Читать книгу Reden om bang te zijn - Блейк Пирс - Страница 14
HOOFDSTUK ACHT
ОглавлениеDe hamster leek op een harig ijsblok toen hij het uit de vriezer haalde. Het voelde ook als een blok ijs. Hij kon niet anders dan giechelen om het klinkende geluid dat het maakte toen hij het op de bakplaat legde. De pootjes staken omhoog in de lucht, een schril contrast met de manier waarop ze in paniek heen en weer hadden gepeddeld toen hij het voor het eerst in de vriezer had gelegd.
Dat was drie dagen geleden. Sindsdien had de politie het lichaam van het meisje in de rivier ontdekt. Hij was verbaasd over hoe ver het lichaam was geraakt. Helemaal tot in Watertown. En de naam van het meisje was Patty Dearborne. Klonk pretentieus. Maar verdomd, dat meisje was mooi geweest.
Hij dacht dromerig aan Patty Dearborne, het meisje dat hij uit de buitenwijken van de campus had gehaald terwijl hij met zijn vinger langs de ijskoude buik van de hamster streek. Hij was zo nerveus geweest, maar het was vrij eenvoudig gegaan. Natuurlijk had hij niet bedoeld om het meisje te vermoorden. Het was zo uit de hand gelopen. Maar dan... dan was het allemaal voor hem ontgrendeld.
Schoonheid kan worden genomen, maar niet op een sterfelijke manier. Zelfs toen Patty Dearborne dood was, was ze nog steeds mooi. Toen hij Patty eenmaal bloot had, vond hij het meisje bijna vlekkeloos. Ze had een moedervlek op haar onderrug en een klein litteken langs de bovenzijde van haar enkel gehad. Maar behalve dat was ze vlekkeloos geweest.
Hij had Patty in de rivier gedumpt en toen ze het ijskoude water had geraakt, was ze dood geweest. Hij had het nieuws in grote afwachting bekeken en vroeg zich af of ze haar terug zouden kunnen brengen... en vroeg zich af of het ijs dat haar die twee dagen had vastgehouden haar op de een of andere manier zou kunnen conserveren.
Natuurlijk was dat niet zo.
Ik was slordig, dacht hij, terwijl hij naar de hamster keek. Het zal enige tijd duren, maar ik zal het uitzoeken.
Hij hoopte dat de hamster er misschien deel van zou uitmaken. Met zijn ogen nog steeds op zijn kleine bevroren lichaam, haalde hij de twee verwarmingskussentjes van het aanrecht. Het waren het soort verwarmingskussens die in de atletiek werden gebruikt om de spieren los te maken en ontspanning voor gespannen lichaamsdelen te bevorderen. Hij plaatste een van de kussens onder het lichaam en het andere over zijn stijve, kleine poten en ijskoude onderkant.
Hij was er zeker van dat het even zou duren. Hij had tijd genoeg... hij had geen haast. Hij probeerde de dood te bedriegen en hij wist dat de dood nergens heen ging.
Met deze gedachte in zijn hoofd vulde hij zijn appartement met een heksachtig gekakel. Hij gaf de hamster nog een laatste blik en liep zijn slaapkamer binnen. Het was er vrij netjes, net als de aangrenzende badkamer. Hij ging naar de badkamer en waste zijn handen met de efficiëntie van een chirurg. Hij keek vervolgens in de spiegel en staarde naar zijn gezicht, een gezicht dat hij soms als een monster zag.
Er was onherstelbare schade aan de linkerkant van zijn gezicht. Het begon net onder zijn oog en ging tot aan zijn onderlip. Terwijl het grootste deel van de huid en het weefsel in zijn jeugd was hersteld, waren er permanente littekens en verkleuringen aan die kant van zijn gezicht. Zijn mond leek ook altijd bevroren te zijn in een permanente frons.
Op de leeftijd van negenendertig jaar was hij gestopt met de zorg over hoe erg het er uitzag. Het was de hand die hij had gekregen. Een stomme moeder had een mismaakte puinhoop veroorzaakt. Maar dat was goed... Hij was bezig het te repareren. Hij keek naar de verminkte reflectie in de spiegel en glimlachte. Het kan jaren duren om het uit te vinden, maar dat was goed.
“Hamsters kosten maar vijf dollar per stuk,” zei hij tegen de lege badkamer. “En van die mooie studentes van het college zijn er een dertien in een dozijn.”
Hij had wat gelezen, voornamelijk in de fora van praktijkverpleegkundigen en medische studenten. Hij dacht dat als het experiment met de hamster zou lukken, de verwarmingskussens er ongeveer veertig minuten op moesten zitten. Het zou een langzame ontdooiing zijn, een die het bevroren hart niet te erg zou verstoren of choqueren.
