Читать книгу De perfecte echtgenote - Блейк Пирс - Страница 11

HOOFDSTUK ZES

Оглавление

Jessie zat rechtop in bed en was net op tijd wakker geworden om zichzelf te horen gillen. Het duurde even voor ze zichzelf weer kon oriënteren en besefte dat ze in haar eigen bed zat in Westport Beach en dat ze nog dezelfde kleren aanhad waarmee ze gisteren dronken in slaap viel. Haar lijf was bezweet en haar ademhaling was oppervlakkig. Het was alsof ze het bloed door haar aderen kon voelen stromen. Ze raakte haar linker kaak aan. Het litteken dat gemaakt werd door de tak was er nog. Het was weggetrokken en kon nu bijna helemaal verborgen worden door make-up, in tegenstelling tot het groter litteken dat langs haar rechter sleutelbeen liep. Maar ze kon het litteken nog steeds onderscheiden van de rest van haar huid. Ze kon zelfs nu nog de scherpe pijn bijna voelen.

Ze keek links en zag dat het bed leeg was. Ze zag dat Kyle er geslapen had omdat zijn kussen gedeukt was en de lakens op een hoop lagen. Maar hij was nergens te bespeuren. Ze luisterde of ze het geluid van de douche hoorde, maar het was stil in het huis. Toen ze naar de klok naast zich keek, zag ze dat het 7:45 was. Hij was waarschijnlijk al naar het werk vertrokken.

Ze kwam voorzichtig uit bed en probeerde haar bonzende hoofd te negeren terwijl ze naar de badkamer schuifelde. Na een douche van vijftien minuten en de helft van die tijd zittend doorgebracht te hebben op de koude tegels, voelde ze zich sterk genoeg om zich aan te kleden en naar beneden te gaan. In de keuken zag ze dat er een briefje op tafel lag. Ze las “Nogmaals sorry voor gisteren. We doen het op een andere keer als je wil. Ik hou van je.”

Jessie legde het briefje opzij en maakte zichzelf een koffie en havermout, het enige ontbijt waarvan ze het gevoel had dat ze het binnen zou kunnen houden. Ze slaagde erin om een halve kom te eten en gooide de rest bij het afval. Ze ging naar de zitkamer, waar een tiental ongeopende dozen op haar wachtten.

Ze ging zitten op de tweezit met een schaar en zette haar koffie op het tafeltje naast de bank. Ze trok een van de dozen naar zich toe. Terwijl ze zonder na te denken door dozen rommelde en voorwerpen op een lijst afvinkte van zodra ze die gevonden had, gingen haar gedachten weer naar haar NRD thesis.

Zonder de ruzie had Jessie Kyle bijna zeker alles over haar naderende practicum verteld, en waarschijnlijk ook over de gevolgen van haar oorspronkelijke thesis, inclusief haar ondervraging. Dan zou ze de voorwaarden van haar geheimhoudingsovereenkomst overtreden hebben. Hij wist uiteraard de grote lijnen, want ze had vaak met hem over haar project gesproken toen ze met het onderzoek bezig was. Maar het panel had haar later tot geheimhouding gedwongen, zelfs voor haar echtgenoot.

Ze vond het raar om zo'n belangrijk deel van haar leven te verbergen voor haar partner. Maar ze hadden haar verzekerd dat het nodig was. En buiten enkele algemene vragen over hoe het was gegaan, ging hij nooit echt dieper in op het onderwerp. Hij was tevreden met enkele vage antwoorden en dat was toen een opluchting. Maar gisteren was ze door het enthousiasme dat ze voelde voor wat er te wachten stond - een bezoek aan een ziekenhuis voor geesteszieke moordenaars - helemaal bereid geweest om Kyle eindelijk alles te vertellen, ondanks het verbod en de eventuele gevolgen. Als er al iets positief te bedenken was aan hun ruzie, dan was het dat die haar had tegengehouden om hem het te vertellen en daardoor misschien hun toekomst in gevaar te brengen.

Maar wat voor toekomst is het als ik mijn geheimen niet kan delen met mijn echtgenoot? En hij niet eens opmerkt dat ik dingen geheim houd.

Ze voelde zich een beetje melancholisch bij die gedachte. Ze probeerde de gedachte te verdringen, maar kon die niet zomaar wegwuiven.

Ze werd opgeschrikt door de deurbel. Toen ze op haar horloge keek, zag ze dat ze al tien minuten op dezelfde plek zat, verloren in haar somberheid, haar handen rustend op een ongeopende doos.

