De complete werken van Joost van Vondel. 2

De complete werken van Joost van Vondel. 2
Автор книги: id книги: 931012     Оценка: 0.0     Голосов: 0     Отзывы, комментарии: 0 0 руб.     (0$) Читать книгу Скачать бесплатно Купить бумажную книгу Электронная книга Жанр: Поэзия Правообладатель и/или издательство: Public Domain Дата добавления в каталог КнигаЛит: Скачать фрагмент в формате   fb2   fb2.zip Возрастное ограничение: 0+ Оглавление Отрывок из книги

Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.

Оглавление

Joost van den Vondel. De complete werken van Joost van Vondel. 2

VORSTELIJKE WARANDE DER DIEREN; WAAR IN de Zeden-rijke Philosophie, POËTISCH, MOREEL, EN HISTORIEEL, VERMAKELIJK EN TREFFELIJK WORDT VOORGESTELD1

VOORREDEN AAN DEN KONSTLIEVENDEN LEZER, AANGAANDE DE STICHTIGE VERMAKELIJKHEID EN NUTTIGHEID DER FABELEN

VERMAKELIJKE INLEIDINGE TOT DE Vorstelijke Warande DER ONVERNUFTIGE15 DIEREN

I. VAN 'T PEERD EN DEN VOERMAN

II. VAN DEN LEEUW EN DEN VOS

III. VAN DEN EIK EN DEN OLMBOOM

IV. VAN DEN BASILISCUS EN 'T WEZELKEN

V. DE AAP MET HAAR JONGEN

VI. DE LEEUW EN 'T PEERD

VII. DE VOS EN DE KRAAN

VIII. PAAUW EN DE NACHTEGAAL

IX. VAN DE WOLVEN EN DE SCHAPEN

X. VAN DEN LEEUW ENDE 'T MUISKEN

XI. VAN DE WIND, ZONNE, ENDE WANDELAAR.115

XII. VAN DE MIER EN DE KREKEL

XIII. VAN DEN WOLF EN DE KRAAN

XIV. DE ESSCHEN-BOOM EN 'T RIET

XV. VAN DEN LEUGENACHTIGEN SCHAAP-HERDER

XVI. VAN 'T ZWIJN ENDE DEN WOLF

XVII. VAN EEN HOVEERDIG MUIL-DIER

XVIII. DE WOLF IN 'T SCHAAPS-KLEED VOOR DE KOOI VAN 'T SCHAAP

XIX. EEN HERDER ENDE EEN AFGOD

XX. DE VOS EN DE KATTEN

XXI 'T SERPENT EN 'T AAMBEELD

XXII. DE OUDE ENDE JONGE KREEFT

XXIII. DE KRAAI EN 'T SCHAAP

XXIV. DE VOS EN DE BIJEN

XXV. DE AREND EN DE VOS

XXVI. DE EZEL SPRINGT ZIJN MEESTER OP 'T LIJF

XXVII. DE WOLF EN 'T ONSCHULDIG LAMMEKEN

XXVIII. DE DIEF EN DE HUIS-HOND

XXIX. DEN HOND OP 'T HOOI, EN DEN OS

XXX. DE OVERLADEN EZEL EN 'T PEERD

XXXI. DE PAPEGAAI EN DE VOS

XXXII. DE VORSCH, RAT, EN ADELAAR

XXXIII. DE OS EN DE VORSCH

XXXIV 'T HART SPIEGELENDE AAN DE FONTEIN223

XXXV. DE VALKEN EN GIEREN VERSCHEUREN DE VOGELS

XXXVI 'T PEERD ENDE 'T HART

XXXVII. DE LEEUW MET D' ANDERE DIEREN

XXXVIII. VOGELAAR ENDE SLANGE

XXXIX. DE PAAUW EN DE EXTER

XL. DE OS EN DE GEMESTE KOE

XLI. ADELAAR ENDE RAVE

XLII. DE RAVE EN 'T SCHAAP

XLIII. T' WILD VERKEN EN DEN EZEL

XLIV. STRIJD DER VOGELEN EN DER BEESTEN

XLV. DE VORSCHEN EN HAREN KONING

XLVI. DE WOLF EN 'T GEITKEN

XLVII. DE HOUTKLOVER EN 'T BOSCH

XLVIII. D' EXTER MET PAAUWEN-VEÊREN

XLIX 'T HART EN DE OSSEN

L. DE VOS EN DE DRUIVEN

LI. DEN AAP EN DE KATTE

LII 'T JONGE PEERD EN DEN EZEL

LIII. VAN DEN SMIT EN DEN HOND

LIV. DE STEERTELOOZE VOS

LV. DE HAVIK EN DE VOGELEN

LVI. BOK, LAM, EN WOLF

LVII. DE VLIEGE EN DE MIER

LVIII. ADELAAR EN SCHORPIOEN

LIX. DE HANGENDE WOLF IN 'T SCHAAPS-VEL

LX. WOLF EN EGEL

LXI. SLANG EN EGEL

LXII 'T CHAMÆLEON

LXIII. STIER EN RAM

LXIV. DE HENNE METTE KUIKEN-DIEVEN

LXV. BOER ENDE MUISKEN

LXVI. VOGELAAR ENDE VINKEN

LXVII. SATYR EN BOER

LXVIII. HUIS-RATTE EN OESTER

LXIX. SLAK EN ADELAAR

LXX. KUIKEN-DIEF EN KOEKOEK

LXXI. GIER ENDE NACHTEGAAL

LXXII. SLANGE EN BOER

LXXIII. LEEUW EN WANDELAAR

LXXIV. DE LEEUWE, EZEL, EN VOS

LXXV. DE VOS EN DE LEEUWE

LXXVI. LEEUWE, VERKEN, EN GIER

LXXVII. DE WOLF, 'T VOSKEN EN DE HARDER

LXXVIII. DE VOS, HOND EN HAZE

LXXIX. DE STIER EN 'T MUISKEN

LXXX. DE AAP EN DE VOS

LXXXI. DE VOS EN 'T BEELD

LXXXII 'T HERT, 'T SCHAAP EN WOLF

LXXXIII. DE GEITE EN 'T JONGE WOLFKEN

LXXXIV. DE KATTE EN DEN HAAN

LXXXV. DE KAT EN DE RATTEN

LXXXVI. DE OUDE HOND, EN ZIJN MEESTER

LXXXVII. DE BOER EN ZIJN HONDEN

LXXXVIII. DE EZEL, BUFFEL, KAMEEL, EN MUIL

LXXXIX. BAVIAAN ENDE AAP

XC. DE ZWALUWE ENDE DEN KWIST-GOED

XCI. DE VOGELAAR EN 'T VELD-HOEN

XCII. DE HENNEN EN 'T VELD-HOEN

XCIII. DE VOGELAAR EN DE OOYEVAAR

XCIV. DE WOLF VERVOLGT HET SCHAAP

XCV. JUPITER EN DE SLANGE

XCVI. JUPITER EN DE HONIG-BIJ

XCVII 'T PEERD EN 'T ZWIJN

XCVIII 'T PEERD EN DEN EZEL

XCIX. DE KALIKOET EN DEN HAAN

C. HET VELD- EN STAD-MUISKEN

CI. OUDE MAN EN DOOD

CII. VAN 'T DRONKEN HERT

CIII. DE BEER MET DE TWEE WANDELAARS

CIV. DE WOLF MET ZIJN GETUIGEN TEGEN 'T SCHAAPKEN

CV. DEN EZEL EN ZIJN DRIE MEESTERS

CVI. DE VOS EN DE BOK

CVII. DE BEER EN DE BIJEN

CVIII. DE VROUWE EN DE HENNE

CIX. DE LEEUWE, KOE, EN 'T SCHAAP

CX. DE BARENDE BERG

CXI. DE HAZEN EN VORSCHEN

CXII. DE DRAAK EN OLIFANT

CXIII. DEN HOEN EN DEN DIAMANT

CXIV. DE LEEUW, DEN HAAN EN DEN EZEL

CXV. DEN HAZE EN DE SCHILDPADDE

CXVI. DE SPIJS-DRAGENDE EZEL

CXVII. DEN HOND EN DE SCHADUWE

CXVIII. DEN WREEDEN VEROUDERDEN LEEUW

CXIX. DE STRUIS EN 'T NACHTEGAALKEN

CXX. DE KRANKE GIER

CXXI 'T ONVERNOEGDE PEERD EN D' EZEL

CXXII. DE ZWAAN EN DEN OOYEVAAR

CXXIII. DE VOGEL FENIX

CXXIV. DE OUDE OOYEVAAR

CXXV. GODSDIENST DES OOYEVAARS

Отрывок из книги

De treffelijkheid en nuttigheid der fabelen, verstandige lezer! is zoo groot, dat ze met geene woorden kan uitgedrukt noch beschreven worden; 't welk alsins door hem zelven3 klaar is: want onder de zelven leît de wijsheid, als onder een schorse, verborgen. Waarover ook de ouden geoordeeld hebben, dat niemand ze te recht konde verstaan, ten ware hij met een doorluchtig verstand van God was begaafd. Want Plato, die onder de Heidenen de Godlijke genaamd wordt, oordeelde dat men van de eerlijke fabelen behoorde te beginnen: dat ook de voedsters de teêre en buigzame verstanden met zoodanige lieflijkheid meer behoorden te koesteren en op te kweeken, als zij hare lichamen gewoon zijn te cieren en op te pronken. Wie is het niet bekend, dat alle geheimnissen der ouden hier onder hebben gescholen? want zij gaven daar mede de domme wereld te verstaan, datter most4 eenige Gods-dienst zijn, om alzoo de herten af te schrikken van de ondeugden, en ter wederzijden een spore of prikkel te geven, de deugden te omhelzen. Dionysius Halicarn. heeft zeer klaarlijk der fabelen noodwendigheid te kennen gegeven, als hij zeît: "wie is' er, die niet en zoude meenen, dat der Grieken fabelen den menschen hoognoodig zijn? eenige zijnder, die de werken der nature onder zekere verbloemde redenen voorstellen; andere, die der menschen droefheden en ellendigheden boven maten vertroosten, andere drijven van haar weg vreeze en allerlei verstoringen des gemoeds, en verjagen de oneerlijke gedachten; ja, een iegelijk is tot hare bijzondere nuttigheid gevonden." 't Is ook zeker, dat de fabelen den menschen aanbrengen een vaste overtuiginge tot scherpzinnigheid en opmerkinge des verstands, want zoo haast en wordt de fabel niet voorgesteld, of 't kloeke vernuft let terstond op 't oogmerk. Zoo dat in 't voorstellen en begrijpen een zonderlinge5 aardigheid gelegen is.

Daar en is bijna geene zake, die iemand mocht overkomen, of men vindt daarinne stoffe, 'tzij ter leeringe of ter waarschouwinge voorgesteld: ja, met zoodanige vermakelijkheid, dat velen geoordeeld hebben, de vinding der zelve te wezen een lieflijke en verheuglijke confiture van 't menschen leven, en geen kleine vertroostinge onzer zwarigheden, waartoe die ook (zonder twijfel) vanden6 ouden zijn bedacht en gevonden. De edele en treffelijke verstanden scheppen hier uit een groote nuttigheid en scherpzinnigheid: maar den genen, die slechts bij haar7 neuze heenzien, schijnen deze dingen belachelijk, ja, kunnen8 niet9 godlijks daar uit merken en verstaan; gelijk de onverstandigen, die alleen op de schorse, en niet op de deugd en vruchten des booms letten: deze zijn den kinderen gelijk, die bij den viere10 een deel poëtische kluchten vertellen, en letten niet eenmaal op de heilige en over-treflijke nuttigheid die daar onder verborgen is.

.....

De H. Schrifture wordt van hare Godlijke heiligheid niet ontluisterd, als wij menschlijker wijze deze fabelen, naar 't zeggen der Ouden, verheffen; doch elke moet men in haren zin aanmerken: met een ander geest is deze, met een ander geest is de ander beschreven. De H. Schrifture voert ons met verscheiden exemplen en aanwijzingen, zoo tot dieren, vogelen, enz. als tot verbloemde en allegorische manieren van spreken, die niet als met eenen verlichten geest kunnen verstaan en begrepen worden, waar in de H. Geest zelve schijnt een vermaken genomen te hebben. Zoo dat men deze (zoo veel een zedelijk, burgerlijk en eerlijk leven belangt) niet behoort te verachten en onteeren.

Verzoeken daarom, dat niemand onze vlijt beschuldige, omdat wij deze Heidensche fabelen uit het boek der vergetenheid wederom voor den dag brengen, als zijnde genoegzaam van andere gedicht en beschreven, maar letten inzonderheid op de geest-rijke hand dezes konst-rijken schilders12, die zoo aardig en levendig het wezen der dingen heeft nagebootst, dat de nature zelve schijnt ontluisterd te zijn. Waar over hij ook eenen onstoffelijken lof bij alle konst-beminders verkregen, en met den lauren-kroon, naar zijne waardigheid, vereerd is.

.....

Добавление нового отзыва

Комментарий Поле, отмеченное звёздочкой  — обязательно к заполнению

Отзывы и комментарии читателей

Нет рецензий. Будьте первым, кто напишет рецензию на книгу De complete werken van Joost van Vondel. 2
Подняться наверх