Читать книгу Heldensagen en Legenden van de Serviërs - Woislav M. Petrovitch - Страница 45

De dag voor Kerstmis.

Оглавление

Inhoudsopgave

Een ander feest, dat de Serviërs evenals andere volken met vele plechtigheden en gebruiken van onmiskenbaar heidenschen oorsprong vieren, en dat aller hart met vreugde vervult, is het Kerstfeest. Het is zelfs een bekende zegswijs van de Serviërs, dat “er geen dag is zonder licht—noch eenige werkelijke vreugde zonder Kerstmis.”

In den regel staat de Servische boer vroeg op, maar op den dag voor Kerstmis (Badgni dan) is ieder nog vroeger dan gewoonlijk bij de hand. Want het is de dag, waarop ieder lid van het gezin de handen vol werk heeft. Twee of meer der jonge mannen worden van elk huis uitgezonden naar het bosch11 om een jongen eikenboom te hakken en thuis te brengen, die Badgnak wordt genoemd. (De afleiding van het woord ligt in het duister, het is waarschijnlijk afkomstig van den naam van een heidenschen God.)

Als de jonge man, die den boom moet hakken, hem heeft uitgekozen, knielt hij neer en woorden van begroeting prevelend en het bij deze gelegenheid gebruikelijk gebed opzeggend, werpt hij er een handvol koren naar toe; daarna maakt hij driemaal het teeken des kruises en draagt dan zorg den kant, waar hij begint met hakken zoo te kiezen, dat de boom naar het Oosten moet vallen en wel juist op het oogenblik, dat de zon zich boven den horizon vertoont. Hij moet er ook op letten, dat de boom bij het op de aarde vallen geen takken aanraakt van een nabijstaanden boom, anders zou meer dan waarschijnlijk de voorspoed van het huis in het komend jaar worden verstoord. De stam van den boom wordt nu in drie blokken gehakt, waarvan het eene wat langer is dan de beide andere.

Tegen den avond, als alles gereed is en al de leden van de familie verzameld zijn in de keuken, het voornaamste vertrek in de woning, wordt een groot vuur ontstoken en het hoofd van de familie brengt plechtig de Badgnak binnen, die hij zoo op ’t vuur plaatst, dat het dikke einde ongeveer 30 c.M. buiten den haard blijft; ondertusschen spreekt hij op luiden toon zijn goede wenschen uit voor den voorspoed van het huis en alle bewoners.

Op dezelfde manier brengt hij de andere deelen van den Badgnak binnen, en als ze alle drie branden, pakken de jonge herders het grootste blok vast, want zij gelooven door zoo te doen zich de gehechtheid hunner schapen aan haar lammeren te verzekeren, van de koeien aan haar kalveren en van alle andere dieren aan haar jongen.

Op dit oogenblik brengt het oudste lid der familie een bos stroo en overhandigt dien aan de huisvrouw, aan wie hij tegelijkertijd “een goede en gelukkige Badgni dan” wenscht. Dan werpt zij een handvol koren naar hem toe, dankt hem voor het stroo en begint in de keuken en aangrenzende kamers het stroo op den vloer uit te strooien onder het nabootsen van het geklok der hennen, terwijl de kinderen haar vroolijk volgen en de geluiden nabootsen, die jonge kuikens maken.

Heldensagen en Legenden van de Serviërs

Подняться наверх