Wandelingen door Elzas-Lotharingen
Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.
Оглавление
Unknown. Wandelingen door Elzas-Lotharingen
X
XI
XII
XIII
XIV
XV
XVI
XVII
XVIII
XIX
XX
XXI
XXII
Отрывок из книги
“Wij keeren naar de vallei van Orbey terug. Het kleine kanton, waarvan La Poutroye de hoofdstad is, droeg, volgens sommige geleerden, in de zestiende eeuw den naam van les Quatre-Baroches, hetgeen dan zooveel zou moeten beteekenen als de vier parochiën. In dien tijd was Le Bonhomme, de vijfde gemeente van het kanton, die thans eene bevolking telt van elfhonderd-tachtig zielen, niet meer dan een klein gehucht, bestaande uit enkele huizen, rondom een hermitage gegroept. Uit dienzelfden tijd, namelijk uit de zestiende eeuw, dagteekent ook de redactie der oude costumen van de vallei van Orbey, die door een voormalig raadsheer in het hof van appèl te Colmar, de heer Bonvalot, zijn in het licht gegeven. Zoowel in burgerlijke als in strafzaken werd in de vallei recht gesproken door den drost van den heer van Ribeaupierre, wien zestien gezworenen uit de vier parochiën waren toegevoegd. Kwam een dier bijzitters te sterven, dan moesten de overgeblevenen, ingevolge de keur, naar hun beste weten drie mannen uit het volk aanwijzen, om een ander te kiezen ter vervanging van den afgestorvene. Dit was dus eene verkiezing met twee trappen en met beperkt stemrecht, daar de gezworenen zelven de drie personen aanwezen, die hun nieuwen ambtgenoot moesten benoemen. Echter had de gemeente het recht, om wanneer de drie aldus aangewezen kiezers haar niet aanstonden, er drie anderen te kiezen, waaruit dan de drost den nieuwen gezworene benoemde. Hij hield vier rechtzittingen in het jaar, in elke parochie een; ingezetenen zoowel als vreemdelingen, die een aanklacht indienden, waren verplicht vooruit eene zekere som als borgstelling te storten. Dit geld diende om de gemaakte kosten te betalen, ook al kwamen partijen later met elkander tot overeenstemming. Art. 15 der keur van Orbey bepaalde, dat wanneer iemand, die zich wanordelijk had gedragen, een ander beleedigingen toegevoegd of andere verkeerdheden gedaan, zich wilde verontschuldigen met te zeggen, dat hij dronken was geweest, deze verontschuldiging niet zou worden aangenomen; de delinquent moest het naar het kasteel van Hohenack worden gevoerd, en daar gedurende drie dagen en drie nachten, op water en brood gevangen gezet. Bij de schrikbarende toeneming der dronkenschap in onzen tijd, zou de kerker van het kasteel al zeer spoedig te klein blijken om de veroordeelden te bevatten.—In tegenstelling met het bijna overal gehuldigde recht van eerstgeboorte, heerschte in de vallei het gebruik dat het jongste kind het kasteel of het huis der ouders erfde; het overige van de nalatenschap, met uitzondering van het woonhuis, werd onder de kinderen gelijkelijk verdeeld. De jongste, die het huis met het daarbij behoorende erf, schuren, stallen en tuin, erfde, moest evenwel zijne broeders en zusters op eene of andere wijze, hetzij door afkoop in eens, hetzij door jaarlijksche uitkeering, schadeloos stellen.
De ruïnen van het kasteel van Hohenach kronen nog heden een bergtop boven La Baroche. In de tiende eeuw behoorde dit kasteel aan de graven van Egisheim, later aan de graven van Ferrette en aan de aartshertogen van Oostenrijk, die het in 1277, met de geheele vallei van Orbey, aan de heeren van Ribeaupierre schonken. Een zware vierkante toren, van groote steenen opgetrokken, verrijst nog te midden eener zandsteengroeve. Andere en belangrijker groeven, die eene zeer harde steensoort opleveren, bevinden zich in een naburigen berg, den Grooten-Hohnack genoemd, in tegenstelling van den Kleinen-Hohnack of Hohenach, waarop weleer de feodale burcht stond. De top van den Grooten-Hohnack bereikt eene hoogte van negenhonderd-tachtig el. Volgens de overlevering, zouden de holten in de rotsen van dezen berg door de tooverheksen als ketels worden gebruikt, om haar spijzen te bereiden, wanneer zij, in het middernachtelijk uur, op haar bezemstelen gezeten, naar den top des bergs varen, om haar sabbath te vieren.
.....
Zoo men, ten behoeve van het verkeer, de oude poorten van Kaysersberg heeft moeten afbreken, zijn toch, aan de beide uiteinden van de hoofdstraat, de met kolommen versierde wachthuizen blijven staan. En niet alleen zijn er wachthuizen aan de ingangen der stad, maar er is nog een derde in het midden, dicht bij het stadhuis.—Hoewel de straten eigenlijk te nauw zijn, springen de bovenverdiepingen der huizen nog vooruit, waardoor het verkeer nog meer belemmerd wordt; gezwegen nog van de hoopen wingerdstaken en druivenmoer, die in de maand November de zijstraatjes geheel versperren. De oude huizen, met hun spitse gevels en hooge puntdaken, prijken doorgaans met allerlei snijwerk in hout, dat dikwijls niet van kunstwaarde ontbloot is, en in ieder geval aan die huizen een pittoresk voorkomen geeft. Even als elders in den Elzas, zoo heeft ook hier de overgangstijd uit de middeleeuwen naar de renaissance op Kaysersberg dien karakteristieken stempel gedrukt, die ons uit vele andere steden, voornamelijk in het midden en het zuiden van Duitschland, bekend is. De moderne witkwast, die alle beeldwerken en versieringen van den goeden ouden tijd op de gevels der huizen onder een laag kalk of pleister bedekt, draagt vooral niet tot verfraaiing bij en getuigt allerminst voor onzen smaak en kunstzin. Hij, die het pittoreske, het karakteristieke en eigenaardige dier oude gevelversieringen bemint, kan niet anders dan er zich hartelijk over verheugen, wanneer de afschuwelijke domme kalklaag bij geheele stukken afvalt, en alzoo op nieuw de verborgen, naïeve schoonheden voor den dag komen, die onverstand en eene redelooze mode aan het oog onttrokken hadden. Op de binnenplaats van het huis van den heer Bägert, burgemeester van Kaysersberg, wordt uwe aandacht getrokken door een put in den stijl der duitsche renaissance, met zeer veel smaak versierd, en voorzien van dit vierregelig versje, ten nutte der voorbijgangers:
De oude burcht te Kaysersberg.
.....