Читать книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation - Страница 22
IX. God de Ultieme
Оглавление0:9.1 (12.4) Zoals de Allerhoogste zich gestaag ontwikkelt uit de voorafgaande goddelijkheidsbegaafdheid van het potentieel aan energie en persoonlijkheid van het thans omsloten groot universum, zo resulteert God de Ultieme uit de vermogens tot goddelijkheid die in de getranscendeerde tijd-ruimte-domeinen van het meester-universum zetelen. De actualisatie van de Ultieme Godheid markeert de absoniete vereniging van de eerste experiëntiële Triniteit en betekent verenigende Godheidsuitbreiding op het tweede niveau der scheppende zelfverwerkelijking. Dit vormt het persoonlijkheid-kracht-equivalent van de actualisering in de universa door de experiëntiële Godheid van Paradijs-absoniete realiteiten op de resulterende niveaus van getranscendeerde tijd-ruimte-waarden. De voltooiing van deze experiëntiële ontvouwing heeft ten doel een ultieme dienstbestemming te verschaffen aan alle tijd-ruimte-schepselen die absoniete niveaus hebben bereikt door de voltooide verwezenlijking van de Allerhoogste en door het dienstbetoon van God de Zevenvoudige.
0:9.2 (12.5) God de Ultieme is de aanduiding van de persoonlijke Godheid functionerend op de goddelijkheidsniveaus van het absoniete en op de universum-werelden in de supertijd en de getranscendeerde ruimte. De Ultieme is een super-allerhoogste resultering van de Godheid. De Allerhoogste is de vereniging der Triniteit zoals deze door eindige wezens wordt begrepen; de Ultieme is de vereniging van de Paradijs-Triniteit zoals deze wordt begrepen door absoniete wezens.
0:9.3 (13.1) Door het mechanisme van de evolutionaire Godheid is de Universele Vader in actualiteit bezig met de ontzagwekkende, verwonderlijke daad van persoonlijkheidsfocalisering en kracht-mobilisatie, op hun respectieve niveaus van universum-betekenis, van de goddelijke realiteitswaarden van het eindige, het absoniete en zelfs het absolute.
0:9.4 (13.2) De eerste drie en verleden-eeuwige Godheden van het Paradijs — de Universele Vader, de Eeuwige Zoon en de Oneindige Geest — zullen in de eeuwige toekomst persoonlijkheidscomplementen hebben door de experiëntiële actualisatie van verwante evolutionaire Godheden — God de Allerhoogste, God de Ultieme en mogelijkerwijze God de Absolute.
0:9.5 (13.3) God de Allerhoogste en God de Ultieme, die thans evolueren in de experiëntiële universa, zijn niet existentieel — zij zijn geen verleden-eeuwigen, maar alleen toekomstig-eeuwigen, tijd-ruimte-bepaalde en transcendentaal-bepaalde eeuwigen. Zij zijn Godheden van allerhoogste, ultieme, en mogelijk allerhoogst-ultieme vermogens, maar zij hebben historische universum-oorsprongen gekend. Zij zullen nooit een einde kennen, maar zij hebben wel een persoonlijkheidsaanvang gehad. Zij zijn inderdaad actualisaties van eeuwig, oneindig Godheidspotentieel, maar zelf zijn zij noch ongekwalificeerd eeuwig, noch oneindig.