Читать книгу Dood en een hond - Fiona Grace, Фиона Грейс - Страница 7
HOOFDSTUK VIER
ОглавлениеNa haar confrontatie met Buck en Daisy kon Lacey niet wachten om de winkel af te sluiten en naar huis te gaan. Tom zou vanavond komen om voor haar te koken en ze keek er echt naar uit om op de bank te kruipen met een glas wijn en een film. Maar ze moest de kassa nog tellen, de voorraden opruimen, de vloer vegen en de koffiemachine schoonmaken… Niet dat Lacey klaagde. Ze hield van haar winkel en alles dat erbij kwam kijken.
Toen ze eindelijk klaar was liep ze met Chester op haar hielen richting de deur. Ze zag dat de wijzers van de smeedijzeren klok zeven uur aangaven en dat het buiten al donker was. Hoewel de lente langere dagen met zich meebracht, had Lacey nog niet echt de kans gehad om daarvan te genieten. Maar ze kon de veranderende sfeer voelen; de stad leek op te leven, veel cafés en pubs bleven langer open en mensen zaten buiten op terrasjes met koffie of biertjes. Het gaf de plek een feestelijke vibe.
Lacey sloot haar winkel af. Ze was extra zorgvuldig sinds de inbraak, maar ze zou zelfs zo zijn geworden als het nooit was gebeurd; de winkel voelde nu als haar kindje. Het was iets dat ze moest koesteren, iets dat ze wilde beschermen en verzorgen. Ze was er in korte tijd helemaal verliefd op geworden.
“Wie had kunnen denken dat je verliefd kon worden op een winkel?” mijmerde ze met een diepe tevreden zucht.
Chester piepte zachtjes.
Lacey aaide over zijn kop. “Ja, ik hou ook van jou, maak je maar geen zorgen!”
Toen herinnerde ze zich haar plannen met Tom en ze staarde richting zijn patisserie.
Tot haar verrassing zag ze dat alle lichten nog aan waren. Dat was heel ongebruikelijk. Tom moest zijn zaak op het onmenselijke tijdstip van vijf uur ’s ochtends openen, om te zorgen dat alles klaar was voor de ontbijtklanten rond zeven uur. Dat betekende dat hij doorgaans stipt om vijf uur ’s middags dicht ging. Maar het was nu zeven uur ’s avonds en hij was duidelijk nog steeds binnen. Het stoepbord stond nog op straat. Het neonbord op de deur stond nog op Open.
“Kom op, Chester,” zei Lacey tegen haar harige vriend. “Laten we eens kijken wat er aan de hand is.”
Ze staken de straat over en gingen de patisserie binnen.
Meteen hoorde Lacey kabaal uit de keuken komen. Het klonk als het gebruikelijke gekletter van potten en pannen, alleen dan in overdrive.
“Tom?” riep ze een beetje nerveus.
“Hey!” klonk zijn stem uit de keuken. Hij klonk net zo vrolijk als normaal.
Nu Lacey wist dat hij niet beroofd werd door een of andere macaron-dief, kon ze zich ontspannen. Ze liet zich op haar vaste kruk glijden, terwijl het gekletter voortduurde.
“Is alles in orde daarachter?” vroeg ze.
“Prima!” antwoordde Tom.
Een moment later verscheen hij in de gewelfde doorgang van de kitchenette. Hij had zijn schort om en dat was—net als zijn kleren en zijn haar—bedekt met bloem. “Er heeft zich een kleine ramp voltrokken.”
“Klein?” vroeg Lacey spottend. Nu ze wist dat Tom niet in gevecht was met een indringer, kon ze de humor van de situatie wel waarderen.
“Het is Paul,” begon Tom.
“Wat heeft hij nú weer gedaan?” vroeg Lacey. Ze herinnerde zich de keer dat Toms leerling per ongeluk bakpoeder had gebruikt in plaats van bloem, zodat een hele grote batch deeg onbruikbaar was.
