Читать книгу De Firmant - Maud van Leyden - Страница 5

Оглавление

(ON)WAARDIG GEDRAG

“Als je het in een boek zou schrijven zou niemand het geloven.”

Het oordeel van de commissie

Verdoofd liep hij door de straten van Londen. Deze had hij niet zien aankomen. Een enorme klap in zijn gezicht, of beter gezegd, een dolkstoot in zijn rug. Hij had zojuist een gesprek gehad met een commissie waarvan hij, tot een week geleden, het bestaan niet eens kende. Zou hij Henriëtte nu meteen bellen? Hij moest eerst nog langs een klant. Misschien dat eerst maar doen, gewoon professioneel blijven. En dan zou hij daarna wel gaan nadenken over hoe het nu verder moest. Dit was gewoon zó bizar! Hij was zó goed bezig binnen de Firma. Hij haalde het ene contract na het andere binnen, allemaal nieuwe cliënten en in nieuwe landen. Veel staatsoliebedrijven waren daarbij. Het ging om grote langetermijncontracten tussen grote spelers op de internationale energiemarkt, miljoenencontracten. Drie jaar geleden was hij dan eindelijk firmant geworden en daarmee hoorde hij bij de bazen van de Firma.

Had hij het moeten zien aankomen? Zijn beoordelingen waren altijd lovend en ieder jaar kreeg hij een verhoging. Ook dit jaar was dat niet anders, al hadden ze wel commentaar gehad op de veelheid aan cliënten waarvoor hij werkte. Dat was hem wat rauw op zijn dak gevallen. Had de Firma zelf hem niet altijd gestimuleerd om meer en meer cliënten in zogenaamde frontier-landen binnen te halen? Daarom had hij zich wel een beetje bedonderd gevoeld dat ze hem nu juist dat verweten. Nu wilden ze ineens dat hij zich meer zou concentreren op Delphin Oil, die grote Britse Maatschappij waar al vele firmanten zich stonden te verdringen. Hij had daar goede contacten inderdaad, maar de laatste jaren had iedereen hem daar juist weggehouden. De oudere firmanten wilden die cliënt graag voor zichzelf houden.

Hij liep door Oxford Street en keek naar de herfstmode in de etalages. Het was een prachtige herfstdag: goudgeel dwarrelden de blaadjes tegen de strakblauwe lucht. Hij zag zichzelf reflecteren in de spiegels van de winkels: een atletische man in een elegant pak. Hij was best tevreden met zichzelf. Hij had zijn leven lang veel gesport. Als jonge jongen had hij op hoog niveau gehockeyd. Toen hij in Rotterdam studeerde, speelde hij in het rugbyteam van het corps. Ze deden behoorlijk mee in de competitie, al haalden ze niet de echte top. Maar dat was oké. Je traint hard en de beste wint. Dat is sport. In zijn carrière had hij, zoals iedereen, heus wel eens wat tegenslagen gekend, maar het was hem altijd weer gelukt om die, met hard werken, weer te boven te komen. Dat zou hem ook nu weer lukken. Als hij maar eerst begreep wat er eigenlijk aan de hand was. Want daarover tastte hij op het moment volstrekt in het duister.

Het was al ongeveer drie maanden geleden dat één of andere risicomanager uit de Parijs hem meldde dat er een onderzoek naar hem werd ingesteld: er waren zorgen over de gang van zaken bij PetroAlg, een grote Algerijnse Oliemaatschappij. Ze waren daar momenteel bezig met grote gas-contracten. Het werk liep op rolletjes, ondanks de staatsgreep die daar een halfjaar geleden had plaatsgevonden. Na die staatsgreep was het weliswaar bijltjesdag geweest en waren ook de topmanagers van alle staatsbedrijven door de geheime dienst doorgelicht, waaronder uiteraard ook de CEO van PetroAlg. Tweemaal was deze man door verschillende diensten onderzocht, omdat PetroAlg één van de grootste oliebedrijven van heel Afrika was en van vitaal belang voor de staatsinkomsten. Daarbij was gelukkig niets onoorbaars aan het licht gekomen en dus mocht hij zijn functie onder de nieuwe regering houden. Daarmee bleef de continuïteit van de bedrijfsvoering behouden alsmede de lopende afspraken met de afnemers van het gas, waar de contracten voor opgesteld moesten worden.

De firmant had zich best kunnen voorstellen dat de risico-afdeling, geschrokken van de staatsgreep, die afspraken nog eens goed tegen het licht wilde houden. Daar zou dat onderzoek wel over gaan. Alleen hadden ze dan wel de verkeerde persoon te pakken. Hij ging namelijk helemaal niet over die contracten. Hij was zelf namelijk niet eens de klantmanager voor PetroAlg ook al deed hij wel het werk. Hij wist echter ook dat hij ze gerust kon stellen. Dit waren kantoorklerken van de Firma in de Verenigde Staten, die ook niet zo héél veel snapten van Afrika en dat vooral een heel eng en gevaarlijk continent vonden. Ze zouden wel in paniek geraakt zijn, alleen al door het idee van een staatsgreep. Als ze de details van de contracten en van de afspraken zouden lezen, dan zouden ze zeker snappen dat alles in orde was daar. Zelfs als de staatsgreep anders was verlopen dan had de Firma daar nooit een groot risico gelopen. Hij had zich dan ook geen grote zorgen gemaakt. Hij had daar ook niet echt de tijd voor, want hij had het erg druk met drie grote projecten die hij gelijktijdig aan het managen was. Hij reisde momenteel wekelijks tussen Oekraïne, Egypte en Algerije. Daarnaast hadden ze hem ook nog gevraagd tussendoor naar Japan te komen en naar Australië om daar te helpen nieuwe klanten te ontwikkelen. Nee, er was niets dat erop had gewezen dat dit eraan kwam.

Inmiddels was hij bij het kantoor van de klant aangekomen, een investeerder die hij bijstond bij de aankoop van een gasbedrijf in Spanje. De meeting die volgde ging goed en ze spraken af dat hij ze volgende week in Madrid zou treffen. Zo ging het eigenlijk altijd. De cliënten waren altijd onder de indruk van zijn kennis van de gasmarkt. Niet voor niets werd hij Mr. Gas genoemd. Hij had dan ook al bijna dertig jaar ervaring met gas. Direct na zijn rechtenstudie was hij begonnen bij Delphin Oil en was daar algauw in de gasdivisie terechtgekomen. Toen hij later toch de advocatuur in was gegaan, had hij aan allerlei onderwerpen gewerkt, maar altijd wel op de een of andere manier gerelateerd aan energie. Gaspijplijnen, nutsvoorzieningen, chemie, windmolens. Maar gas, daarin was hij echt de onbetwiste expert. Niet voor niets werd hij veel gevraagd in de vele arbitragezaken die overal op de wereld gaande waren. Dat was vooral bij zijn vorige kantoor geweest. De Firma had liever niet dat hij zich daarmee bezighield. Ze vonden het risico te groot dat hij dan andere klanten van de Firma zou afstoten. Hij vond dat jammer, maar had genoeg andere gave projecten omhanden en was verder behoorlijk tevreden bij de Firma.

Anderhalve week geleden veranderde dat ineens, toen hij een vilein telefoontje kreeg. Het was de voorzitter van één of andere geheime commissie die firmanten en partners controleerde op waardig gedrag. Hij kende hem wel, één van de meest gerespecteerde firmanten was hij. Victor had zich als Latijns-Amerikaanse homoseksueel, tegen alle vooroordelen in, omhoog gevochten en werd nu gezien als een rolmodel. Voor de Firma was hij dan ook een boegbeeld. Sommige mensen bereiken een status van onaantastbaarheid en hij was zo iemand. Dit heerschap belde hem dus op in zijn hoedanigheid als voorzitter van deze gedragscommissie, waar hij nooit eerder van gehoord had, en vertelde hem dat zijn gedrag onderzocht werd inzake een contract van PetroAlg. Een Franse juriste had geklaagd dat hij haar niet respectvol had bejegend en dat het contract niet klopte. Hij kreeg een weekeinde om een memo te schrijven met zijn perspectief en dan zou de commissie over zijn lot besluiten. Hij had hem uitgelegd hoe de vork in de steel zat en dat hij niet de klantmanager was. Maar het leek wel of hij niet wilde luisteren. Hij bleef herhalen dat de commissie zich grote zorgen over hem maakte, over zijn houding en dat er klachten tegen hem waren ingediend. Hij had nog even gevraagd of het dan alleen over Algerije ging, of dat er nog meer was. Nee, het ging alleen over Algerije. Hij had toen besloten het er toch nog even met Dirk over te hebben.

