Жанры
Авторы
Контакты
О сайте
Книжные новинки
Популярные книги
Найти
Главная
Авторы
Ignace de Haes
Ontdek je sterke verhaal
Читать
Читать книгу Ontdek je sterke verhaal - Ignace de Haes - Страница 2
Оглавление
Inhoud
Предыдущая
Следующая
1
2
3
4
5
6
7
Оглавление
Купить и скачать книгу
Вернуться на страницу книги Ontdek je sterke verhaal
Оглавление
Страница 1
Страница 2
Страница 3
Voorwoord: in den beginne In den beginne schiep God hemel en aarde Er zijn maar weinig zinnen die zo bekend zijn als de openingszin van de Bijbel. Ik begin met deze zin omdat zelfs deze zin een andere betekenis kan krijgen. Dat laat Ellen van Wolde zien; zij is werkzaam als hoogleraar Oude Testament op dezelfde faculteit waar ik ook werkzaam ben als loopbaanbegeleider: de faculteit Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit. Ellen van Wolde betoogt dat ‘in den beginne’ verkeerd is geïnterpreteerd. Het Hebreeuwse woord beresjiet mist het lidwoord. Dat betekent volgens Van Wolde dat het niet gaat om het begin van de schepping, maar om het begin van wat er vervolgens gezegd wordt: het begin van het verhaal. Het verhaal wordt namelijk geschapen en niet de schepping. Elk verhaal begint immers met een begin, ook dit verhaal. Wat zij laat zien is dat elk woord en elke zin een andere betekenis kan krijgen. Dat laat Van Wolde ook zien met behulp van het woord ‘God’. Het gaat namelijk niet om één God. In het Hebreeuws staat hiervoor het woord ĕlōhîm, dat op zichzelf een meervoudig grammaticaal woord is en ‘godenverzameling’ betekent. Er zijn dus meerdere goden in de Bijbel actief geweest. Het verhaal begint met een godenverzameling die
de hemel en aarde van elkaar scheidt Het is met een ander woord uit die beginzin van de Bijbel waarmee Van Wolde de wereldpers gehaald heeft. Scheppen komt van het Hebreeuwse woord bara en volgens Van Wolde is bara tot nu toe altijd verkeerd vertaald. Bara betekent volgens haar namelijk niet scheppen maar scheiden. De eerste zin van de Bijbel is dus: ‘In den beginne scheidde God hemel en aarde’. Als je dit goed tot je door laat dringen, betekent dit dat de hemel en de aarde er al waren toen God (of een verzameling goden) ten tonele kwam om ze vervolgens uit elkaar te halen. Slechts één gewijzigd woordje kan niet alleen een verhaal veranderen, maar ook een al eeuwen bekend wereldbeeld. Die wereld komt er ineens heel anders uit te zien. Hemel en aarde waren een geheel en God heeft ze uit elkaar gehaald. Alleen al het idee dat slechts één woord een wereldbeeld op zijn kop kan zetten, is voor mij dé grandioze ontdekking. Door bestaande woorden zoals beresjiet, ĕlōhîm en bara een andere betekenis te geven, kan het perspectief totaal kantelen; ook al is dat perspectief eeuwen oud. Dat geldt niet alleen voor de wereld van de Bijbel, maar ook voor de hedendaagse wereld hier op aarde. Iedereen heeft de mogelijkheid om aan woorden en begrippen andere betekenissen te geven, waardoor het leven zomaar kan kantelen. De hemel is één met de aarde en is in potentie al aanwezig in de mens. In den beginne, in beginsel, kan hier een ander verhaal starten. Ook een levensverhaal kan van betekenis veranderen Ik gebruik veel voorbeelden uit de praktijk om te laten zien hoe het kantelen werkt en hoe een levensverhaal kan veranderen door het anders interpreteren van woorden en zinnen. Hieronder komt het eerste voorbeeld van de velen die gaan volgen, waarbij in dit geval één veranderde letter het verschil maakt. Slechts één letter verschil: doodlopen wordt doorlopen Ik liep hard, ondanks mijn slechte fysieke gesteldheid, maar het was nooit ver genoeg. Op die bijna fatale dag heeft mijn grootste kwaliteit mij bijna de das omgedaan: mijn doorzettingsvermogen. Hardlopen was voor mij letterlijk doodlopen. Gelukkig heb ik deze doodlopende weg kunnen verlaten en gebruik ik mijn eigen ervaringen om anderen te laten zien dat elke weg zin heeft en nooit doodlopend hoeft te zijn maar doorlopend. Bij Van Wolde gaat het om één woord en bij bovenstaand voorbeeld gaat het slechts om één letter: de letter ‘d’ wordt een ‘r’. Doodlopen wordt doorlopen. Dood wordt leven. Diploma en ervaring zijn niet doorslaggevend In 2012 kwam de Radboud Universiteit op het idee om studenten te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Tot die tijd was daar geen aandacht voor, omdat over het algemeen werd aangenomen dat iedereen die afstudeert in de wetenschap terecht zou komen. Wanneer dat onverhoopt niet het