Читать книгу Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren - Brehm Alfred Edmund, Alfred Brehm - Страница 3

EERSTE ORDE
DE GESCHUBDE REPTILIËN (Squamata)
Tweede Onderorde: WORMTONGIGEN (Rhiptoglossa)

Оглавление

De onderorde van de Wormtongigen (Rhiptoglossa) omvat slechts één enkele familie, die der Kameleons (Chamaeleontidae). Door den bouw van den schedel verschillen zij aanmerkelijk van de leden der vorige onderorde. Ook hun uiterlijk wijkt in belangrijke opzichten af van dat der Hagedissen. Hun romp is smal, zijdelings zeer sterk samengedrukt, het midden van den sterk gebogen rug verheft zich tot een scherpen, overlangschen kam. De kop is piramidevormig naar boven uitgegroeid of platgedrukt en draagt gewoonlijk een met kammen versierden helm; de snuit is dikwijls door vreemdsoortige, beenige spitsen en vliezige lobben verlengd. De hals is zoo kort, dat de groote kop onmiddellijk op den romp schijnt te volgen. De pooten zijn lang, mager, rolvormig en alle nagenoeg even lang; de korte teenen, ten getale van vijf aan iederen poot, zijn tot aan het voorlaatste lid door een gemeenschappelijke huid bedekt en zóó geplaatst, dat er steeds twee tegenover de drie andere komen te staan; zij vormen dus een soort van tang, die aan de binnenste oppervlakte met een korrelige huid bekleed is en derhalve vast en stevig de twijg omklemt. De overal even krachtige bevestiging van het lichaam aan de standplaats wordt zeer bevorderd, doordat de teenen niet uitsluitend aan de buitenzijde of alleen aan de binnenzijde, maar afwisselend aan deze en aan gene zijde met hun drieën aan elkander verbonden zijn; aan de achterpooten vormen de drie buitenste, aan de voorpooten de drie binnenste het krachtigste blad van de tang. De pooten van de Kameleons zijn in dit opzicht eenig in hun soort. De rolvormige, stevige staart is een grijporgaan, neemt naar de spits zeer gelijkmatig in breedte en dikte af en kan, van daar te beginnen, slakkehuisvormig ineengerold worden. De buitenste huidlaag draagt, in plaats van schubben, kleine korrelige verhevenheden, die door fijne plooien vaneengescheiden zijn; deze inrichting laat een aanzienlijke uitzetting van de huid toe.

Het Leven der Dieren. Derde Deel, Hoofdstuk 1 tot 4, De Kruipende Dieren

Подняться наверх