Dirk was de firmant die hem ooit binnen had gehaald. Met hem had hij dit ook al eerder besproken, maar Dirk dacht er net zo over als hij: “Dit zijn kantoorklerken en die lui snappen niets van de business en niets van Afrika. Bovendien moeten ze daarvoor bij Ahmet zijn en niet bij jou.” Hij had die vrijdagmiddag dus Dirk nog even gesproken. Dirk wist wel van het bestaan van deze geheime commissie af. Binnen de Firma zijn niet alle firmanten gelijk. Pas als je eenmaal firmant bent geworden, ontdek je dat er ook onder firmanten rangen en standen bestaan: er is een kleine groep firmanten die de sleutelposities binnen de Firma bekleden. Dirk wist hem te vertellen dat deze commissie een belangrijke statuur heeft binnen de Firma, inclusief de macht om straffen uit te delen en, als ultieme sanctie, firmanten te ontslaan. “Maar,” zei hij erbij, “je moet je geen zorgen maken. De interne organisatie wil de laatste tijd te veel macht naar zich toetrekken, maar wij firmanten zijn de baas hier en duwen dat af en toe weer een beetje terug. Dat vinden ze vervelend en nu willen ze een punt maken. Eerlijk gezegd begrijp ik niet waarom ze deze commissie daarvoor gebruiken. Ik denk echter dat het wel mee gaat vallen. Je zult wel een waarschuwing krijgen en misschien een financiële tik. Misschien dat je je bonus dit jaar niet krijgt, of dat je niet meer voor PetroAlg mag werken. Leg in dat memo gewoon uit dat je hun punt begrijpt en dat je ervan geleerd hebt.” Het had wel een beetje oneerlijk gevoeld. Welk punt moest hij snappen? Waar ging het om? En waarom een tik krijgen?

Bij thuiskomst die vrijdag had hij het met Henriëtte besproken en ook verteld hoe Dirk ertegenaan keek. Hij maakte zich niet te veel zorgen, maar moest wel het hele weekeinde aan de bak om dat memo goed op te stellen. En eigenlijk hadden ze andere plannen. Ze zouden nog naar het landgoed gaan om wat laatste dingen af te spreken voor hun feest van volgende week. Ze moesten de vloer opmeten voor de band en nog even wat afspreken over dieetwensen. Maar dat kon uiteindelijk ook wel over de telefoon. Dus het was vervelend, maar het zou verder wel goed komen. Henriëtte had hem echter meteen gewaarschuwd. Zij had aangevoeld dat dit niet goed zat. Zij voelde vaker dat soort dingen aan. Hij was een rationele vent en kon daar nooit zoveel mee. Henriëtte had gezegd: “Dit klinkt niet goed. Als ze het zo formeel spelen dan zijn ze waarschijnlijk wat aan het voorbereiden. Ze zijn zich aan het indekken. Ik weet niet wat ze tegen je hebben, maar dat memo moet je serieus nemen, want dat kan tegen je gebruikt worden. Je moet daarin op geen enkele manier iets opschrijven wat later als een schuldbekentenis kan worden uitgelegd.”

Het leek hem in ieder geval niet verkeerd om haar advies op te volgen, ook al zag hij het zelf niet zo somber in. Het kón toch gewoon niet. Wat konden ze nu tegen hem hebben. Hij wist honderd procent zeker dat hij alles altijd juist had afgehandeld. Met zijn 22 jaar ervaring in de bedrijfsadvocatuur, vaak in minder stabiele landen, wist hij echt wel hoe hij met risico’s moest omgaan. Hij had ook altijd alles afgestemd met de risicomanagers van de Firma op het hoofdkantoor, dus er kón gewoon helemaal niets zijn. Maar ook het idee van die financiële tik beviel hem totaal niet. Het was allemaal zó totaal onterecht. Nooit eerder had iemand over hem geklaagd. Het hele weekeinde had hij besteed aan dat memo. Hij had precies uitgelegd wat zijn rol was en welk werk er precies voor PetroAlg werd gedaan. Het ging om exportcontracten voor LNG naar diverse afnemers over de hele wereld, maar vooral naar Europa. Hij had uitgelegd dat ook gerespecteerde banken met het bedrijf samenwerkten en dat er goedkeuring was vanuit de Europese Commissie. Zijn rol was echter slechts aan de zijlijn geweest. Hij was zelf niet formeel de raadsman, maar hij adviseerde alleen maar. Zondagavond laat had hij het verstuurd en er vervolgens de hele week niets meer over gehoord. Pas vrijdagavond belden ze hem op: of hij maandag naar Londen kon komen.

Die zaterdag vierden ze hun grote feest. Bijna een jaar hadden ze ernaar toegeleefd. Het was hun zilveren bruiloft en ze gingen het groots vieren. Ze hadden een fantastische locatie op een landgoed en de beste partyband van Nederland geregeld. Het was een geweldig feest: hun zoons blonken uit in hun rol als gastheren en hun gasten genoten. Was het een slecht teken dat enkele firmanten, waaronder Dirk, op het laatste moment hadden afgezegd? Er had voor hen toch iets van een schaduw over hun feest gehangen. Maar dat konden ze aan niemand laten merken. Zij waren immers het feestpaar en iedereen was daar voor hen, om hun 25 jaar huwelijksgeluk met hen te vieren. Henriëtte was een stralende zilveren bruid geweest met haar lange donkere haren en haar zelfontworpen zijden dans-jurk. Maar hij wist dat zij zich, onder dat stralende uiterlijk, diepe zorgen maakte.

En nu liep hij op Londen Heathrow. Zou hij Henriëtte bellen? Hij wist dat ze op zijn telefoontje wachtte, dat ze de hele dag in spanning zat, maar dat ze hem niet zou gaan bellen, omdat ze hem nooit wilde storen. Nog een kwartier vóór het inchecken. De telefoon hoefde maar één keer over te gaan.

“Hé lieverd, hoe is het gegaan?”

“Je had gelijk. Ze gaan me ontslaan.”

“Wát?”

Aan de keukentafel

“Maar dat kan toch helemaal niet. Je werkt je uit de naad, verdient miljoenen voor de Firma en nu gooien ze je er zomaar op stel en sprong uit? Zonder vergoeding of iets?” Henriëtte had wel nattigheid gevoeld na dat telefoontje van Victor, maar toch, een ontslag bijna op staande voet, dat verwacht je niet. In Nederland kan dat ook helemaal niet. Zeker niet als er nooit eerder iets was gezegd of gewaarschuwd. Integendeel, Floris kreeg alleen maar complimenten. Terecht ook, want hij haalde de ene na de andere nieuwe cliënt binnen voor de Firma. Floris zat aan de rustieke eettafel in hun ruime keuken. Hij was net thuisgekomen. Op tafel stond een dampende schaal pasta. Henriëtte schonk twee glazen wijn in en ging zitten. Ze was ontzet. “Je kunt toch niet iemand zomaar zonder eerdere formele waarschuwing ontslaan?” Je hebt drie maanden geleden nog een beoordeling gekregen. Was daar niets in genoemd dan?”

“Nee, helemaal niets. Die beoordeling was gewoon zeer positief, op alle punten. Ik baalde er alleen van dat ze me niet op lieten gaan voor de volgende schaal. Maar ze hadden bedacht dat ik me wat meer moest gaan focussen op Delphin Oil in plaats van op Afrika. Je moet kennelijk een grote cliënt hebben om door te gaan naar het hoogste echelon binnen de Firma.” Henriëtte zuchtte. Nee, ze was dat niet vergeten. Ze hadden dat beiden raar en een beetje oneerlijk gevonden. Maar de beoordeling zelf was goed geweest en hij had ook gewoon weer een salarisverhoging gekregen. Het enige vreemde was wel dat hij die laatste beoordeling nooit op schrift had gekregen. Maar dat gebeurde wel vaker in deze Firma. Niet alles werd op schrift gezet. Veel afspraken bestonden in vertrouwen. Deze Firma had normen en waarden hoog in het vaandel, dus het was niet nodig om alles op papier te zetten. Althans, dat had hij altijd gedacht, tot nu. Want nu was het toch wel hinderlijk dat er eigenlijk zo weinig vastgelegd was.

“Volgende week word je 55 en krijg je dan nog wel een pakket aangeboden?” vroeg Henriëtte. Het pakket was een soort gouden handdruk voor partners die 55 werden en was bedoeld om te voorkomen dat ze eindeloos mee bleven delen in de winst terwijl ze op oudere leeftijd vaak minder productief werden. Floris antwoordde: “Ik ga ervan uit dat ik die krijg. Deze commissie is zo geheim dat de rest van de Firma hier niets van weet. En als ik hem krijg dan zal ik hem accepteren ook. Ik ben er zelf ook klaar mee. Op deze manier heb ik er ook geen zin meer in. Ik blijf tot het einde van het jaar. De Firma wil me eruit hebben. Dan ga ik toch gewoon met pensioen en dan zingen we het verder wel uit. Het huis is aan het einde van het jaar helemaal van ons en als ik dat honorarium goed beleg kunnen we het vast wel redden. Bovendien kan ik overal nog aan het werk met mijn ervaring en netwerk.”

“Weet je, ik ga morgen Dirk eens bellen en hem vragen wat ik hier nu verder mee moet. Ik kan kennelijk nog in beroep gaan. Maar Victor gaf ook aan dat nog nooit iemand een beroep had gewonnen. Hij noemde een of andere Margaret bij wie ik moet zijn voor de verdere afhandeling. In ieder geval bel ik morgen ook meteen mijn advocaat, om hem te vragen wat mijn rechten zijn en wat de Firma wel en niet kan maken. Ik had hem vorige week al ingelicht dat er mogelijk wat aan zat te komen. Dus hij heeft al tijd ingeruimd voor me. En verder ga ik met verschillende mensen in mijn netwerk eens wat ideeën bespreken om samen op te pakken. Voor sommige projecten heb ik nooit tijd of gelegenheid gehad sinds ik binnen de Firma ben. En ik spreek morgen ook Sergei, mijn Oekraïense cliënt, die me twee jaar geleden al gevraagd had voor een positie in zijn raad van bestuur.”