geval was, wist de student vanzelf de weg naar de eerste baan wel te vinden. Deze gedachte bleek onjuist. Minder dan tien procent van de studenten gaat door in de wetenschap en rond 2012 was de werkloosheid onder pas afgestudeerde academici hoog. Vanaf die tijd werden universiteiten ook afgerekend op het feit dat ze werkloze academici aan het opleiden waren. Het idee kwam dus niet uit de lucht vallen, maar was een antwoord op externe ontwikkelingen waar tot dan toe onvoldoende op was geanticipeerd. Toen ik begon als loopbaanbegeleider werd mij meteen duidelijk dat diploma en ervaring niet doorslaggevend zijn om ergens aangenomen te worden. Immers, er is altijd iemand die betere punten en meer ervaring heeft dan een afstuderende student. Iets anders zou van doorslaggevend belang moeten zijn; een verhaal waarin je duidelijk laat zien wat jouw toegevoegde waarde is en waardoor jij uit de stapel van sollicitaties gekozen wordt. Hiervoor gebruik ik het woord ‘memorabel’. Je verhaal moet memorabel zijn, wat betekent dat je herinnerd wordt, zelfs nadat er honderd brieven gelezen zijn. Maar hoe kom je aan een goed memorabel verhaal? Ik ben ervan overtuigd dat iedereen een sterk verhaal heeft en dat het juist de kunst is om het te ontdekken. Voor mij is het de uitdaging om die overtuiging bevestigd te zien en antwoord te vinden op mijn vragen. Storytelling Mijn zoektocht begon via Google. Zijn er wetenschappers of anderen die deze problematiek ook hebben gezien en mensen hebben geholpen om hun verhaal te gebruiken voor een volgende stap in hun loopbaan? Ik zocht op het woord storytelling, een internationaal erkend begrip voor het vertellen van verhalen. Ik kwam uit bij de Amerikaanse hoogleraar in de gedragswetenschappen Mark Savickas. Hij begon zijn carrière als loopbaanbegeleider op een universiteit en kreeg een hekel aan alle testen die studenten moesten invullen. Met cijfers en modellen krijg je te weinig inzicht in de beweegredenen en de talenten van een student. Uit eigen ervaring opperde hij dat vragen als wie ben ik, wat wil ik en wat kan ik, fundamenteel zijn, maar onmogelijk rechtstreeks te beantwoorden. Hij ontwikkelde een methode om verhalen te ontlokken waarmee studenten tot zelfinzicht komen en tegelijkertijd ook zinnen formuleren waarmee ze kunnen solliciteren. In diverse onderzoeken die wereldwijd zijn gehouden, is deze methode inmiddels beproefd en als succesvol ervaren. Waarom zou ik dan een andere methode ontwikkelen, wanneer duidelijk is dat deze methode succesvol is gebleken? Ik zie in de praktijk dat het inderdaad werkt, niet alleen bij het vinden van een baan, maar ook om het eigen leven in nieuw perspectief te plaatsen. Ik maak je graag deelgenoot hoe je jouw eigen verhaal sterk kunt maken en hoe je anderen eventueel daarbij kunt helpen. Inleiding: vormgeven aan je toekomst Savickas ontvouwt zijn theorie aan de hand van diverse cases. Zo geeft het verhaal van Elaine meer zicht op wat Savickas bedoelt met het ontdekken van je verhaal en hoe je dat kunt gebruiken voor de toekomst. Het verhaal van Elaine Op een dag ging de telefoon. Savickas kreeg de moeder van Elaine aan de lijn die smeekte of hij haar dochter kon helpen. Elaine had al verschillende counselors gezien, maar niemand was erin geslaagd om haar een goed advies te geven. De moeder van Elaine vertelde dat de counselors gefaald hadden haar dochter te overtuigen eerst biologie te gaan studeren en daarna geneeskunde. Savickas stemde toe om Elaine te zien, op twee voorwaarden: haar dochter moest zelf contact met hem opnemen en de moeder mocht zich nergens mee bemoeien. Elaine was een twintigjarige studente die niet kon beslissen welke studie ze zou gaan doen. Ze woonde nog thuis en voelde de druk van haar moeder om medicijnen te gaan studeren. Ze wist niet of ze dat leuk zou vinden; iets met technische chemie zou haar misschien ook wel aanspreken. Om goed te kunnen volgen hoe Savickas Elaine heeft begeleid, zal ik eerst iets uitleggen over de theorieën van Savickas. Career Construction Theory Savickas ontwikkelde een model onder de naam ‘Career Construction Theory’ (2005). Hij meent dat het werken aan je loopbaan hetzelfde is als het ontwikkelen van jezelf. Een loopbaan kun je creëren door het maken van je eigen levensverhaal, waarbij het zelf wordt geconstrueerd. Life design (2012) noemt hij dat: het vorm geven aan een goed leven. Die constructie ontstaat door een actieve en creatieve houding waarbij