Tom hield twee vrijwel identiek uitziende witte pakken omhoog. Op de linker stond in vervaagde letters: Suiker. Op de rechter: Zout.
“Ah,” zei Lacey.
Tom knikte. “Yup. Het is de batch voor de zoete deegwaren van morgenochtend. Ik moet alles opnieuw maken, of ik riskeer de woede van de plaatselijke inwoners wanneer zij er morgenochtend achter komen dat ik geen ontbijt voor ze heb.”
“Betekent dit dat je onze afspraak voor vanavond moet afzeggen?” vroeg Lacey. De humor die ze zojuist had gevoeld werd ineens vervangen door een zware teleurstelling.
Tom wierp haar een verontschuldigende blik toe. “Het spijt me zo. Laten we het verzetten. Morgen? Dan kom ik langs om voor je te koken.”
“Dan kan ik niet,” antwoordde Lacey. “Dan heb ik die meeting met Ivan.”
“Het verkoopgesprek over het Crag Cottage,” zei Tom terwijl hij met zijn vingers knipte. “Natuurlijk. Ik weet het nog. Wat dacht je van woensdagavond?”
“Vertrek jij woensdag niet naar die focaccia cursus?”
Tom zag er verontrust uit. Hij keek op de kalender en slaakte een zucht. “Oké, dat is vólgende week woensdag.” Hij grinnikte. “Je liet me schrikken. Oh, maar ik ben woensdagavond toch druk. En donderdag—”
“Is badminton training,” maakte Lacey zijn zin af.
“Wat betekent dat ik pas vrijdag kan. Werkt vrijdag voor jou?”
Zijn toon was net zo onbezorgd als normaal, merkte Lacey op, maar zijn blasé houding betreffende het annuleren van hun plannen stak haar. Hij leek het helemaal niet erg te vinden dat ze elkaar pas tegen het einde van de week weer konden zien.
Hoewel Lacey dondersgoed wist dat ze vrijdag geen plannen had, hoorde ze zichzelf zeggen, “Ik moet even mijn agenda checken en dan laat ik het je weten.”
De woorden waren nog maar net uit haar mond of ze voelde een nieuwe emotie naar binnen sluipen die zich met de teleurstelling vermengde. Tot Lacey’s verrassing was het opluchting.
Opluchting dat het romantische afspraakje met Tom pas aan het einde van de week was? Ze begreep niet waar de opluchting vandaan kwam. Ineens voelde ze zich schuldig.
“Ja hoor,” zei Tom, die het niet op leek te merken. “We kunnen het onder voorbehoud afspreken en de volgende keer iets extra leuks doen, als we het allebei minder druk hebben?” Hij zweeg even om op haar antwoord te wachten. Toen dat niet kwam voegde hij toe, “Lacey?”
Ze kwam met een schok terug in het heden. “Ja… Oké. Klinkt goed.”
Tom liep naar haar toe en leunde met zijn ellebogen op de toonbank, zodat hun gezichten op dezelfde hoogte waren. “Oké. Serieuze vraag. Heb je eten in huis voor vanavond? Want je verwachtte natuurlijk een heerlijke, voedzame maaltijd. Ik heb nog wat vleespasteitjes die niet verkocht zijn vandaag, als je er eentje mee naar huis wilt?”
Lacey grinnikte en gaf hem een duwtje tegen zijn arm. “Ik heb je aalmoezen niet nodig, dank je wel! Ik kan wel degelijk koken!”
“Oh echt?” plaagde Tom.
“Ik heb wel wat gerechten die ik kan maken,” zei Lacey tegen hem. “Champignon risotto. Paella met zeevruchten.” Ze pijnigde haar hersenen om daar nog iets aan toe te voegen, want iedereen wist dat je in elk geval drie dingen nodig had om een lijst te maken! “Uh… uh…”
Toms wenkbrauwen gingen omhoog. “Ga door…?”
“Macaroni en kaas!” riep Lacey uit.