Henriëtte herinnerde zich dat nog. Ze hadden het daar toen nog uitgebreid over gehad. Floris had het op zich leuk geleken. Hij was avontuurlijk aangelegd en het leek hem geweldig om aan het einde van zijn carrière ook nog echt een bedrijf te leiden. Daarnaast wilde hij graag die arbitragezaken tegen de Russen doen, wat van de Firma niet mocht. Ze hadden de pro’s en contra’s tegen elkaar afgewogen, maar toch de zekerheid van de Firma verkozen boven een Oekraïens avontuur. “Eindelijk kun je eens gaan oogsten waarin je zolang hebt geïnvesteerd,” had Henriëtte gezegd, “en dan zou je dat nu allemaal laten lopen?” Ze had natuurlijk gelijk gehad. Hij was eindelijk firmant geworden en had zijn zaakjes op orde. De Firma had een reputatie die overal de deuren voor hem opende. Waarom zou hij dat laten lopen?

Maar nu was alles anders. Hun wereld stond ineens op zijn kop. Natuurlijk kon hij nog intern in beroep gaan. Natuurlijk zouden de firmanten wel inzien dat dit echt een bizarre conclusie van die commissie was. En anders zou hij gaan procederen. Ze zouden zien met wie ze te maken hadden. Hij liet zich niet willoos afslachten. Ze zouden nog wel eens merken hoe de Nederlandse rechter hierover zou denken: iemand ontslaan zonder dat er ooit een waarschuwing was gegeven, zonder geldige reden eigenlijk, en ook nog eens heel toevallig net één week voor je pensioenleeftijd. “Ook al stelt de Firma niets op papier, je hebt toch tenminste recht op de kantonrechtersformule: één maand loon per gewerkt jaar,” meende Henriëtte, “alleen wel lullig dat je hier pas zes jaar zit, terwijl je al ruim 22 jaar in bedrijfsadvocatuur zit. Het zou terecht zijn om van 22 jaar uit te gaan. Per slot van rekening was het de Firma die jou benaderde en vroeg om over te stappen toch?” Floris vreesde dat de rechter daar niet in mee zou gaan maar hij ging dit allemaal bespreken met zijn advocaat. Intussen leek het hem ook wel handig om alternatieven te creëren. Hij was er de man niet naar om af te gaan zitten wachten wat de uitkomst van deze processen zou worden. Dat was alleen maar negatieve energie. Nee, hij wilde zich meteen ook weer op de toekomst richten en meerdere opties hebben.

“Maar dat gesprek met Victor dan? Wat hebben ze dan precies tegen je?” vroeg Henriëtte. “Kennelijk gaat het over een van de contracten van PetroAlg, maar eigenlijk kon hij niet precies aangeven wat daar dan precies mee was en wat mijn rol daar dan in was geweest. Ik zei nog dat ik die contracten helemaal niet opstel, maar hij ging daar gewoon niet op in. Hij zei dat de commissie een herhaaldelijk overtreden van de richtlijnen had geconstateerd en er geen vertrouwen in heeft dat ik goed begrijp hoe ik met risico’s moet omgaan. Maar specifieker is hij niet geweest. Er was ook geen ander vergrijp naar boven gekomen dan dat. Sterker, hij benadrukte nog dat er niets tegen mij persoonlijk is en dat ik word gezien als een zeer gewaardeerde firmant.” Meer dan een uur had het gesprek geduurd en hij had echt doorgevraagd wat ze dan toch tegen hem hadden, maar hij was er niet veel wijzer van geworden. Hij zou Lars en Olaf eens vragen of zij misschien ergens achter konden komen. Zij zaten als prominente firmanten in allerlei belangrijke commissies binnen de Firma. “En dat is dan kennelijk genoeg om je zomaar te ontslaan? Dat kan toch zomaar niet?” Dat kan dus blijkbaar wel. Hij had inmiddels begrepen dat deze commissie dat inderdaad zomaar kan doen.

“Het is wat het is en we kunnen er nu niet ze veel aan doen. Het is tien uur. Laten we nog even ‘Nieuwsuur’ kijken en dan gaan slapen. Morgen moet ik vroeg op kantoor zijn.” Henriëtte reageerde verbaasd: “Dus je gaat morgen gewoon naar kantoor?” Ja, voorlopig ging alles gewoon door. Dit was allemaal zo raar. In Amsterdam wist niemand hiervan, op een paar ingewijden na. En de business ging ook gewoon door. Daarbij was het nu nog belangrijker dan ooit om zijn klanten goed te blijven adviseren en om zijn eigen reputatie goed te houden. De espressomachine bromde en de melkschuimer zoemde. Even met een goede cappuccino journaal kijken, was toch altijd een rustpuntje na een lange werkdag. Gezellig samen op de bank, dat gebeurde doordeweeks ook niet zo heel vaak.

Het eerste item ging over Groningen. Er was weer een beving geweest en de bewoners eisten versnelde afbouw van de gaswinning. Henriëtte en Floris kenden de problematiek goed en waren daarom extra geïnteresseerd. Ze hadden elkaar ooit leren kennen toen ze beiden bij Delphin Oil werkten – een oliestel, zo werd dat toen genoemd – en ze waren ook tegelijkertijd gedetacheerd geweest bij de Noordelijke Gasmaatschappij. Later, als firmant, adviseerde hij de minister van Economische Zaken al langere tijd om die schade in Groningen nu snel structureel aan te pakken zolang er nog genoeg verdiend werd aan dat gas om dat allemaal van te betalen. Inmiddels werd de productie onder publieke druk flink omlaag gebracht en zou er straks natuurlijk ook niet meer genoeg geld uit komen om alle schadeclaims te betalen. Hij had dat al jaren geleden zien aankomen. Drie ministers had hij zien komen en gaan.

Het tweede onderwerp was de verdwijning van een kritische Saoedi-Arabische journalist. Hij had asiel gekregen in de VS, maar was kennelijk met een smoesje naar Turkije gelokt. Daar was hij het Saoedische consulaat binnen gegaan en daar nooit meer uit gekomen. Sindsdien werd hij vermist. “Ingelichte bronnen zeggen dat de Saoedische kroonprins Mohammed Bin Salman hier zelf achter zou zitten. Op camerabeelden is te zien dat een uur vóór de aankomst van deze meneer Kashoggi een groep mannen, die een uur tevoren met een privétoestel was geland in Ankara, arriveert bij het consulaat. Enkele van deze mannen zijn herkend als leden van de Saoedi-Arabische geheime dienst.” De nieuwslezeres ging door naar het volgende onderwerp. “Weet je wat het erge is,” zei Floris, “wij hebben hen daar nog geholpen met de juridische haken en ogen van het inzetten van kunstmatige intelligentie-systemen.” Henriëtte was nog niet eens zo verbaasd. Privacywetgeving was immers één van de paradepaardjes van de Firma. Dat Saoedi-Arabië een klant was, vond ze wel een beetje vreemd. “Hoezo dat dan? Die laten zich daar toch sowieso niets aan gelegen liggen?” Floris legde uit: “Ja, maar ze moeten wel rekening houden met hoe de Verenigde Staten er tegenaan kijken. Dus als het erop aankomt, moeten ze dat wel kunnen rechtvaardigen. Vandaar ook dat ze daarvoor Amerikaanse juristen wilden hebben. Wij hebben inmiddels aardig wat kennis en ervaring met zogeheten ‘gerechtvaardigde inbreuk op de privacy’ in het belang van de staatsveiligheid.”

Henriëtte wist dat maar al te goed. Het was één van de paradepaardjes van de Firma. Ze was vaak genoeg mee geweest naar internationale partnerconferenties. Dat was een van de leuke dingen bij de Firma, dat de partners van de partners – die dus geen partners maar ‘affecten’ werden genoemd – bij veel conferenties ook welkom waren. En niet alleen voor hersenloze nevenprogramma’s maar ook voor de inhoudelijke sessies. Zo was ze daardoor behoorlijk goed op de hoogte van waar de Firma heen wilde. Ze kon zich alleen af en toe wel behoorlijk ergeren aan dat blinde vertrouwen in kunstmatige intelligentie en het totale gebrek aan aandacht voor de risico’s die daaruit konden voortkomen of de ethische aspecten ervan. Alsof het alleen maar om privacy ging en niet, zoals in veel gevallen, om persoonlijke veiligheid. Zij had dat in die sessies ook wel eens ingebracht. In de politieke arena voerde ze dergelijke discussies ook wel eens. Haar inbreng was echter altijd minzaam glimlachend terzijde geschoven. “Dit was dus precies het soort zaken waar ik toen al voor waarschuwde. Kunstmatige intelligentie in handen van een dictator. Levensgevaarlijk,” zei ze. Floris beaamde dat. “Dat klopt. En als je de belangen van het staatshoofd en zijn hele familie ook definieert als staatsbelang en kritische journalisten of mensenrechtenorganisaties vervolgens als een gevaar daarvoor, dan kun je er zelfs voor een Amerikaanse rechtbank niet veel meer mee.”

