Читать книгу Verraden - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 13

ZES

Оглавление

Caitlin was niet in staat te praten en stormde weg van Caleb en Sera.

Het was te veel om in één keer te kunnen verwerken. Had ze net gezien wat ze dacht te zien? Hoe was dat mogelijk?

Ze had gedacht dat ze Caleb zo goed kende en dat ze bij elkaar hoorden. Ze wist zeker dat ze sámen waren, een stel, en dat ze dat altijd zouden zijn. Ze had hun leven samen duidelijk voor zich gezien en was er zeker van dat niets hen uit elkaar kon drijven.

En nu dit. Het was nooit in haar opgekomen dat er nog een vrouw in Calebs leven kon zijn. Hoe kon het dat hij dat niet verteld had?

Natuurlijk had Caitlin zich Sera herinnerd van haar korte bezoek aan The Cloisters – maar Caleb had beweerd geen gevoelens meer voor haar te hebben, en dat wat zij hadden… honderden jaren geleden was.

Dus wat deed ze hier? En zeker op dit moment? Op het intiemste moment tussen Caleb en Caitlin, toen zij net was opgestaan, net veranderd, net een ware vampier, door zijn bloed. Hoe wist ze waar ze waren? Had Caleb haar uitgenodigd? Dat moest wel. Maar waarom?

Pijnschok na pijnschok spoelde over Caitlin. Hier was gewoon geen verklaring voor. Ze was altijd bang geweest om zichzelf kwetsbaar te maken, zeker richting jongens, en wel om deze reden. Bij Caleb had ze dat laten gaan, ze had hem volledig vertrouwd. Ze had zichzelf kwetsbaarder opgesteld dan bij welke jongen waar ze tot dan toe bij was geweest. En hij had haar veel dieper pijn gedaan dan die anderen, dieper dan ze ooit voor mogelijk had gehouden.

Ze kon zich nog steeds niet indenken hoe ze hem zo verkeerd had kunnen inschatten, hoe ze zo dom had kunnen zijn, er zo naast had kunnen zitten. Ze voelde zich alsof haar ingewanden afbraken. Hoe zou onsterfelijkheid nu worden, zonder hem? Het zou een straf zijn. Een eeuwige straf. Ze wilde sterven. En nog het ergste van alles: ze voelde zich zo’n idioot.

“Caitlin!” riep Caleb achter haar, en ze hoorde zijn voetstappen dichterbij komen. “Alsjeblieft, laat me het uitleggen.”

Wat kon hij uitleggen? Hij had haar duidelijk hier uitgenodigd. Hij hield duidelijk nog steeds van haar. En zijn gevoelens voor Caitlin waren duidelijk niet zo sterk als Caitlins gevoelens voor hem.

Calebs hand greep haar arm en trok eraan, smekend dat ze zich om zou draaien en hem aan zou kijken.

Maar ze trok zich terug. Ze kon zijn aanraking niet meer aan. Ze wilde niets meer met hem te maken hebben. Nooit meer.

“Caitlin!” riep hij uit. “Laat me het nu uitleggen!”

Maar Caitlin minderde geen vaart. Ze was een ander persoon, een ander wezen, en ze voelde het op meer dan een manier. Naast haar nieuwe vampierkrachten waren ook haar nieuwe vampiergevoelens tevoorschijn gekomen. Ze kon nu al voelen dat haar emoties sterker waren dan toen ze nog menselijk was, en veel sterker ook. Ze voelde alles nu nog dieper. Ze voelde zich niet slechts depressief – ze voelde zich alsof ze letterlijk stierf van verdriet. Ze voelde zich niet slechts verraden – het voelde alsof ze letterlijk in haar hart werd gestoken. Ze wilde zichzelf uit elkaar rukken, alles om de pijn in haar te doen ophouden.

Ze liep over de vlakte, haar kamer binnen en sloeg de eikenhouten deur achter zich dicht.

“Caitlin! Caitlin, alsjeblieft!” klonk de gedempte stem van buiten haar deur.

Caitlin draaide zich om en sloeg tegen de deur.

“Ga weg!” riep ze. “Ga terug naar je vrouw!”

Na enkele seconden voelde ze hem eindelijk weggaan.

Nu was ze alleen. In stilte. Caitlin ging op het rand van haar bed in de kleine kamer zitten, legde haar hoofd in haar handen en begon te huilen. Ze snikte en snikte, hartverscheurend gehuil. Ze voelde dat alles waar ze voor had geleefd plotseling weggenomen was.

Ze hoorde gejank en voelde iets zachts langs haar gezicht wrijven; ze keek omlaag en zag Rose die haar gezicht tegen dat van Caitlin wreef. Rose likte Caitlins wangen en probeerde haar tranen weg te likken.

Dat hielp Caitlin om bij te komen. Ze reikte omlaag en aaide Rose’ gezicht en kroelde haar haren. Rose sprong op Caitlins schoot en Caitlin knuffelde haar; ze was er nog klein genoeg voor.

Jou heb ik tenminste nog, Rose,” zei Caitlin. “Jij verlaat me toch niet?”

Rose leunde achterover en likte haar gezicht.

Maar de pijn was te groot. Caitlin kon het niet verdragen nog een moment langer in die kamer te blijven. Ze voelde zich alsof ze elk moment door de muren kon barsten.

Ze keek naar het enorme raam en zag de uitnodigende nachtlucht. Zonder aarzeling zette ze Rose neer, sprong ze op van haar bed, zette ze twee grote stappen en sprong ze naar buiten.

Ze wist dat haar vleugels zouden uitklappen en haar weg zouden dragen. Maar een deel van haar wilde dat juist niet, wilde dat ze haar in de steek zouden laten en haar recht naar de grond zouden laten vallen.

Verraden

Подняться наверх