Tom lachte hartelijk. “Dat is een behoorlijk indrukwekkend repertoire. En toch heb ik nooit bewijsmateriaal gezien om die claims te ondersteunen.”
Daar had hij gelijk in. Tot dusver was Tom degene geweest die steeds gekookt had. Dat was ook niet zo vreemd. Hij hield van koken en hij was er goed in. Lacey’s culinaire vaardigheden beperkten zich tot het loswrikken van het plastic van een magnetronmaaltijd.
Ze vouwde haar armen voor haar borst. “Daar heb ik nog niet echt de kans voor gehad,” antwoordde ze. Ze gebruikte dezelfde gekscherende toon als Tom, in de hoop dat het de oprechte irritatie zou maskeren die zijn opmerking had losgemaakt. “Mr. Michelinster banketbakker wil me niet in de buurt van het fornuis hebben.”
“Is dat een uitdaging?” vroeg Tom met opgetrokken wenkbrauwen.
Verdomde trots, dacht Lacey. Ze was er met open ogen ingetrapt. Die had je kunnen zien aankomen.
“Reken maar,” zei ze, zelfverzekerder dan ze in werkelijkheid was. Ze stak haar hand naar hem uit. “Challenge accepted.”
Tom keek naar haar hand en er speelde een glimlachje rond zijn lippen. “Ik heb alleen één voorwaarde.”
“Oh? Wat dan?”
“Het moet iets traditioneels zijn. Iets typisch New Yorks.”
“In dat geval heb je het tien keer makkelijker voor me gemaakt,” riep Lacey uit. “Want dat betekent dat ik pizza en cheesecake ga maken.”
“Niets uit een pakje,” voegde Tom toe. “Alles moet zelfgemaakt zijn. En je mag niemand om hulp vragen. Paul mag je niet helpen.”
“Oh, toe zeg,” zei Lacey, wijzend naar het pak zout op de toonbank. “Paul is wel de laatste persoon die ik om hulp zou vragen.”
Tom lachte. Lacey strekte haar hand dichter naar hem uit. Hij knikte om aan te geven dat hij wist dat ze aan de voorwaarden zou voldoen en pakte toen haar hand vast. Maar in plaats van die te schudden trok hij haar zachtjes naar zich toe en kuste haar over de toonbank.
“Ik zie je morgen,” fluisterde Lacey, terwijl ze de tinteling in zijn lippen voelde. “Door het raam, bedoel ik. Je hebt zeker geen tijd om naar de veiling te komen?”
“Natuurlijk kom ik naar de veiling,” zei Tom tegen haar. “Ik heb de vorige al gemist. Ik wil erbij zijn om je te steunen.”
Ze glimlachte. “Geweldig.”
Ze liep richting de deur en liet Tom achter in de rotzooi.
Zodra de deur van de patisserie achter haar dichtviel, keek ze neer op Chester.
“Wat heb ik me nu weer op de hals gehaald?” zei ze tegen haar opmerkzaam uitziende hond. “Echt, je had me moeten tegenhouden. Aan mijn mouw moeten trekken. Me een duwtje moeten geven met je neus. Wat dan ook. Nu moet ik pizza uit niets maken. En een cheesecake! Shit.” Gefrustreerd schraapte ze met haar schoen over de stoep. “Kom, we moeten langs de supermarkt voor we naar huis gaan.”
Lacey liep de andere kant op en haastte zich door de winkelstraat richting de supermarkt (of buurtwinkel zoals Gina het altijd noemde). Ondertussen zette ze een bericht in de Doyle Girlz thread.
Weet iemand hoe je cheesecake moet maken?
Haar moeder zou toch zeker wel weten hoe dat moest?
Het duurde niet lang voor ze haar mobieltje hoorde, en ze keek om te zien wie er had gereageerd. Helaas was het haar sarcastische zusje, Naomi.
Dat doe je niet, grapte jaar zusje. Je koopt het kant en klaar en bespaart jezelf de moeite.
Snel tikte Lacey een antwoord. Niet erg behulpzaam, zusje.