De Firma

Iets meer dan zes jaar geleden was het dat Dirk belde om te vragen of ze eens konden praten. Floris was benieuwd en het leek hem interessant te horen wat Dirk te zeggen had. Hij kende hem zeker van reputatie: Dirk was bij de meesten van zijn klanten zijn voornaamste concurrent. Ze spraken af in Den Haag, in een café op het Voorhout, neutraal terrein. Floris werkte toen nog voor een ander kantoor, waar hij gedurende zestien jaar een behoorlijke naam had opgebouwd. LexCo en de Firma waren concurrenten van elkaar, maar de reputatie en het prestige van de Firma waren wel overduidelijk superieur. Binnen de industrie echter waren ze behoorlijk aan elkaar gewaagd en liepen ze bij dezelfde cliënten.

Bij aankomst zag hij Dirk direct al zitten, discreet, een beetje achter in de zaak. Hij sloeg de smalltalk over en kwam vrij snel ter zake: “Altijd als ik hier op het Haagse hoofdkantoor van Delphin Oil ben, zie ik jou wel ergens op de directiegang rondlopen. Het lijkt wel of jij daar nog makkelijker in- en uitloopt dan ik. Ik zou je willen vragen om eens na te denken over een overstap naar ons. Dan kunnen we elkaar versterken in plaats van tegen elkaar te concurreren.” Die had Floris niet helemaal aan zien komen. Maar een interessante gedachte was het zeker. En na nog wat heen en weer gepraat, beloofde hij het voorstel serieus in overweging te nemen.

Het was in zekere zin verleidelijk geweest om over te stappen naar de Firma. Dat bureau was wereldwijd veel bekender en zou zeker nog meer deuren voor hem openen. Alleen, hij was net senior-partner geworden bij LexCo en inmiddels de leider van de energiepraktijk. Eindelijk hoefde hij voor niemand meer te kikkeren. Zou hij deze zelfstandigheid opgeven? Hij voelde daar nog niet zoveel voor. Wel schepte hij veel genoegen in het feit dat Dirk hem kennelijk zo’n formidabele tegenspeler vond, dat hij hem liever binnen zijn kamp wilde halen. Zeker van iemand met Dirks reputatie was dat toch wel een groot compliment.

Drie dagen later kreeg hij echter een bericht dat alles ineens deed kantelen. Ook al was hij senior-partner, er zijn altijd partners nog meer senior en deze hadden met een klein groepje insiders besloten LexCo te verkopen aan een groot accountantskantoor. Voor dit kantoor zou deze overname een start vormen van hun uitbreiding naar bedrijfsadvocatuur en daarom hadden ze er een goed bedrag voor over. De senior-partners die deze deal maakten, hadden met hun aandelenpositie de beslissende stem. Het zou voor iedereen een goede deal zijn, behalve voor Floris. Financieel zat het wel goed, maar hij zou bijna zijn hele energiepraktijk kwijtraken door deze deal. Het is namelijk niet toegestaan om bij hetzelfde bedrijf zowel de accountant als de raadsman te leveren. En laat dit kantoor nu net dezelfde energiebedrijven als cliënten hebben. Voor Floris betekende deze deal dat hij na zestien jaar investeren in zijn expertise en zijn netwerk in energie bijna niets meer mocht doen in deze markt. Hij kon een ander kunstje gaan leren of een beetje gaan lanterfanten, want de deal gaf hem allerlei compensatie daarvoor, maar hij was er de man niet naar om daar voldoening uit te halen.

En zo kwam het aanbod van Dirk ineens in een heel ander daglicht te staan. Het was eigenlijk wel op een heel gunstig moment gekomen. Bijna alsof Dirk iets had geweten. Na nog wat heen en weer gepraat, besloot hij om het aan te nemen. Tot zijn grote verbazing was het nog niet eens zo gemakkelijk geweest om weg te komen bij LexCo. Ze wilden hem aanvankelijk aan zijn concurrentiebeding houden. Dat is een afspraak dat je het eerste jaar na vertrek geen zakendoet met de cliënten die je had. Alleen was dat in dit geval natuurlijk belachelijk, aangezien hij juist wegging omdat hij die cliënten toch niet meer mocht bedienen vanwege die overname. Via een rugbyvriendje, die partner was bij een gerenommeerd advocatenkantoor, was hij aan een goede advocaat gekomen die hem hierbij hielp. Uiteindelijk was eruit gekomen dat hij alleen een concurrentiebeding van een jaar had op de cliënten die LexCo wel mocht blijven bedienen, wat logisch was. Zijn grootste klanten kon hij dus houden.

Eenmaal binnen bij de Firma, was het toch allemaal wel iets anders gelopen dan verwacht of dan Dirk had gesuggereerd. Hij kreeg steeds meer door dat ze hem vooral hadden binnengehaald om hem als concurrent onschadelijk te maken. Dat werd niet met zoveel woorden gezegd, maar hij kreeg wel het advies om zich vooral te gaan richten op het binnenhalen van nieuwe eigen cliënten. Het voelde niet helemaal eerlijk dat hij zijn eigen eerdere klanten moest overdragen aan de andere firmanten, maar hij wist dat hij het wel zou redden om toch succesvol te worden. Het was nu eenmaal iets waar hij goed in was: nieuwe contacten leggen en daarmee vertrouwensrelaties opbouwen. Hij had voor LexCo ook gewerkt in zogenaamde ‘frontier-landen’, waar nog niemand echt voet aan de grond had.

Zo was hij ooit begonnen in de Emiraten, waar hij onder de indruk was geraakt van Sjeik Zayed, die toen nog leefde en immens geliefd was in zijn land. Deze sjeik had de olierijkdom gebruikt om zijn land economisch onafhankelijk te maken van Saoedi-Arabië en het land ontwikkeling en voorspoed te brengen. Daarna volgden Rusland, Oekraïne, Libië, Egypte. Waar was Floris niet geweest? Zijn expertise over gascontracten bracht hem op vele plekken in nauw contact met de nationale politiek en zelfs geopolitiek. Na de val van Saddam Hoessein had hij, deels in opdracht van de Wereldbank, gewerkt aan het sluiten van nieuwe olie-en gascontracten voor het ministerie van energie in Irak. Hij werkte daar vanuit een bouwkeet in de ‘Green Zone’ omdat daar ook het Ministerie van Olie zat. Met gewapend escorte en een helm op zijn hoofd werd hij daar rondgereden. Het gaf hem een kick om op deze wijze bij te dragen aan de ontwikkeling en opbouw van een land dat in puin lag. Het Noorse model wilden ze daar implementeren. Niet alle opbrengsten er doorheen jagen, zoals Nederland had gedaan met het Groninger gas, maar investeren in een ontwikkelingsfonds. Vandaar ook dat de internationale gemeenschap het steunde.

Het was hard werken en veel reizen. Hij vloog zoveel dat hij één van de top 100-klanten van de nationale luchtvaartmaatschappij was. Zo eentje waar ze het vliegtuig voor laten wachten als je net een beetje te laat bent. Hij had twee paspoorten. Dat was niet alleen handig voor de vele parallel lopende visumaanvragen, maar door ze strategisch te gebruiken kon hij ook grensproblemen vermijden bij conflicterende landen. Hij was succesvol voor de Firma en uiteindelijk werd hij daar toegelaten tot de exclusieve klasse van de firmanten. En hij was ook gelukkig. De Firma was zo veel professioneler en gedistingeerder dan LexCo. En de statuur van de Firma opende veel meer deuren, waardoor hij nog betere toegang kreeg tot de mensen die aan de knoppen draaiden. In het begin had hij wel gemerkt dat binnen de Firma niet iedereen zat te wachten op mensen van buiten, zij-instromers, en dat was wennen geweest in het begin. Binnen de Firma waren er velen die mensen van extern niet helemaal vertrouwden. Zouden die wel dezelfde waarden van de Firma delen? En ze verdroegen het al helemaal niet als deze zij-instromers kritiek uitten op hun in alle opzichten superieure Firma. En kritiek uiten, dat deed Floris wel eens. Ten eerste omdat hij nu eenmaal een Fries was en zich nooit een blad voor de mond nam. Maar ook omdat hem regelmatig naar zijn mening werd gevraagd. Over hoe het was om als extern te integreren in de Firma bijvoorbeeld, of hoe hij als buitenstaander tegen bepaalde zaken aankeek. Kennelijk was het de bedoeling dat hij dan zou antwoorden dat het allemaal fantastisch was, want hij merkte dat als hij echt eerlijk of een beetje kritisch was, veel mensen dat niet konden waarderen. Of liever, Henriëtte merkte dat vaak eerder dan hij en vertelde hem dat dan na afloop van zo’n gesprek. Zij was wat sensitiever dan hij. Hij moest daar altijd wel wat om lachen.

