Читать книгу Historisch dagverhaal der reize van den heer De Lesseps - Jean-Baptiste-Barthélemy baron de Lesseps - Страница 114
Aantekeningen over de lugtsgesteldheid.
ОглавлениеTegens het einde van November, deed de koude zich eensklaps zo hevig gevoelen, dat in weinig dagen alle de rivieren digt raakten, zelfs de Bolchaïa-reka, het geen door deszelfs uitermaate sterken stroom zeer zeldzaam is. Den volgenden morgen ontlastte zij zich reeds van de ijsschotsen, waar mede ze bedekt was; ik heb ’er zedert voor Bolcheretsk zich geene zien vastzetten, dan op de hoogte van ’t huis van den Commandant. Hoe zeer de rivier op verscheide plaatzen digt is, vertoont ze echter nog in dit tijdstip verscheide openingen, waar men haaren stroom deszelfs gewoonen loop ziet behouden.
Men word op iederen oever van dit schier-eiland een gevoelig onderscheid in den dampkring gewaar. Terwijl te St. Pieter & Paulus geduurende den zomer groote droogte geheerscht had, klaagde men te Bolcheretsk over menigvuldigen regen, echter is het mij voorgekomen, dat men over het algemeen den herfst in dit jaar niet zeer regenachtig gevonden had. De al te menigvuldige regen is in dit land schadelijk, dewijl ze aanmerkelijke overstroomingen te weeg brengt, en de visch verjaagt; waar uit voortkomt, dat de honger de arme Kamschatters overvalt, gelijk in het voorleden jaar in alle de dorpen van de westkust van het schier-eiland gebeurd is. Deeze ijsselijke geessel heerschte daar zo algemeen, dat de inwoonders genoodzaakt wierden hunne wooningen te verlaaten, en zich met derzelver huisgezinnen naar de oevers van de Kamschatka te begeeven, in hoop van daar meer hulpmiddelen te zullen vinden, als zijnde de visch overvloediger in deeze rivier. De Heer Kasloff had zich voorgestelt om zijn te rug reis langs de westkust te neemen, hebbende de oostkust reeds doorgetrokken; dog de tijding van deezen hongersnood had hem tegen wil en dank genoodzaakt om den zelfden weg te rug te gaan, veel eer dan zich bloottestellen om daarin gestremt te worden, en misschien ter halver weg te verongelukken, door de moeijelijkheid van zich honden, en levensmiddelen op de westkust te verschaffen.
De wind is geduurende mijn verblijf te Bolcheretsk zeer veranderlijk geweest; hij was meest west, noord-west en noord-oost, zomtijds aan den zuidkant, maar zeldzaam in het oosten. De zuide en weste winden waaren bijna altijd van sneeuw verzeld, en weinig weeken zijn ’er, tot in Januarij toe voor bij gegaan, waarin wij niet twee of drie hevige stormwinden zagen opkomen; deeze kwamen gewoonlijk uit het noord-westen: die buijen duurden weinig minder dan één of twee dagen, en somtijds zeven of agt. Als dan zou het de uiterste onvoorzigtigheid geweest zijn van ons te waagen om uit te gaan. De hemel was van alle kanten bezet, en de sneeuw door deeze dwarlwinden opgeheven, vormde een dikken nevel in de lucht, die niet toeliet om zes treden van zich aftezien. Wee de reizigers, die zich in dit ijsselijk wêer op weg bevinden! Zij zijn genoodzaakt stil te houden, zo als ik reeds gezegt heb, anders loopen zij gevaar elkander te verliezen, of in den een of anderen afgrond te vallen, want hoe zal men de wegen onderscheiden? Hoe die vervolgen, wanneer men te worstelen heeft met de onstuimigheid van den wind, en wanneer men zich met moeite van de sneeuwhopen ontdoen kan, waar van men eensklaps omringt word? Indien de menschen zo veele aanmerkelijke gevaaren uitstaan, dat men dan oordeele over het geen de honden moeten lijden. Niets is ook zo gemeen, dat dat men door deeze vreesselijke orkaanen, zich onverwachts van de sleeden, die tot het gevolg behooren, afgescheiden, en twee wersten of meerder van elkander verwijderd bevind, ieder een anderen weg neemende[69].