Читать книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation - Страница 94
6. De persoonlijkheid van de Oneindige Geest
Оглавление8:6.1 (96.3) Laat de wijdverbreide zelfschenking en de brede distributie van de Derde Bron en Centrum het feit van zijn persoonlijkheid niet verduisteren of daaraan anderszins afbreuk doen. De Oneindige Geest is een universum-tegenwoordigheid, een eeuwig handelen, een kosmische kracht, een heilige invloed en een universeel bewustzijn; hij is dit alles en nog oneindig meer, maar hij is ook een ware, goddelijke persoonlijkheid.
8:6.2 (96.4) De Oneindige Geest is een complete, volmaakte persoonlijkheid, de goddelijke gelijke en soortgenoot van de Universele Vader en de Eeuwige Zoon, en van gelijke orde. De Vereende Schepper is even werkelijk en zichtbaar voor de hogere verstandelijke wezens als de Vader en de Zoon; in feite nog meer, want alle opklimmenden moeten eerst de Geest bereiken, alvorens zij de Vader kunnen benaderen door de Zoon.
8:6.3 (96.5) De Oneindige Geest, de Derde Persoon der Godheid, bezit alle eigenschappen die gij associeert met persoonlijkheid. De Geest is begiftigd met absoluut bewustzijn: ‘De Geest doorvorst alle dingen, zelfs de diepten Gods.’ De Geest is niet alleen begiftigd met bewustzijn, doch ook met wil. Over het verlenen van zijn gaven staat geschreven: ‘Doch dit alles werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt gelijk hij wil.’
8:6.4 (96.6) ‘De liefde van de Geest’ is werkelijk, evenals zijn droefheid; daarom, ‘Bedroef niet de Geest Gods.’ Of wij nu de Oneindige Geest waarnemen als een Godheid in het Paradijs, of als een Scheppende Geest van een plaatselijk universum, steeds zien wij dat de Vereende Schepper niet alleen de Derde Bron en Centrum is, maar ook een goddelijke persoon. Deze goddelijke persoonlijkheid reageert op het universum ook als een persoon. De Geest spreekt tot u: ‘Hij die oren heeft hore wat de Geest zegt.’ zegt.’ ‘De Geest zelf pleit voor u.’ De Geest oefent een rechtstreekse, persoonlijke invloed uit op geschapen wezens: ‘Want allen die door de Geest Gods geleid worden zijn zonen Gods.’
8:6.5 (96.7) Ook al aanschouwen wij het verschijnsel van het dienstbetoon van de Oneindige Geest aan de vergelegen werelden in het universum van universa, ook al bezien wij hoe deze zelfde coördinerende Godheid handelt in en door de ontelbare legioenen der veelsoortige wezens die aan de Derde Bron en Centrum ontspringen, ook al erkennen wij de alomtegenwoordigheid van de Geest, toch bevestigen wij nog steeds dat deze zelfde Derde Bron en Centrum een persoon is, de Vereende Schepper van alle dingen, alle wezens en alle universa.
8:6.6 (96.8) In het bestuur van de universa zijn de Vader, de Zoon en de Geest volmaakt en voor eeuwig onderling verbonden. Ofschoon ieder van hen zich bezighoudt met persoonlijk dienstbetoon aan de ganse schepping, zijn zij alle drie op goddelijke en absolute wijze aaneengesloten in een dienstbetoon van schepping en regulering, dat hen voor altijd een maakt.
8:6.7 (97.1) In de persoon van de Oneindige Geest zijn de Vader en de Zoon voor elkaar tegenwoordig, altijd en in onvoorwaardelijke volmaaktheid, want de Geest is als de Vader en als de Zoon, en eveneens als de Vader en de Zoon, zoals die twee voor eeuwig één zijn.
8:6.8 (97.2) [Aangeboden op Urantia door een Goddelijk Raadsman van Uversa, aan wie door de Ouden der Dagen is opgedragen de natuur en het werk van de Oneindige Geest te beschrijven.]