Читать книгу Bezoek aan den berg Athos - Unknown - Страница 3

II

Оглавление

Den 17den Mei, twee uren na middernacht, wierpen wij het anker uit voor het russische klooster, aan den westelijken zoom van den Athos. Bij de eerste morgenschemering, vertoonden zich eene menigte hoofden voor de vensters der hooge galerijen. Het is moeilijk, zich een verwarder, onsamenhangender gebouw te denken, dan dit klooster: een ongeloofelijke baaiert van bolwerken, torens en torentjes, muren, terrassen, galerijen: alles door den tijd verkleurd, gescheurd, verbrokkeld. In den langen muur is geen enkele opening, maar daarboven verheffen zich houten galerijen, die buiten den muur uitsteken en op schoorbalken rusten. Deze galerijen zijn donkerrood geverfd, hetgeen althans eenige afwisseling brengt in de eentonig grijze tint der muren. Deze groep gebouwen verrijst op een naakte rots, aan alle zijden door weelderigen plantengroei omgeven.

Voulgaris, dien ik als gezant naar het klooster gestuurd had, kwam terug, gevolgd door twee kaloyers (monniken, van Καλογεροι, goede grijsaards), die ons, namens den higoumenos (abt, prior) een geschenk kwamen aanbieden van meloenen en versche vijgen. Na deze welkome vrachten genuttigd te hebben, begonnen wij het steile pad te beklimmen, dat naar het klooster voert. Eene dubbele deur, gegrendeld als de deur eener gevangenis, en waarboven een beeld der Madonna is geplaatst, wier verguld gewaad ge door een traliewerk zien kunt, voert naar het groote binnenplein. Midden op dat plein staat de Katholikon (hoofdkerk), een basiliek met vijf koepels; in het rond loopt een galerij met twee rijen bogen boven elkander, waarin zich de cellen bevinden. Men bracht ons eerst naar de kerk, waar zoo straks de mis zou aanvangen. De monniken namen hunne plaatsen in. Zij zijn gekleed in een bruine pij, die in rechte plooien nederhangt; daarover dragen zij een lang overkleed van lichter stof, dat om het midden wordt saamgehouden door een zwart lederen gordel met koperen gesp. Hunne voeten steken in laarsjes, en op het hoofd dragen zij eene hooge gele muts. Naar de wijze der oude Nazireërs, laten zij haren en baard ongehinderd groeien: noch schaar, noch scheermes komt ooit op hun hoofd. Sommigen rollen hun haar tot een soort van grooten chignon te zaam, dien zij dan onder hunne muts wegstoppen; maar anderen, niet tevreden met hunne onmatig lange baarden, laten ook hun haar over hunne schouders afhangen, hetgeen soms aan hun gelaat eene zonderlinge, woeste uitdrukking geeft. Te midden der grijsaards, die met wankelende schreden de kerk binnenstrompelden, zag ik ook een jongen man, die met vasten stap voortging: zelden heb ik volmaakter type van mannelijke schoonheid gezien. Zijn donkere oogen straalden als starren bij het matte bleek van zijn door het vasten vermagerd, onberispelijk gevormd gelaat; zijn baard, den fieren mond omkrullende, verdeelde zich op de borst en mengde zijne blauwachtige tinten aan de donkerder kleur van het golvende hoofdhaar. Hij was een Griek uit Zante, en eerst sedert korten tijd op den berg aangekomen.

Bezoek aan den berg Athos

Подняться наверх