Читать книгу Lidewyde - Conrad Busken Huet - Страница 4

VOOR DEN DERDEN DRUK.

Оглавление

Deze nieuwe uitgave van Lidewyde is noodzakelijk geworden, omdat de twee eerste (verschenen in 1868 en 1872) geheel uitverkocht waren.

Tevens maak ik van de gelegenheid die zich aanbiedt gebruik, om een legende, die hier en daar rondwaart, en soms een beter onthaal heeft gevonden dan zij verdient, uit den weg te ruimen. Men heeft het boek in verband gebracht met des schrijvers vertrek naar Indie, dat ongeveer samenviel met de eerste uitgaaf, en uitgaande van deze coïncidentie allerlei gevolgtrekkingen gemaakt omtrent de gemoedsstemming van den auteur op dat oogenblik. Dit alles zijn gissingen. De ware geschiedenis van den roman is deze:

Busken Huet was, toen hij Lidewyde concipieerde, verbonden aan de Haarlemsche Courant, die meer en meer niet alleen zijn dag-maar ook zijn avonduren in beslag nam. Voor litterarische kritiek, die lezen en vergelijken vordert, bleef geen tijd meer over. Daarentegen vond hij, iederen avond van Haarlem naar zijn optrekje bij Bloemendaal terugwandelend, gelegenheid tot fantaseren en tot opzetten van een verhaal, dat dan in de vrije uren van den Zondag op het papier werd gebracht.

Het plan van Lidewyde was gereed en een gedeelte van het boek afgewerkt in de eerste maanden van 1867, maanden lang voor er spraak was van een vertrek naar Java. Ondanks Potgieter's aansporingen vorderde de arbeid slechts langzaam, veel werd gewijzigd en geschrapt, zoodat de laatste proef eerst toen de schrijver op weg was naar Indië, door hem te Dordrecht, bij zijn zwager Dr. van Deventer aan huis, gecorrigeerd kon worden.—De "ongelukkige voorrede", ergernis van Simon Gorter, werd geschreven op verzoek van den uitgever, den heer Thieme, die wenschte dat Lidewyde de aandacht zou vestigen op de eerste reeks der Litterarische Fantasien, die iets later bij hem zouden verschijnen. Dit verklaart waarom de schrijver een voorrede voegde bij den roman, iets dat in strijd was met zijn persoonlijke esthetiek, en hoe hij er toe kwam zich zelf te citeren, wat hij gewoonlijk vermeed.

Deze uitgaaf is gevolgd naar die van 1868, de eenige die door den schrijver-zelf herzien werd. Ook de spelling dier uitgaaf is onveranderd gebleven: later schreef Busken Huet ietwat anders, maar ik meende dat de schrijfwijze van 1868 behouden moest blijven, nu de auteur-zelf haar niet meer wijzigen kon; zij dagteekent het boek.

Parijs, 1 Maart 1897. G. B. H.

Lidewyde

Подняться наверх