Hij bracht die veertig minuten door met naar het nieuws te kijken. Hij ving een paar snelle beelden van Patty Dearborne. Hij kwam te weten dat Patty de universiteit van Boston volgde om raadgever te worden. Ze had een vriendje gehad en had op dit moment liefdevolle ouders die om haar rouwden. Hij zag de ouders op tv, knuffelend en huilend terwijl ze met de media spraken.
Hij zette de tv uit en liep naar de keuken. De geur van de ontdooiende hamster begon de kamer te vullen... Een geur die hij niet had verwacht. Hij rende naar het kleine lichaam en gooide er de warmtekussens af.
De vacht was geschroeid en de eerder bevroren buik was lichtjes verkoold. Hij veegde het kleine harige lichaam weg. Toen het op de keukenvloer terechtkwam met dunne rookwolkjes die uit zijn huid kwamen, gilde hij.
Hij stormde een tijdje woedend rond in het appartement. Zoals gewoonlijk werd zijn woede en absolute razernij gedreven door herinneringen aan een ovenbrander... Brandend in zijn herinneringen aan zijn jeugd met de geur van verbrand vlees.
Zijn geschreeuw werd binnen de vijf minuten gereduceerd tot pruilen en snikken. Daarna, alsof er niets speciaal was gebeurd, ging hij naar de keuken en pakte de hamster op. Hij gooide het in de vuilnisbak alsof het gewoon afval was en waste zijn handen in het aanrecht.
Hij neuriede tegen de tijd dat hij klaar was. Toen hij zijn sleutels uit de haak bij de deur pakte, liet hij gewoonlijk zijn vrije hand langs de littekens aan de linkerkant van zijn gezicht gaan. Hij deed de deur dicht, maakte ze vast en liep naar de straat. Daar, midden op een absoluut prachtige winterochtend, stapte hij in zijn rode bestelwagen en ging op weg.
Bijna nonchalant keek hij naar zichzelf in de achteruitkijkspiegel.
Die permanente frons was er nog, maar hij liet zich niet afschrikken.
Hij had werk te doen.
***
Sophie Lentz was klaar met deze verenigingentroep. Ze was trouwens ook bijna klaar met deze hele universiteitstroep.
IJdel of niet, ze wist hoe ze eruitzag. Natuurlijk waren er meisjes die mooier waren dan zij. Maar zij had die latino-tint van haar, de donkere ogen en het ravenzwart haar. Ze kon het accent ook in- en uitschakelen wanneer dat nodig was. Ze was geboren in Amerika, opgegroeid in Arizona, maar volgens haar moeder had het latino haar nooit verlaten. Het latino had ook nooit haar ouders verlaten, ook niet toen ze de week nadat Sophie in Emerson was toegelaten naar New York waren verhuisd.
Het was echter duidelijker in haar uiterlijk dan in haar houding en persoonlijkheid. En man, had dat voor haar gewerkt in Arizona. Eerlijk gezegd had het ook voor haar gewerkt op de universiteit. Maar alleen voor haar eerste jaar. Ze had toen geëxperimenteerd, maar niet zo erg als haar moeder waarschijnlijk dacht. En blijkbaar was het woord uitgekomen: Sophie Lentz had niet veel moeite om in bed te kruipen en wanneer ze in je bed belandde, hou je dan vast want het is een pittige dame.
Ze veronderstelde dat er slechtere reputaties waren. Maar het had zich vannacht tegen haar gekeerd. Een of andere kerel, ze dacht dat hij Kevin heette, was haar beginnen te kussen en ze had hem laten doen. Maar toen ze alleen waren en hij geen nee wilde als antwoord...
Sophie’s rechterhand deed nog steeds pijn. Er zat ook nog een beetje bloed op haar knokkels. Ze veegde het af aan haar strakke spijkerbroek en dacht terug aan het geluid van de neus van de klootzak die tegen haar vuist krakte. Ze was woedend, maar diep vanbinnen vroeg ze zich af of ze het verdiend had. Ze geloofde niet in karma, maar misschien was de rol van de feeks die ze vorig semester had gespeeld haar aan het inhalen. Misschien plukte ze wat ze had gezaaid.
Ze liep door de straten die dwars door Emerson College liepen, terug naar haar appartement. Haar brave kamergenote zou ongetwijfeld morgen voor een of andere test studeren, dus ze zou tenminste niet alleen zijn.
