Читать книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation - Страница 262
8. De Paradijs-Metgezellen
Оглавление25:8.1 (283.2) De Paradijs-Metgezellen vormen een samengestelde of bijeengebrachte groep, want zij worden aangetrokken uit de rangen der serafijnen, seconafijnen, supernafijnen en omniafijnen. Ofschoon de perioden waarin zij dienstdoen u buitengewoon lang zouden toeschijnen, hebben zij geen permanente status. Wanneer zij dit dienstbetoon hebben voltooid, hervatten zij als regel (doch niet altijd) de taken die zij verrichtten toen zij opgeroepen werden om dienst te doen op het Paradijs.
25:8.2 (283.3) Leden van de engelenscharen worden voor deze dienst voorgedragen door de Moeder-Geesten van de plaatselijke universa, door de Reflectieve Geesten van de superuniversa en door Majeston van het Paradijs. Zij worden op het centrale Eiland ontboden en aldaar door een van de Zeven Meester-Geesten aangesteld als Paradijs-Metgezellen. Naast de permanente status op het Paradijs, is deze tijdelijke dienst als Paradijs-Metgezel het hoogste eerbetoon dat ooit aan de dienende geesten verleend wordt.
25:8.3 (283.4) Deze geselecteerde engelen wijden zich aan de dienst van kameraadschap en worden als partners toegewezen aan wezens van alle klassen die toevallig alleen zijn op het Paradijs, voornamelijk aan stervelingen in opklimming, maar ook aan alle anderen die alleen zijn op het centrale Eiland. De Paradijs-Metgezellen hebben niets speciaals te doen voor degenen met wie zij broederlijk omgaan; zij zijn eenvoudig metgezellen. Bijna ieder ander wezen dat gij, stervelingen, gedurende uw verblijf op het Paradijs zult ontmoeten — afgezien van uw medepelgrims — zal iets bepaalds met of voor u te doen hebben; deze metgezellen worden echter slechts aangesteld om bij u te zijn en vertrouwelijk met u om te gaan, als persoonlijkheidspartners. In hun dienstbetoon worden zij dikwijls bijgestaan door de beminnelijke, briljante Paradijs-Burgers.
25:8.4 (283.5) Stervelingen komen voort uit soorten die zeer sociaal zijn. De Scheppers weten heel goed dat het ‘niet goed is voor de mens alleen te zijn,’ en bijgevolg wordt er zelfs op het Paradijs voor gezelschap gezorgd.
25:8.5 (283.6) Indien ge als sterveling in opgang het Paradijs zoudt bereiken in gezelschap van de mens die tijdens uw aardse leven uw metgezel was of van degene die u toen na stond, of indien uw serafijnse bestemmingsbehoeder wellicht tegelijk met u zou arriveren of op u zou wachten, dan zou u geen permanente metgezel worden toegewezen. Indien ge echter alleen aankomt, zal een metgezel u stellig verwelkomen wanneer ge op het Licht-Eiland ontwaakt uit de laatste slaap van de tijd. Zelfs indien bekend is dat ge door iemand vergezeld zult zijn met wie ge op uw weg omhoog verbonden bent geweest, zullen er tijdelijke metgezellen worden aangewezen om u op de eeuwige kusten te verwelkomen en u te geleiden naar het reservaat dat gereed is gemaakt om u en uw partners te ontvangen. Ge kunt er zeker van zijn dat ge hartelijk verwelkomd zult worden wanneer ge de opstanding in de eeuwigheid ervaart op de eeuwige kusten van het Paradijs.
25:8.6 (283.7) De Metgezellen die u zullen ontvangen, worden reeds aangesteld tijdens de laatste dagen van het verblijf van de opklimmenden op het laatste circuit van Havona, en zij bezien zorgvuldig de verslagen inzake de oorsprong van de sterveling en zijn bewogen opklimming via de werelden in de ruimte en de cirkelgangen van Havona. Wanneer zij de stervelingen uit de tijd begroeten, zijn zij reeds terdege bekend met de levens van deze nieuw-aangekomen pelgrims en blijken zij onmiddellijk meevoelende, boeiende metgezellen te zijn.