Maar inmiddels hoorde hij er helemaal bij, zeker binnen het Amsterdamse kantoor. De meeste collega’s daar zag hij nu ook als vrienden, met wie hij regelmatig na het werk een biertje dronk. En vanuit de Firma was hij gepolst of hij niet regiomanager wilde worden. Eerst kwamen ze met Qatar, maar dat zag hij niet zo zitten. Qatar lag overhoop met de meeste landen in die regio en daar had hij nu juist veel van zijn cliënten. Zeker, het was een grote olieproducent en er werden daar veel grote leveringsdeals gesloten, maar om zich nu op te sluiten op een eiland… Bovendien zag Henriëtte het ook totaal niet zitten. En hij wilde Afrika doen. Hij geloofde in Afrika en hij hield van Afrika. Tijdens hun huwelijksreis 25 jaar geleden had hij het ‘Afrika-virus’ al opgelopen en nu hij er weer zo veel werkte en het enorme potentieel van dat continent zag, wilde hij echt gaan proberen hieraan bij te dragen. Er waren vele nieuwe gasvoorraden ontdekt, waar veel internationale belangstelling voor was. Overal lagen natuurlijk kapers op de loer die gunstige lange termijncontracten wilden binnenslepen. Hij wilde die landen helpen om die deals zo goed mogelijk uit te onderhandelen, opdat de inkomsten ten goede zouden komen aan de landen zelf. Ze hadden het hard genoeg nodig voor hun ontwikkeling, meende hij. Hij was niet naïef en hij wist heel goed dat ook veel regeringen daar andere belangen hadden dan de ontwikkeling van hun eigen bevolking. Hij had echter ook ervaren dat zelfs in dit werelddeel sommige ministers wel degelijk het beste met hun land voor hadden, maar omringd werden door slechte adviseurs. Daar kon hij misschien verschil maken.

De Firma was momenteel wat voorzichtig met Afrika. Ze hadden net het hele Angola-kantoor opgedoekt. De firmanten daar waren diep betrokken geweest in een groot corruptieschandaal rond de president en zijn familie. De Firma had daar geholpen met het opzetten van lucratieve handeltjes voor deze familie rond de staatbedrijven. Dramatisch voor een Firma met zulke hoge normen in het vaandel. De enige oplossing was geweest om daar het hele kantoor te sluiten, iedereen daar weg te halen en daar voorlopig niets meer te ondernemen. Maar Afrika was meer dan Angola. In Mozambique waren recentelijk grote gasvoorraden ontdekt, die helaas door enkele corrupte ministers al verkocht waren voordat ze in productie waren gebracht. Daardoor waren buitenlandse bedrijven nu al grotendeels eigenaar van de nationale rijkdom. Floris hoopte echter dat hij daar nog wel het een en ander aan kon helpen rechttrekken. Hij kende de gasmarkt goed en wist hoe die contracten werkten. Misschien kon hij die nog wel helpen openbreken. Het zou niet de eerste keer zijn dat hem zoiets lukte. Hij hoopte dat de Firma hem bij uitzondering toch zou toestaan daar desnoods een arbitragezaak voor te starten.

Ondanks zijn vele cliënten en relaties in Afrika kwam de Firma telkens met een voorstel voor een heel andere regio, waar hij eigenlijk nog helemaal niets deed. Na Qatar waren ze gekomen met het Verre Oosten. Of hij daar een gaspraktijk wilde gaan opzetten. Japan en Australië ontwikkelen, vanuit Singapore. Hij vond dat wel wat frustrerend. Nu had hij allerlei nieuwe cliënten binnengehaald voor de Firma en wilden ze hem weer ergens anders heen sturen om opnieuw te beginnen. Zouden ze hem dan echt alleen maar gebruiken om landen en bedrijven te openen voor de Firma om daar dan vervolgens andere firmanten in te zetten? Of was het gewoon een goed bedoelde promotiekans? Maar waarom niet in Afrika dan? Het was niet zo dat daar momenteel een succesvolle regiomanager zat. Na het Angola debacle was de regiomanager Afrika ontslagen en opgevolgd door Ahmet Öztürk, die daarvóór alleen de regio Noord-Afrika en Midden-Oosten had geleid. Deze Ahmet was nou niet bepaald een succes voor de Firma. Floris was ervan overtuigd dat hij dat veel beter kon doen. Maar de Firma kennelijk niet.

Singapore, dat kwam al een paar keer op. Olaf was erover begonnen en hij was ervan overtuigd dat het een prachtige promotie was voor Floris. Henriëtte en hij hadden er ook serieus over nagedacht. Het idee van een nieuw avontuur sprak hen wel aan. Alleen vonden ze het niet een goed moment om zo ver weg te gaan wonen. Het was te ver weg om telkens heen en weer te reizen voor Floris. Hij zou daar echt moeten wonen dan, maar opsplitsen vonden ze geen optie. Dus dan zouden ze daar samen heen moeten verhuizen. Maar uiteindelijk wilden ze dat toch niet doen vanwege de jongens. Tjeerd en Jelle woonden beiden al niet meer thuis. Ze studeerden en waren ingestemd in leuke huizen. Toch hechtten ze er nog erg aan om thuis te kunnen komen wanneer ze maar wilden. En Singapore is niet een plaats waar vandaan je gemakkelijk ieder weekeinde heen en weer reist. “Uiteindelijk werk je om te leven en leef je niet om te werken”, had Henriëtte gezegd en daarmee was het besluit gevallen. Zo’n promotie is gaaf, maar niet als het ten koste gaat van je gezin. “Je hebt gelijk, we hebben het goed genoeg. Ik vind mijn werk leuk en zolang ik maar zorg dat er werk gedaan wordt, ben ik helemaal vrij om te doen waar ik zin in heb. Ik ga liever door met mijn Afrikaanse cliënten.”

Niet meer normaal

De dag na zijn trip naar Londen werkte hij vanuit het Amsterdamse kantoor. Het begon normaal. Eerst nam hij met zijn secretaresse wat lopende zaken door en toen sloot hij zich op in zijn eigen kantoor voor de eerste telefoongesprekken met de teams die hij overal aan het werk had. Rond een uur of tien liep Dirk opgewekt zijn kantoor binnen. “Hoe ging je gesprek met Victor?” Dirk was ontzet toen Floris hem vertelde dat ze hem wilden ontslaan. “Maar dat kan toch helemaal niet! Daar is echt iets helemaal fout gegaan. Je moet zeker in beroep gaan. De beroepscommissie bestaat helemaal uit firmanten. Die snappen meer van de business en daar hebben wij vanuit Amsterdam ook meer in te zeggen.” Met ‘wij’ bedoelde hij enkelen van de Amsterdamse firmanten die belangrijke posities hadden binnen de Firma. Zelf had Dirk dat wat minder. Zijn kracht lag bij zijn enorme netwerk en zijn klanten. Dat gaf hem een soort onaantastbare status binnen de Firma. Hij had ook wel eens zijn conflicten met medefirmanten, vooral rond belangrijke klanten als Delphin Oil bijvoorbeeld, maar niemand kon om hem heen.

Dirk vertelde Floris wat hij wist van de geheime gedragscommissie die hem had onderzocht: “Deze commissie komt maar zelden bijeen en de enige gevallen die zij tot nu toe behandeld hebben, zijn gevallen geweest van aanranding of verduistering. Die draconische sanctie is waarschijnlijk een standaardsanctie voor dit soort gevallen. Maar jouw zaak hoort daar dus helemaal niet thuis. Het is idioot dat ze dat niet zelf hebben bedacht. En Victor zei dat ze verder niets tegen jou persoonlijk hadden?” Floris bevestigde dat en voegde eraan toe dat hij zelfs nog een paar keer had gevraagd of er niet ook iets anders tegen hem was ingebracht dan dat, maar dat Victor telkens had bevestigd dat het echt alleen om PetroAlg ging. Dirk kon er niet over uit dat het zo gelopen was: “Als er al iets mis is gegaan bij één van die contracten, wat ik eigenlijk betwijfel, dan nog kunnen ze dat niet op jouw bord gooien. Daar is Ahmet dan verantwoordelijk voor. Je moet echt zeker in beroep gaan.”

Stefan was ook op kantoor en die ontplofte van verontwaardiging. “Dit is zo belachelijk! Ik ben overal bij geweest en ik weet dat er nergens iets misgegaan is. Dan zou de cliënt ook wel aan de bel hebben getrokken. Dus waar hebben ze het over? En als er in de procedure iets niet klopte, wat ik dus betwijfel, waarom pakken ze dan jou en niet Ahmet of Jean? Zij waren verantwoordelijk voor die cliënt. En als ze jouw beschuldigen, waarom dan niet ook Sonia en mij. Wij waren overal net zoveel bij betrokken.” “Sonia wordt kennelijk ook ontslagen,” antwoordde Floris, “en zij gaat het niet eens aanvechten. Niet via een intern beroep en niet via de rechter. Zij woont in Beiroet, dus via de rechter daar zou ze weinig kans maken ook. Ik denk dat voor haar een beroep binnen de Firma nog wel zinvol kan zijn en ik weet eigenlijk niet waarom ze dat niet doet. Voor mijzelf ligt dat anders. Ik denk dat ik het liever meteen voor de rechter breng. Dit is allemaal zo onterecht. En ze hebben nog geen concrete beschuldiging geuit. Hoe kan ik dat interne proces nu vertrouwen? Waartegen moet ik me verdedigen? Tenzij de Firma echt alles intrekt en erkent dat ze ernaast zaten, wat ze heus niet gaan doen, is het voor mij hier toch over nu.” “Maar je zit nu op de top van je carrière, het zijn de gouden jaren die nu voor je liggen, waarin je eindelijk kunt gaan cashen. Je moet miljoenen aan schadevergoeding gaan eisen voor dat verlies”, vond Stefan. Die onvoorwaardelijke loyaliteit was hartverwarmend. Hij was van het begin af aan een goede vriend geweest, zijn eerste binnen de Firma, al vanaf de eerste dag. Hem kon hij ook wel vertrouwen.