reflectie en taal een doorslaggevende rol spelen. Door je verleden, heden en toekomst in verhaalvorm te formuleren is het mogelijk je eigen leven te herschrijven. Verhalen over het eigen levenspad, drijfveren, toekomstverwachtingen en persoonlijke stijl spelen een nog belangrijkere rol dan de vragen over de carrièremogelijkheden. Carrière en privéleven zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. Life design is geen sluitend theoretisch model; het is een betoog waarbij taal een belangrijke rol speelt. De verhalen van mensen zijn de bouwstenen die na een reconstructie tot nieuwe verhalen opgebouwd worden. Savickas heeft het over novel stories. Helaas er is geen mooi Nederlands woord voor, want novel betekent zowel nieuw als roman. Net zoals bij een roman gaat het in het leven uiteindelijk om het plot: de structuur van het verhaal, met alle verwikkelingen en causale verbanden binnen dat verhaal die tot een bepaalde ontwikkeling leiden. In een verhaal zit altijd beweging, het leidt ergens heen en dat is in het leven ook zo. De queeste van Tolkien Savickas maakt dat duidelijk aan de hand van ‘The Lord of the Rings’. Tolkien heeft het voortdurend over een queeste. Een queeste is een bijzondere zoektocht die het karakter heeft van een levenstaak. In die verhalen gaat het om een avontuurlijke, lange reis met grote hindernissen die de hoofdpersonen moeten zien te overwinnen, al dan niet met hulp. Obstakels zoals wilde rivieren of andere natuurfenomenen worden overwonnen. Vijanden en monsters zijn standaardingrediënten van het verhaal en aan het eind van de reis worden alle hindernissen opgeruimd en het doel bereikt. Obstakels spelen een belangrijke rol, ze veroorzaken de kloof tussen verleden, heden en toekomst. Verhalen overbruggen die kloof. Angst wordt moed; zwakheid wordt kracht; eenzaamheid wordt gezamenlijkheid; verlies wordt victorie. Hieronder volgt een voorbeeld uit mijn praktijk die dat mooi laat zien. Het voorbeeld is van een student die refereert aan The Hobbit, de voorganger van The Lord of the Rings. Net zo eenzaam als Bilbo Net als de hobbit Bilbo voel ik mij soms onzeker en bang over de weg die voor mij ligt. Bilbo wordt bij de ingang van het woud in de steek gelaten door Gandalf. Hoewel hij samen met een groepje dwergen was, moet hij zich eenzaam en bang gevoeld hebben bij het minder prettige vooruitzicht dat hij Gandalf moet missen tijdens de lange weg naar de Lonely Mountain. Op bepaalde momenten in mijn leven voelde ik mij tot tranen toe geroerd, eenzaam en in de steek gelaten. Om tot een goede queeste te komen dien je drie fases te doorlopen. Savickas onderscheidt constructie, reconstructie en co-constructie. Het begint met het vertellen van je levensverhaal. Dit is een constructie van jouw werkelijkheid. Je verhaalt wat je al over jezelf weet. Meestal ontdek je dan dat je meer weet dan je zelf dacht. Want elke keer dat jij jouw verhaal vertelt, arrangeer jij het verhaal anders. Je maakt reconstructies. Vervolgens reflecteer je op de reconstructie, wat leidt tot nieuwe selecties, andere invalshoeken en nieuwe betekenissen. In de co-constructie wordt aan de hand van het nieuwe verhaal gekeken welke nieuwe acties mogelijk zijn. De queeste en meerdere plots worden geformuleerd inclusief de acties die daaruit voortkomen. Zoals Gandalf in het begin van het verhaal van The Lord of the Rings zegt: ‘The Ring has awoken, it’s heard its master’s call’. Het avontuur begint. De werkelijkheid wordt geconstrueerd via verhalen Met zijn theorie sluit Savickas aan bij de narratieve psychologie. Het Latijnse ‘narratio’ betekent verhaal. Het is een therapievorm die ervan uitgaat dat mensen constant verhalen over zichzelf vertellen. Deze verhalen krijgen betekenis doordat de verteller vroegere gebeurtenissen in retroperspectief bekijkt, selecteert en ordent. Op deze manier wordt er een nieuw verhaal geconstrueerd. Er ontstaat een nieuwe dynamiek waarbij de toekomst met meer vertrouwen tegemoet kan worden gezien. Ook wordt Savickas geïnspireerd door George Kelly (1955) die de ‘personal construct theory’ ontwikkelde. Omdat de werkelijkheid geconstrueerd wordt op basis van ervaringen en herinneringen is deze werkelijkheid op verschillende manieren te interpreteren. Voor welke interpretatie gekozen wordt, is afhankelijk van hoe iemand zich op dat moment voelt. Kelly zegt dat iedere persoon de capaciteit heeft om andere betekenissen aan het eigen levensverhaal te geven