Читать книгу De economische toestand der vrouw - Charlotte Perkins Gilman - Страница 3
Inleiding.
ОглавлениеIn de donkere en vroege tijden, nog vóórdat het licht in den voor-historischen nacht begon te schijnen, waren in de oorspronkelijke wouden de tweevoudige menschen elkaars gelijke; zij waren innige, hartelijke vrienden, die in onberekend genot wild en vrij tezamen leefden.
Vóórdat het verstand ontwaakte,—en bewustzijn kwam in die tijden langzaam,—vóórdat het verstand ontwaakte in den man, maar ook in de vrouw; nog vóór hij den Boom der Kennis vond, dien verschrikkelijken doch heiligen boom, reeds vóór hij wist was hij gevallen en begreep toen dat hij wist.
Toen sprak hij tot Smart: “Thans ben ik wijs en ken U! maar zoolang macht en wijsheid duren, wil ik niet meer lijden!” En tot Genot sprak hij: “Ik ben sterk en ik zal U bewijzen dat mijn mannenwil U in bezit kan nemen,—o, en U vast houden ook!”
Voedsel at hij voor zijn genoegen en wijn dronk hij voor zijn pleizier. En de vrouw? O, de vrouw, het toppunt van genot! Zij was nu de zijne,—ja, hij wist het! En sterk als een krankzinnige werd hij in de vroege schemering na den voor-historischen nacht.
Hem toebehooren,—de zijne voor eeuwig! welk een heerlijke, teedere overwinning! O, wat zou hij haar liefhebben! En zij zou slechts hem beminnen! Hij wilde werken en strijden voor haar, hij wilde haar beschutten en beschermen.—En zij zou hem nooit meer verlaten, vóórdat haar oogen door den dood gebroken werden.
Nauw, nauw sloot hij haar op, opdat zij hem nooit kon verlaten; zwak hield hij haar, opdat zij de kracht zou missen hem te ontvluchten. En de verdoovende vlam der passie hield hij steeds vlammend, door al de kunstgrepen en krachten die aarde en hemel en zee hem boden.
Doch o, die lange tocht! Die langzame en verschrikkelijke jaren die zij te zamen, blind en kreupel en ten laatste geheel verdwaald, doorworsteld hebben! Welk een machtig boekdeel, met millioenen schandelijke bladen, van de vrijheid der wouden tot in de gevangenissen van heden!
Voedsel at hij voor zijn genoegen en het bracht hem ziekte aan! Wijn dronk hij voor zijn pleizier en het baande hem den weg tot misdaad! En de vrouw? Hij wilde haar vasthouden,—hij wilde haar hebben als het hem behaagde,—En hij heeft haar nooit terug gezien, sedert den voor-historischen tijd!
Verdwenen was de vriendin en makker uit den vroegeren levenstijd; Zij die koesterde en troostte, zij die hulp en redding bracht. Hij zoekt haar nog steeds met onstilbaren honger vergeefs; Alleen staat hij thans, onder zijn tyrannen, alleen boven zijn slaven.
Zwoeger, gebogen en vermoeid door den zwaren last dien gij u zelf hebt opgelegd! Gij, die treurig en eenzaam zijt, ofschoon slechts eenzaam in schijn! Gij, die Genot hebt trachten te overwinnen om het steeds voor het grijpen te hebben, Gij hebt ondervonden dat Genot slechts was een andere naam voor Smart.
Natuur heeft uwe dwaling hersteld, uwe dwaasheid vergeven! God heeft niet vergeten, indien de menschen het ook nog niet inzien. De geest der vrouw verheft zich, in weerwil van uw schennis. Bevrijd haar nu en vertrouw haar! Zij wil u nog liefhebben!
U liefhebben? Ja, zij zal u liefhebben met een liefde, zooals alleen de vrijheid kweekt. U liefhebben? Ja, zij zal u liefhebben, omdat alleen liefde doet leven! Vrees het hart der vrouw niet! Het zal geen bitterheid toonen! Het eeuwenlange lijden heeft haar geleerd te vergeven.