De complete werken van Joost van Vondel. 5

De complete werken van Joost van Vondel. 5
Автор книги: id книги: 931372     Оценка: 0.0     Голосов: 0     Отзывы, комментарии: 0 0 руб.     (0$) Читать книгу Скачать бесплатно Купить бумажную книгу Электронная книга Жанр: Поэзия Правообладатель и/или издательство: Public Domain Дата добавления в каталог КнигаЛит: Скачать фрагмент в формате   fb2   fb2.zip Возрастное ограничение: 0+ Оглавление Отрывок из книги

Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.

Оглавление

Joost van den Vondel. De complete werken van Joost van Vondel. 5

KONINGINNE VAN 'T ZUIDEN TE HIERUSALEM

Klinkert

Vier Uitersten5

Uiterste Oordeel

JAAR-ZANG, OP DEN TOON VAN DEN NEGENDEN PSALM

HEMELVAART-ZANG, OP DEN TOON VAN DEN ACHTSTEN PSALM

PINXTER-ZANG, OP DE STEM VAN DEN C PSALM

PINXTER-ZANG, OP DE STEM VAN MARIA LOF-ZANG

Aandachtige Betrachtinge22 OVER KRISTUS' LIJDEN, UIT DEN HOOGDUITSCHEN VERTAALD DOOR M. L. B. EN TER LOOPS GERIJMD DOOR J. V. V., OP DE WIJZE VAN DEN 91 PSALM

ZEDIG GEDICHT59 VAN DE IJdelheid der Menschen en Wankelbaarheid der Konink-rijken

Houwlijk-Zang, tusschen God en de Geloovige Ziele, OP DEN TOON VAN DEN 100STEN PSALM DAVIDS

DE HELDEN GODES DES OUDEN VERBONDS

Aan de Oudvaderen, Priesteren, Koningen, Profeten, en Helden

Klinkert

DEN WIJZEN, GELEERDEN EN WELERVAREN HEER JOHAN FONTEYN, DER ARTSNIJEN DOCTOR, EN LIEFHEBBER VAN ALLE GOEDE KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN

AAN DEN OPMERKENDEN EN VERSTANDIGEN LEZER

Klinkert

ADAM, DER VADEREN VADER

ABEL, DE EERSTE MARTELAAR

SETH, DE GODVRUCHTIGE

ENOCH, DIE 'T GRAF VERSMAADDE

NOACH, D' OUDSTE SCHIPPER

MELCHISEDECH, DE KONINKLIJKE PRIESTER

LOTH, HET ZOUT VAN SODOMA

ABRAHAM, DER GELOOVIGEN VADER

IZAÄK, DE BELOOFDE

JACOB, DE WORSTELAAR

JOZEF, DER JONGELINGEN SPIEGEL

MOZES, DE WETGEVER

AÄRON, DER PRIESTEREN ZONNE

FINEAS, DE PRIESTERLIJKE HELD

CALEB, DE STANDVASTIGE

JOZUA, DE LEIDSMAN

GEDEON, DE HELD

SAMSON, DE STERKE

SAMUEL, DE PROFETISCHE RECHTER

DAVID, DE KONINKLIJKE PROFEET

SALOMON, DE WIJSHEID

ELIAS, D' OPGENOMENE

ELIZEUS, ELIAS' NAVOLGER

MICHAEAS, DE VERTOONDER

JONAS, DE BOETPREDIKER

EZECHIAS, DE GODSDIENSTIGE

JOZIAS, DE GODZALIGE

EZAIAS, DE EVANGELISCHE PROFEET

JEREMIAS, DE VROEGPREDIKER

EZECHIEL, DE GROOTE ZIENDER

DANIEL, DE GODGELEERDE

DE TWAALF PROFETEN, OF REI DER ZIENDERS

ESDRAS, DE WETGELEERDE

NEHEMIAS, DE HEILIGE BOUWMEESTER

JOB, DE LIJDZAAMHEID

TOBIAS, DE GODVREEZENDE

MATATHIAS, DE PRIESTERLIJKE KAMPIOEN

JUDAS MACHABÆUS, DE VOORVECHTER

Отрывок из книги

Al is het zoo, dat de mensche zich met recht bedroeven moet, en schaamrood zijn aanzicht ter aarden slaan, wanneer hij aanmerkt, hoe vele zwakheden hij in dit leven onderworpen is, zoo dat men met recht, voor zoo veel het lichaam aangaat, alle onvernuftige78 dieren mag gelukkiger achten, en boven hem stellen: nochtans aanziende, hoe God almachtig zoo velerhande zaden, wortelen, kruiden en andere dingen laat opwassen, om zijn gebreken weg te nemen en zijn wonden te zalven, zoo kan hij wederom moed scheppen, en zich billijk in zijn ellende troosten, gemerkt hij nog raad voor zijne kwalen vindt. En evenwel of de nature jaarlijks zoo veel nutte spruiten uit haren schoot en boezem te voorschijn brengt, zoo waar deze troost nog ijdel, indien God de eeuwen niet doorgaans79 zegende met kloeke en verstandige genezers, die de ziekten kennen en onderscheiden, en de heilzame artsnije den kranken bekwamelijk toepassen. De oude Heidenen hebben dit, hoewel niet in zijn rechte mate, erkend, wanneer zij kerken bouwden, en als Goden eerden den genen, die in deze hemelsche kunst uitmuntig80 en den kwijnenden troostlijk waren: gelijk zij, onder andere, Æsculapius als een God hebben aangeroepen, die zelf te Rome zijnen tempel hadde, en van wie gezegd wordt, dat hij de bleeke schimmen ter Hellen uit dede komen. Indien wij hedendaags ook tot die blinde afgoderije geneigd waren, wij zouden lichtelijk mede in dat gebrek vervallen: want onze eeuwe is zoo ongelukkig niet, of wij zijn gezegend met uitnemende verstanden, die in deze Goddelijke wetenschap uitsteken; en zoo het ons als den Grieken geoorloofd waar, de waarheid met versierde81 sprookskens te bewimpelen, en onder de schorse van gedichte fabelen te verbergen; wij zouden mogen voortbrengen82, hoe in Holland, omtrent den Amstel, een Fontein gevonden wordt, die door hare springaderen zoo heilzame druppelen uitwerpt, dat ontallijke kranken, die ze smaakten, haar verloren gezondheid weder gevonden hebben. Wat dit gezeid is, kan een ieder licht vaten83, die den raad gebruikt en de hulpe genoten heeft van uwe E., die deze loflijke stad een Fontein van heilzame artsnije verstrekt, en die billijk moogt gerekend worden onder het getal van die gene, daar de geleerde Tomas Garzon af getuigt, "che per invidia de' loro nomi da se stessi chiari e famosi, piu che non sono i raggi di Febo à mezo giorno84." Zoo dat wij, overwegende de ontvangen diensten en weldaden, ons licht aan uwe E. zouden vergrijpen, ten ware dat wij God erkenden te wezen de eerste oorzaak en borne85, van dewelke alle goede gifte ende alle volmaakte gave is afdalende: die ook de sterflijke menschen als werktuigen tot zijns naams eere bezigt. Waarom wij dan naast de Alderhoogste met recht de zulke, om der kunsten wille, in haar behoorlijke mate eeren, en in weerden houden. Hetwelk mij ook veroorzaakt, deze mijn Helden Godes uwe E. op te dragen: waar toe mijn Zangeresse gantsch geneigd is, overmits uwe E. de dichtkunst met een lieflijk gemoed omhelst, ook somtijds uit lust oeffent: zoo dat uwe E. zeer gevoegelijk evenaart met86 de voortreffelijke Erotimus87, daar de hoogdravende88 heer Torquato Tasso, in het elfde gezang van zijn Gierusalemme Liberata, aldus af89 zingt:

Ontvangt dan, jonstige en konstige Fontein! zulks als ons de Hemelsche Fonteinader gejond heeft, en blijft zoo genegen om de kranke lichamen op te helpen, als zij wel ernstig aanhouden, om uwe hulpmiddelen te genieten, en leeft langer als wij wenschen dorven.

.....

T' Amstelredam, den 11. van Sprokelle92 1620.