Het was fijn om even een hart onder de riem gestoken te krijgen, maar of dat zou werken, van die miljoenenclaim? Het Nederlandse systeem werkte zo niet. Een redelijke ontslagvergoeding kon hij wel eisen en natuurlijk de uitbetaling van alles waar hij recht op had en van de woningdelen die al van hem waren, ook al moest hij dat eerst nog zien te bewijzen, want er stond maar weinig zwart-op-wit binnen de Firma. Maar het soort claims waar Stefan het over had, om wat hij mogelijk had kunnen verdienen, misschien zou dat werken in de VS, maar daar zou een Nederlandse rechter niet heel ver in meegaan.

Aan het einde van de dag sprak hij Lars nog even. Lars had het gehoord van Karel, die als administrator van Amsterdam als enige was geïnformeerd door de geheime gedragscommissie. Deze had Lars, Jurriaan en Olaf ook ingelicht. Lars en Jurriaan omdat zij beiden topfuncties binnen de Firma bekleedden en Olaf omdat hij de manager van de industriepraktijk was. Alle drie hielden zij zich nog wat op de vlakte. Waarschijnlijk omdat ze eerst wilden uitzoeken of er niet toch meer aan de hand was. Het verhaal, zoals dat nu was, kon namelijk eigenlijk niet het hele verhaal zijn, dachten zij. Ergens moest er nog wat anders spelen. Lars kende iemand die ook in de gedragscommissie zitting had en zou haar ook eens vragen wat er nu allemaal aan de hand was. En hij raadde hem met klem aan om vooral die Margaret te bellen, die hem verder juridisch advies kon geven over zo’n interne beroepsprocedure.

Jurriaan had hij over de telefoon gesproken. Die had hem doorgevraagd over dat gesprek met Victor. Met hem had hij het ook over het pakket gehad. Volgende week zou Floris 55 worden en dat aanbod krijgen, maar volgens Jurriaan zou dat nu sowieso niet meer gebeuren. Jurriaan had zo’n aanbod zelf net gekregen en wist dat er hele strenge voorwaarden aan werden gesteld. Onder andere dat je gedrag nooit onderwerp van onderzoek zou zijn geweest binnen de Firma. “Maar als uit dat onderzoek blijkt dat je niets verkeerd gedaan hebt?” vroeg Floris zich af. Volgens Jurriaan maakte dat geen verschil. Dat was genoeg om het recht op dat pakket te verspelen kennelijk. Dus een onterechte beschuldiging van iemand was genoeg om je dat door de neus te boren? Daar leek het wel op. En omdat er over het wel of niet bestaan van deze regeling niets officieel vast lag, zou hij ook geen poot om op te staan hebben in het geval van een eventuele claim. Officieel bestaat zo’n pakket namelijk niet.

Hij ging die avond alweer vroeg naar huis. Eigenlijk had hij vanavond nog op het vliegtuig moeten stappen naar Algerije om daar morgen de hele dag met het team te werken, maar nu gaf hij, op aanraden van Henriëtte, toch even prioriteit aan zijn eigen zaken. Morgen had hij een afspraak met zijn advocaat en dat ging nu toch wel voor. Bovendien had hij het op dit moment ook wel gehad met Algerije. Al dat gereis, vaak ook in de weekenden. Regelmatig had hij daar ook meetings gehad op zondag, omdat dat in die landen de eerste werkdag van de week is. Door de week van huis zijn, daar was iedereen wel aan gewend. Maar op zaterdagavond al vertrekken, daar was niemand blij mee. Zeker niet als hij daardoor weer eens op het laatste moment een etentje met vrienden of zelfs wel eens een bruiloft moesten laten lopen.

Het was intensief en de jaren begonnen ook bij hem wel wat te tellen. Vroeger draaide hij er zijn hand niet voor om, maar inmiddels begon dit leven hem wel wat zwaarder te vallen. Tot nu toe was het echter wel altijd de moeite waard geweest, vond hij. Wie had ooit verwacht dat hij dit ervoor terug zou krijgen? Daarom was hij er nu ook wel even klaar mee. Hij ging lekker een keer op tijd naar huis door de week. Misschien moest hij dat maar eens vaker doen. Voor Henriëtte zou dat wel wennen worden, want zij was al lang gewend om doordeweeks haar eigen agenda te hebben, sinds de jongens het huis uit waren.

Onzichtbare structuren

Henriëtte wist niet wat ze meemaakte. Floris thuis om zes uur! Natuurlijk was er geen eten klaar. Als ze alleen was dan maakte ze meestal even iets simpels, vlak vóór het achtuurjournaal, om dat dan met een bordje op de bank te kijken. Maar nu Floris ineens al thuis was, klapte ze haar laptop dicht om eens lekker te gaan koken. In de diepvries had ze altijd wel wat vlees liggen en groenten had ze sowieso altijd ruim op voorraad. Ze schonk een glaasje wijn in. Eigenlijk was dit best wel onverwacht gezellig. “En hoe ging het vandaag op kantoor? Heb je nog iemand gesproken?” Floris vertelde over de reacties van de Amsterdamse partners. Ze hadden allemaal benadrukt dat hij vooral in beroep moest gaan en dat hij een hele grote kans zou hebben om dat te winnen. Ze hadden hem ook ten zeerste afgeraden om een externe advocaat in de arm te nemen. Ze wilden dit binnen de Firma oplossen. Dat begreep Floris best vanuit hun perspectief, maar zoals de zaken nu liepen, leek het hem toch wel verstandig om dit meteen met een heel goede echte advocaat op te nemen. “Ik heb weinig vertrouwen in een beroep binnen de Firma. Zoals Victor nu al tekeerging, terwijl we het helemaal niet inhoudelijk over de zaak of mijn memo gehad hebben. Het lijkt ook telkens ergens anders over te gaan.”

Onderweg in de auto had hij nog die Margaret gebeld, maar ook van haar was hij niet veel wijzer geworden. Zij had hem alleen maar uitgelegd wat de ‘standaardprocedure’ was bij een ontslag in opdracht van de gedragscommissie. Haar advies was om te tekenen bij het kruisje. “En wat dat ontslag betreft, daar gaan we financieel nog meer bij inschieten dan ik al dacht. Ze betalen me over het afgelopen jaar alleen mijn maandvergoedingen. Niet mijn woningdelen, geen bonus en ik krijg ook geen pakket.” Henriëtte was perplex: “Geen woningdelen? Maar dat betekent in feite dat ze je met terugwerkende kracht over het lopende jaar twee derde van je salaris afnemen!” Daar kwam het wel op neer. Het inkomen van een firmant was, om fiscale redenen, opgesplitst in een maandelijkse vergoeding en woningdelen. De Firma had een leaseconstructie opgezet waarbij de Firma officieel de eigenaar was van de huizen van de partners en de partners deze middels een leaseconstructie langzaam afbetaalden. Daarvoor gebruikten ze dan de woningdelen die ze jaarlijks uitgekeerd kregen naast hun basissalaris. Afhankelijk van de prijs van het huis zou een gemiddelde partner er tussen de vijf en tien jaar over doen om het huis helemaal in bezit te krijgen. “Met mijn woningdelen van dit jaar zou ik precies dit huis hebben afgelost,” zei Floris. “Maar als je die niet krijgt? Wat dan? Moet je dan toch aflossen? Mogen we hier blijven wonen? Hoe gaat dat?” vroeg Henriëtte. Floris zuchtte. Hij had geen idee. Hij had daar nooit over nagedacht. Henriëtte had het altijd ongemakkelijk gevonden dat er binnen de Firma niets zwart-op-wit werd vastgelegd over deze afspraken, maar Floris had altijd vertrouwd op de naam en reputatie van de Firma. Natuurlijk waren deze zaken goed geregeld. Althans, zo leek het altijd.

Het was te idioot voor woorden. Links en rechts hoorde je altijd verhalen van mensen die, om wat voor reden ze dan ook ontslagen werden, een enorme gouden handdruk meekregen. En Floris, die extreem lucratief was voor de Firma omdat hij de ene na de andere nieuwe cliënt binnensleepte, zou met terugwerkende kracht alles kwijtraken? Omdat dat nu eenmaal de standaard sanctie van die commissie was? “Gisteren dacht je nog dat je je hele jaarsalaris kreeg, dus inclusief je woningdelen,” herinnerde Henriëtte zich nog. “Dat is wel wat Victor noemde,” beaamde Floris, “maar Margaret ontkende dat weer. Ik heb gelukkig dat gesprek met Victor wel opgenomen met mijn telefoon, dus ik zou het kunnen gebruiken als bewijs. Ik weet alleen niet of ik dat zou mogen gebruiken in een rechtszaak.” In ieder geval kon het volgens Henriëtte geen kwaad om die opname goed te bewaren. Als het tot een rechtszaak zou komen dan zou het waarschijnlijk nog best belangrijk kunnen worden om vast te stellen dat die woningdelen bij het salaris hoorden. Zouden ze daartoe andere firmanten mogen oproepen als getuigen? En ook over dat pakket bijvoorbeeld, dat formeel niet bestond, maar wat iedereen tot nu toe had gekregen? Floris had geen idee of dat zou kunnen, maar hij wist wel heel zeker dat binnen de Firma niemand blij zou worden van openheid van zaken over de beloningsstructuur. Hij zou het in ieder geval allemaal laten uitzoeken door zijn advocaat.