Naomi’s respons kwam met de snelheid van het licht. Als je domme vragen stelt krijg je domme antwoorden.
Lacey rolde met haar ogen en haastte zich verder.
Gelukkig had haar moeder een recept doorgestuurd tegen de tijd dat Lacey de winkel bereikte.
Het is van Martha Stewart, typte ze. Die kun je wel vertrouwen.
Vertrouwen? typte Naomi. Moest zij niet de gevangenis in?
Ja, antwoordde haar moeder. Maar dat had niets te maken met haar cheesecake recept.
Touché, antwoordde Naomi.
Lacey lachte. Mam had Naomi overtroffen!
Ze stopte haar mobiel weg, bond Chesters lijn vast om een lantaarnpaal en ging toen de felverlichte winkel binnen. Ze vulde haar mandje zo snel als ze kon met alles dat ze volgens Martha Stewart nodig had. Daarna pakte ze een pak verse linguine en een kleine tube kant-en-klare saus (die toevallig in de naastgelegen koeling lag), en wat Parmezaanse kaas (naast de saus). Tot slot pakte ze nog een fles wijn mee waarop stond; past goed bij linguine!
Geen wonder dat ik nooit heb leren koken, dacht Lacey. Ze maken het je zo makkelijk.
Ze liep naar de kassa, betaalde haar aankopen en liep naar buiten, waar ze Chester ophaalde. Op de terugweg liepen ze langs haar winkel—ze zag dat Tom nog was waar ze hem had achtergelaten—en liep naar het zijstraatje waar ze haar auto had geparkeerd.
Het was een korte rit naar Crag Cottage, eerst langs de boulevard en daarna langs de klif omhoog. Chester zat alert naast haar op de passagiersstoel. Terwijl de auto over de heuvel reed, kwam Crag Cottage in zicht. Lacey voelde verrukking in zich opwellen. Het chalet voelde echt als thuis. En na de meeting morgen met Ivan was ze misschien een stapje dichterbij om officieel eigenaresse van het huis te worden.
Op dat moment zag ze de warme gloed van een vuurtje bij Gina’s chalet vandaan komen. Lacey besloot over het hobbelige pad langs haar huis te rijden.
Toen ze stopte zag ze de vrouw in haar regenlaarzen naast het vuur staan, waar ze takken op gooide. Het vuur zag er mooi uit in het schemerige licht van de lenteavond.
Lacey toeterde en draaide het stroeve raam naar beneden.
Gina draaide zich om en zwaaide. “Hey-ho Lacey. Moet je ook iets verbranden?”
Lacey leunde op haar ellebogen uit het raam. “Nope. Ik vroeg me alleen af of je wat hulp nodig had?”
“Ik dacht dat je vanavond een afspraakje met Tom had?” vroeg Gina.
“Dat had ik ook,” vertelde Lacey haar. Weer voelde ze die vreemde mengeling van teleurstelling en opluchting in haar buik. “Maar hij moest afzeggen. Deegwaren-gerelateerde noodsituatie.”
“Ah,” zei Gina. Ze gooide nog een boomtak op het vuur, en rode, oranje en gele vonken schoten de lucht in. “Nou, ik red het hier wel, bedankt. Tenzij je wat marshmallows hebt die je wilt roosteren?”
“Shit, nee, heb ik niet. Dat klinkt wel lekker! En ik heb net boodschappen gedaan!”
Ze besloot haar gebrek aan marshmallows te danken aan Martha Stewart en haar ontzettend verstandige cheesecake recept.
Lacey stond op het punt om Gina een fijne avond te wensen en naar huis te rijden, toen ze voelde dat Chester zachtjes met zijn neus tegen haar arm duwde. Ze draaide zich om en keek naar hem. De boodschappentassen die ze voor de passagiersstoel had neergezet waren omgevallen, en er waren wat spullen uitgevallen.
“Dat is wel een idee…” zei Lacey. Ze stak haar hoofd weer uit het raam. “Hey, Gina. Heb je zin om samen te eten? Ik heb wijn en pasta. En als we ons vervelen heb ik alle ingrediënten om Martha Stewarts authentieke New York City style cheesecake te maken.”