Die, een kwaad voorschrift nabootsende, wat goeds waant te maken, is verre verdoold. Een goed leerling moet dan noodwendig op een goed voorbeeld steroogen93. Zoo gaat het in menschelijke kunsten en wetenschappen: zoo ook in heilige en Goddelijke oefeningen. Hier zijn voor al goede voorgangers van noode, om geen slimme94 gangen te gaan. De alderbeste en veiligste zijn schriftuurlijke, en zulke die de Heilige Geest heeft doorluchtig gemaakt: 'twelk zijn de Heiligen des ouden en nieuwen verbonds. Die van 't oude verbond brengen wij hier, als op het tooneel, voor eerst te voorschijn. Geen ware Godgeleerde zal ons hierom met donkere wijnbrouwen95 stuurs aanzien: want wij doen effen96 het zelfde, dat de Godgeleerde schrijver tot den Hebreën al over lange dede, als hij (aanmerkende, dat al wat voorhenen geschreven, ons tot leeringe nagelaten was) de Vaderen des Ouden Verbonds optelde, en haar heerlijke daden elk in 't bijzonder den geloovigen Kristenen op het rijkste voor oogen schilderde, en, als een goed huisheere, niet alleen nieuw, maar ook oud uit zijn trezoor voortbracht. Hier over was hij zoo weinig te berispen, als Kristus, zijn Meester, die hem op dusdanige wijze was voorgegaan. Wil men ons voorwerpen97, dat men de voorbeelden des ouden en nieuwen verbonds met onderscheid moet aanmerken: dat wij de Heiligen, die vóór en onder de wet leefden, moeten navolgen alleen in 'tgene, daarin zij ons als navolglijke voorbeelden zijn nagelaten: zulks staan wij toe, en dit heeft ook de gedachte schrijver omzichtig aangemerkt, als eener98, die wel verstond, dat de wet door Mozes gegeven, maar genade en waarheid door Jezus Kristus geworden was: dat de wet de schaduwe van toekomende goederen, en niet het beeld der dingen zelve behelsde. Hier most gewisselijk op gepast99 zijn. Die dat niet dede, zoude lichtelijk een mengelmoes van de Wet en het Evangelie maken, en een verboden Mozaïsche, met een geoorloofden Kristelijken Godsdienst te zamen smelten. Nu in Kristus' dood het voorhangsel des tempels gescheurd is, weten wij, dat de donkere schaduwen des wets voor het licht van de Evangelische waarheid wijken moeten: dat de vergaderinge der geloovigen niet alleen te Jeruzalem, maar aan alle oorden der wereld heilige handen tot God mag opheffen. Kristus, des wets einde, jont100 alle dingen een ander aangezicht101. In hem is het oude vergaan, en het is al nieuw geworden. Zie ik den eersten aardschen Adam gevallen, ik gedenk aan den anderen hemelschen, die door zijn volkomen en onbevlekte gerechtigheid den gevallen mensche, volgens zijn gedane belofte, wederom heeft opgerecht. Zie ik Abraham al bestorven het mes trekken, om zijnen eenigen Izaäk te offeren: mij schiet in den zin, hoe God de Vader de wereld alzoo lief gehad heeft, dat hij zijnen eenigen Zone gaf tot den smadelijken dood des kruises, en ik verwonder mij beide over Gods vaderlijke liefde tot het menschelijk geslacht, en Jezus' kinderlijke gehoorzaamheid neffens zijnen Hemelschen Vader. Verneem ik, hoe Jozef in Egypten op den troon der eeren102 zit, om gedurende de gezegende oogsten te voorzien tegen de aanstaande onvruchtbare tijden: zoo word ik gedachtig, hoe Kristus ter rechterhand zijns Vaders zittende is verheerlijkt, en tot een hoofd der gemeenten gezalfd, om te waken over zijn strijdende Kerke. Leidt de oude Wetgever, Mozes, Israël uit Faro's slavernije: Kristus, de nieuwe Wetgever, voert zijn volk uit der zonden dienstbaarheid, en het geweld des Duivels. Gaat Aäron in het alderheiligste wierooken: Kristus, onze warachtige Hoogepriester, niet door bokken of kalveren, maar door zijn eigen bloed, offert hem zelven zijnen Vader tot eenen zoeten reuk, en verschijnt voor ons in den Hemel voor het aanschijn van Gods onverdraaglijke103 Majesteit. Zoo de Israëlieten haar van Jozua, Gedeon, Samson, en andere, als van hare Verlossers roemen: wij beroemen ons van den Heiland aller menschen, hetwelk104 Jezus Kristus is. Keert David al bebloed en zegenrijk, met roof overladen, van den slag der kinderen Ammon: Kristus, onze geestelijke koning, met het kruis overwonnen hebbende, vaart met veel heerlijker trofeën de poorten in van het nieuwe Jeruzalem, en wordt gewillekomd105 van veel duizendmaal duizend Engelen en Hemelsche Heerscharen. Verwonderen haar de Israëlieten over Salomons wijsheid en heerlijkheid: Kristus, de wijsheid Gods, heeft schoonder luister, en zijn glorie en majesteit verdonkert de eere