De heele wereld rond
Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.
Оглавление
Goeverneur Johan Jacob Antonie. De heele wereld rond
1. De Kazanskerk te Petersburg
2. De overstroomingen van de Weichsel
3. Klein-Rusland en West-Rusland
4. De Russische boeren
5. De steurvisscherij in de Oeral
6. De natuur in Siberië
7. De Thibetanen en hunne hoofdstad
8. De kameel bij de Mongolen
9. De Chineezen
10. China en zijne nijverheid
11. De witte olifanten in Siam
12. De Himalaja
13. Batavia
14. Om en in eene Javaansche woning
15. De k’ratons der Indische vorsten
16. De menschenroof in de Zuidzee
17. De kokospalm
18. Het brood der Zuidzee-eilanders
19. Een heete wind in Australië
20. De Kaaba te Mekka
21. De Fellahs in Egypte
22. Eene Moorsche stad
23. Natuur en volken van West-Midden-Afrika
24. Aan het Njassa-meer
25. Droogte en mieren
26. Zuid-Afrika’s planten- en dierenwereld
27. Kaapstad
28. New-York
29. De Niagaravallen
30. De dierenwereld op de Noord-Amerikaansche prairiën
31. De mais
32. De roodhuid op het krijgspad
33. In de hoofdstad van «onze West»
34. De Zuid-Amerikaansche wouden
Отрывок из книги
Evenals de Oder, en bij ons in Nederland de Maas en de Waal, stroomt ook de Weichsel tendeele door laag land, waar de omliggende streken door hooge dijken tegen hare vloeden beschut moeten worden. Als zulk een dijk doorbreekt, richten de wateren in wijden omtrek de vreeselijkste verwoestingen aan. Doorgaans hebben zulke doorbraken in het voorjaar en ten tijde van den ijsgang plaats. Met bezorgdheid zien dus de omwoners van de Weichselmonden sterke ijsgangen te gemoet en nemen alle mogelijke maatregelen, om doorbraken te verhoeden of althans hunne have te redden. Reeds in Maart worden de vereischte wachtposten op verschillende punten der dijken uitgezet en balken, palen, takkebossen en zandzakken gereed gehouden. Soms echter zijn alle voorzorgen nutteloos. De dijken kunnen de drukking der ontzettende watermassa en het schuren der ijsschotsen, die wel vaak tot eene hoogte van veertig voet op elkaar worden geschoven, niet weerstaan. Schuimend en bruisend storten zich dan de geweldige water- en ijsmassa’s over de vruchtbare velden der vlakte uit. In allerijl moeten de menschen op de zolders hunner woningen vluchten, om het naakte leven te bergen. Maar het gebeurt ook wel, dat huizen, schuren, stallingen en boomen, soms met den grond, waarop zij stonden, mee weggespoeld worden en zelfs nog een’ tijdlang in het water ronddrijven, voordat de ijsschollen er tegen aanstooten en ze te gronde doen gaan. Ontzettend is dan de toestand der bewoners van zulk een huis, als het drijvend ijs het onmogelijk maakt, hun bijtijds met vaartuigjes te hulp te komen. Slechts als bij toeval gelukt het soms, het leven, dat zich op zulk een vlottenden dakstoel nog bevindt, aan den wissen ondergang te ontrukken. In wilden warhoop ziet men planken, posten, huisraad, meubelstukken, ontwortelde boomen op en tusschen de ijsschotsen met razende snelheid voorbij drijven. Eene akelige vertooning is het, als op een in snelle vaart meegevoerd ijsveld nog menschen om hulp kermen, en men toch niets voor hen doen kan. Schrikwekkend is ook de toestand van de mogelijk op een der dijken gevluchten, als boven en beneden hen eene doorbraak ontstaat, als voor en achter hen de vloed raast en nog alleen het stuk dijk, waarop zij staan, als een klein eilandje opsteekt uit het water, waarin het elk oogenblik wegzinken kan. – Niet alleen, dat zulke dijkbreuken al ’t winterzaad ten volle vernielen en talrijke menschen in armoede dompelen, maar daarbij ook laten zij soms uitgestrekte landstreken zoo verzand achter, dat zij eerst na jaren weer vrucht kunnen dragen.
Diep in de bosschen treft men dikwijls groote bijentuinen aan. De boer weet nochtans ook zeer goed den honig der wilde bijen in de holle boomstammen op te sporen, of tapt berkenwijn en richt zijn’ hond op het opgraven van truffels af. Eigenlijken boschbouw kent men niet, ofschoon men uit het naaldhout veel pek en teer trekt.
.....
Het klimaat is als in Zuid-Duitschland; doch de winter is strenger. De rivieren blijven langer bevroren; de sneeuw ligt hooger en vaster. Alsdan is rijk en arm in dikke pelzen gehuld en ontelbare sleden glijden pijlsnel over de spiegelgladde wegen. In Maart wordt alles weer groen, maar spoedig komen dan ook de voorjaarsregens, die bij het smelten van sneeuw en ijs de rivieren buiten hare oevers drijven, dijken en wegen vernielen en den grond onbegaanbaar maken. Nu ontwikkelt zich de plantengroei en groent de beuk, tot in Juli ook de linde in bloei komt. Dan volgen heete dagen; ook de nachten zijn warm en bijna geheel zonder dauw. Het steppenzand stuift in dikke wolken over de opene vlakten; het loof wordt vaal, het gras geel. De rivieren worden ondiep en droog, de meren en plassen verslijken en wasemen giftige dampen uit. De muskieten zijn voor den wandelaar eene onuitstaanbare plaag en dringen zelfs overal in de huizen door. In September beginnen zware onweders te woeden en gieren wilde stormen door het woud; doch na deze komen de heldere herfstdagen, wanneer nieuw groen de weideplaatsen bekleedt en de late herfstbloemen bloeien. Zwaluwen en ooievaars aanvaarden hunne reis, en de donkerblauwe hemel spiegelt zich in binnenwateren en stroomen. Alsdan echter vagen de Novemberstormen al de schoonheden der natuur binnen korte dagen weg, ontbladeren de bosschen en doen de wolven hunne toevlucht in de nabijheid der dorpen zoeken, terwijl de diepe sneeuw het land weer wijd en zijd overdekt.
Eindelijk is, naar de merkteekens te oordeelen, de legerplaats voor den nacht niet ver meer; de drijvers sporen hunne rossen aan; zwart verkoolde boomstammen steken uit de sneeuw op; – dat is de rustplaats. De voorste ruiters laten zich van hunne paarden glijden, die terstond worden afgeladen, waarna men naar weide voor hen omziet, d. i. naar plekken, waar zij nog eenig mos uit de sneeuw kunnen opkrabben. Eenig brandhout wordt aangesleept. Men heeft moeite om dat vuur te doen vatten, en als eindelijk de vlam opslaat, legeren de kooplieden zich er om toe en gaan aan het theekoken. Aller kleeding is wit van de bevroren dampen; de maskers zijn stijf van ijs en moeten worden afgenomen, om te drogen. – Niet zelden steekt in den nacht een sneeuwstorm op en breidt over het gansche gezelschap een wit dek uit. Dikwijls moeten het de reizigers in dien treurigen toestand etmalen achtereen uithouden en dan aan hunne uitgehongerde paarden een even langen tijd gunnen, om van de vermoeienis te bekomen.
.....