Ze stond op en ging naar de deur. Ze probeerde met elke stap een beetje van haar somberheid te verliezen. Toen ze de deur opende, stond Kimberly van de overkant voor haar met een vrolijke glimlach op haar gezicht. Jessie probeerde even vrolijk te glimlachen.

“Dag buurvrouw,” zei Kimberly enthousiast. “Hoe staat het met het uitpakken?”

“Het gaat langzaam,” gaf Jessie toe. “Maar bedankt dat je het vraagt. Hoe gaat het met jou?”

“Het gaat goed met me. Ik heb bezoek van enkele dames uit de buurt voor een koffie in de late ochtend en ik vroeg me af of je zin had om ons te vergezellen.”

“Ja, waarom niet,” zei Jessie en ze was blij nu een excuus te hebben om een paar minuten het huis uit te zijn.

Ze nam haar sleutels, sloot de deur en liep met Kimberly naar de overkant. Toen ze binnenkwamen, draaiden vier gezichten hun kant op. Jessie kende niemand van hen. Kimberly stelde iedereen voor en begeleidde Jessie naar de koffietafel.

“Ze verwachten niet dat je hun naam zal onthouden,” fluisterde ze terwijl ze koffie uitschonk voor hen beiden. “Dus er is geen reden om gespannen te zijn. Ze stonden allemaal ooit in jouw schoenen.”

“Dat is een opluchting,” gaf Jessie toe. “Ik heb zoveel aan mijn hoofd de laatste tijd dat ik amper mijn eigen naam kan onthouden.”

“Dat kan ik goed begrijpen,” zei Kimberly. “Maar ik moet je waarschijnlijk waarschuwen dat ik ze verteld heb over het hele FBI profiler ding, dus het kan zijn dat ze daar vragen over zullen stellen.”

“O, ik werk niet voor de FBI. Ik heb nog niet eens mijn diploma behaald.”

“Geloof me - dat doet er niet toe. Ze denken allemaal dat je een echte Clarice Starling bent. De kans dat seriemoordenaars vermeld zullen worden is hoog.”

Kimberly had het onderschat.

“Zit je in dezelfde kamer als die mannen?” vroeg Caroline, een vrouw met haar dat zo lang was dat het op haar onderrug viel.

“Dat hangt ervan af welke regels er gelden in de instelling,” antwoordde Jessie. “Maar ik heb nog nooit een interview gedaan zonder dat er een ervaren profiler of onderzoeker naast me zat en de leiding nam.”

“Zijn seriemoordenaars zo slim als ze in de films lijken?” vroeg Josette aarzelend. Het was een muisachtige vrouw.

“Ik heb zelf nog niet genoeg interviews gedaan om daar zeker van te zijn,” vertelde Jessie. “Maar uit de literatuur en mijn eigen ervaring kan ik afleiden dat dat niet het geval is. De meeste van deze mannen - en het zijn bijna altijd mannen - zijn niet intelligenter dan jij en ik. Sommigen kunnen het lang volhouden omdat het onderzoek slordig was. Sommigen konden arrestatie vermijden omdat ze slachtoffers uitzochten waar niemand om geeft - prostituees, daklozen. Het duurt even voor mensen opmerken dat die mensen verdwenen zijn. En soms hebben ze gewoon geluk. Eenmaal ik afgestudeerd ben, zal het mijn taak zijn om ervoor te zorgen dat ze wat minder geluk hebben.”

De vrouwen bleven haar beleefd aanvallen met vragen, blijkbaar volledig ongeïnteresseerd in het feit dat ze nog niet eens afgestudeerd was en al zeker nooit een profiling zaak had aangenomen.

“Dus je hebt eigenlijk nog nooit een zaak opgelost?” Vroeg Joanne, een bijzonder nieuwsgierige vrouw.

“Nog niet. Technisch gezien ben ik nog student. De professionele mensen onderzoeken de echte zaken. Over professionele mensen gesproken, wat doe jij?” vroeg ze en ze hoopte zo het gespreksonderwerp te veranderen.

“Vroeger werkte ik in marketing,” zei Joanne. “Maar dat was voor Troy geboren werd. Hij houdt me goed bezig tegenwoordig. Dat is op zich al een voltijdse baan.”

“Dat zal wel. Is hij ergens een dutje aan het doen?” vroeg Jessie en ze keek rond.

“Waarschijnlijk,” zei Joanne terwijl ze naar haar horloge keek. “Maar hij krijgt direct nog een snack. Hij is op de dagopvang.”

“O,” zei Jessie en ze probeerde haar volgende vraag zo voorzichtig mogelijk te verwoorden. “Ik dacht dat de meeste kinderen bij de dagopvang werkende moeders hadden.”

