Читать книгу Voordat hij doodt - Блейк Пирс - Страница 12

HOOFDSTUK ZES

Оглавление

Mackenzie kwam uiteindelijk om 10:45 uur uitgeput thuis. De dag was lang en vermoeiend geweest, maar ze wist dat ze een nog hele tijd niet zou kunnen slapen. Haar geest was te gefocust op het nieuwe aanknopingspunt dat Kevin Lizbrook had gegegeven.

Ze had de informatie aan Nelson doorgegeven en hij had haar verzekerd dat hij iemand opdracht zou geven om de stripclub te bellen en zou laten uitzoeken met welk advocatenkantoor Hailey Lizbrook had samengewerkt om een straatverbod aan te vragen.

Haar gedachten schoten koortsachtig alle kanten op. Mackenzie zette wat muziek op, pakte een biertje uit de koelkast en liet het bad vollopen. Ze was meestal niet dol op baden, maar vanavond voelde elke spier in haar lichaam verkrampt. Terwijl het bad vol water liep, liep ze door het huis en ruimde de rotzooi op die Zack had achtergelaten, omdat hij waarschijnlijk weer geen tijd had gehad om het op te ruimen voordat hij naar zijn werk was gegaan.

Zij en Zack waren iets meer dan een jaar geleden samen gaan wonen en probeerden alle mogelijke stappen in hun relatie te zetten om een huwelijk zo lang mogelijk uit te stellen. Mackenzie voelde dat ze klaar was om te trouwen, maar Zack leek er doodsbang voor te zijn. Ze waren nu drie jaar samen en hoewel de eerste twee jaar geweldig waren geweest, was het laatste deel van hun relatie gebaseerd op monotonie en Zack's angst om alleen te zijn en om te trouwen. Als hij tussen deze twee uitersten zou kunnen blijven, met Mackenzie als maatje, zou hij dik tevreden zijn.

Maar toen ze twee vuile borden van de salontafel pakte en over een Xbox-schijf op de vloer stapte, vroeg Mackenzie zich af of ze misschien klaar was met het fungeren als maatje tussen huwelijk en eenzaamheid. Sterker nog, als hij haar morgen ten huwelijk zou vragen, wist ze niet eens zeker of ze wel “ja” zou zeggen. Ze kende hem te goed; ze kon zich een goede voorstelling maken van hoe het zou zijn om met hem getrouwd te zijn en, eerlijk gezegd, het was niet veelbelovend.

Ze zat vast in een doodlopende relatie, met een partner die haar niet op prijs stelde. Op dezelfde manier, besefte ze, zat ze vast in een baan met collega's die haar niet op prijs stelden. Haar hele leven zat vast. Ze wist dat er iets moest veranderen, maar ze zag er als een berg tegenop. En gezien haar niveau van uitputting, had ze er gewoon de kracht niet voor.

Mackenzie trok zich terug in de badkamer en draaide de kraan dicht. De stoom van het hete water steeg uitnodigend omhoog. Ze kleedde zich uit en keek naar zichzelf in de spiegel. Ze werd zich nog meer bewust van het feit dat ze acht jaar van haar leven had verspild met een man die niet echt van plan was om de rest van zijn leven met haar te delen. Ze voelde dat ze op een simpele manier aantrekkelijk was. Haar gezicht was mooi (misschien iets mooier wanneer ze haar haar in een paardenstaart droeg) en ze had een goed figuur, alhoewel ze een beetje dun was en erg gespierd. Haar buik was plat en hard; zo strak dat Zack soms grapjes maakte dat haar buikspieren redelijk intimiderend waren.

Ze gleed in het bad, het bier stond op de kleine handdoek tafel naast haar. Ze ademde diep uit en liet het hete water zijn werk doen. Ze sloot haar ogen en ontspande zich zo goed als ze kon, maar het beeld van de ogen van Kevin Lizbrook kon ze niet van zich afschudden. De hoeveelheid verdriet die hierin zichtbaar was geweest, was bijna ondraaglijk en sprak over een pijn die Mackenzie ooit zelf had gekend, maar welke ze ver weg had weten te stoppen. Ze hield haar ogen gesloten en dommelde wat, maar het beeld bleef maar door haar hoofd spoken.

Ze voelde een haast tastbare aanwezigheid, alsof Hailey Lizbrook bij haar in de badkamer was en haar aanspoorde om haar moord op te lossen.

*

Zack kwam een uur later thuis, net klaar met een twaalf uurs dienst bij de plaatselijke textielfabriek. Elke keer dat Mackenzie de geuren van vuil, zweet en vet aan hem rook, herinnerde het haar aan hoe weinig ambitie Zack had. Mackenzie had geen probleem met het werk op zich; het was een respectabele taak voor mannen die waren gebouwd voor lichamelijk en redelijk eentonig werk. Maar Zack had een goed diploma op zak en was van plan geweest om zich te laten in te schrijven bij een Universiteit om leraar te worden. Dat plan was vijf jaar geleden gemaakt maar ondertussen werkte hij nog steeds als ploegmanager bij de textielfabriek.

