Het Haarlemmer-Meer-Boek
Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.
Оглавление
Willem Jan Cornelis Van Hasselt. Het Haarlemmer-Meer-Boek
Het Haarlemmer-Meer-Boek
Inhoudsopgave
VAN. J. Asz. Leeghwater. Dertiende Druk. MET AANTEEKENINGEN. VAN. EN VOORAFGEGAAN DOOR. EENIGE LEVENSBIJZONDERHEDEN VAN DEN SCHRIJVER. EN. EEN HISTORISCH OVERZIGT. DER PLANNEN TOT EN DER WERKEN OVER. HET DROOGMAKEN VAN HET HAARLEMMER-MEER, DOOR. Mr. W. J. C. van Hasselt, LID VAN DE REGTBANK VAN EERSTEN AANLEG TE AMSTERDAM EN VAN DE MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE TE LEIDEN. Met Portret, Kaarten, Fac-Simile, enz. TE AMSTERDAM, BIJ. G. J. A. BEIJERINCK. 1838
OP HET UITMALEN VAN ’T HAERLEMMERMEIR. AEN DEN LEEUW VAN HOLLANT
HAARLEMMERMEER-BOEK. BESCHRIJVING. EN. VOORBEREIDING TOT HET BEDIJKEN EN DROOGMAKEN. VAN DE. HAARLEMMER-MEER
KORT VERHAAL. VAN. DE MEREN, DIE IN NOORD-HOLLAND BEDIJKT ZIJN, TEGEN. SARDAM EN DEN HUIGENDIJK
AANTEEKENINGEN
OP DEN BEEMSTER
DRUKFOUTEN. IN HET VOORWERK
Отрывок из книги
Jan Adriaansz Leeghwater, Willem Jan Cornelis van Hasselt
Gepubliceerd door Good Press, 2022
.....
»1. In ’t jaar 1605, in ’t laatste van April, zoo is daar een Wijnkooper tot Alkmaar geweest, genaamt Dirk Thomasz., die met den Prince Mauritius zeer familiaar was, en verscheiden redenen met den Prince hadde, waarvan hij mede verhaalde, dat in Noort-Hollant in de Rijp twee of drie jongelingen waren, die onder het water konden gaan, waarvan den Prince zeer begeerig was om ’t zelve te zien; waarop den Wijnkooper tot antwoord gaf: »Ik zal de luiden verschrijven, dat zij bij zijne Vorstelijke Genade in den Hage zullen komen.”
»2. Ende alzoo door het schrijven zijn wij na den Hage gereist, en zijn aldaar bij den Prince gekomen, die ons zeer vriendelyk groette ende ons vraagde, of wij de luiden waren, die onder ’t water konden gaan? waarop wij antwoordden: Ja mijn Genadigen Heer; waarop de Prince wederom zeide: Hoe zoude men dat konnen weten, of men zoude dat moeten zien? waarop wij wederom antwoordden en zeiden: Zo het mijn Heer morgen belieft te zien, wij willen ’t alhier morgen in den Vijver wel doen; waarop de Prince wederom zeide: dat hij dat in den Vijver niet en begeerde; daar zouden wel duizent menschen bij komen; dat en zoude niet dienen.
.....