De Ellendigen (Deel 1 van 5)
Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.
Оглавление
Victor Hugo. De Ellendigen (Deel 1 van 5)
Boek I. Een rechtvaardige
Eerste hoofdstuk. M. Myriel
Tweede hoofdstuk. De heer Myriel wordt Monseigneur Bienvenu
Derde hoofdstuk. Een goede bisschop heeft een moeielijk ambt
Vierde hoofdstuk. De werken en de woorden één!
Vijfde hoofdstuk. Waarom Monseigneur Bienvenu te lang zijn priesterrokken draagt
Zesde hoofdstuk. Door wie hij zijn huis liet bewaren
Zevende hoofdstuk. Cravatte
Achtste hoofdstuk. Wijsbegeerte na tafel
Negende hoofdstuk. De broeder door de zuster geschilderd
Tiende hoofdstuk. De bisschop tegenover een onbekend licht
Elfde hoofdstuk. Een voorbehoud
Twaalfde hoofdstuk. Monseigneur Bienvenu in de afzondering
Dertiende hoofdstuk. Wat hij geloofde
Veertiende hoofdstuk. Wat hij dacht
Boek II. De val
Eerste hoofdstuk. De avond na een dagreize
Tweede hoofdstuk. Voorzichtigheid ga met wijsheid gepaard
Derde hoofdstuk. Heldenmoed der lijdelijke gehoorzaamheid
Vierde hoofdstuk. Bijzonderheden aangaande de kaasmakerijen te Pontarlier
Vijfde hoofdstuk. Gerustheid
Zesde hoofdstuk. Jean Valjean
Zevende hoofdstuk. Een blik in de wanhoop
Achtste hoofdstuk. Het water en de schaduw
Negende hoofdstuk. Andere grieven
Tiende hoofdstuk. De ontwaking
Elfde hoofdstuk. Wat hij doet
Twaalfde hoofdstuk. De bisschop werkt
Dertiende hoofdstuk. De kleine Gervais
Boek III. Het jaar 1817
Eerste hoofdstuk. Het jaar 1817
Tweede hoofdstuk. Een dubbel viertal
Derde hoofdstuk. Vier paren
Vierde hoofdstuk. Tholomyès is zoo vroolijk, dat hij een Spaansch lied zingt
Vijfde hoofdstuk. Bij Bombarda
Zesde hoofdstuk. Een hoofdstuk, waarin men aanbidt
Zevende hoofdstuk. De geestigheid van Tholomyès
Achtste hoofdstuk. De dood van een paard
Negende hoofdstuk. Vroolijk einde der vreugd
Boek IV. Toevertrouwen is somtijds geven
Eerste hoofdstuk. Een moeder, die een andere moeder ontmoet
Tweede hoofdstuk. Eerste schets van twee slechte figuren
Derde hoofdstuk. De leeuwerik
Boek V. Steeds dieper zinkende
Eerste hoofdstuk. Geschiedenis van den vooruitgang in de fabrikage der zwarte glaskoralen
Tweede hoofdstuk. Madeleine
Derde hoofdstuk. De gelden bij Laffitte
Vierde hoofdstuk. De heer Madeleine in rouw
Vijfde hoofdstuk. Flikkeringen aan den horizon
Zesde hoofdstuk. Vader Fauchelevent
Zevende hoofdstuk. Fauchelevent wordt tuinier te Parijs
Achtste hoofdstuk. Mevrouw Victurnien geeft dertig francs uit voor de zedelijkheid
Negende hoofdstuk. Gevolgen der handeling van mevrouw Victurnien
Tiende hoofdstuk. Verdere gevolgen
Elfde hoofdstuk. Christus heeft ons vrijgemaakt
Twaalfde hoofdstuk. Hoe mijnheer Bamatabois zich vermaakt
Dertiende hoofdstuk. Oplossing van eenige stedelijke politie-kwestiën
Boek VI. Javert
Eerste hoofdstuk. Begin der rust
Tweede hoofdstuk. Hoe uit een naam een andere kan ontstaan
Boek VII. Het proces Champmathieu
Eerste hoofdstuk. Zuster Simplicia
Tweede hoofdstuk. Scherpzinnigheid van Scaufflaire
Derde hoofdstuk. Een storm onder een hersenpan
Vierde hoofdstuk. Vormen, die het lijden aanneemt gedurende den slaap
Vijfde hoofdstuk. Spaken in de wielen
Zesde hoofdstuk. Beproeving van zuster Simplicia
Zevende hoofdstuk. De aangekomen reiziger neemt maatregelen om weder te vertrekken
Achtste hoofdstuk. Bevoorrechte toegang
Negende hoofdstuk. Een plaats waar overtuigingen bezig zijn, zich te vormen
Tiende hoofdstuk. Het stelsel der ontkenningen
Elfde hoofdstuk. Champmathieu hoe langer hoe meer verwonderd
Boek VIII. Terugwerking
Eerste hoofdstuk. In welken spiegel mijnheer Madeleine zijn haren beziet
Tweede hoofdstuk. Fantine is gelukkig
Derde hoofdstuk. Javert is tevreden
Vierde hoofdstuk. Het gezag herneemt zijn rechten
Vijfde hoofdstuk. Een behoorlijk graf
Отрывок из книги
In het jaar 1815 was de heer Charles-François-Bienvenu Myriel bisschop van Digne. Hij was een grijsaard van omstreeks vijf en zeventig jaren en bekleedde de waardigheid van bisschop sedert 1806.
Hoewel deze bijzonderheid eigenlijk niets te maken heeft met de hoofdzaak van ons verhaal, heeft het misschien toch zijn nut, al was het maar om niet te vergeten, hier te wijzen op de geruchten en praatjes, die er omtrent hem in omloop waren op het tijdstip, dat hij tot genoemde waardigheid werd bevorderd. Hetgeen men van de menschen zegt, het moge dan waar zijn of niet, heeft dikwijls evenveel invloed op hun leven en vooral op hun levensloop, als hetgeen zij doen. De heer Myriel was de zoon van een parlementslid te Aix; van den adel des tabbaards dus. Men vertelde, dat zijn vader, in de hoop, dat zijn zoon hem eenmaal zou opvolgen, dezen zeer vroeg, op zijn achttiende of twintigste jaar namelijk, had laten trouwen overeenkomstig een gebruik in de familiën der leden van het parlement. Toch had Charles Myriel, niettegenstaande dezen echt, veel van zich doen spreken, naar men zeide. Hij was welgebouwd, ofschoon nog al klein, had zeer goede manieren en was geestig; het eerste gedeelte zijns levens was geheel en al aan de wereld en haar vermakelijkheden gewijd.
.....
„Eer ik u antwoord,” sprak hij, „verzoek ik u vergeving. Ik had zooeven ongelijk, mijnheer. Ge zijt ten mijnent, ge zijt mijn gast. Ik ben u beleefdheid schuldig. Gij bestrijdt mijn denkbeelden, het past mij niet verder te gaan dan alleen uw redenen te wederleggen. Uw rijkdommen en genietingen zijn voordeelen, die ik tegen u in de discussie heb; maar de wellevendheid vordert, dat ik er mij niet van bedien. Ik beloof u ze niet weder te gebruiken.”
„Ik dank u,” zei de bisschop.
.....