“Dat is zo,” zei Joanne en ze voelde zich blijkbaar niet beledigd. “Maar de dagopvang is zo goed hier dat ik niet anders kon dan hem in te schrijven. Hij gaat niet elke dag. Maar woensdagen zijn altijd een uitdaging, dus dan breng ik hem meestal wel. Het midden van de week is altijd moeilijk, vinden jullie niet?”

Voor Jessie kon antwoorden, opende de deur naar de garage en kwam er een fors gebouwde man van in de dertig binnen gestormd. Hij had een grote bos warrig, ros haar.

“Morgan!” riep Kimberly vrolijk. “Waarom ben je thuis?”

“Ik ben mijn rapport in de studeerkamer vergeten,” antwoordde hij. “Ik moet binnen twintig minuten een presentatie geven, dus ik moet snel terug.”

Morgan, blijkbaar de echtgenoot van Kimberly, zag er helemaal niet verrast uit dat er een half dozijn vrouwen in zijn woonkamer zat. Hij baande zich een weg door de groep en groette iedereen. Joanne boog zich naar Jessie.

“Hij is een soort van ingenieur,” zei ze stilletjes, alsof het een soort van geheim was.

“Voor wie werkt hij? Voor defensie?” vroeg Jessie.

“Nee, voor een of andere vastgoedfirma.”

Jessie begreep niet goed waarom dat zoveel discretie vereiste, maar ze besloot er niet verder op in te gaan. Iets later stormde Morgan weer de woonkamer in met een dik pak papier in zijn hand.

“Het was leuk jullie te zien, dames,” zei hij. “Mijn excuses dat ik niet kan blijven. Kim, vergeet niet dat ik naar de club moet vanavond, dus ik zal laat thuis zijn.”

“Oké, schatje,” zei zijn echtgenote en ze achtervolgde hem om nog een kus te krijgen voor hij zich door de deur haastte.

Toen hij weg was, ging ze terug naar de woonkamer, nog een beetje opgewonden door het onverwachte bezoek.

“Ik zeg je, hij beweegt zo doelgericht, je zou denken dat hij de profiler was of zo.”

Die opmerking zorgde voor gegiechel in de groep. Jessie glimlachte, hoewel ze niet goed wist waarom dat zo grappig was.

*

Een uur later zat ze weer in haar eigen zitkamer en probeerde de energie te vinden om de doos die voor haar stond te openen. Terwijl ze voorzichtig door de tape sneed, dacht ze na over het koffiebezoek. Er was iets vreemds aan het bezoek. Maar ze kon het niet goed plaatsen.

Kimberly was een schat. Jessie vond haar echt aardig en ze was erg dankbaar voor de moeite die ze deed om de nieuwe te helpen. En de andere vrouwen waren lief en vriendelijk, maar ook een beetje saai. Maar er was iets … mysterieus aan de manier waarop ze met elkaar omgingen, alsof ze een geheim deelden waar Jessie niet van op de hoogte was.

Ergens dacht ze dat ze misschien paranoïde was om zoiets te vermoeden. Het zou niet de eerste keer zijn dat ze te snel verkeerde conclusies trok. Langs de andere kant hadden haar begeleiders van de afdeling forensische psychologie aan de USC haar altijd geprezen voor haar intuïtie. Zij vonden haar niet paranoïde, maar wel “argwanend nieuwsgierig”, zoals een van haar professoren het beschreven had. Toen klonk het als een compliment.

Ze opende de doos en nam het eerste voorwerp. Het was een ingelijste huwelijksfoto. Ze keek ernaar en zag de uitdrukking van geluk op haar gezicht en dat van Kyle. Naast hen stonden familieleden die ook allemaal straalden van geluk.Terwijl haar ogen over de foto dwaalden, spoelde de melancholie die ze eerder voelde weer over haar heen. Ze voelde een angstige spanning in haar borstkas. Ze herinnerde zich eraan dat ze diep moest ademhalen, maar ondanks het diepe in- en uitademen, kalmeerde ze niet.

Ze wist niet wat hiervan de oorzaak was. Misschien waren het de herinneringen, de nieuwe omgeving, de ruzie met Kyle, of misschien was het alles tegelijk? Wat het ook was, ze besefte dat er een fundamentele waarheid was. Ze kon dit niet om haar eentje onder controle houden. Ze moest met iemand gaan praten. Ondanks het feit dat ze overweldigd werd door een gevoel van acute mislukking, nam ze de telefoon en belde het nummer waarvan ze gehoopt had dat ze het nooit meer zou hoeven gebruiken.

De perfecte echtgenote

Подняться наверх