Читать книгу De Firmant - Maud van Leyden - Страница 6

Оглавление

VERDEDIGING EN AANVAL

“Ze hebben de verkeerde uitgezocht om mee te dollen”

Zijn ze gek geworden?

“Zijn ze gek geworden?” Dat was zo’n beetje de eerste reactie van de advocaat. Na een onrustige nacht was Floris iets later opgestaan dan normaal. Hij had even gezellig met Henriëtte ontbeten en was na de file naar Amsterdam gereden voor een eerste gesprek daar op het kantoor van Steven. Die was verbijsterd: “Dat zo’n professionele firma dit zó klungelig aanpakt!” En hij had gelijk, want hoe kun je iemand nu ontslaan zonder dat je een geldige ontslaggrond opgeeft. In de Verenigde Staten kon je daar misschien nog wel mee wegkomen, maar geen Nederlandse rechter zou daar natuurlijk mee akkoord gaan. Floris vroeg zich af of hij nog in beroep moest gaan om sterker te staan voor een rechtbank, maar dat was niet nodig volgens Steven. De arbeidsverhoudingen waren door het gebeurde zo beschadigd dat iedere rechter zou snappen dat daar toch niets meer aan te repareren viel. Sterker, in beroep gaan zou de Firma de kans geven een paar stommiteiten nog te herstellen. Er was nog steeds geen reden opgegeven voor het ontslag. En er was, voor zover Floris wist, geen ‘file’ van incidenten of waarschuwingen. Technisch was hij niet eens ontslagen, want er lag geen ontslagbrief. Ze hadden hem alleen die idiote ontslagregeling aangeboden, waarbij hij wel vast zou zitten aan twee jaar concurrentiebeding, geen vergoeding zou krijgen en zelfs niet het salaris waar hij recht op had. Uiteraard had hij niet getekend bij het kruisje.

Omdat hij formeel niet was ontslagen, kon Floris volgens Steven het beste gewoon blijven werken. Wat ze volgens hem wel moesten doen was zekerstellen dat de woningdelen die al van Floris waren ook bevestigd zouden worden en dat hij ook gewoon het volledige salaris, inclusief de woningdelen, over het lopende jaar zou krijgen. Omdat de Firma bij monde van Victor en Margaret meerdere keren had aangegeven dat niet te zullen doen was volgens hem een loonbeslag gerechtvaardigd. Pas in tweede instantie zouden ze dan kunnen onderhandelen over een eventueel ontslag. Als dat via de rechter zou gaan dan zou dat in Nederland hooguit een halfjaar, volgens de UWV-formule, opleveren, of iets langer, gedurende de periode van het concurrentiebeding. Maar een claim voor gederfd inkomen of een beschadigde carrière dat zat er volgens Steven inderdaad niet in. Ook de zestien eerdere jaren bij LexCo konden op geen enkele manier meetellen.

Maar voor Floris was het al genoeg als hij in ieder geval gewoon het volledige salaris over het afgelopen jaar en al zijn woningdelen kreeg, waarmee hij dan tenminste zijn huis zou kunnen houden. Hij rekende erop dat hij toch wel snel een nieuwe baan zou vinden. Volgens de advocaat kon ook zonder officiële documenten voldoende aannemelijk gemaakt worden dat de woning een deel van het salaris was. De koopakte van het huis stond weliswaar op naam van de Firma, maar omdat er aantoonbaar geen huur of aflossing werd betaald, was het toch duidelijk dat het een onderdeel was van de arbeidsvoorwaarden. Over de eigendomsoverdracht na die interne aflossing zouden ze eventueel andere firmanten kunnen oproepen om daar onder ede een verklaring over af te leggen. Volgens Steven was dat zeker mogelijk. En ook de opnames van de gesprekken met Victor zouden volgens hem gebruikt mogen worden. “Dat wil echt niemand, omdat dan de salarisstructuur van de Firma publiek wordt. En in de VS zijn ze als de dood dat de The New Post het oppikt,” meende Floris.

Verder was er geen ontslaggrond opgegeven. Ging het nu om een klacht over onheuse bejegening? Maar naar wie dan en wanneer en hoe? Zonder verdere specificaties was dat een volstrekt ongeloofwaardige ontslaggrond. En als er problemen waren geweest met een contract, zoals Victor had aangegeven, dan was dat inderdaad de verantwoordelijkheid van Ahmet. En als het ging om een contract wat hij helemaal niet had mogen tekenen dan was dat nog steeds de verantwoordelijkheid van Ahmet. En als het allemaal zo ernstig was, waarom hadden ze dan een jaar gewacht om dat verder te onderzoeken? Dus ook dat was ongeloofwaardig. Want waarom stond de Firma dan toe dat Floris nog steeds aan het werk was en de ene na de andere nieuwe cliënt binnenhaalde? En hij was formeel niet eens ontslagen. Zijn computer en telefoon deden het nog en op kantoor was het ‘business as usual’. Er werden hotels en tickets voor hem geboekt en hij bleef overal zijn teams aansturen.

Nee, de Nederlandse rechter zou er gehakt van maken. Daarom was het volgens Steven wel belangrijk om alle mails en stukken die er rond die PetroAlg-contracten waren geschreven nog eens na te lopen voor het geval daar toch nog iets aan het licht zou komen wat mogelijk tegen Floris gebruikt kon worden. Alleen werden die mails altijd na een jaar automatisch gewist door de Firma. Maar hij zou die kunnen opvragen, omdat ze altijd wel ergens bewaard blijven. De Commissie had al die mails onderzocht en Floris had daarom het recht om ze allemaal op te vragen om zijn verdediging te kunnen voeren. Aan het einde van het gesprek waarschuwde Steven nog wel: “Houd er rekening mee dat ze vanaf nu je telefoon en je computer hacken. Dus alles wat je privé wilt houden, of in iedere geval verborgen voor de Firma, zoals onze gesprekken bijvoorbeeld, kun je beter via een andere telefoon doen.” Het was, volgens hem, bij alle grote bedrijven de gebruikelijke gang van zaken in dit soort gevallen.

’s Middags op kantoor reageerden de Amsterdamse firmanten die op de hoogte waren op eenzelfde manier: “Zijn ze helemaal gek geworden daar in New York?” Inmiddels had Lars iemand uit die gedragscommissie gesproken. Zij had het niet met zoveel woorden gezegd, maar hij had de indruk gekregen dat er op zijn minst verdeeld was gestemd binnen die commissie en dat het daarom ook vrij lang had geduurd voordat ze Floris uiteindelijk hadden laten weten wat het eindoordeel was. Normaliter duurde dat namelijk hooguit één of twee dagen. Hij had ook begrepen dat er binnen de gedragscommissie meerdere mensen waren die hoopten dat hij echt in beroep zou gaan, als een testcase voor de Firma. En dat hoopten de Amsterdamse firmanten ook. Zij gingen ervan uit dat de commissie in deze zaak zo eclatant gefaald had, dat een beroepscommissie ze zeker terug zou fluiten. In die laatste commissie zaten alleen maar firmanten en de voorzitter ervan zat ook in de bestuursraad van de Firma. Ook Jurriaan en Olaf hadden inmiddels wat dingen uitgezocht en ontdekt dat er eigenlijk niets was tegen Floris. Hun aanvankelijke reserves lieten ze nu helemaal varen. Olaf vond het daar bovenop ook heel bizar dat bij dat onderzoek niemand hem, als leider van de industriepraktijk, iets had gevraagd. Als er iets mis was gegaan binnen zijn praktijk met gascontracten dan was het allereerst aan hem om daar een oordeel over te geven. De drie firmanten beloofden hem te gaan helpen binnen de Firma en wat hen betrof, bleef in Amsterdam alles gewoon bij het oude. Ze zouden ook verder niemand informeren. Ze benadrukten nogmaals dat hij vooral niet zijn recht extern moest proberen te halen.

In de auto onderweg naar huis belde Dirk hem nog. Ook hij was van mening dat een beroep heel kansrijk was: “Die klerken in de gedragscommissie snappen de business niet. Ze weten niets van energie en niets van Afrika. In de beroepscommissie zitten alleen maar firmanten. Die zullen dit echt allemaal wel terugdraaien. Misschien dat ze je formeel een waarschuwing moeten geven of dat je die klant niet meer mag bijstaan.” Dirk was vol vertrouwen in de goede afloop. Dat wilde hij ook zijn, want datgene wat ze Floris leken te verwijten, was voor hem, en voor de meeste partners, gewoon de normale manier van doen. Dus iedereen zou dan een probleem kunnen krijgen. Hij had opgevangen dat die gedragscommissie zichzelf de laatste tijd wat belangrijker wilde maken binnen de Firma, haar eigen gezag vergroten. Daar zat hij in ieder geval niet op te wachten. Daarom vond ook hij dat dit echt een interne aangelegenheid was die ook intern opgelost moest worden: “Ga vooral niet extern hiermee. En wat er ook gebeurt, wij blijven vrienden.” Dat had Floris toch een beetje ontroerd.

Zondebok?

“Ja ja,” zei Henriëtte: “ik hoor vooral overal in doorklinken dat ze echt niet willen dat je extern gaat. Blijven ze ook je vrienden wanneer je uiteindelijk toch naar de rechter moet stappen? Of verwachten ze echt dat de beroepscommissie die gedragscommissie volledig terug zal fluiten? Of dat jij uiteindelijk een onterechte sanctie accepteert en tekent bij het kruisje? Maar we wachten af. Wie weet wat eruit komt als zij zich ermee gaan bemoeien.” Floris had niet de indruk dat zij heel veel invloed konden hebben op het proces omdat de status van deze commissies kennelijk erg onafhankelijk zou zijn. Van de andere kant, waren Lars en Olaf wel echt grote mannen binnen de Firma. De juridische stappen met zijn advocaat ging hij sowieso doorzetten, ook om de druk erop te houden. Henriëtte had gelijk. Zoals het nu liep, riskeerde hij alles wat hij binnen de Firma had opgebouwd kwijt te raken. Het huis waar hij zes jaar voor had gewerkt zouden ze dan zomaar kunnen kwijtraken. Niemand kon verwachten dat hij dat zomaar zou laten gebeuren. De Firma had het dom gespeeld, want op deze manier was hij een man die niets te verliezen had bij een gang naar de rechter. Van hem mocht alles openbaar worden.

Ze zaten alweer gezellig samen aan tafel op een doordeweekse dag. Hij vertelde Henriëtte over zijn gesprek met de advocaat en dat ze in het uiterste geval ook firmanten zouden kunnen oproepen om te getuigen. “Dat gaan ze echt proberen te voorkomen.” Maar of de Firma zou toegeven dat er een fout gemaakt was en alles zou terugdraaien, daar had hij toch een hard hoofd in. Dus voor hem was dit sowieso het einde van zijn carrière bij de Firma. Tenzij er echt een excuus zou worden gemaakt, maar dat zou nooit gebeuren. “Victor gaat nooit toegeven dat hij een fout heeft gemaakt. Ook al heeft hij dat inmiddels misschien wel door, hij zal blijven volhouden dat het terecht was.” Henriëtte was daar ook bang voor: “Hij is zo’n mascotte voor de Firma, dat iedereen zijn perfecte imago natuurlijk graag in stand wil houden, dus hij zal ook wel koste wat kost gesteund worden.”

“Wat voor iemand is hij eigenlijk?” Terwijl Floris het espressoapparaat aanzette pakte Henriëtte haar laptop er eens bij en begon wat te googelen. Victor was zijn loopbaan bij de Firma begonnen in de medische praktijk en had altijd alleen binnen die praktijk gewerkt tot hij zich meer was gaan bemoeien met het management van de Firma. Hij was blijkbaar oorspronkelijk verpleegkundige en had een beurs bemachtigd voor een prestigieuze International Law School. En zo was hij uiteindelijk bij de Firma gekomen. “Dit heerschap is ongetwijfeld goed in de medische praktijk, maar het is ook wel duidelijk dat hij geen enkele kennis of ervaring heeft op het gebied van energie. Best bijzonder dat hij zich een oordeel heeft gevormd zonder Olaf naar zijn mening te vragen”, concludeerde Henriëtte, “maar we weten natuurlijk niet wie er verder in die ‘Commissie Stiekem’ zitten.” Floris kende Victor’s achtergrond niet. Het had hem nooit zo geïnteresseerd. Iedereen deed altijd zo hyper over Victor, maar hij was niet zo onder de indruk van hem. Hij haalde zijn schouders op en klopte de melk tot schuim voor de cappuccino.

Victor was als zoon van arme Mexicaanse immigranten opgegroeid in illegaliteit en was uit de kast gekomen in de typische Latino machogemeenschap. Hij was een succesverhaal en het levende bewijs dat de Firma gelijke kansen voor iedereen bood. Een dubbele ‘tick-in-the-box’ voor diversiteit. En omdat de Firma niet zo heel veel van dat soort levende bewijzen had, moest hij altijd en overal weer in de spotlights worden gezet. Hij was ongetwijfeld goed in wat hij deed, maar Floris vond ook dat hij naast zijn schoenen was gaan lopen. Hij werd inmiddels ontvangen door presidenten en verkeerde in de kringen van hoge VN-functionarissen en ambassadeurs, welke hij tot zijn vrienden rekende. Voor zijn inzet voor gelijke kansen was hij gelauwerd met meerdere onderscheidingen. En hij was kennelijk ook de voorzitter van deze geheime ethische commissie. Het leek best logisch allemaal.

Behalve dan één dingetje: die medische praktijk was toevallig wel de praktijk waar momenteel het meest recente schandaal speelde. En hij was misschien niet de leider, maar wel één van de belangrijke firmanten binnen die praktijk. Wie waren zijn eigen cliënten eigenlijk? Door die laatste beoordeling van Floris wisten ze nu dat je binnen de Firma het hoogste level alleen kon bereiken als je grote eigen cliënten had. “De medische praktijk van de Firma heeft veel gedaan voor de farmaceuten die nu betrokken zijn bij de opiatenaffaire,” dacht Floris hardop. “Die opiatenaffaire in de VS?” vroeg Henriëtte. “Niet alleen in de VS, over de hele wereld, ook in Nederland lopen er nu zaken van mensen die verslaafd zijn geraakt aan die middelen. Of verslaafd zijn gemaakt. Dat is waar deze affaire nu om draait. De Firma staat onder andere Jacobs&Co bij,” wist Floris. “Hoever zijn ze gegaan om het medicijn aan de man te brengen? Zijn ze aansprakelijk te stellen daarvoor? The New Post is daarin gedoken en heeft er al over gepubliceerd. Het zijn pitbulls. Ze laten niet los. Want ze verdenken de Firma ervan aan de voorkant ook al geadviseerd te hebben daarbij. Zeg maar, meedenken en adviseren over hoever je kan gaan in je marketing dat het nog binnen de grenzen van de wet valt.” “En is dat ook zo?” vroeg ze. Hij verzuchtte: “Het is waarschijnlijk, want dat is wat we meestal doen bij onze grote vaste cliënten. We helpen ze juist problemen te voorkomen. Maar nu bijt The Post zich er dus in vast. Die hebben ergens lucht van en gaan dat tot de bodem uitzoeken. De Firma is daar als de dood voor.”

Op zich kon Floris het zich wel voorstellen dat ze binnen de Firma nu extra voorzichtig waren. Ze waren de laatste tijd een aantal keren negatief in het nieuws gekomen. De Firma opereerde het liefst onzichtbaar, buiten alle aandacht. “We hebben al dat schandaal gehad in Angola, wat vol in de pers is uitgemeten. Nu liggen we opnieuw onder vuur vanwege die opiatenaffaire en dan is er kennelijk ook nog iets met een uitje in Tibet.” “Welk uitje?” wilde Henriëtte weten. Floris wist daar niet heel veel van. Er werd eigenlijk niet echt over gepraat binnen de Firma. Maar wat hij had begrepen, was dat er een grote firmanten-conferentie was geweest in Tibet, waarvoor de lokale bevolking gedwongen was geweest hun dorp te ontruimen. Het was gebeurd voordat hijzelf firmant was geworden en niemand wist precies hoe de vork in de steel had gezeten. Het waren de lokale Chinese autoriteiten geweest die grond beschikbaar hadden gesteld voor een mooie luxe camp-site. Later kwamen er geruchten los over die ontruiming. Kennelijk waren journalisten daar ook al in gedoken. Was het waar? Floris had geen idee. Kon het waar zijn? Best wel.

Hij wist dat de Firma in sommige landen veel gedaan kon krijgen. Zijn eigen partner-introductiecursus, toen hij zes jaar geleden bij de Firma was gekomen, was in Birma geweest. Henriëtte was daar ook bij geweest. Behalve de professionele sessies waren er ook allerlei luxe excursies geweest met een privé-trein die vertrokken was vanaf een eigen station dat de Firma daar een aantal jaren eerder speciaal voor een ander congres had laten aanleggen. Dit station was daarna wel voor algemeen gebruik, dus ze hadden dat toen vooral gezien als een mooi stukje lokaal ontwikkelingswerk van de Firma. Maar het gaf ook aan dat de invloed in sommige landen erg groot was of dat er in ieder geval een goede relatie met de autoriteiten was. Zouden ze in Tibet iets te enthousiast geweest zijn om de Firma te accommoderen?

“Eigenlijk zijn er dus op dit moment best veel affaires waar de Firma op een of andere manier bij betrokken lijkt te zijn,” concludeerde Henriëtte. “En dan zijn ze nu misschien kopschuw geworden en bij voorbaat al in paniek op het moment dat ze denken dat er ergens weer iets niet goed gaat.” Daar leek het wel een beetje op. “En wie was daar toen eigenlijk verantwoordelijk? Zat Neil daar toen niet als regiomanager in Beijing? Tijdens die conferentie laatst in Kenia was hij helemaal lyrisch over hoe de chinezen alles aanpakten.” “Nee, hij zat in Singapore, maar hij leidde vandaar wel de regio,” antwoordde Floris. “Maar zo’n akkefietje in Tibet viel dus wel onder zijn verantwoordelijkheid?” concludeerde Henriëtte. “En nu is hij de CEO van Firma.” Ja, dan kon ze zich wel voorstellen dat de Firma een beetje panisch begon te worden over al die aandacht in de pers de laatste tijd. Zowel Neil als Victor hadden dus misschien een lijk in de kast.

En zouden ze dan daarom zo panisch reageren op een klacht of een vermoeden van een onregelmatigheid in Algerije? Was het een overreactie? Of waren ze bang voor een volgend schandaal en wilden ze meteen kunnen laten zien dat ze de betrokkenen eruit gegooid hadden? Er was daar natuurlijk wel een staatsgreep geweest. Misschien waren ze bang dat een nieuwe regering zou gaan klagen over de bestaande gascontracten en dan de schuld bij de Firma zou kunnen leggen. Het ontslag van de verantwoordelijke firmant zou dan in ieder geval een ferme respons kunnen zijn. Als die dan ook malversaties zou hebben gepleegd in die contracten. Maar om te beginnen waren er geen klachten over die contracten. Hoe kon het ook? Ze waren buitengewoon gunstig voor Algerije. De huidige president was slechts een interim-president en over een paar maanden zouden er verkiezingen worden gehouden. Floris kon zich niet voorstellen dat een nieuwe president ontevreden zou kunnen zijn over dat laatste LNG-contract, waar hij bij geholpen had. En dan nog? Waarom waren dan Floris en Sonia bij die commissie aangebracht voor onderzoek. Waarom niet Ahmet, die per slot van rekening de regiomanager was en momenteel de enige met een formele verantwoordelijkheid daar. