Geschiedenis der Noordsche Compagnie
Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.
Оглавление
Samuel Muller. Geschiedenis der Noordsche Compagnie
Geschiedenis der Noordsche Compagnie
Inhoudsopgave
VOORREDE
INLEIDING
HOOFDSTUK I. DE NEDERLANDERS IN DE IJSZEE. (1565-1613.)
HOOFDSTUK II. DE NOORDSCHE COMPAGNIE
HOOFDSTUK III. DE WALVISCHVANGST DER NOORDSCHE COMPAGNIE
HOOFDSTUK IV. DE VESTIGINGEN DER NOORDSCHE COMPAGNIE
HOOFDSTUK V. ONTDEKKINGSREIZEN DER NOORDSCHE COMPAGNIE
HOOFDSTUK VI. ENGELSCHE MEDEDINGERS
HOOFDSTUK VII. DEENSCHE PRETENSIËN
HOOFDSTUK VIII. ONEENIGHEDEN MET FRANSCHEN EN ZUID-NEDERLANDERS
HOOFDSTUK IX. BINNENLANDSCHE WEDIJVER
BIJLAGEN
BIJLAGE I. (p. 35.)
BIJLAGE II. (p. 38.)
BIJLAGE III. (p. 39.)
BIJLAGE IV. (p. 39 Noot 2.)
BIJLAGE V. (p. 42.)
BIJLAGE VI. (p. 42.)
BIJLAGE VII. (p. 43.)
BIJLAGE VIII. (p. 63.)
BIJLAGE IX. (p. 72-74.)
BIJLAGE X. (p. 98-101.)
BIJLAGE XI. (p. 98-101.)
BIJLAGE XII. (p. 98-101.)
BIJLAGE XIII. (p. 113, 114.)
BIJLAGE XIV. (p. 167-188.)
BIJLAGE XV. (p. 196-217.)
BIJLAGE XVI. (p. 196-217, 229-233.)
BIJLAGE XVII. (p. 211, 212.)
BIJLAGE XVIII. (p. 290-300.)
BIJLAGE XIX. (p. 295-297.)
BIJLAGE XX. (p. 298-300.)
BIJLAGE XXI. (p. 328.)
BIJLAGE XXII
VERKORTINGEN
Отрывок из книги
Samuel Muller
Gepubliceerd door Good Press, 2022
.....
Het voorbeeld door Cabot gegeven vond weldra navolging. In eenen tijd, toen de lust tot ontdekkingen nagenoeg geheel Europa bezielde, was het niet meer dan natuurlijk, dat ook bijna alle handeldrijvende natiën Cabot op zijnen weg volgden. Het zoeken van eenen doortocht naar Oost-Indië midden door Amerika werd het doel van verscheidene ondernemingen. Van de meesten zijn slechts zeer onvolledige berichten tot ons gekomen, slechts de meer bekende vermeld ik hier. De Portugeezen waren ook hier wederom de eersten. Reeds in 1501 deed een edelman van die natie, Gaspar de Cortereal, een reis naar Amerika’s noordkust. Misschien onder het zoeken naar Hudsons-straat, misschien ook terwijl hij trachtte een anderen weg dan den door Cabot aangewezene te vinden, verviel hij in eene zeer natuurlijke en later algemeene vergissing. De wijde mond van de St. Laurens-rivier, die in de golf van dien naam eindigt, werd voor eene zeeëngte gehouden. De berichten, die men al spoedig van de inboorlingen verkreeg over de groote zee, waarnaar die stroom leidde (de vijf groote Amerikaansche meren) konden niet anders dan dit vermoeden bevestigen. Cortereal was de eerste die dezen weg onderzocht. Zijne ontdekkingen bepaalden zich dan ook tot de golf en de riviermonding van St. Laurens en tot de omliggende kusten. Een tweede tocht leidde tot geen verder resultaat en de moedige reiziger zelf vond daarbij den dood.
Ook de Franschen deden spoedig pogingen om hun aandeel in den roem hunner tijdgenooten te bemachtigen. Maar eerst na twintig jaren vruchteloos gezocht te hebben, vonden zij krachtige hulp in den Venetiaan Giovanni di Verazzano, die zijne diensten aan Frans I aanbood. De koning nam ze gretig aan en gaf hem het bevel over een schip, waarmede de reiziger in 1524 den oceaan overstak. Verazzano handelde onder de bepaalde overtuiging, dat er een westelijke doortocht naar Oost-Indië moest zijn, naar het schijnt echter zonder bepaald plan waar die was. Om zeker te zijn, dat de gewenschte zeeëngte hem niet ontsnappen zou, stuurde hij zuidwestelijk en ontdekte de Amerikaansche kust op 34° NB. Van daar noordwaarts langs het strand stevenende onderzocht hij de baaien, die hij ontmoette (voornamelijk den mond der Hudsons-rivier en de Narraganset-baai) en zette zijne tochten voort tot de noordpunt van Newfoundland. Omtrent de St. Laurensbaai schijnt hij beter ingelicht te zijn geweest dan zijne voorgangers; maar daardoor moest hij nu ook, toen de levensmiddelen begonnen te ontbreken, naar huis keeren zonder zelfs hoop op een bepaalden doortocht te kunnen geven. De bekende reizen van den Franschman Jaques Cartier in 1534 en 1535 slaagden nog minder goed: evenals Cortereal bepaalde hij zich tot onderzoekingen op de St. Laurensrivier, waar hij meende den noordwestelijken doortocht te zullen vinden. De volkplantingen door Cartier later (1540) naar de dus bekend geworden streken gevoerd hebben zijnen naam echter een eervolle plaats in de geschiedenis verzekerd.
.....