Twee vroolijke geschiedenissen

Twee vroolijke geschiedenissen
Автор книги: id книги: 2263104     Оценка: 0.0     Голосов: 0     Отзывы, комментарии: 0 123,69 руб.     (1,23$) Читать книгу Купить и скачать книгу Электронная книга Жанр: Языкознание Правообладатель и/или издательство: Bookwire Дата добавления в каталог КнигаЛит: ISBN: 4064066312114 Скачать фрагмент в формате   fb2   fb2.zip Возрастное ограничение: 0+ Оглавление Отрывок из книги

Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.

Описание книги

"Twee vroolijke geschiedenissen" van Fritz Reuter (vertaald door Eliza Laurillard). Gepubliceerd door Good Press. Good Press publiceert een ruim aanbod aan titels in alle genres. Van bekende klassiekers & literaire fictie en non-fictie tot vergeten−of nog niet-ontdekte pronkstukken−van de wereldliteratuur, wij publiceren boeken die u beslist moet lezen. Iedere Good Press editie is zorgvuldig aangepast en geformatteerd om de leesbaarheid voor alle e-lezers en apparaten te verbeteren. Ons doel is om e-books te maken die gebruiksvriendelijk en toegankelijk voor iedereen zijn in een digitaal formaat van een hoogwaardige kwaliteit.

Оглавление

Fritz Reuter. Twee vroolijke geschiedenissen

Twee vroolijke geschiedenissen

Inhoudsopgave

Hoe ik aan eene vrouw kwam

Uit den Franschen tijd

Eerste hoofdstuk

Tweede hoofdstuk

Derde hoofdstuk

Vierde hoofdstuk

Vijfde hoofdstuk

Zesde hoofdstuk

Zevende hoofdstuk

Achtste hoofdstuk

Negende hoofdstuk

Tiende hoofdstuk

Elfde hoofdstuk

Twaalfde hoofdstuk

Dertiende hoofdstuk

Veertiende hoofdstuk

Vijftiende hoofdstuk

Zestiende hoofdstuk

Zeventiende hoofdstuk

Achttiende hoofdstuk

Negentiende hoofdstuk

Twintigste hoofdstuk

Een en twintigste hoofdstuk

Отрывок из книги

Fritz Reuter

Gepubliceerd door Good Press, 2022

.....

“Oom!” riep ik, toen ik binnenkwam, en mijn hoed rolde voor mij uit de kamer in, zoo was ik ontsteld.—“Jongen,” riep hij, “wat wilt gij?”—“Wat wilt gij?” riep ik.—“Ik wil dat, wat gij niet wilt!” zegt hij.—“Neen, ik wil weêr!” riep ik. “En ik ben maar eens even,” voegde ik er bij, “hier in dezen opschik naar u toegekomen, om u te zeggen, dat ik nu mijn besluit genomen heb, en om u te vragen, of gij weder mijn lieve oude oom wilt blijven.”—“Wilt gij dat?” zeide hij, en zette zich in zijn leuningstoel neder, en zag mij met een veelbeteekenenden blik aan. “Nu, dan wil ik u maar zeggen, dat ik ook in dezen opschik bij u wilde komen, om u een weinig schrik aan te jagen. Ik weet dat uit den tijd toen ik soldaat was: zoo een weinigje schrik, dat schudt den mensch goed wakker en doet hem zijne krachten inspannen; want dan komt het eergevoel mede in ’t spel.—“En, jongen,” zeide hij en stond op en legde mij de hand op den arm, “ik wil je niet in den weg staan en ik wil den helderen hemel van je geluk niet verduisteren, want dat lieve kind is voor jou geboren, en dat meisje is goed!” En daarbij kneep hij mij in den arm met zijne oude breede vuist, dat ik dacht: “Als zij zóó is, dan is zij meer dan goed.”

Mijn oom ging nu heen en haalde een glas van zijn ouden portwijn en zeide: “Kom hier mijn jongen, eerst iets ter versterking!—En, hoe zult gij de zaak nu aanleggen?”—“Ja,” zeg ik, “als ik dat wist!”—“Zet eens je voet hier op den stoel,” zegt hij. “Wat moet dat?” vroeg ik. “Niets, niemendal,” zegt hij, en knipt de souspieds van mijn broek af: “met een voetval moet gij toch beginnen, en die dingen konden u daarin hinderen.” “Nu,” zeg ik, “gij maakt een mooi begin.”—“Zooals ’t behoort, behoort het ook,” zegt hij. “Ik heb het van mijn leven niet zelf ondervonden, maar ik heb het altijd zoo op afbeeldingen gezien. Wat zegt gij er van?—Wacht! Ik wil je helpen!” en daarbij maakte hij haastig zijne ouderwetsche commode open, en frommelde in de lade rond, waarin hij zijn heiligste schatten had. En—al zijn leven! Daar kwam hij met zijn album te voorschijn.—Dat kreeg men zelden te zien, en wanneer hij het in handen nam, gebeurde dit alleen ’s avonds, als alles heel stil was. Dan trok hij eerst schoon linnen en zijn beste kleêren aan en zette rechts en links een paar lichten op de tafel, sloeg, diep in gedachten verzonken, blad voor blad om, las de verzen en hield met zwarte kruisjes het dooden-register in orde. Den anderen morgen was hij dan zeer weemoedig gestemd. Onlangs kwam hij naar mij toe, en zeide: “Zoo veel ik weet, is er nog maar één in leven, dat is Christiaan Bunger, de zoon van den ouden snijder Bunger, die vlak naast mijne ouders woonde. Gij zegt, niet waar? Dat hij kommies te Parchen moet zijn, en als God mij het leven laat, dan wil ik hem dezen zomer eens bezoeken.”

.....

Добавление нового отзыва

Комментарий Поле, отмеченное звёздочкой  — обязательно к заполнению

Отзывы и комментарии читателей

Нет рецензий. Будьте первым, кто напишет рецензию на книгу Twee vroolijke geschiedenissen
Подняться наверх