Tegen de tijd dat Zack thuis arriveerde, lag Mackenzie al op bed. Ze zat een boek te lezen en dronk haar tweede biertje. Ze was van plan om rond een uur of drie in slaap te vallen, vijf uur lang stevig te slapen, en dan de volgende ochtend om negen uur weer aan het werk te gaan. Ze had nooit veel belang gehecht aan slapen en had ontdekt dat ze als ze 's nachts meer dan zes uur sliep, de volgende dag moe en uit haar ritme was.

Zack kwam in zijn groezelige werkkleding de slaapkamer binnen. Aan de rand van het bed schopte hij zijn schoenen uit en keek naar haar. Ze droeg een tanktop en een strakke dames short.

“Hé schatje,” zei hij, zijn ogen gleden hongerig over haar lichaam. “Dit is nog eens leuk thuiskomen!”

“Hoe was je dag?” vroeg ze zonder op te kijken uit haar boek.

“Het was wel oké,” zei hij. “Maar nu ik thuis ben en jou zo zie is het ineens een stuk beter!” Hij liet zich op bed vallen en kroop naar haar toe. Zijn hand ging naar de zijkant van haar gezicht terwijl hij zich voorover boog om haar te kussen.

Ze liet haar boek vallen en draaide zich abrupt weg. “Zack, ben je gek geworden?” vroeg ze.

“Hoezo?” zei hij verstrooid.

“Je bent vies. En behalve dat ik zojuist een bad heb genomen, maak je ook nog eens de lakens vuil en vet en God alleen weet wat er nog meer op de lakens zal afgeven.”

“Jezus!” zei Zack geërgerd. Hij rolde van het bed en raakte doelbewust zoveel mogelijk van de lakens aan. “Waarom ben je toch zo een stijve trut?”

“Ik ben geen stijve trut,” zei ze. “Maar ik leef liever niet in een varkensstal. Trouwens, bedankt nog dat je je eigen rommel hebt opgeruimd voordat je naar je werk ging.”

“Oh, het is zo fijn om thuis te zijn,” sneerde Zack. Grijnzend ging hij de badkamer in en trok de deur achter zich dicht.

Mackenzie zuchtte en dronk de rest van haar biertje op. Daarna keek ze de kamer rond en zag de vuile werklaarzen van Zack op de grond liggen, en daar zouden ze blijven liggen tot hij ze morgen weer aantrok. Ze wist ook dat als ze 's ochtends opstond en naar de badkamer ging om zich klaar te maken voor het werk, zijn vuile kleren op een hoopje op de vloer zouden liggen.

Helemaal klaar mee, dacht ze, terugkerend naar haar boek. Ze las nog enkele pagina's terwijl ze naar het gekletter van Zack's douche in de badkamer luisterde. Ze legde het boek opzij en liep naar de woonkamer. Ze pakte haar koffer, droeg die naar de slaapkamer en pakte het meest recente dossier inzake de moord op Lizbrook eruit, wat ze van het bureau had meegenomen voordat ze naar huis ging. Ze wilde uitrusten, zelfs al was het maar voor een paar uur, maar ze wist dat het haar toch niet zou lukken om de zaak los te laten.

Ze keek de notities door en zocht naar details die ze misschien eerder over het hoofd hadden gezien. Toen ze er zeker van was dat alles goed onderzocht was, zag ze opnieuw de met tranen gevulde ogen van Kevin, en voelde zich gedwongen om het nogmaals opnieuw te bekijken.

Mackenzie was zo geconcentreerd bezig dat ze Zack niet zag binnenkomen. Hij rook nu veel beter en zag er, met alleen een handdoek om zijn middel, ook veel beter uit.

“Sorry voor de lakens,” zei Zack bijna afwezig terwijl hij de handdoek liet vallen en een boxershort aantrok. “Ik ben ... Ik weet het niet ... Ik kan me niet herinneren wanneer je voor het laatst echt aandacht aan me hebt besteed.”

“Je bedoelt seks?” vroeg ze. Ze stelde verrast vast dat ze eigenlijk best zin had in seks. Het was misschien precies wat ze nodig had om eindelijk te ontspannen en te kunnen gaan slapen.

“Niet alleen seks,” zei Zack. “Ik bedoel elke vorm van aandacht. Ik kom thuis en je slaapt al of je bent dossiers aan het doorlezen.”

“Je bedoeld nadat ik jouw dagelijkse rommel heb opgeruimd,” zei ze. “Je doet net alsof je nog bij je moeder woont die de rotzooi achter je kont opruimt. Dus ja, soms ga ik weer aan het werk om te vergeten hoe irritant jij kunt zijn.”

“Oh, is het weer zo ver?” vroeg hij.

“Wat bedoel je?”

“Je gebruikt je werk weer als een excuus om mij te negeren.”

“Ik gebruik het niet als een excuus om jou te negeren, Zack. Maar op dit moment maak ik me meer druk over de brute moordpartij op een moeder van twee jongens, dan dat ik me druk maak of jij wel genoeg aandacht krijgt.”