25:8.7 (283.8) Indien ge tijdens uw verblijf op het Paradijs als pre-voleindigde om de een of andere reden tijdelijk gescheiden zoudt worden van uw partner in de opklimmingsloopbaan — hetzij een sterveling hetzij een serafijn — dan zou er meteen een Paradijs-Metgezel worden aangesteld om u raad te geven en gezelschap te houden. Wanneer een metgezel eenmaal is toegewezen aan een sterveling in opklimming die alleen is op het Paradijs, blijft de metgezel bij deze persoon, totdat zijn opklimmende deelgenoten zich weer bij hem gevoegd hebben of totdat hij te zijner tijd in het Korps der Volkomenheid wordt opgenomen.
25:8.8 (284.1) De Paradijs-Metgezellen worden aangesteld in de volgorde waarin zij wachtende zijn, met dien verstande dat een sterveling in opklimming nooit wordt toevertrouwd aan de hoede van een metgezel wiens natuur niet overeenkomt met het type van zijn superuniversum. Indien een sterveling van Urantia vandaag op het Paradijs zou aankomen, zou hem de eerste wachtende metgezel worden toegewezen die ofwel afkomstig zou zijn uit Orvonton, ofwel anderszins de natuur van de Zevende Meester-Geest zou hebben. Vandaar dat de omniafijnen niet dienen bij de opklimmende schepselen uit de zeven superuniversa.
25:8.9 (284.2) Er worden nog vele andere diensten verricht door de Paradijs-Metgezellen: indien een sterveling in opklimming het centrale universum alleen zou bereiken en bij het doorlopen van Havona in een bepaalde fase van het Godheidsavontuur zou falen, dan zou hij te zijner tijd naar de universa in de tijd worden terugverwezen, waarop er meteen een beroep zou worden gedaan op de reserves van de Paradijs-Metgezellen. Eén van deze orde zou worden aangewezen om de pelgrim die door deze tegenslag is getroffen, te volgen, hem bij te staan, te troosten en te bemoedigen en bij hem te blijven totdat hij naar het centrale universum zou terugkeren om de opklimming naar het Paradijs te hervatten.
25:8.10 (284.3) Indien een pelgrim in opklimming niet zou slagen in het Godheidsavontuur terwijl hij Havona doorloopt in gezelschap van een serafijn in opklimming, de beschermengel van zijn sterfelijke loopbaan, zou zij verkiezen haar sterveling-partner te vergezellen. Deze serafijnen bieden zich altijd vrijwillig aan om de sterveling met wie zij reeds zo lang kameraadschappelijk verbonden zijn, te vergezellen wanneer hij terugkeert naar het dienstbetoon in tijd en ruimte, en dit wordt hun ook toegestaan.
25:8.11 (284.4) Het ligt echter anders waar het twee nauw met elkaar verbonden stervelingen in opklimming betreft: indien de een God bereikt terwijl dit de ander tijdelijk mislukt, verkiest de geslaagde altijd om met de teleurgestelde persoonlijkheid terug te keren naar de evolutionaire scheppingen, doch wordt dit niet toegestaan. In plaats daarvan wordt er een beroep gedaan op de reserves van de Paradijs-Metgezellen en wordt één van degenen die zich aanbieden uitgekozen om de teleurgestelde pelgrim te vergezellen. Een vrijwilliger uit het midden der Paradijs-Burgers wordt dan de partner van de geslaagde sterveling; deze wacht op het centrale Eiland tot zijn met tegenslag kampende kameraad terugkeert uit Havona en onderricht in de tussentijd in bepaalde Paradijs-scholen, waarbij hij het avontuurlijke verhaal van de evolutionaire opklimming uiteenzet.
25:8.12 (284.5) [Opgesteld onder verantwoordelijkheid van een Hoge Gezagsdrager uit Uversa.]