat er metershoge golven kunnen zijn. Het vooruitzicht om in een grote, platte bak daar doorheen te moeten, lijkt te idioot voor woorden. Wat als de golven de boot overspoelen of als de sloep omslaat? Hij kan niet zwemmen en betwijfelt of de mensen om hem heen daar wel toe in staat zijn. Nu hij naar de sleepboot en de open bak staart, snapt hij de verhalen die hij in Mali weleens heeft gehoord. Hij begrijpt in één klap waarom niet alle migranten de overtocht naar Europa overleven. Veel tijd om na te denken over de gevaren van de volgende etappe heeft hij niet. De leider van de smokkelaars loopt op hem af en drukt hem een papiertje in de hand ‘Jij durft initiatief te nemen. Je sprak me gisteren in het Engels aan en ik heb gezien dat je een telefoon hebt. Ik maak jou nu verantwoordelijk. Wij slepen jullie de zee op en maken de sloep buiten de territoriale wateren van Libië los. Dan moet jij een uur wachten. Na dat uur bel jij dit nummer.’ ‘Wat? Losmaken? Waarom? Jullie brengen ons toch naar Italië?’ De man kijkt Segu aan alsof hij een klein kind is. ‘Natuurlijk niet, dat doen de hulporganisaties wel. Zij pikken migranten op die achtergelaten worden op zee. Je moet ze even bellen en dan komen ze jullie vast wel zoeken.’ ‘Hoe moeten ze ons vinden?’ ‘Het is mooi weer en de golven zijn laag. Ze kunnen jullie al van veraf zien.’ Dat de golven laag zijn, is goed nieuws, maar Segu is er nog niet gerust op dat ze daadwerkelijk worden opgepikt door een hulporganisatie ‘Wat als ze niet komen?’ stamelt hij verward ‘Dan kan je hopen dat je terug dobbert naar de kust. De kustwacht patrouilleert regelmatig. Als jullie dicht genoeg bij de kust zijn, zullen ze jullie zeker inrekenen.’ ‘Dat doen ze sowieso wel als ze ons zien. Ik heb gehoord dat Europeanen de kustwacht financieren om ons tegen te houden.’ Met deze woorden mengt een van de omstanders zich in het gesprek. ‘Als we in handen van de kustwacht vallen, worden we naar een detentiecentrum in Libië afgevoerd.’ Segu slikt als hij deze woorden hoort. Hij weet even niet wat hij moet doen. Met het papiertje in zijn hand, registreert hij intussen hoe de sleepboot en de lege bak aanmeren aan de kademuur. Terwijl de smokkelaars bezig zijn om de boten vast te leggen, schieten allerlei gedachten en opties door zijn hoofd. Hij kan in de sloep stappen en de gok wagen. Het risico bestaat dan dat hij de tocht niet overleeft. De kans is echter veel groter dat hij door hulpverleners of de kustwacht wordt opgepakt. Waarschijnlijk belandt hij dan óf in het vrije Europa óf juist in een Libische gevangenis. Hij kan natuurlijk ook zijn reis naar Europa staken en totaal berooid dit terrein verlaten. Hij heeft dan echter geen geld om naar huis terug te keren en zal eerst werk moeten zoeken. Het vooruitzicht om thuis uit te moeten leggen waarom hij niet heeft doorgezet is ook niet heel aanlokkelijk. Zijn familie zal niet begrijpen waarom hij zo dicht voor de finish het bijltje erbij neergooit. Segu vreest dat ze hem altijd als de slapjanus zullen blijven zien, die het familiekapitaal er doorheen heeft gejast. Hij kijkt naar de cijfers op het velletje in zijn hand. Als het hem lukt om de hulpverleners in te schakelen, is hij over een paar uur in veilige handen. Dan kan hij vanmiddag nog uitrusten en bijkomen van alle ontberingen onderweg. Als hij contact weet te leggen, zullen ze hem vandaag nog naar Europa brengen en hoeft hij zich geen zorgen meer te maken over geld. Intussen stappen de eerste mensen in de sloep. Zij hebben duidelijk minder te verliezen dan ik, schiet het door Segu heen. De mensen in de sloep staan in ieder geval minder lang te