Gina leek dolbij. “Je had me al bij wijn!” riep ze uit.
Lacey lachte. Ze reikte omlaag om de boodschappentassen achterin te zetten, en dat leverde haar nog een duwtje van Chesters natte neus op.
“Wat is er nu?” vroeg ze hem.
Hij hield zijn kop schuin en zijn pluizige wenkbrauwen gingen omhoog.
“Oh. Ik snap het al,” zei Lacey. “Ik zei je eerder dat je me had tegenmoeten houden met Tom. Je wil me nu laten zien dat het toch allemaal goed is gekomen? Ja, dat moet ik je nageven.”
Hij piepte.
Ze grinnikte en aaide zijn kop. “Slimme jongen.”
Ze stapte de auto uit en Chester sprong achter haar aan. Lacey liep over het pad richting Gina’s huis, tussen de schapen en kippen door.
Ze gingen naar binnen.
“Dus wat was er nou met Tom?” vroeg Gina terwijl ze door de lage gang naar haar rustieke keukentje liepen.
“Het kwam eigenlijk door Paul,” legde Lacey uit. “Hij had de ingrediënten door elkaar gehaald ofzo.”
Ze liepen de felverlichte keuken in en Lacey zette de boodschappentassen op het aanrecht.
“Hoog tijd dat hij die Paul ontslaat,” zei Gina op minachtende toon.
“Hij is een leerling,” zei Lacey tegen haar. “Logisch toch dat hij fouten maakt!”
“Tuurlijk. Maar het is wel de bedoeling dat hij ervan léért. Hoeveel vaak heeft hij nu al beslag verpest? En dat jóúw plannen eronder moeten lijden is helemaal van de zotte.”
Lacey grijnsde.
“Echt, het is niet erg,” zei ze terwijl ze de boodschappen uitpakte. “Ik ben een onafhankelijke vrouw. Ik hoef Tom niet elke dag te zien.”
Gina pakte wat wijnglazen en schonk voor hen beide een glas in, waarna ze aan de slag gingen met het avondeten.
“Je gelooft nooit wie er vlak voor sluitingstijd mijn winkel binnenkwamen vandaag,” zei Lacey terwijl ze door de pan met kokende pasta roerde. Volgens de instructies was het niet nodig om te roeren gedurende de vier minuten die de pasta moest koken, maar dat voelde gewoon te lui, zelfs voor Lacey!
“Toch niet de Amerikanen?” vroeg Gina vol afkeer, terwijl ze de tomatensaus in de magnetron deed.
“Ja. De Amerikanen.”
Gina huiverde. “Oh jeetje. Wat wilden ze? Laat me raden, Daisy wilde dat Buck een veel te duur sieraad voor haar kocht?”
Lacey goot de pasta af in een vergiet en verdeelde het toen over twee kommen. “Dat is het hem nu. Daisy wilde inderdaad dat Buck iets voor haar kocht. De sextant.”
“De sextant?” vroeg Gina terwijl ze niet bepaald elegant de tomatensaus over de pasta heen dumpte. “Je bedoelt het nautische instrument? Wat moet een vrouw als Daisy nu met een sextant?”
“Echt he? Dat is precies wat ik dacht!” Lacey sprenkelde de geraspte Parmezaanse kaas over haar pasta heen.
“Misschien was het gewoon toeval dat ze die uit heeft gezocht,” mijmerde Gina terwijl ze Lacey een van de twee vorken overhandigde die ze uit haar bestekla had gevist.
“Ze was heel specifiek,” vervolgde Lacey terwijl ze haar eten en wijn op de tafel zette. “Ze wilde hem per se kopen. Ik zei natuurlijk dat ze naar de veiling moest komen. Ik dacht dat ze het zou laten zitten, maar nee hoor. Ze zei dat ze erbij zou zijn. Dus nu word ik morgen weer met die twee geconfronteerd. Had ik dat ding nu maar opgeborgen in plaats van het vol in het zicht te laten liggen!”