“Maar je bent dus eigenlijk onderzocht door de commissie ‘Dieven en verkrachters’, als ik dat even plat uitdruk. Wie heeft überhaupt bedacht dat jij door deze commissie onderzocht moet worden? Dat is dan toch zeker van de zotte? En kan die commissie dat zelf niet bedenken?” Henriëtte kon er nog steeds niet over uit dat Floris was onderzocht door een dergelijke commissie, die er alleen is om onwaardig gedrag aan te pakken. “Weet je zeker dat er toch niet nog iets anders is? Je werkt veel met vrouwen samen, meer dan andere firmanten. Kan het niet zijn dat er toch iemand iets ‘#MeToo-achtig’ tegen je heeft ingebracht?” Het klopte dat Floris zich extra inzette voor de positie van vrouwen binnen de Firma. Hij was de laatste jaren wel ook voorzichtiger geworden. Vroeger kon hij nog wel eens een arm om iemand heenslaan, bij mannen en vrouwen om het even. Daar paste hij nu wel mee op. En hij zorgde er ook voor dat hij nooit alleen was met een vrouw in een ruimte met gesloten deur. Hij kon het zich daarom eigenlijk niet voorstellen dat er zo’n klacht tegen hem zou liggen. “Ik heb dat nog expliciet aan Victor gevraagd en hij heeft dat expliciet ontkend. Ik tast echt in het duister. Tot nu toe heeft niemand me verteld wat nu precies de aanklacht is. Hoe kan ik me dan überhaupt verweren?”

Ze waren zo vroeg klaar met eten dat ze met een kop koffie het acht uurjournaal konden bekijken. Dat ging grotendeels over Amerikaanse bemoeienissen in Oekraïne. Het was bijna niet te geloven hoever president Braun ging met druk zetten op de nieuwe Oekraïense president. Floris was niet verrast. “Dit speelt al zo veel langer. En ze bemoeien zich niet alleen met de regering daar, maar ook met GazoNat, de staatsoliemaatschappij.” Hij was daar zelf bijna iedere week en werkte nauw samen met Sergei, de huidige CEO. Deze had hem verteld hoe invloedrijke personen binnen de regering van president Braun samenspanden met corrupte oligarchen en druk uitoefenden op de Oekraïense president om Sergei te ontslaan en te vervangen door de vorige CEO. Deze laatste was zelf juist ontslagen wegens corruptie en had daarvoor zelfs in de gevangenis gezeten. Maar recentelijk was het onderzoek tegen hem stopgezet. Het was niet te bevatten dat de Verenigde Staten, de zelfbenoemde anti-corruptie kampioen, actief probeerden de Oekraïense regering en het staatsoliebedrijf te corrumperen voor hun eigen politieke spelletjes.

“Weet je,” zei Floris, “dat wij als Firma president Braun vaak bijstaan in zijn rechtszaken. Die affaires met die vrouwen bijvoorbeeld. Of we adviseren op de achtergrond. Met name bij die beschuldigingen met die Russische trollen. Dat doen we dan niet zelf, maar we helpen wel de zaak te onderbouwen.” Hij kwam terug uit de keuken met de tweede ronde cappuccino. Op één been kun je immers niet staan. “Dat is toch behoorlijk politiek. Ik dacht de Firma zich daar verre van hield,” vroeg Henriëtte zich af. “In principe doen wij natuurlijk niet aan politiek,” beaamde Floris, “en een president is uiteindelijk ook gewoon een cliënt. Maar je hebt wel gelijk met die trollen. Het mag wel, maar kun je het nog rijmen met je eigen principes? Ik weet niet wat we precies doen aan die zaak. Zolang het louter juridisch is en we aan de goede kant van de wet blijven moet het natuurlijk kunnen. En het is een belangrijke cliënt.” “Dus dat verhaal van normen en waarden is vooral ‘windowdressing’,” meende Henriëtte, “en uiteindelijk draait het net als bij ieder ander bedrijf gewoon om geld verdienen, maakt niet uit hoe.” Een maand geleden had Floris dat nog fel tegengesproken, maar inmiddels was hij daar allemaal niet meer zo zeker van.

Wat was er misgegaan?

Floris kon maar niet in slaap vallen. Alles wat er de afgelopen dagen gebeurd was, spookte door zijn hoofd. Het was allemaal zo onwerkelijk. Hij had inmiddels van Margaret begrepen dat het iemand van de Franse risico-afdeling was geweest die de zaak aanhangig had gemaakt bij de commissie. En dat het ging om disrespectvol gedrag tegenover een juriste daar. Zij had hem ook uitgelegd dat de commissie dan geen andere keus had dan de zaak te onderzoeken. Hij begon te begrijpen waar het vandaan kwam. Er speelde al een tijdje een persoonlijke kwestie tussen Sonia en één van de juristes daar. Dat had iets te maken gehad met de relatie die Sonia een tijdje had gehad met Amir, een Libanese firmant. Die relatie was inmiddels voorbij, want hij bleek haar te bedriegen. Het was een geheime relatie geweest, want eigenlijk mag dat helemaal niet binnen de Firma. Maar er waren toch genoeg mensen van op de hoogte geweest en kennelijk was dit een onderliggende oorzaak van dat conflict tussen Sonia en die Nathalie.

Sonia zelf was zowel Algerijns als Frans. Zij kwam uit een familie van zogeheten ‘Pied Noirs’, Fransen die al generaties in de Noord-Afrikaanse koloniën hadden gewoond. Nathalie was een echte Parisienne, die iedereen die niet uit Parijs kwam met hetzelfde dedain behandelde. Aanvankelijk had Floris, in zijn naïviteit, gedacht dat die frictie daaruit voortkwam. Tot hij dus hoorde over die relatie van Amir. Hij wist niet eens meer precies wie hem dat ooit verteld had. Was het Ahmet geweest? Ahmet had in ieder geval geen hoge pet op van Sonia. Maar Ahmet had van geen enkele vrouw een hoge pet op. In ieder geval had Sonia telkens problemen met het Franse kantoor. Eerder had Jean zich daar al eens mee moeten bemoeien en ook Floris. Hoewel hij geen formele rol in Algerije had, had hij haar een paar keer geholpen. Er was vanuit de interne organisatie wel vaker tegenwerking, met name vanuit de risico-afdelingen. Die stelden zich wel eens erg star op. Toen hij merkte dat de Fransen de zaak structureel aan het traineren waren, had hij het er ook met Dirk en Olaf over gehad. Zij hadden gezegd: “Je moet keihard terug pushen. Wij betalen hun salarissen, zij werken voor ons en niet andersom.” Was dat het dan? Was het begonnen met een persoonlijke vete tussen Sonia en die Nathalie, die hijzelf nooit ontmoet had?

Inmiddels zongen er ook geruchten rond binnen de Firma dat deze Nathalie het zelf hield met het hoofd van de risico-afdeling van het Parijse kantoor, Chris Hamilton. Stefan had dat via vriendjes opgevangen. Ook dat was een verboden relatie uiteraard, maar dat gebeurde wel vaker. Met een bedrijfscultuur van ‘work hard, play hard’ sprong er wel eens een vonkje over. Meestal waren die relaties van korte duur en hadden geen invloed op het functioneren. Geen haan die er dan naar kraaide. Maar wat als deze Chris het was die de zaak aanhangig had gemaakt bij de gedragscommissie, om zijn vriendinnetje te helpen? Dat was wel het meest waarschijnlijke. Alleen, wat voor zaak hadden ze dan? Hij kende die hele Nathalie niet eens! Een keertje afblaffen over de telefoon kon toch geen groot intern onderzoek verklaren? Of ze hadden het opgeblazen? Of iets erbij gehaald met een contract? Hij kon er met zijn verstand niet bij. Want al het inhoudelijke werk wat hij deed, met name in risicogebieden, stemde hij ook altijd zorgvuldig af met de risico-afdeling van het hoofdkantoor. Eén keer had hij een fout gemaakt. Hij had in Tokyo in de haast per ongeluk iets getekend wat niet door hem getekend had moeten worden. De stukken waren vernietigd, maar hij had het voor de zekerheid nog wel gemeld bij de risico-afdeling. Er was verder geen gevolg aan gegeven en het was al meer dan een jaar geleden geweest.