dubben dan de jonge Malinees. Als er een stuk of twintig migranten zijn ingestapt, vouwt Segu het papiertje op. Hij stopt het zorgvuldig in zijn broekzak en volgt hun voorbeeld. Hij waagt de stap en gaat op de hoge kademuur zitten. Daarna draait hij zich op zijn buik en laat zich langzaam zakken. Hij voelt hoe een paar mannen hem vastgrijpen en langzaam naar beneden helpen. Na een zacht ‘dank jullie wel’ zoekt hij een plekje bij de rand, achteraan in de boot. Hij ziet hoe ook de andere migranten aan boord gaan. Uiteindelijk blijft er niemand achter op de kade. Ook de meest angstige mensen voelen dat er geen weg meer terug is. Ze denken terug aan alles wat ze hebben meegemaakt op hun tocht door de Sahara of aan de onveiligheid in hun land. Voor hen is het beangstigender om zich om te draaien, dan om door te gaan. Anderen kijken echter vooral vooruit en voelen dat de finish in zicht is. Nu ze de eindstreep naderen, kunnen ze eenvoudigweg niet meer stoppen. Europa is bijna tastbaar en stoppen komt simpelweg niet bij ze op. De smokkelaars kuieren intussen over de kade heen en weer. Ze kijken toe hoe de migranten zich in de stuurloze sloep laten zakken. Ze zijn tevreden. Ze hebben dit keer een grote sloep kunnen bemachtigen en iedereen kan mee. De leider van de smokkelaars denkt terug aan een van de vorige transporten een paar weken geleden. Toen hadden ze net als nu een flinke lading mensen, maar het instappen verliep veel minder soepel. Hij had voor dat transport namelijk een veel minder royale boot op de kop weten te tikken. Nadat de helft van de mensen was ingestapt, hadden de migranten begrepen dat niet iedereen mee zou kunnen. Hij wordt weer geïrriteerd als zijn gedachten teruggaan naar de ruzie die toen ontstond. De resterende mensen op de kade gingen zelfs met elkaar op de vuist voor de laatste plekken. Hij en zijn mannen hadden het gevecht even aangekeken, want het is altijd het makkelijkst wanneer reizigers onderling met een oplossing komen. Hij had net in willen grijpen, toen er iemand van de kademuur in het water viel. Hij kan zich het gegil van de mensen nog herinneren en weet nog goed dat de ruzies op de kant meteen verstomden. In plaats van vechtende mensen uiteendrijven, moesten zijn mannen nu de drenkeling aan de kant hijsen. Meer dood dan levend hadden ze hem op de kant gelegd. Zuchtend denkt de smokkelaar terug aan dat moment. De drenkeling mocht van geluk spreken dat hij het had overleefd, want de zielenpiet had duidelijk nog nooit eerder gezwommen. Daarna was het vlot gegaan. Hij had één voor één aangewezen wie mee mocht en wie moest achterblijven. Om de boosheid van de achterblijvers te sussen, had hij er direct bij gezegd dat er binnen een week een andere boot zou vertrekken. Tevreden kijkt hij naar de sloep die nu aan de kade ligt. Iedereen past er netjes in en alle passagiers zijn rustig. Natuurlijk kunnen de mensen aan boord nauwelijks bewegen, maar dat hoeft ook niet. Midden op zee kunnen ze toch nergens heen. Misschien is het ook wel verstandig dat de migranten op elkaar gepakt zitten. Als ze wel zouden kunnen rondlopen, zou de sloep misschien te veel gaan schommelen en zou de kans op ongelukken groter zijn ‘Daar staan de domme sukkels weer urenlang of misschien wel een hele dag,’ zegt hij tegen zichzelf. ‘Waarom doen mensen zichzelf dit toch aan? Ze hoeven niet mee. Er is niemand die ze dwingt.’ Zelf zou de man het wel uit zijn hoofd laten om in een volgestouwde, onbestuurbare sloep op zee te gaan dobberen. Laat staan dat hij er grof geld voor neer zou tellen. Onder geen enkele voorwaarde zou hij zich vrijwillig naar open zee laten slepen. Hij kent de risico’s en weet wel beter dan dat. De gevaren op zee zijn echter niet zijn pakkie-an. Hij heeft zijn geld binnen en de drijfbak ziet er keurig uit. Hij heeft de klus deze keer zonder incidenten geklaard. De smokkelaar geeft een signaal, waarop de trossen worden losgegooid en de sleepboot in beweging komt. Langzaam begint ook de bak met mensen te manoeuvreren. De smokkelaar bestudeert de gezichten van de passagiers in de wiebelende bak. Sommige zien er verrukt uit, maar andere kijken ronduit angstig uit hun ogen. Hij tuurt naar de achterkant van de boot en krijgt de jongen in het oog aan wie hij het telefoonnummer heeft gegeven. De jonge vent ziet er kalm en behoedzaam uit. De leider is tevreden nu hij weet dat hij de juiste persoon heeft uitgepikt. Als hij zo naar zijn beheerste gezichtsuitdrukking kijkt, is hij ervan overtuigd dat de jonge man zijn instructies nauwgezet zal opvolgen. De Malinees zal de passagiers in veiligheid brengen, zonder zijn clandestiene organisatie te verraden *** Segu heeft niet door dat hij wordt aangestaard vanaf de kant. Hij heeft alleen oog voor de mensen om hem heen en het water dat langs hem heentrekt. Nu de boot vol beladen is, is het wateroppervlak veel dichterbij gekomen. Hij schat in dat de afstand tussen het water en de bovenkant van de opstaande rand niet veel meer dan een meter is. Hij voelt hoe de schuit wiebelt en vraagt zich af wat er zou gebeuren als er iemand in paniek raakt. Hij probeert zich voor te stellen dat iemand om zich heen gaat slaan of gaat gillen. Hij moet er niet aan denken dat iedereen als reactie daarop in beweging komt. Hij vreest dat de boot dan veel te veel gaat schommelen en om zal slaan. Segu realiseert zich maar al te goed wat dat betekent. Ongetwijfeld is er bijna niemand aan boord die kan zwemmen en waarschijnlijk zullen ze in dat geval dood zijn voordat ze de zee bereiken. Hij houdt zich voor dat zulke gedachten geen zin hebben. Hij zit hier aan boord, kan er niet meer vanaf en iedereen is op dit moment rustig. Terwijl ze langs de landhoofden van de haven varen, besluit hij om optimistisch te blijven en ervan uit te gaan dat iedereen zijn kalmte bewaart. Traag vaart de sleepboot het haventje uit en de volle zee tegemoet. De zee is rustiger dan Segu zich had voorgesteld. De afgelopen weken heeft hij talloze malen gefantaseerd hoe het op zee zou zijn. Hij had zich hoge golven met witte koppen voorgesteld. Hij had ook verwacht dat de boot hevig heen en weer zou slingeren en rollen. Niets is echter minder waar. De golven zijn niet meer dan kleine rimpelingen in een glad oppervlak en de bak ligt door hun trage tempo vrij stabiel in het water. Van heftige schommelingen is gelukkig helemaal geen sprake. Ook zijn ruimtebeleving op zee is anders dan gedacht. Segu had vooraf het idee dat de weidsheid van de zee vergelijkbaar zou zijn met de grootsheid van de kale vlakten in de woestijn. Hij merkt al snel dat die vlieger niet opgaat. Daar waar de droge Sahel langzaam overging in de nog drogere Sahara, is het contrast tussen het leven op het land en het landschap vanaf het water heel scherp. De abrupte overgang geeft hem een vervreemdend gevoel. Plotsklaps laat hij alle herkenbare, droge landschappen achter zich en wordt hij omringd door een vreemde, vijandige watermassa. De woestijn gaf hem een gevoel van ruimte. Hij wilde weliswaar niet in die ruimte zijn, maar hij wist dat hij er doorheen kon wandelen. Hier maakt de enorme ruimte hem nietig. De zee pint hem vast op de vierkante centimeters onder zijn voeten. Hij kan zich niet verplaatsen en daardoor voelt hij zich op het water juist