Antony van Leeuwenhoek, de ontdekker der infusorien, 1675-1875
Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.
Оглавление
P. J. Haaxman. Antony van Leeuwenhoek, de ontdekker der infusorien, 1675-1875
Antony van Leeuwenhoek, de ontdekker der infusorien, 1675-1875
Inhoudsopgave
VOORBERICHT
Отрывок из книги
P. J. Haaxman
Gepubliceerd door Good Press, 2022
.....
„Den 26sten Maart 1660 is Antony Leeuwenhoek, in plaats van Jan Strick, tot Camerbewaarder gestelt, op gelijke gagie, baten ende emolumenten.” Zijne Commissie luidt als volgt: (fol. 364 en 365 ibid. „Mijnen Heeren Burgemeesteren ende Regeerders der stad Delft hebben gestelt ende committeeren bij desen, Antony Leeuwenhoek tot het waarnemen van de Camer, daer de H.H. Schout, Schepens ende die van de wet deser Stadt vergaderen, om de voorz. Camer te openen ende te sluyten, soo op ordinaris als extraordinaris vergaderingen van de voorn. Heeren, op soodanige wijsen, als des vereyscht ende nodig sal wesen; item deselve Heeren te betonen alle respect, eere ende reverentie ende naerstelyck te agtervolgen ende getrouwelyck te effectueren alle diensten, die hem sullen werden belast, ende secreet te houden ’t gunt hij in de Camer soude mogen hooren; de voorz. Camer pertinentelyck te reynigen ende schoon te houden, ’t vuyr, soo wanneer den tijd sulcx sal vereyschen, op syn bequamen tijd aan te leggen ende de koolen, die ongeconsumeert soude moge wesen, tot syn profyt wel te bewaren, dat geen ongeluk daar van ofte van het Ligt van de kaarsen en geschiedde ende sal voorts alles doen dat een goet ende getrouw Camerbewaarder schuldig is te doen ende behoort. Voor welcken dienst de voorz. Antony Loeuwenhoek sal genieten soodanigen gagie, bate ende emolumenten als voorn. Jan Strick saliger syn voorzaat in dienste heeft genoten, ende sal desselfs dienst ingaan metten 24 January 1660 ende syn gagie betaalt werden op soodanige termynen, als die aan den voorz. Strick betaalt syn geweest. Actum bij al de Burgmeesteren collegialiter vergadert [21]den 26sten Maart 1660 ende geteekent bij den Pensionaris J. Camerling.”
Het salaris aan dezen post verbonden wordt opgegeven in de „Thesauriers-rekening” van Delft van 1661 fol. 113 en 114: „Antony Leeuwenhoek, Camerbewaarder van de Raatcamer twee hondert ’t sestich gl. over één jaar wedde, verschenen den 24sten January 1661, dus: ijc lxgl.” „Den selven voor het schoonmaeken van de Schepenen-, Vroetschap- ende Schutterskamer; Item voor de behoeften die hij daer toe van nooden heeft, de somma van liiij gl. Alzoo te samen een tractement van ƒ314.” De „Stads-secretaris,” zoo schrijft mij Mr. Soutendam, ontving te dien tijde, behalve het „tabbertlaken of stedekleeding” en den „vrijdom van Stads-accijns ƒ800 ’s jaars.” Het baantje was ook (altijd volgens Mr. Soutendam), niets minder eervol, dan dat van Kamerheer aan ’t Hof, „mutatis mutandis;” natuurlijk zal Leeuwenhoek het vuile werk wel door een bode of bediende hebben laten waarnemen.
.....