en zo de kijk op het eigen leven te reconstrueren. Niemand hoeft slachtoffer te zijn van zijn eigen biografie, zoals Kelly zegt. Er is altijd een alternatief voorradig. Over het neerhalen van (denk)beelden Ik kan dit het beste uitleggen aan de hand van het neerhalen van standbeelden. Rondom de antiracismeprotesten in juni 2020 heeft zich een fenomeen voorgedaan dat al een lange traditie kent: beelden neerhalen. De beelden van Romeinse keizers werden na hun dood meestal onthoofd. Zo’n beeld representeerde een bepaalde macht die na de dood van de keizer tot het verleden zou moeten behoren. Dus hakte men het hoofd eraf. In die tijd was de symbolische betekenis van een beeld al duidelijk. Met de opkomst van de media wordt de symbolische waarde van het neerhalen van beelden nog belangrijker. Na zijn dood is Stalin van zijn sokkel gehaald en hetzelfde geldt ook voor Marx en Lenin na de val van de Berlijnse muur. In 2003 werd in Bagdad het beeld van Saddam Hussein van zijn voetstuk gehaald. De leiders van de Verenigde Staten wisten bij voorbaat al wat de symbolische waarde was van het neerhalen van dat standbeeld. Alhoewel Irak nog niet in zijn geheel ‘bevrijd’ was en Hussein nog niet gevangen, moest het neerhalen van dit beeld het idee gegeven dat de Amerikanen als bevrijders het land waren binnengekomen. Achteraf blijkt dat het neerhalen van dit beeld in zijn geheel geënsceneerd is geweest door het Amerikaanse leger om de media mee te krijgen in het ideale Amerikaanse verhaal. Dat is gelukt want in de media werd dit als een van de meest iconische momenten gezien van het jaar 2003. In juni 2020 worden er beelden neergehaald uit protest tegen het latente racisme. Het gaat om beelden van veelal witte mannen die in een (ver) verleden naast goede, ook foute dingen hebben gedaan. In principe gaat het niet over de beelden zelf, maar over wat ze vertegenwoordigen. In de media wordt daarover bericht. Politici van over heel de wereld erkennen dat in de geschiedenis racisme overal aanwezig was. Het neerhalen van de beelden laat zien dat onze denkbeelden over racisme aan het veranderen zijn. Ineens komen er ook andere verhalen uit het verleden naar boven waarvoor nu belangstelling is met de hoop dat in de toekomst minder racisme gaat voorkomen. Er gaan andere standbeelden komen. Wat het neerhalen van die beelden laat zien, is dat we ons eigen verhaal kunnen veranderen. Er wordt al geroepen om nieuwe beelden te maken van figuren die in de historie onderbelicht zijn geweest; vrouwen en slachtoffers. Dit geldt niet alleen voor het collectieve verhaal, maar ook voor het individuele verhaal. Je kunt zelf de denkbeelden neerhalen die je niet meer wenst en andere beelden naar boven laten komen. Ook denkbeelden zijn beelden die uit ervaringen en herinneringen voortkomen. Door een gebeurtenis of een nieuw inzicht kun je ineens anders kijken naar je eigen verleden. Hierdoor kun je een nieuwe invulling aan de toekomst geven en nieuwe beelden vormen. Ieder mens heeft die mogelijkheid en dat geeft een enorme potentie tot verandering en verbetering van de toekomst. Narratieve psychologie Het is Larry Cochran (1997) geweest die de constructietheorie en de narratieve psychologie bij elkaar bracht en deze de richting van het narratieve loopbaanadvies op heeft gestuurd. Het eigen geconstrueerde levensverhaal kan ook op een positieve manier toekomstgericht gemaakt worden. Het reconstrueren van de realiteit leidt idealiter tot een baan en/of tot persoonlijke groei. Cochran laat het beeldend zien. Er is een verschil tussen een ‘agent, who makes things happen’ en een ‘patient, to whom things happen’. Slagen we er niet in een samenhangend verhaal te creëren, dan overvallen ons gevoelens van zinloosheid en passiviteit. We zijn geen deelnemers meer, maar passieve toeschouwers van ons eigen leven doordat niet helder is welke richting we op willen of welke stappen we moeten zetten. Niet coherente microverhalen In zijn uitwerking haalt Savickas ook andere wetenschappers aan om zijn theorie te rechtvaardigen, waaronder de Franse filosoof Paul Ricoeur. In zijn boek Time and Narrative (1984) legt Ricoeur uit dat de mens vooral een vertellend wezen is die zijn identiteit kleur geeft door middel van verhalen. Om te weten wie we zijn, zijn we aangewezen op de omweg van het verhaal. Het verhaal is een omweg, omdat het nooit de letterlijke weergave is van onze gedachten, gevoelens en overtuigingen. We maken daarvan een