De nijlbruid
Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.
Оглавление
Георг Эберс. De nijlbruid
VOORREDE
EERSTE DEEL
EERSTE HOOFDSTUK
TWEEDE HOOFDSTUK
DERDE HOOFDSTUK
VIERDE HOOFDSTUK
VIJFDE HOOFDSTUK
ZESDE HOOFDSTUK
ZEVENDE HOOFDSTUK
ACHTSTE HOOFDSTUK
NEGENDE HOOFDSTUK
TIENDE HOOFDSTUK
ELFDE HOOFDSTUK
TWAALFDE HOOFDSTUK
DERTIENDE HOOFDSTUK
VEERTIENDE HOOFDSTUK
VIJFTIENDE HOOFDSTUK
ZESTIENDE HOOFDSTUK
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK
ACHTTIENDE HOOFDSTUK
NEGENTIENDE HOOFDSTUK
TWINTIGSTE HOOFDSTUK
EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK
TWEE-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK
DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK
VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK
VIJF-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK
TWEEDE DEEL
EERSTE HOOFDSTUK
TWEEDE HOOFDSTUK
DERDE HOOFDSTUK
VIERDE HOOFDSTUK
VIJFDE HOOFDSTUK
ZESDE HOOFDSTUK
ZEVENDE HOOFDSTUK
ACHTSTE HOOFDSTUK
NEGENDE HOOFDSTUK
TIENDE HOOFDSTUK
ELFDE HOOFDSTUK
TWAALFDE HOOFDSTUK
DERTIENDE HOOFDSTUK
VEERTIENDE HOOFDSTUK
VIJFTIENDE HOOFDSTUK
ZESTIENDE HOOFDSTUK
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK
ACHTTIENDE HOOFDSTUK
NEGENTIENDE HOOFDSTUK
TWINTIGSTE HOOFDSTUK
EEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK
TWEE-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK
DRIE-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK
VIER-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK
VIJF-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK
Отрывок из книги
Er waren een paar jaren verloopen, sedert Egypte zich onderworpen had aan de jeugdige maar met buitengewone kracht en snelheid zich ontwikkelende macht der Arabieren. Het was aan eene kleine, goed aangevoerde schare muzelmansche krijgslieden zonder veel moeite in handen gevallen, en de schoone provincie, die nog kort geleden een sieraad was van het Byzantijnsche keizerrijk, waar het christendom zijne trouwste aanhangers vond, behoorde thans aan den Kalief Omar, en moest er in berusten dat de halve maan zich overal naast het kruis omhoog hief.
Over het ongelukkige land was een zomer voorbijgegaan, zoo heet als men in lang niet beleefd had, en hoewel men als naar gewoonte het wassen van den Nijl den 17den Juni in »den nacht van den regendruppel” met feestelijke toebereidselen had gevierd, tot dusverre werd de verwachting der Egyptenaren bedrogen, en de stroom daalde al lager en lager, in plaats van te stijgen. In deze bange dagen, den 10den Juli van het jaar 643, trok een karavaan, die van het noorden kwam, Memphis binnen. De kleine karavaan wekte dadelijk aller aandacht in de ontvolkte, vervallen pyramidenstad, die zich in den vorm van een kolossaal rietblad slechts in de lengte uitbreidde, daar hare uitzetting in de breedte tusschen den Nijl en de Libysche woestijn beperkt was. In vroeger jaren zouden de Memphieten het nauwelijks der moeite waardig hebben geacht het hoofd op te heffen, wanneer onafzienbare met handelswaren bevrachtte wagentreinen, vrachtkarren met flinke jukossen bespannen, sierlijk uitgedoschte keizerlijke ruiterdrommen of afzienbare processies de meer dan mijlenlange hoofdstraat stoffeerden.
.....
Er verliepen eenige lange, bange oogenblikken, tot de vleugel die aanstond, opeens werd geopend, en een man daaruit te voorschijn kwam. Het was Paula of haar het bloed in de aderen stolde, maar haar oog hield niet op scherp te turen, en toen zij duidelijk gezien had en vast overtuigd was, dat hij die den drempel van het tablinum overschreed Orion was en geen ander, vloog de groote ruige hond van Hermonthis haar voorbij, stak zijn neus in de lucht en schoot daarna onder woest geblaf op de beide wachtenden toe. Bevende en met de tanden op elkaar geklemd, maar altijd toch volkomen meesteres van zichzelve, liet zij hem komen, riep Beki bij zijn naam op zachten, liefkoozenden toon, en pakte, toen hij haar herkende en ophield te blaffen, het beest bij zijn harigen kop, om het achter de ooren te krauwen, dat het zoo gaarne had. Zij zelve en die haar vergezelde stonden achter een pilaar in de donkere schaduw. Orion werd hen dus niet gewaar, ook had het geblaf Paula’s liefkoozend geroep overstemd. Toen de hond zweeg en kwispelstaartend bij haar bleef staan, floot hij hem en het waakzame gehoorzame dier ijlde zijn meester vroolijk te gemoet. »Ouwe, domme kattenjager!” riep hij het beest toe en duwde het daarna weder spelende van zich af. Daarop sloot hij de deur dicht en begaf zich naar de gebouwen, die op den hof uitkwamen.
»Om in zijne woning te komen moet hij langs dezen weg terugkeeren,” zeide Paula tot haren geleider, terwijl zij weder vrij adem haalde. »Laten wij hier wachten. Maar nu ook geen oogenblik verloren! Vooruit tot aan de deur van het tablinum! De hond herkent mij nu van verre en zal niet dadelijk weder aanslaan.”
.....