Ze keek op toen Gina tegenover haar ging zitten en zag dat haar buurvrouw ineens behoorlijk van streek leek. Ze leek ook niets meer toe te willen voegen aan wat Lacey zojuist had gezegd, en dat was niets voor de normaal zo spraakzame vrouw.
“Wat is er?” vroeg Lacey. “Wat is er mis?”
“Nou, ik was degene die je overtuigde dat het geen kwaad kon om de winkel een uurtje dicht te gooien voor de lunch,” mompelde Gina. “Maar dat kon het dus wel. Want dat gaf Daisy de kans om de sextant te zien! Het is mijn schuld.”
Lacey lachte. “Doe niet zo gek. Kom, laten we eten voordat het koud wordt en we al die moeite voor niets hebben gedaan.”
“Wacht. We hebben nog één ding nodig.” Gina liep naar de kruidenpotjes die op haar vensterbank stonden en plukte wat bladeren van een van de plantjes af. “Verse basilicum!” Ze legde een trosje op hun kommetjes slecht gepresenteerde, kleffe pasta. “Et voilà!”
Ondanks de goedkope blijdschap was het een heel smakelijke maaltijd. Maar ja, de meeste gemaksproducten zaten vol vet en suiker, dus dat kon niet anders!
“Ben ik een waardige vervanger voor Tom?” vroeg Gina terwijl ze aten en wijn dronken.
“Tom wie?” grapte Lacey. “Oh, nu je me aan hem herinnert! Tom heeft me soort van uitgedaagd om een maaltijd uit het niets voor hem te koken. Iets dat typisch New Yorks is. Dus ik maak een cheesecake als toetje. Mijn moeder heeft me een recept van Martha Stewart gestuurd. Wil je me helpen om het te maken?”
“Martha Stewart,” zei Gina hoofdschuddend. “Ik heb een veel beter recept.”
Ze liep naar een keukenkastje en begon erin te rommelen. Toen haalde ze een gehavend kookboek tevoorschijn.
“Dit was de trots en vreugde van mijn moeder,” zei ze terwijl ze het boek voor Lacey op tafel legde. “Ze heeft jarenlang recepten verzameld. Er zitten knipsels in die teruggaan tot de oorlog.”
“Geweldig,” riep Lacey uit. “Maar als jullie thuis een expert hadden, hoe komt het dan dat je nooit hebt leren koken?”
“Omdat,” zei Gina, “ik veel te druk was met mijn vader helpen om groenten te kweken in de tuin. Ik was een echte tomboy. Een vaderskindje. Een van die meisjes die graag vieze handen had.”
“Nou, dat lukt wel met bakken,” zei Lacey. “Je had Tom vanavond moeten zien. Hij zat van top tot teen onder de bloem.”
Gina lachte. “Ik bedoel dat ik graag onder de modder zat! Met insecten spelen. In bomen klimmen. Vissen. Koken leek me altijd te vrouwelijk.”
“Zeg dat maar niet tegen Tom,” grinnikte Lacey. Ze keek naar het receptenboek. “Dus wil je me helpen om de cheesecake te maken, of zijn er niet genoeg wormen om je aandacht te trekken?”
“Ik help wel,” zei Gina. “We kunnen verse eieren gebruiken. Daphne en Delilah hebben allebei gelegd vanochtend.”
Ze ruimden de tafel af en gingen aan de slag met de cheesecake, waarbij ze het recept van Gina’s moeder volgden in plaats dat van Martha.
“Dus heb je, afgezien van de Amerikanen, wel zin in de veiling morgen?” vroeg Gina terwijl ze een aardappelstamper gebruikte om koekjes te verkruimelen.
“Ik ben opgewonden. Nerveus.” Lacey draaide de wijn rond in haar glas. “Vooral nerveus. Waarschijnlijk doe ik vannacht geen oog dicht.”