van Davids nazaat. Hebben de Joden veel Profeten tot onderwijzers en leeraars: wij luisteren naar eenen grooten Profeet en Leeraar, die ons van den Vader uit de wolken bevolen wordt te hooren, en op wiens brein de driemaal heilige Geest, als een zuiver duifken, heeft gerust, doen zich den Hemel opende. Wederom vermaant mij Abel tot oprechtigheid: Melchisedech tot rechtveerdigheid: Loth tot gastvrijheid: Abraham en Izaäk tot gehoorzaamheid: Jacob tot ootmoed: Jozef tot kuischheid: Mozes tot zachtmoedigheid en getrouwigheid: Jozua en Caleb tot standvastigheid: David tot vurigheid en dankbaarheid: Salomon tot godzaligheid: Micha tot vromigheid: Hiob tot geduld: Tobias tot godvruchtigheid, &c. Hebben deze Goddelijke helden en Hemelsche fakkelen eenige deugden met malkanderen gemeen, gelijk zij doen: zij zijn ook door d' een of d' ander deugd van den ander onderscheiden. Elk in 't bijzonder munt in iet wat bijzonders uit: gelijk kostelijke steenen, peerlen, en diamanten, die, alhoewel ze te zamen dierbaar en van uitnemende weerde zijn, nochtans ergens in, door zekere schoonheid, verwe, glans, of maaksel onderscheiden worden, en gelijk de sterren in 't voorhoofd des blinkenden hemels, die, schoon zij te gader licht en helder zijn, nochtans in glans en klaarheid ook in grootheid verschillen. Hier hebdy de Vaderen, uit wiens lendenen zoo doorluchtige stammen gesproten zijn, en die op de Goddelijke beloften gesteund hebben. Hier ziedy de Priesteren, die God naar zijn eeuwige wijsheid, als met zijn hand, gekleed en gecierd heeft. Hier aanschouwdy de helden, wien God zelf het mes heeft op de zijde gegord, en die met haar vromigheid ons tot den geestelijken strijd opwekken. Hier pronken de koningen, die, met balsem overstort, het haar met gulde kroonen dekten, en met de rechterhand de beperelde rijksstaven zwaaiden: en hier hoordy de Profeten, door wiens mond de Geest des Heeren heeft getrompettet de komst van de beloofde Messias. Dit zijn de Koningen, Priesteren, Heiligen, en Profeten, die met gerekten halze hebben uitgezien, en verlangd naar den grooten Zaligmaker des menschelijken geslachts. Dit zijn de lichtende tortsen, die van het warachtige licht getuigden, hetwelk verlichten zoude al, die in de duisternisse en schaduwe des doods zaten. Zij al te zamen verstrekken ons een groote wolke van getuigen. Het geloove draagt moed op deze overwinners, die zoo gelukkig onder haar baniere gekampt hebben. De een is om zijn Godbehagelijke offerande zijns broeders roof geworden, en heeft, zijn bloed onnoozel en onschuldig uitstortende, den Hemel de wrake bevolen. De ander heeft in een godlooze stad, onder een Godvergeten volk zoo met zijnen wandel gelicht, dat hij alleen met zijn twee dochters weerdig is geacht, Gods vlammende toorne te ontgaan, en van de Engelen uit den brand gerukt te worden. De een heeft, God vertrouwende, een gewillige ballingschap aangenomen, en zijn eenig weerdste pand niet ontzien den Heere op te offeren. De ander, in zijn bloeyende jeugd, wilde zich niet ontzuiveren met zijns heeren beddegenoot, al was het dat ze hem, met haar uitnemende schoonheid en smeekende woorden, daar toe vleide en aanlokte. De een heeft een weeldig paleis en prachtig hof, en het goud van de Egyptische kroonen en troonen versmaad, en zijn dagen pijnelijk in de woestijne met veel ongemaks onder een halstarrig volk gesleten. De ander heeft, als er veel duizenden wantrouwden, op Gods toegezeide beloften onwankelbaar gesteund, en eer door het vertrouwen, als door het zweerd machtige en geweldige koninkrijken veroverd, en Israël den buit van de verbannen Heidenen uitgedeeld. En zoo voortgaande van persoon tot persoon zouden wij ten leste blijven staan, als voor het voorhoofd geslagen, aanmerkende wat het geloove al in deze helden gewrocht heeft. Maar het zal ons genoeg zijn, dat wij eenige hebben aangeroerd, op dat de lezer merke, wat nuttigheid het toebrengt, wanneer men met aandacht overweegt het leven der heiligen: hetwelk als eenen stok is, zeer gedienstig den genen, die als pelgrims naar het nieuwe Jeruzalem wandelen: een heilzame artsnije voor alle flaauwigheid des gemoeds: eenen spiegel om der zielen106

.....

Добавление нового отзыва

Комментарий Поле, отмеченное звёздочкой  — обязательно к заполнению

Отзывы и комментарии читателей

Нет рецензий. Будьте первым, кто напишет рецензию на книгу De complete werken van Joost van Vondel. 5
Подняться наверх