vertaalslag. Bovendien zijn de verschillende verhalen vaak niet coherent met elkaar. Het zijn geïmproviseerde losse stukjes. Het grote geheel ontbreekt en soms zijn die stukjes zelfs met elkaar in tegenspraak. Ricoeur stelt dan ook dat de losse microverhaaltjes uiteindelijk tot een groter verhaal leiden doordat we pas later de causale verbanden tussen de verhalen zoeken. Juist deze microverhaaltjes zorgen ervoor dat de verteller meer bereid is om buiten de eigen kaders te opereren, omdat hij niet binnen bepaalde verbanden hoeft te denken. Die verbanden komen pas later. De kunst is nu om de juiste lijm te gebruiken om de microverhalen zodanig aan elkaar te plakken, zodat dat een coherent macroverhaal ontstaat. In feite is het Ricoeur geweest die Emannuel Macron aan de baan van president van Frankrijk heeft geholpen. Macron is twee jaar lang de assistent van Ricoeur geweest en hij heeft in de aanloop naar de presidentsverkiezingen met succes toegepast wat hij van Ricoeur geleerd heeft. Hij heeft denkbeelden van het linkse en rechtse politieke spectrum met elkaar verenigd die op het eerste gezicht onverenigbaar waren en heeft er daarna een coherent verhaal van gemaakt. Destijds was dat een compleet nieuw verhaal dat vele Fransen aansprak. Ondertussen is door de politieke realiteit dat verhaal verbleekt en is de populariteit van de Franse president niet groot meer. Mooie metaforen Paul Ricoeur is ook een grote voorstander van het gebruik van metaforen. Een metafoor is een beeldspraak die op een vergelijking gebaseerd is. ‘Pieter is zo koud als ijs’ is een voorbeeld van een metafoor. Pieter is zelf niet zo koud als ijs. Zijn lichaamstemperatuur zal 36 graden zijn. Maar we hangen de betekenis ‘koud als ijs’ op aan de emotionele vaardigheden van Pieter. Metaforen zijn creatieve taalconstructies. Je bent zelf creatief omdat je een deel neemt van de betekenis van een woord en dat verbindt met een woord dat geen verbinding wil aangegaan met de hele betekenis. Maar de persoon die de metafoor interpreteert, moet zelf de verbinding zoeken en kan met heel andere ideeën komen, afhankelijk van zijn context. De woorden krijgen nieuwe betekenissen. Metaforen doen een beroep op het poëtisch vermogen en kunnen abstracte concepten concreet maken. Ze overstijgen de grenzen van het woord zelf en prikkelen de fantasie en het voorstellingsvermogen, waardoor we de wereld anders bekijken dan voorheen. Joost van den Vondel, dichter uit de Gouden Eeuw heeft een bekende metafoor geformuleerd: ‘De wereld is een schouwtoneel. Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel’. Goede metaforen geven een diepere betekenis aan jezelf, zijn memorabel en blijven resoneren. Ze brengen naast een reden ook gevoel over. In het eerste voorbeeld hieronder geeft de woordcombinatie ‘teugels laten vieren’ ook een gevoel van vertrouwen weer, dat zelfs een soort levenswijsheid is geworden. Goede metaforen zijn daarom heel bruikbaar in het formuleren van het eigen verhaal. Ze kunnen in één woord iets weergeven, terwijl je anders daarvoor een hele zin nodig hebt. Ze zijn specifiek genoeg om duidelijk te maken wat je wil en tegelijkertijd laten ze ruimte voor de eigen fantasie. De twee voorbeelden hieronder komen uit mijn eigen praktijk. De teugels laten vieren Het liefst ga ik met mijn paard de vrije natuur in. Ik leid hem ergens heen met strakke hand, omdat ik weet waar ik heen wil. Als we dan terugkeren, laat ik de teugels vieren in het vertrouwen dat mijn paard zelf de weg terugvindt. Volgens mij is dat ook mijn levensstijl. Niet op een voetstuk staan Ik ben tegen voetstukken en wil er zelf helemaal niet op staan. Máár ik denk dat ik ambitieus ben in de zin dat ik iets belangrijks wil bijdragen. Ik denk wel dat ik daar ook waardering voor wil krijgen. Wellicht word ook ik dan op een voetstuk gezet, maar mij gaat het er in eerste instantie alleen om dat ik zelf de waarde inzie van waar ik mijn energie in steek. Ik zou het niet erg vinden om op de voorgrond te staan, maar op een voetstuk staan, vind ik niet echt nodig. De wezenlijke vragen Nu zijn we bijna weer terug bij Elaine. De Career Construction Theory wordt omgezet in Career Construction Counseling en Savickas begint met een vraaggesprek, waarbij zeven wezenlijke vragen van belang zijn. Elke vraag gaat over de eigen persoonlijkheid, maar wordt vanuit een ander perspectief gesteld. De antwoorden op deze vragen vormen de bouwstenen voor het eigen levensverhaal.