“Ik heb een idee,” zei Gina toen. “Zodra we hier klaar zijn, kunnen we met de honden langs het strand gaan wandelen. We kunnen de oostelijke route nemen. Die kant ben je nog niet eerder op geweest, toch? De zeelucht zal je loom maken en daarna slaap je als een roos, let maar op.”
“Dat is een goed idee,” stemde Lacey in. Als ze nu naar huis ging, zou ze toch alleen maar zitten piekeren.
Terwijl Lacey de chaotische cheesecake in de koelkast zette om op te stijven, haastte Gina zich naar de bergkast om regenjassen voor hen te pakken. Het was nog steeds behoorlijk fris ’s avonds, zeker aan zee.
Lacey verdween bijna helemaal in de enorme waterdichte vissersjas. Maar ze was blij dat ze hem aanhad toen ze naar buiten stapte. Het was een koele, heldere avond.
Ze liepen de trappen langs de kliffen af. Het strand lag er donker en verlaten bij. Het was best opwindend om hier beneden te zijn als het zo uitgestorven was, dacht Lacey. Het voelde alsof zij de enige twee mensen op de wereld waren.
Ze liepen richting de zee en namen de oostelijke richting die Lacey nog niet verkend had. Het was leuk om weer eens iets nieuws te ontdekken. Het wonen in een klein stadje als Wilfordshire kon soms een beetje benauwend voelen.
“Hey, wat is dat?” vroeg Lacey. Ze tuurde over het water naar wat de omtrek van een gebouw op een eiland leek te zijn.
“Middeleeuwse ruïnes,” zei Gina. “Bij eb kun je erheen lopen over een zandbank. Zeker de moeite waard als je zo vroeg op kunt staan.”
“Hoe laat is het eb?” vroeg Lacey.
“Vijf uur ’s ochtends.”
“Ai. Dat is waarschijnlijk iets te vroeg voor mij.”
“Je kunt er natuurlijk ook per boot komen,” legde Gina uit. “Als je iemand kent die een boot heeft. Maar als je er vast komt te zitten moet je de vrijwillige kustwacht bellen, en die jongens willen hun tijd liever niet aan onwetende mensen besteden, dat kan ik je wel vertellen! Ik heb het een keer gedaan en ik kreeg een flinke uitbrander. Gelukkig zorgde mijn welbespraaktheid ervoor dat we allemaal aan het lachen waren tegen de tijd dat we bij de kust kwamen, en we kunnen het nu goed met elkaar vinden.”
Chester trok aan zijn riem, alsof hij naar het eiland wilde.
“Ik denk dat hij het kent,” zei Lacey.
“Misschien gingen zijn vorige eigenaren daar met hem lopen?” suggereerde Gina.
Chester blafte, alsof hij dat wilde bevestigen.
Lacey bukte zich en streek door zijn vacht. Het was alweer een tijdje geleden sinds ze voor het laatst aan Chesters vorige eigenaren had gedacht. Wat moest het verwarrend voor hem zijn geweest om hen zo plotseling te verliezen.
“Zal ik je daar een keertje mee naar toe nemen?” vroeg ze hem. “Dan sta ik vroeg op, speciaal voor jou.”
Chester kwispelde opgewonden met zijn staart, gooide zijn kop omhoog en blafte naar de lucht.
*
Zoals ze al had voorspeld, kon Lacey maar niet in slaap komen die avond. Tot zover de theorie dat ze moe zou worden van de zeelucht. Haar gedachten bleven maar malen en ze kon ze niet uitzetten. Ze dacht aan de verkoopvergadering met Ivan en de veiling. Er was gewoon te veel om over na te denken. En hoewel ze zin had in de veiling, was ze ook nerveus. Niet alleen omdat het pas haar tweede veiling was, maar ook vanwege de ongewenste deelnemers in de vorm van Buck en Daisy Stringer.
Misschien komen ze wel niet, dacht ze terwijl ze naar de schaduwen op haar plafond staarde. Daisy heeft waarschijnlijk al iets anders gevonden dat Buck voor haar moet kopen.
