Читать книгу De Wereld volgens Daan - Len van der Hoeven - Страница 4
ОглавлениеDaan
Het bos is erg oud en staat vol met enorme eiken, kolossale kastanjes en brede beuken, ze geven het een magische sfeer. De enkele mensen die er komen, weten niet wat het is, maar voelen dat er iets bijzonders is met dit bos; iets eh, sprookjesachtigs. Wat ze niet vermoeden, is dat er een kabouter woont en dan bedoel ik: een echte kabouter. Niet zo een met een rood puntmutsje en felle kleuren die je in tuincentra ziet, maar een echte kabouter met een puntige, meestal grijsblauwe of grijsgroene hoed met brede rand. Natuurlijk dragen ze niet van die belachelijk felle kleuren, dan zouden ze veel te veel opvallen en dat is nou net wat kabouters niet willen. Zeg nu zelf: heb je wel eens een echte kabouter gezien? Precies!
Halverwege een heel oude eik heeft Daan – zo heet deze kabouter – zijn hol. Hij zit net in de opening van zijn hol hoog in de boom, en heeft zijn enorme voeten stevig op een dikke tak geplant. Hij drinkt een mok beukennotenkoffie – een drank die veel door kabouters wordt gedronken – en geniet van het comfort van zijn woning. Al generaties lang wordt deze Eik bewoond door kabouters. “Mijn betovergrootvader heeft de woning in overleg met deze Eik doen ontstaan,” mijmert Daan. “Het is een jarenlang proces en mijn betovergrootvader heeft de woning pas betrokken toen hij en de boom tevreden waren met het resultaat.” Daan rekent terug en mompelt: “Dat is dan al meer dan twaalfhonderd jaar geleden.” Bedachtzaam strijkt hij langs zijn baard, die onlangs met afnemende maan in een mooie punt is geknipt en gevlochten. Hij glimlacht in zichzelf en mompelt: “En dan denken mensen dat we in paddenstoelen leven, of erger nog; er zelfs op heen en weer wippen. Paddenstoelen zijn veel te klein om in te wonen of op heen en weer te wippen, als we al zouden willen wippen op een paddenstoel; de paddenstoel zou direct afknappen en we zouden ons diep schamen voor onze eigen bruutheid. Nee stel je voor zeg. Wij zijn de hoeders van het bos en zouden nooit een plant of dier onnodig beschadigen. Zelfs aan paddenstoelen of planten vragen we beleefd of we ze voor consumptie mogen gebruiken.”
Zijn gemijmer wordt onderbroken door geklop. Het is Specht, zijn bovenbuurman, die de kinderkamer aan het inrichten is. Boven Daan woont ook nog Uil, maar die slaapt overdag zelfs door het geklop van Specht heen. Verder hebben de mezen hun nest met jongen hoog in de takken en is sinds kort beneden een muizenfamilie komen wonen, maar die houden zich vanwege Uil muisstil.
In een kabouterboom wonen meestal veel dieren, daaraan kun je de boom herkennen. Kabouters onderhouden eigenlijk met alle dieren goede contacten en bemiddelen bij kleine en grote geschillen. Ze praten met dieren en bomen door gedachtenoverdracht. De zorg voor dieren en planten ligt hen na aan het hart en is voor kabouters niet meer dan vanzelfsprekend. Zo, nu heb je deze kabouter die Daan heet, leren kennen.
Zijn echte kabouternaam is veel langer en kunnen we niet uitspreken. Daarom mogen we hem Daan noemen.