Hij keek op de wekker en zag dat het iets na vieren was. Omdat hij maar niet kon slapen stond hij op, nam een glas water en ging even op het balkon staan. De koude herfstlucht deed hem goed. De wind joeg de wolken langs de hemel en af en toe scheen de maan blauw op de zwiepende takken van de oude eiken in de tuin. Langs dit balkon waren drie maanden eerder de inbrekers naar binnen gedrongen. Het badkamerraampje droeg nog steeds de sporen van een noodreparatie. Volgens de politie waren het professionals geweest, die het raam hadden laten springen. Ze hadden bijna alle juwelen van Henriëtte gestolen, ook dierbare erfstukken van hun beider moeders. Als hun kluis niet stuk was geweest hadden de juwelen niet een beetje her en der verstopt in schoenendozen gelegen. Henriëtte was al een halfjaar bezig die te laten maken. Iedere keer probeerde ze het weer met een ander bedrijf maar telkens was er een andere reden waarom het niet kon. Alsof de dieven het hadden geweten. Ook zijn halve studeerkamer was overhoopgehaald. Alle mappen en files lagen door elkaar op de grond. Het was een chaos. Maar de map met buitenlandse valuta, die op zijn bureau lag en waar alles bij elkaar toch behoorlijk wat cash in zat, hadden ze laten liggen. Dat was vreemd. Hadden ze die niet gezien of waren ze naar wat anders op zoek geweest? Er was uit de studeerkamer niets weg. Hoewel?

Hij miste zijn mapje met PetroAlg-documenten al een poosje. Hij had dat laatst pas gemerkt. Het was niet eerder opgevallen. Hij had veel van dat soort mapjes, eigenlijk van al zijn cliënten. Soms lagen die mapjes thuis, soms op kantoor of in de auto. Er stonden geen bijzonder confidentiële dingen in. Gewoon wat grotere rapporten en statistieken die niet echt geheim waren. Hij vond het handig om die uitgeprint te hebben voor als hij allerlei data en diagrammen naast elkaar wilde leggen. Alle notulen van onderhandelingen en andere afspraken, die echt confidentieel waren, stonden alleen op zijn laptop. En natuurlijk in de back-up systemen van de Firma. Laatst had hij een document nodig gehad en dat nergens kunnen vinden. Zijn administratie mocht dan voor een buitenstaander wat chaotisch lijken, hij raakte nooit wat kwijt. Zou dat dan misschien bij die inbraak verdwenen zijn? Hij ging die inbraak ineens in een heel ander licht zien. Zouden de dieven niet alleen op de juwelen uit zijn geweest? Was dat misschien alleen maar een afleiding? Hij schudde zijn hoofd even. Werd hij paranoïde? Misschien had hij dat mapje toch gewoon zelf op een stomme plek gelegd. Of had één van de jongens uit zijn team het.

Hij kreeg het koud en ging weer naar binnen. In zijn warme bed probeerde hij weer in slaap te vallen. Toch bleef dat mapje een beetje knagen nu hij vanwege PetroAlg in de shit was gekomen. Wat was er toch misgegaan met PetroAlg? Hij kon het maar niet bevatten. PetroAlg was één van de grootse olie- en gasbedrijven in Afrika en de Firma had al langere tijd geprobeerd daar voet aan de grond te krijgen. Jean was er al lang actief bezig en adviseerde wel eens, maar het was hem nooit gelukt om echt raadsman te worden daar. Wat ook niet hielp was de constante bemoeienis van Ahmet, die zijn eigen lijntjes had lopen binnen PetroAlg en met het Ministerie van Energie en daarover geen informatie deelde met Jean. Ahmet Öztürk, een Turk, was de regiomanager voor Afrika en had in die hoedanigheid een overkoepelende verantwoordelijkheid voor al het werk wat de Firma op dat continent deed. Jean du Pré werkte vanuit het Parijse kantoor en was binnen de industriepraktijk verantwoordelijk voor PetroAlg.

Normaliter hoefde dat geen conflicten op te leveren, ware het niet dat in regio’s waar niet veel werk zat, de firmanten elkaar altijd een beetje aan het beconcurreren waren of in ieder geval probeerden ook uren te schrijven op zo’n cliënt. Ondanks alle nobele praatjes binnen de Firma over normen en waarden moest er uiteindelijk ook gewoon geld verdiend worden en als je niet genoeg uren in rekening kon brengen, zou je toch vroeger of later voor een ‘up-or-out’ gaan. Floris had daar zelf nooit last van. Hij kwam om in het werk en kon het zich permitteren om genereus te zijn. Hij zag het dan ook als zijn missie om jongere partners juist mee te trekken en verantwoordelijkheid te geven, zodat zij konden groeien. Maar in Afrika liep het allemaal niet zo gemakkelijk, waardoor firmanten eerder elkaars concurrenten bij een klant waren dan collega’s. Tussen Jean en Ahmet was dat in ieder geval aan de hand geweest. En het was geen van beiden ooit gelukt om bij PetroAlg binnen te komen.

Twee jaar geleden was Floris op de jaarlijkse gasconferentie in Houston in contact gekomen met Omar Saadane, de CEO van PetroAlg. Ze hadden daar samen in een panel gezeten en ontdekt dat ze een wederzijdse klik hadden. Omar wilde heel graag met Floris verder praten over zijn ideeën over lange termijn LNG-contracten. En zo had de Firma, via Floris, dan eindelijk voet aan de grond gekregen bij PetroAlg. Jean vond het aanvankelijk niet leuk, maar accepteerde de hulp van Floris wel, zeker omdat er daardoor eindelijk werk verkocht kon worden in Algerije en omdat hij merkte dat Floris zelf helemaal niet bezig was met hoeveel uren hij kon declareren op een klant, waardoor hij en Ahmet ook uren konden gaan schrijven. Ahmet daarentegen bleef tegenwerken. Ze hadden een eerste onderhandeling afgesloten met een voor PetroAlg gunstig contract. Iedereen was zo tevreden dat ze gevraagd waren om de onderhandelingen met andere afnemers ook te gaan doen.

Jean was inmiddels van het toneel verdwenen. Hij was, na het afronden van het eerste contract, naar Singapore vertrokken om daar regiomanager te worden voor het Verre Oosten. Niemand had sindsdien meer contact met hem gehad. Hij hield alles af wat met Afrika te maken had. Hij was meestal ook niet bereikbaar: nam de telefoon niet op en reageerde niet op mailtjes. Best raar. In Algerije was daardoor een vacuüm ontstaan, want formeel was er nog geen raadsman. Floris was daar aanvankelijk alleen heen gekomen als een soort externe adviseur. Hij functioneerde daar de laatste twee jaar de facto wel als raadsman, maar hij was daartoe binnen de Firma nog niet aangesteld. Nooit was er gereageerd op zijn vraag wie nou die rol eigenlijk had. De manager van de industriepraktijk, Olaf, had hem mondeling gezegd dat hij die rol maar op zich moest nemen, maar verder was daar nooit iets over vast gelegd. Ahmet was daarom momenteel de enige die, als regiomanager, officieel verantwoordelijk was voor de PetroAlg-contracten.

Floris was net met Henriëtte aangekomen in Tokyo voor een grote conferentie van alle firmanten, toen Ahmet hem een document had toegestuurd om te ondertekenen. Het was in het Frans en hij las het niet eens, aannemende dat het weer ging om een interne bevestiging dat hij betrokken was bij het werk voor PetroAlg. Het moest allemaal erg snel tussen de bedrijven door en hij had een jetlag, maar er was haast bij geweest, want het werk moest beginnen. Een dag later kreeg hij een berichtje van Sonia, dat hij per ongeluk een contract had getekend, terwijl hij daarvoor niet bevoegd was. Hij had dat vervolgens onmiddellijk teruggekoppeld bij Ahmet. Deze had excuses gemaakt voor het misverstand en hem verzekerd dat het document al vernietigd was en daarmee leek de kous af te zijn. Hij had helaas geen idee van wat er in dat stuk gestaan had. Ahmet vertrouwde hij ook niet helemaal. Zou het kunnen dat Ahmet het toch niet had vernietigd en dat het contract met zijn naam eronder was gebruikt. Maar als dat het was, waarom vertelde niemand het hem dan? Hij zou dat gemakkelijk nog kunnen oplossen met Omar.

De verkapte staatsgreep die in het land gepleegd was, had namelijk uiteindelijk geen consequenties voor Omars positie gehad. De zittende president was onder druk van aanhoudende protesten uiteindelijk door het leger gedwongen op te stappen. Met hem werd zijn hele entourage ook aangepakt. Verscheiden ministers waren tot aftreden gedwongen en sommigen waren het land ontvlucht, om een vermoedelijke gevangenisstraf te ontlopen. Het was daar echt bijltjesdag geweest. De directeuren van de staatsbedrijven werden allemaal doorgelicht. De vorige CEO van PetroAlg was in de bak beland. Maar tegen Omar hadden ze niets kunnen vinden. Twee keer was hij onderzocht geweest en twee keer vrijgesproken van alle verdenkingen. Daarom mocht hij aanblijven als CEO. Omar en hij hadden een goede professionele relatie. Omar vertrouwde hem en hij had niet zo veel mensen om zich heen die hij echt kon vertrouwen. Als er wat mis was gegaan, dan kon hij dat echt nog wel herstellen.

De wekker ging en Floris schrok wakker. Hij moest dan toch in slaap gevallen zijn uiteindelijk. Brak stond hij op en liep naar de badkamer om zich te scheren. Beneden hoorde hij Henriëtte bezig in de keuken. Meestal was hij het eerste op.

De Firmant

Подняться наверх