De Ellendigen (Deel 3 van 5)
Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.
Оглавление
Victor Hugo. De Ellendigen (Deel 3 van 5)
Boek I. Parijs in zijn atomen bestudeerd
Eerste hoofdstuk. Parvulus
Tweede hoofdstuk. Eenige zijner bijzondere kenteekenen
Derde hoofdstuk. Hij is behagelijk
Vierde hoofdstuk. Hij kan nuttig zijn
Vijfde hoofdstuk. Zijn grenzen
Zesde hoofdstuk. Een weinig geschiedenis
Zevende hoofdstuk. De straatjongen vindt zijn plaats in de klassificatie der Indiën
Achtste hoofdstuk. Een vriendelijk woord van den laatsten koning
Negende hoofdstuk. De oude geest van Gallië
Tiende hoofdstuk. Ecce Paris, ecce Homo
Elfde hoofdstuk. Schertsen en heerschen
Twaalfde hoofdstuk. De in het volk besloten toekomst
Dertiende hoofdstuk. De kleine Gavroche
Boek II. De groote burger
Eerste hoofdstuk. Negentig jaren en twee-en-dertig tanden
Tweede hoofdstuk. Zoo de man, zoo de woning
Derde hoofdstuk. Zijn doopnamen
Vierde hoofdstuk. Een aspirant naar de honderd jaar
Vijfde hoofdstuk. Basque en Nicolette
Zesde hoofdstuk. Magnon met haar twee kinderen
Zevende hoofdstuk. Regel: ontvang alleen des avonds bezoek
Achtste hoofdstuk. Twee maken geen paar
Boek III. De grootvader en de kleinzoon
Eerste hoofdstuk. Een voormalig salon
Tweede hoofdstuk. Een der roode spoken van dien tijd
Derde hoofdstuk. Requiescant
Vierde hoofdstuk. De bandiet sterft
Vijfde hoofdstuk. Om revolutionair te worden, is ’t zeer goed de mis bij te wonen
Zesde hoofdstuk. Wat er van komt, als men een kerkmeester ontmoet
Zevende hoofdstuk. Een vrouw in ’t spel
Achtste hoofdstuk. Marmer tegen graniet
Boek IV. De vrienden van het A. B. C
Eerste hoofdstuk. Een groep, die bijna tot de historie had behoord
Tweede hoofdstuk. Lijkrede van Bossuet op Blondeau
Derde hoofdstuk. Marius is verbaasd
Vierde hoofdstuk. De achterkamer van het koffiehuis Musain
Vijfde hoofdstuk. Uitbreiding van den gezichteinder
Zesde hoofdstuk. Res Augusta
Boek V. Het nut des ongeluks
Eerste hoofdstuk. Marius behoeftig
Tweede hoofdstuk. Marius is arm
Derde hoofdstuk. Marius groot geworden
Vierde hoofdstuk. De heer Mabeuf
Vijfde hoofdstuk. Armoede is een goed gebuur voor ellende
Zesde hoofdstuk. De plaatsvervanger
Boek VI. De conjunctie van twee sterren
Eerste hoofdstuk. Hoe familienamen ontstaan
Tweede hoofdstuk. En ’t werd licht
Derde hoofdstuk. Werking der lente
Vierde hoofdstuk. Begin eener zware ziekte
Vijfde hoofdstuk. Juffrouw Bougon wordt door verscheidene bliksemstralen getroffen
Zesde hoofdstuk. Gevangen gemaakt
Zevende hoofdstuk. Gissingen nopens de letter U
Achtste hoofdstuk. Zelfs invaliden kunnen gelukkig zijn
Negende hoofdstuk. Eclips
Boek VII. Patron-Minette
Eerste hoofdstuk. De mijnen en de mijnwerkers
Tweede hoofdstuk. De diepte
Derde hoofdstuk. Babet, Gueulemer, Claquesous en Montparnasse
Vierde hoofdstuk. Samenstelling der bende
Boek VIII. De slechte arme
Eerste hoofdstuk. Marius zoekt een meisje met een hoed en ontmoet een man met een pet
Tweede hoofdstuk. Een vond
Derde hoofdstuk. Vier brieven
Vierde hoofdstuk. Een roos in ellende
Vijfde hoofdstuk. Het spiegat
Zesde hoofdstuk. De wilde mensch in zijn hol
Zevende hoofdstuk. Strategie en tactiek
Achtste hoofdstuk. Een lichtstraal in het hol
Negende hoofdstuk. Jondrette weent bijna
Tiende hoofdstuk. Tarief der huurrijtuigen: twee francs in ’t uur
Elfde hoofdstuk. Dienstaanbieding van de armoede aan de smart
Twaalfde hoofdstuk. Besteding van het vijffrancstuk van den heer Leblanc
Dertiende hoofdstuk. Twee alleen bidden niet op een afgelegen plaats
Veertiende hoofdstuk. Waarin een politieagent twee pistolen aan een advocaat geeft
Vijftiende hoofdstuk. Jondrette doet inkoopen
Zestiende hoofdstuk. Het liedje op een Engelsche wijs, in 1832 in de mode
Zeventiende hoofdstuk. Hoe het vijffrancstuk van Marius besteed werd
Achttiende hoofdstuk. De twee stoelen van Marius staan tegenover elkander
Negentiende hoofdstuk. Een donkere achtergrond
Twintigste hoofdstuk. De hinderlaag
Een-en-twintigste hoofdstuk. Men moet altijd eerst de offers vatten
Twee-en-twintigste hoofdstuk. De kleine die in het tweede deel schreeuwde
Отрывок из книги
Parijs heeft een kind, en het bosch een vogel; de vogel heet musch; het kind heet gamin (straatjongen).
Vereenig deze twee denkbeelden, die het eene een vuurhaard, het andere het morgenrood bevatten, breng deze twee vonken in aanraking; Parijs, de kindsheid, en er ontstaat een klein wezen. Homuncio zou Plautus zeggen.
.....
„Ge vertrekt morgenochtend. Ik geloof, dat er te zes uren een wagen vertrekt, die daar des avonds aankomt. Daarmede moet ge gaan. Hij zegt, dat er haast bij is.”
Toen kreukte hij den brief ineen en stak hem in zijn zak. Marius had denzelfden avond op reis kunnen gaan en zou dan den volgenden ochtend bij zijn vader geweest zijn. Een diligence in de straat du Bouloy reed destijds ’s nachts over Vernon naar Rouaan. Noch Gillenormand noch Marius dachten er echter aan hier onderzoek naar te doen.
.....