opgesloten en klein. Op een gegeven moment wordt de motor van de sleepboot uitgeschakeld en een beklemmende stilte daalt neer over de bak met mensen. Iedereen weet dat ze nu snel stil zullen vallen en iedereen vreest voor wat dat betekent. Zodra de boot en de bak zachtjes op en neer deinen op de golven, maken de smokkelaars de ketting tussen de twee los. Met veel gekletter hijsen ze de stalen schakels aan boord van de sleepboot. Alle passagiers hebben door dat de kuip waar ze in staan, wordt losgekoppeld. Iedereen wordt paniekerig en een paar mensen roepen boze verwensingen naar de smokkelaars. De kapitein van de sleepboot had dit van tevoren verwacht. Hij heeft dit al talloze keren meegemaakt. Vorige week heeft hij zelfs gezien dat een migrant tijdens het inhalen van de ketting overboord sprong. De idioot kon nauwelijks zwemmen en probeerde toch de sleepboot te bereiken. Hij wilde aan boord klimmen, maar dat konden ze natuurlijk niet toestaan. Ze hadden hem terug de zee ingeduwd. Daar had hij nog zeker tien minuten liggen spartelen, voordat zijn lichaam onder het wateroppervlak verdween. Zulke taferelen zijn voor niemand leuk en wil hij liever voorkomen. Daarom loopt hij, zodra zijn mannen klaar zijn op het achterdek, naar de achterzijde van zijn schip. Hij plant zijn voeten stevig neer en vouwt zijn armen over elkaar. Vanuit de hoogte kijkt hij naar de mensenmassa in de drijfbak voor hem. De kapitein wacht even, zodat hij zeker weet dat hij ieders aandacht heeft ‘Blijf gewoon rustig. Een van jullie heeft een telefoonnummer van de hulporganisatie die jullie komt ophalen. Hij kan ze pas over een uur bellen.’ Na die korte boodschap draait hij zich resoluut om en loopt richting de stuurhut. De migranten zien radeloos toe hoe hij de cabine binnengaat. Ze horen dat de motor van de sleepboot start en merken dat het vaartuig in beweging komt. Een tijd lang kijken ze naar het schip, dat steeds kleiner wordt. Op een gegeven moment is echter ook de sleepboot uit het zicht verdwenen. Het enige dat ze nu nog kunnen zien is het zoute water van de Middellandse Zee. Verder is er niets. Opgelucht constateert Segu dat niemand in paniek raakt. Dat is ook eigenlijk wel logisch. Paniek ontstaat wanneer mensen willen vluchten en dat kan hier niet. Ook zelf heeft hij het gevoel dat de instinctieve drang om weg te komen is uitgeschakeld. Hij wil ontsnappen, maar zijn onderbewustzijn snapt dat hij niet zomaar in zee kan springen. Hij weet dat hij iets anders moet doen. Het papiertje met het telefoonnummer brandt in zijn broekzak. Hij houdt zijn telefoon in zijn hand geklemd en wacht. Hij heeft zich voorgenomen om de instructies klakkeloos op te volgen. Hij heeft geen idee of er afspraken zijn gemaakt tussen de smokkelaars en de hulporganisatie. Als dat het geval is, dan kan hij maar beter doen wat er van hem wordt verwacht. Hij heeft ook bedacht dat wachten geen kwaad kan als ze niet op zijn telefoontje zitten te wachten of, erger nog, als het telefoonnummer niet echt is. In beide scenario’s maakt een wachttijd van een uur niet echt uit en in het laatste geval zijn ze hoe dan ook reddeloos verloren. Na exact zestig minuten haalt Segu het nummer tevoorschijn. Hij voelt de ogen van de omstanders op hem gericht. Ze weten wat hij moet doen en staren hem gespannen aan. Onder hun brandende blikken voert hij het nummer in op zijn telefoon en drukt hij op het groene symbool. Hij wacht nerveus af of de verbinding tot stand komt. Nadat de telefoon drie keer is overgegaan, hoort hij een vriendelijke vrouwenstem aan de andere kant van de lijn. Dankbaar dat het in ieder geval een bestaand nummer is, stamelt hij dat hij met ongeveer tachtig migranten op de Middellandse Zee dobbert. Als de vrouw hem vraagt of hij zijn locatie kan specificeren, zegt hij erbij dat ze ten westen van Tripoli het land Libië hebben verlaten. ‘We liggen waarschijnlijk net buiten de territoriale wateren. Ik zou willen dat ik meer wist, maar preciezere informatie heb ik niet.’ Hij hoort de vrouw mompelen dat hij moed moet houden en dat zij de kapitein op hun schip zal laten weten waar hij moet zoeken. Bij het horen van die verlossende woorden, breekt Segu in tranen uit. De vrouw spreekt hem nog even opbeurend toe, maar wil al snel de verbinding verbreken ‘Ik moet andere mensen gaan bellen, zodat we jullie op kunnen sporen.’ Met natte ogen staart Segu nog even naar zijn telefoon. Hij heeft nog nooit in zijn leven zo veel opluchting gevoel als nu. Hij is dankbaar dat er hulptroepen worden ingeschakeld, maar is ook blij dat hij van zijn taak is verlost. Nu hij gebeld heeft, voelt hij pas goed welke verantwoordelijkheid de smokkelaar op zijn jonge schouders heeft gelegd. Als hij om zich heen kijkt, beseft hij dat hij echter nog niet klaar is. De afwachtende blikken van de mensen bij hem in de buurt, vertellen hem dat hij moet acteren. Hij stopt zijn telefoon weg en plaatst zijn handen als een toeter rond zijn mond. Met het besef dat hooguit de helft van de passagiers zijn Engels kan verstaan, schalt hij zijn boodschap over de hoofden van de passagiers heen ‘Ik heb contact gehad. Er komt een schip om ons op te pikken.’ Na zijn geruststellende woorden ontstaat er even geroezemoes aan boord, maar dat houdt niet lang aan. Wat valt er te zeggen als je niets kan doen en doodsbang en hoopvol tegelijkertijd bent? Met ieder uur dat verstrijkt, neemt bij Segu de onzekerheid toe. Zouden de hulpverleners op tijd komen of signaleert de kustwacht hun drijvende bak voordat zij er zijn? Worden ze tijdig in veiligheid gebracht of zijn ze hier op zee ten dode opgeschreven? Hoe langer ze ronddobberen, hoe somberder zijn gedachten worden. Op een gegeven moment vraagt hij zich zelfs af of hij het telefoongesprek wel echt heeft gevoerd. Hij wil zo wanhopig graag gered worden, dat hij bang wordt dat zijn fantasie met hem aan de haal is gegaan *** Ze dobberen al zeker zes uur op zee, wanneer er aan de horizon een kleine stip verschijnt. Eerst denkt Segu dat hij het zich inbeeldt, maar ook de mensen om hem heen lijken iets waar te nemen. Sommige wijzen in de richting van de horizon en stoten omstanders aan. Hij tuurt nog een tijdje naar het kleine silhouet en stelt dan vast dat er inderdaad een boot aan komt. Hij voelt een diepe dankbaarheid in zich opkomen. Hij ziet zijn redding naderen en weet dat hij de Middellandse Zee zal overleven. Zijn initiële dankbaarheid slaat echter alweer snel om in een nieuwe strijd tussen vrees en hoop. Wordt hij zo meteen gevangengenomen door de Libische kustwacht of komen daar Europese reddende helden aan? Het schip doemt langzaam voor de stalen drijfbak op en komt langszij. Mannen in donkere, zwarte kleding staan op het dek en roepen iets naar de opeengepakte mensenmassa in de drijvende, stalen kuip. Geen van de angstige aanwezigen zegt iets terug. Lang niet iedereen verstaat de mannen en niemand weet wat hij moet doen. Er wordt een touwladder over de reling van het schip gegooid en een man gebaart naar de migranten in de kuip dat ze omhoog moeten klimmen. De man die het dichtstbij staat, grijpt vertwijfeld de sporten beet en klautert langzaam omhoog. Hij weet niet wat de intentie van de bemanning is, maar beseft wel dat hij geen keuze heeft. In de bak blijven staan, is simpelweg geen optie. Segu kijkt omhoog en ziet hoe de man door twee paar sterke armen aan boord wordt gehesen. Hij voelt ook een zucht wind langs zijn opgeheven gezicht strijken. Dit is waar hij op heeft gehoopt. Zijn blikt glijdt direct naar het achterdek, waar hij zojuist een scheepsvlag heeft gezien. De vlag komt moeizaam in beweging, maar het waait net hard genoeg. Segu ziet genoeg van het doek om vast te kunnen stellen dat het geen rood-zwart-groene vlag met maan en ster is. Dit schip vaart niet onder Libische vlag en kan dus onmogelijk van de kustwacht zijn. Ook bij de andere passagiers daalt het besef neer dat ze in de juiste handen zijn gevallen. Toch blijft de stemming beladen. Een lange sliert migranten klimt nog altijd zwijgend aan boord van het schip van de hulporganisatie. Iedereen is blij dat ze de drijvende bak kunnen verlaten en niet naar een Libisch detentiecentrum worden gebracht. Tegelijkertijd weten de migranten ook niet goed wat ze van hun hulpverleners moeten vinden. Iedereen vraagt zich af in hoeverre ze met de smokkelaars onder één hoedje spelen. De voorspelling van de smokkelaar en kapitein komt namelijk feilloos uit: ze worden zoals beloofd opgepikt door een hulporganisatie op zee. Het is ook voor iedereen helder dat dit schip vaker migranten oppikt. De bemanning heeft een touwladder bij de hand, helpt mensen vakkundig aan boord en is duidelijk op elkaar ingespeeld. Segu heeft geen zin om na te denken over wiens motieven dan ook. Hij is alleen maar blij dat hij het heeft gered. Hij gooit zijn rugzak op het voordek en ploft ernaast neer. Hij zit in kleermakerszit voor zich uit te staren als in de verte een wazige bobbel op de horizon opduikt. Segu staart er even naar en kijkt daarna naar de zon, die langzaam aan de linkerkant van het schip ondergaat. Bereikt hij na al deze weken zo meteen echt het Europese vasteland? Niet veel later weet hij het zeker. Het schip van de hulporganisatie koerst aan op land en alles wijst erop dat hij over niet al te veel tijd vaste grond onder zijn voeten krijgt. Wat hem daar aan de andere kant van de Middellandse Zee te wachten staat, weet hij niet. Hij heeft ook geen idee of hij bij aankomst losgelaten wordt in een haven of overgedragen wordt aan de autoriteiten. Voor dit moment maakt dat even niet uit. Hij is veilig en hoeft niet meer te vrezen voor zijn leven. Segu voelt een enorme dankbaarheid voor de bemanning van dit schip en zijn ogen beginnen te glinsteren van het vocht. Terwijl hij stilletjes met zijn T-shirt zijn ogen afveegt, voelt hij een enorme spanning van zijn schouders glijden. Hij heeft het gered en kan zijn vader en broers weer onder ogen komen. Hun geld heeft hij bijna helemaal opgemaakt, maar zelfs als hij uiteindelijk geen verblijfsvergunning krijgt, kan hij met opgeheven hoofd naar huis. Hij heeft gedaan wat hij moest doen. Het lot van zijn familie ligt nu niet meer in zijn handen, maar wordt vanaf nu door andere mensen bepaald

Отрывок из книги

Текст предоставлен ООО «ЛитРес».

Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.

.....

Прочитайте эту книгу целиком, купив полную легальную версию на ЛитРес.

Безопасно оплатить книгу можно банковской картой Visa, MasterCard, Maestro, со счета мобильного телефона, с платежного терминала, в салоне МТС или Связной, через PayPal, WebMoney, Яндекс.Деньги, QIWI Кошелек, бонусными картами или другим удобным Вам способом.

.....

Добавление нового отзыва

Комментарий Поле, отмеченное звёздочкой  — обязательно к заполнению

Отзывы и комментарии читателей

Нет рецензий. Будьте первым, кто напишет рецензию на книгу Ticket Europa
Подняться наверх