Ze was drie blokken verwijderd van haar appartement toen ze een vreemd soort gevoel begon te krijgen. Ze keek achter zich, was zeker dat ze gevolgd werd, maar er was niemand. Ze kon de vormen van mensen in een kleine coffeeshop een paar meter achter zich zien, maar dat was het dan. Ze had een vluchtige geïrriteerde gedachte over welke soort debielen koffie dronken om half twaalf ‘s nachts voor ze verder ging, nog steeds woedend op Kevin of wat de naam van de man ook was geweest.
Voor haar, aan een stoplicht, schetterde iemand een vreselijke hiphop. De achterbumper van de auto rammelde en de bas klonk ellendig. Je bent toch echt een teef vanavond, hé sufferd, zei ze tegen zichzelf.
Ze keek naar haar enigszins opgezwollen rechterhand en grijnsde. “Ja. Ja dat ben ik.”
Tegen de tijd dat ze de kruising bereikte waar de dreunende auto had gestaan, was het licht veranderd en reed de auto weg. Ze sloeg rechtsaf bij de kruising en haar flatgebouw kwam in zicht. Maar ze had opnieuw dat kruipend gevoel. Ze draaide zich om en keek achter zich. Opnieuw was er niets. Een eindje verderop liep een paar hand in hand. Er stonden meerdere auto’s geparkeerd langs de straat en een enkele rode bestelwagen reed in de richting van het stoplicht dat ze net was gepasseerd.
Misschien was ze gewoon paranoïde omdat een of andere klootzak haar in feite had geprobeerd te verkrachten. Dat plus de adrenaline die door haar heen vloeide, was een ongezonde combinatie. Ze moest gewoon naar huis, zich douchen en naar bed gaan. Dit feestgedoe moest stoppen.
Ze naderde haar appartement en hoopte echt dat haar kamergenote niet thuis was. Ze zou tonnen vragen stellen over waarom ze zo vroeg thuis was. Ze deed het omdat ze nieuwsgierig was en geen eigen leven had... Niet omdat ze er echt om gaf.
Ze liep de trap op naar het gebouw. Toen ze de deur opendeed en naar binnen stapte, keek ze de straat weer in en voelde ze weer dat ze werd gadegeslagen. De straten waren echter leeg; het enige wat ze zag, was een stel dat woedend tekeerging tegen de zijkant van een flatgebouw drie deuren verderop. Ze zag ook diezelfde rode bestelwagen. Hij stond geparkeerd aan het stoplicht, gewoon een beetje stationair te draaien. Sophie vroeg zich af of er een of andere geile gozer inzat die aan het kijken was naar de uitmaakscène naast het flatgebouw.
Sophie ging naar binnen. De deur ging dicht en ze liet de nacht achter zich. Maar dat verontrustende gevoel bleef.
***
Ze werd wakker toen haar kamergenote de volgende ochtend vertrok. De luidruchtige teef was waarschijnlijk op weg om meer mango’s of papaja’s te gaan halen voor haar pretentieuze fruitsmoothies. Sophie was er vrij zeker van dat haar kamergenote zo vroeg op de dag geen lessen had. Ze wierp een blik op de klok en zag dat het half elf was.
Verdomme, dacht ze. Ze had klas in een uur en er was geen manier dat ze het op tijd zou halen. Ze moest douchen, ontbijten en naar de campus gaan. Ze kreunde en vroeg zich af hoe ze zo’n soort meisje was geworden. Zou zij nu de pestkop worden? Zou ze haar eigen drama in de weg laten staan van haar opleiding en het verbeteren van haar leven? Was ze...
Een klop op de voordeur verbrak haar uit haar gedachten. Ze gromde en gleed uit bed. Ze droeg alleen een slipje en een dun katoenen T-shirt, maar dat deed er niet toe. Dit zou bijna zeker haar kamergenote zijn. Die idiote had waarschijnlijk haar portemonnee vergeten. Of haar sleutels. Of iets anders…
Nog een klop, zacht en toch aandringend. Ja... Het zou haar kamergenote zijn. Alleen had ze zo’n irritante klop.
“Ja, het is al goed!” riep Sophie.
Ze bereikte de deur en opende ze. Ze merkte dat ze naar een vreemde keek. Er was iets mis met zijn gezicht, dat was het eerste wat ze opmerkte. En het laatste.
De vreemdeling stormde het appartement binnen en deed de deur snel dicht. Voordat Sophie kon gillen, ging er een hand naar haar keel en een doek voor haar mond. Ze ademde een zware dosis chemicaliën in, een geur die zo sterk was waardoor ze tranen in haar ogen kreeg terwijl ze vocht tegen de greep van de vreemdeling.
Haar strijd werd snel minder. Tegen de tijd dat een echt soort angst de kans kreeg om zich te vestigen, was de wereld een draaiende zwarte schaduw geworden die Sophie naar iets veel donkerder en definitiever trok dan slaap.