“En dat is de reden,” zei Zack, “ waarom ik geen haast heb om te trouwen. Je bent al getrouwd met je werk.”

Er waren ongeveer duizend opmerkingen die ze naar hem had kunnen terug slingeren maar Mackenzie wist dat het geen zin had. Ze wist dat hij in zekere zin gelijk had. Bijna elke nacht vond ze de dossiers die ze naar huis bracht interessanter dan Zack. Ze hield ongetwijfeld nog steeds van hem, maar er was niets nieuws aan hem - niets uitdagends.

“Welterusten,” zei hij bitter terwijl hij in bed kroop.

Ze keek naar zijn blote rug en vroeg zich af of het op een bepaalde manier haar verantwoordelijkheid was om hem aandacht te geven. Zou dat haar een goede vriendin maken? Zou dat haar een betere investering maken voor een man die doodsbang was voor het huwelijk?

De impuls om seks te hebben was weer verdwenen. Mackenzie haalde haar schouders op en keek weer naar de dossiers.

Als haar persoonlijke leven op de achtergrond zou moeten verdwijnen, dan was dat zo. Dit leven, volledig gewijd aan het zoeken naar de oplossing van een moordzaak, voelde voor haar hoe dan ook veel echter.

*

Mackenzie liep de slaapkamer van haar ouders binnen maar nog voordat ze door de deuropening stapte, rook ze iets waardoor haar zeven jaar oude maag begon te protesteren. Het was een pittige geur, die haar deed denken aan de binnenkant van haar spaarvarken, een geur vergelijkbaar met die van koperen centen.

Ze stapte de kamer binnen en zag het voeteneind van het bed, het bed waar haar moeder al een jaar of zo niet in had geslapen, een bed dat veel te groot leek voor alleen haar vader.Toen zag ze hem, zijn benen bungelend over de zijkant van het bed en met uitgestrekte armen alsof hij probeerde te vliegen. Overal was bloed: op het bed, aan de muur, zelfs op het plafond. Zijn hoofd was naar rechts gedraaid, alsof hij haar niet aan wilde kijken.

Ze wist meteen dat hij dood was.

Ze liep zijn richting op, haar blote voeten stapten in de spetters bloed op de grond. Ze wilde niet dichterbij komen, maar moest wel.

“Papa,”fluisterde ze al huilend.

Ze strekte haar hand uit, doodsbang, maar aangetrokken als een magneet.

Plotseling draaide hij zich om en staarde haar aan, nog steeds dood.

Mackenzie schreeuwde.

Mackenzie opende haar ogen en keek verward de kamer rond. De dossiers lagen op haar schoot verspreid. Zack sliep naast haar met zijn rug naar haar toe gedraaid. Ze haalde diep adem en veegde het zweet van haar voorhoofd. Het was maar een droom.

Toen hoorde ze het gekraak.

Mackenzie bevroor. Ze keek naar de slaapkamerdeur en stapte langzaam uit bed. Ze had de oude vloer in de woonkamer horen kraken, een geluid dat veroorzaakt werd als iemand door de woonkamer liep. Natuurlijk had ze geslapen en was ze net wakker geworden uit een nachtmerrie, maar ze had het echt gehoord.

Of toch niet?

Ze stapte uit bed en pakte haar dienstpistool dat op het dressoir lag, naast haar insigne en haar handtasje. Ze schoof zachtjes door de deuropening en liep de gang in. De gloed van de straatlantaarns die door de jaloezieën gefilterd de woonkamer flauwtjes verlichtten, onthulde een lege ruimte.

Ze stapte de kamer binnen, het pistool in haar hand, klaar om te schieten. Haar instinct vertelde haar dat er niemand was, maar ze voelde haar hart nog steeds in haar keel kloppen. Ze wist zeker dat ze de vloerplanken had horen kraken. Ze liep naar het bewuste gedeelte van de woonkamer, vlak voor de salontafel, en hoorde hoe het onder haar voeten kraakte.

Uit het niets kwam het beeld van Hailey Lizbrook bij haar op. Ze zag de lange striemen op de rug van de vrouw en de afdrukken in de modderige grond. Ze huiverde. Ze keek vol ongeloof naar het pistool in haar handen en probeerde zich de laatste keer te herinneren dat een zaak haar zo van slag had gebracht. Waar was ze in vredesnaam mee bezig? Had ze nou echt verwacht dat de moordenaar hier in haar woonkamer was geweest en haar had willen besluipen?

Geïrriteerd liep Mackenzie terug naar de slaapkamer. Ze plaatste het pistool stilletjes terug op het dressoir en ging naar haar kant van het bed.

Nog steeds een beetje bang en met de overblijfselen van haar droom nog steeds ronddolend in haar hoofd ging Mackenzie op bed liggen. Ze sloot haar ogen en probeerde weer te slapen.

Maar ze wist dat het moeilijk zou worden. Ze werd geplaagd, wist ze, door de levenden en de doden.

Voordat hij doodt

Подняться наверх