Maar nee, de vrouw leek haar zinnen op de sextant te hebben gezet. Het was duidelijk dat ze er iets mee had. Ze zouden erbij zijn, dat wist Lacey zeker, al was het maar om een punt te maken.
Lacey luisterde naar het geluid van Chesters ademhaling en de golven die tegen de kliffen braken. Ze liet zich meeslepen door het rustige ritme. Ze begon net in slaap te vallen toen haar mobiel, die op het houten kastje naast haar hoofd lag, ineens luidruchtig begon te vibreren. Het spookachtige groene licht vulde de kamer met flitsen. Ze zorgde er meestal voor dat ze haar mobiel op nachtmodus zette, maar ze was het vanavond blijkbaar vergeten.
Met een vermoeide kreun slingerde Lacey haar arm opzij en greep haar mobiel. Ze bracht hem dicht naar haar gezicht om te zien wie had besloten om haar te storen op dit goddeloze uur. De naam Mam flikkerde nadrukkelijk op het scherm.
Natuurlijk, dacht Lacey zuchtend. Haar moeder was zeker vergeten dat ze hadden afgesproken dat ze haar niet meer na zes uur New Yorkse tijd zou bellen.
Zuchtend nam Lacey op. “Mam? Is alles in orde?”
Er viel een stilte aan de andere kant van de lijn. “Waarom moet je altijd zo opnemen? Waarom moet er iets aan de hand zijn voor ik mijn dochter mag bellen?”
Lacey rolde met haar ogen en liet zich in haar kussen vallen. “Omdat het hier twee uur ’s nachts is en je me alleen maar belt wanneer je in paniek bent. Dus? Wat is er aan de hand?”
De stilte die volgde was voldoende bevestiging voor Lacey dat ze de spijker op zijn kop had geslagen.
“Mam?” drong ze aan.
“Ik was net bij David—” begon haar moeder.
“Wat?” riep Lacey uit. “Waaróm?”
“Om kennis te maken met Eda.”
Lacey’s borst trok samen. Ze had een grapje gemaakt toen ze had voorgesteld dat David, Eda en haar moeder met zijn drieën hun nagels konden laten doen. Maar nu klonk het alsof ze daadwerkelijk tijd met elkaar doorbrachten! Lacey kon niet bevatten waarom een moeder een relatie met de ex-man van haar dochter in stand zou willen houden. Het was absurd!
“En?” zei Lacey met opeengeklemde kaken. “Wat vond je van haar?”
“Ze leek aardig,” zei haar moeder. “Maar dat is niet waarom ik bel. David had het over de alimentatie…”
Lacey kon zichzelf niet bedwingen en snoof. “Heeft David je dit aangepraat? Heeft hij je gevraagd om me over het geld te bellen?” Ze hoefde haar moeders antwoord niet te horen. Het was wel duidelijk, dus ze beantwoordde haar eigen vraag. “Natuurlijk heeft hij had. Geld is het enige waar David iets om geeft. Oh, en iemand vinden die bereid is om zijn kinderen te dragen.”
“Lacey,” zei haar moeder afkeurend.
Maar Lacey was nu klaarwakker en alert. “Nou, het is de waarheid, of niet? Waarom zou hij zich anders verloven met de twintigjarige erfgename van een multimiljonair?”
“Is dat waarom je hem niet hebt betaald, liefje?” klonk haar moeders stem aan de andere kant van de lijn. “Om wraak te nemen vanwege de verloving?”
“Dat heb ik niet expres gedaan!” riep Lacey uit. Ze begon nu behoorlijk geërgerd te raken. Haar moeder kon het bloed onder haar nagels vandaan halen, en ze was woedend vanwege de suggestie dat ze David opzettelijk geen alimentatie had betaald. “Er was een vertraging bij de bank. Ik wist niet dat het een nationale feestdag was en dat de betalingen pas later zouden worden uitgevoerd. Dat is alles.”