Dit zijn vragen waarbij je wordt uitgedaagd om over jezelf te vertellen en die zo concreet zijn dat je je er iets bij kunt voorstellen. Deze vragen leveren verschillende verhalen op die, zoals Ricoeur laat zien, niet per se consistent hoeven te zijn. Pas later worden de verbanden tussen de verschillende deelverhalen gezocht. 1. Wat wil ik? Savickas begint bij elke student met de vraag: ‘Wat wil je van mij en waarmee kan ik je helpen?’ Deze vraag geeft sturing in het proces en daarom wordt deze vraag altijd aan het begin van de eerste sessie gesteld. In latere sessies laat Savickas deze vraag weg omdat het logisch is waarom iemand komt. Elaine formuleert haar antwoord als volgt: ‘Ik weet niet waarom ik geen keuze voor een studie kan maken. Hierbij heb ik hulp nodig’. 2. Wie ben ik? Bij deze vraag zijn de wezenlijke deelvragen: ‘Wie zijn jouw drie rolmodellen? Door wie ben je geïnspireerd? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen jou en de rolmodellen?’ Vaak wordt een beeld van wie je bent gebaseerd op gedrag en eigenschappen, wat je doet en hoe je bent. Soms ben je verdrietig en als je in een beter humeur bent, ben je weer anders. Beter is het om een omweg te nemen, waarbij je geïnspireerd wordt om verhalen te vertellen en niet na hoeft te denken over wie je daadwerkelijk bent. Als mensen rolmodellen kiezen, gaat het volgens Savickas in feite over het ideale zelfbeeld. Dit ideale zelfbeeld wordt al heel vroeg in de kindertijd gevormd. Savickas focust bij deze vraag vooral op de leeftijd tussen drie en zes jaar, omdat dan de eerste herinneringen worden gevormd die de rest van je levenscarrière vormen. Daarbij mag je niet je eigen vader of moeder als rolmodel kiezen want omdat zij er altijd waren ligt dat te veel voor de hand. Rolmodellen kunnen overal vandaan worden gehaald: buren, acteurs, het maakt niet uit. Ze kunnen fictief zijn of in het echte leven voorkomen. Ze kunnen beroemd zijn of alleen bekend in een heel kleine groep. Maar ze hebben allemaal één ding met elkaar gemeen: ze worden met een reden als rolmodel gekozen. Elaine noemt haar drie rolmodellen en in het kort de motivatie waarom ze voor deze drie gekozen heeft: Ann van ‘Green Gables’ vanwege haar enthousiasme en temperament. Ann stelt doelen en haalt ze ook nog, ze doet wat ze wil, ze is integer en heeft ook nog lol. Elaine zegt van zichzelf dat ze haar ‘spirit’ verstopt en bang is om doelen te stellen en dat ze haar enthousiasme verloren heeft. Ann van Green Gables is een boek van de Canadese schrijfster Lucy Maud Montgommery en is al in 1908 gepubliceerd. Daarnaast kiest Elaine voor ‘A Wrinkle in Time’. Deze Disneyfilm is gebaseerd op het boek van Madeleine L’Engle uit 1962. Het verhaal gaat over de 13-jarige Meg Murry die in een groots avontuur belandt wanneer haar vader verdwijnt. Ze moet naar meerdere dimensies en kleurrijke planeten afreizen om haar vader terug te vinden en krijgt hulp van betoverende figuren. Murry is in gevecht met schepsels die het geheugen van mensen over willen nemen. Ze is creatief en moedig en vecht met succes tegen hen. Elaine vindt van zichzelf dat ze die creativiteit en moed ontbeert om goede beslissingen te nemen. Als derde kiest Elaine voor Laura van ‘Little House on the Prairie’. Oorspronkelijk is het een kinderboek dat in 1935 geschreven is door Laura Ingalls Wilder. Er zijn diverse tv-series gemaakt naar aanleiding van dit kinderboek. De schrijfster is zelf de hoofdpersoon, die allerlei avonturen beleeft op de prairie in Kansas. Volgens Elaine heeft Laura wilde ideeën om dingen voor elkaar te krijgen en daarmee overtreft ze iedereen, zelfs bij het vechten op de grond lukt het haar om de tegenstanders te overmeesteren. Dat is precies wat Elaine ook zou willen. 3. Wat is mijn wereld? De wezenlijke vraag hierbij is: ‘Wat is je favoriete boek, magazine, film, tv-serie of muziekstuk?’ Savickas omschrijft deze vraag als volgt: ‘In welk theater acteer ik?’ Hij ziet de wereld als een groot theater met onnoemelijk veel verhalen. Sommige verhalen pik je op en andere niet. Het is interessant te kijken naar je favoriete verhalen. Iedereen heeft een persoonlijke smaak ontwikkeld. Dat je door een bepaald verhaal of muziekstuk wordt aangetrokken heeft een reden en die reden heeft met jezelf te maken. Ook de karakters in die verhalen zijn van belang. Met sommige karakters vereenzelvig je je en met andere juist niet. De held van het verhaal gaat op avontuur en overwint op kenmerkende wijze problemen die op zijn pad komen. Het is zeer verhelderend om te analyseren of jij dat ook op die manier doet of juist niet. Elaine heeft bij het kiezen van haar rolmodellen karakters gekozen uit de filmwereld en niet uit de echte wereld, wat ook had gekund. Dat komt omdat ze graag en veel televisie kijkt. Haar favoriete tv-serie is ‘Laverne and Shirley’. Laverne DeFazio en Shirley Feeney zijn twee vriendinnen die in de jaren vijftig van de vorige eeuw in een brouwerij werken als ‘bottle-cappers’. Ze moeten met een machine doppen op bierflesjes zetten. De brouwerij is echter een uitstekende plek om allerlei stoute dingen uit te halen. Elaine heeft bewondering voor hen, omdat ze allemaal avonturen beleven die buiten de norm vallen en waarbij ze toch nooit in moeilijkheden geraken. Het favoriete boek van Elaine is ‘The Search of Mary Kay Malloy’. Het verhaal gaat over een Iers meisje dat de moed had om helemaal alleen naar Amerika te reizen. Elaine verlangt ook naar die moed. 4. Wat doe ik? Hierbij is de wezenlijke vraag: ‘Wat doe ik het liefst in mijn vrije tijd?’ Je kiest meestal zelf wat je doet in je vrije tijd en dat bepaalt voor een gedeelte wie je bent. De een kiest ervoor om in teamverband te voetballen en de ander om in eenzaamheid postzegels te verzamelen. Je kiest dus echt wat je leuk vindt, zonder dat iemand je daartoe dwingt. Wat je hobby is, zegt heel veel over wie je bent. Elaine gaat graag naar de bioscoop en houdt van shoppen in tweedehands winkels waar ze vooral op zoek is naar modieuze kleding. Verder houdt ze van naaien terwijl ze televisie kijkt, zo verliest ze geen tijd. Je kan maken wat je wilt, ook dingen die andere mensen niet hebben. Ze is trots als het af is en op deze manier combineert ze het nuttige met het aangename. Ook praat ze graag met andere mensen. 5. Wat is mijn motto? De wezenlijke vraag is: ‘Heb je toevallig een levensmotto of een favoriet gezegde dat je steeds voor jezelf herhaalt?’ Heel veel mensen hebben motto’s of quotes, gezegdes of metaforen, die ze voortdurend herhalen. Levensmotto’s zijn statements die levenswijsheden in zich dragen en dienen als een soort zelfadvies. Volgens Savickas is het uitspreken van een motto een vorm van lichte zelfhulp. De juiste spreuk helpt ons het licht aan het eind van de tunnel te zien en geeft dat extra beetje moed om te realiseren waar je naar verlangt. Elaine heeft twee motto’s: ‘I am curious about things’ en ‘Do it well’. Het laatste motto legt ze uit. Haar ouders vinden dat alles perfect moet zijn en ze controleren voortdurend of alles perfect verloopt. Wanneer er iets fout gaat, dan moet het opnieuw, net zolang tot het in hun ogen perfect is. 6. Waar ben ik goed in? De wezenlijke vraag: ‘Welke thema’s, werkzaamheden of vakken vind je leuk en waar ben je goed in; waaraan heb je een absolute hekel?’ Deze vraag is vooral werk- en studie gerelateerd. In welke vaardigheden ben je goed, waar liggen je interesses en waar juist niet? Volgens Savickas weet een student heel goed welke thema’s en vakken hij of zij leuk vindt en welke niet. Dat geldt ook voor mensen die werken. Door dat te formuleren geef je inhoudelijk richting aan de keuzes die je wilt maken voor de toekomst. Ook je talenten geven richting, evenals waar je absoluut een hekel aan hebt. Elaine kiest voor wiskunde, omdat je op een goede manier leert problemen op te lossen. Ze heeft een hekel aan geschiedenis omdat je bij dat vak onbelangrijke feiten en data uit je hoofd moet leren. 7. Wat is mijn kracht? De wezenlijke vraag: ‘Welke drie gebeurtenissen uit je vroegste herinneringen hebben impact op je leven gehad?’ Iedereen heeft in het verleden pijn gevoeld of leed gekend. De vraag hierbij is: hoe ben je er mee omgegaan? Hoe heb je er (niet) mee kunnen dealen? Welke krachten haal je eruit? Volgens Savickas levert deze vraag het belangrijkste materiaal op om inzicht te krijgen in de keuzes die je hebt gemaakt. Bij Savickas draait het om de herinneringen uit de eerste tien levensjaren en hij beroept zich op de Weense psychiater Alfred Adler. Adler is een volgeling van Sigmund Freud. Adler meent dat de eerste levensjaren van een kind vormend zijn voor de rest van zijn leven. Heftige gebeurtenissen die in het nog jonge leven zijn gebeurd, hebben zijn weerslag op het hele verdere leven, waaronder ook op het observerende en reflecterende vermogen van iemand. Het gaat dan niet om de historische waarheidsgehaltes van de gebeurtenissen, maar om het actuele inzicht in wat de impact van die gebeurtenissen tot nu toe is geweest. Wanneer mensen bijvoorbeeld op zeer vroege leeftijd gepest zijn, kan dat een blijvende impact hebben. Elaine kiest voor: Klein meisje verveelt zich omdat ze stil moet zitten. Elaine vertelt dat ze met haar grootouders naar Disneyland is geweest. Ze zat achterin de camper en probeerde voor haar grootmoeder te dansen en te zingen. Haar grootmoeder werd boos en zei dat ze onmiddellijk moest gaan zitten, zodat ze zichzelf geen pijn zou doen. Levendig kind moet met onbekenden praten. Bij de andere oma was er eens een familiereünie. Ze speelde met haar neef omdat ze de mensen niet kende. Haar oma zei dat ze moest stoppen met spelen, dat ze zich moest gedragen en proberen beleefd met de mensen te gaan praten. Ondeugend kind heeft plezier, maar faalt in haar hondenplan. Familie uit Engeland kwam over. Elaine plaagde de zoon van dat gezin. Hij maakte vervolgens grappen over de krullen in Elaines haar en joeg haar door de hele tuin. Ze rende naar de hond en dacht dat haar neef daar niet naar toe zou komen. Toen gooide hij een stok en raakte haar in haar oog. De moeders van Elaine en de zoon namen haar mee naar de slaapkamer en verzorgden haar oog. Alle vragen zijn gesteld en door Elaine beantwoord. We hebben hierdoor een beeld van Elaine gekregen. Savickas borduurt hierop voort door enkele verdiepende vragen te stellen. Hij is benieuwd wat Elaine nog meer te vertellen heeft over haar besluiteloosheid. Elaine antwoordt dat besluiteloosheid voor haar betekent dat ze bang is om de verkeerde besluiten te nemen. Daarnaast is ze bang dat ze niet aan de verwachtingen van anderen kan voldoen. Ze vertelt dat op een gegeven moment een jongen, die in de klas naast haar zat, dacht dat ze rijk was, omdat ze zoveel nieuwe schoenen kocht. Ze bracht de schoenen echter telkens terug naar de winkel omdat ze niet durfde te kiezen. De analyse van het verhaal van Elaine Vervolgens past Savickas een analyse toe op het verhaal van Elaine. Hij schrijft het verhaal van Elaine op en analyseert het verhaal in zeven stappen.
Страница 6
{buyButton}
Подняться наверх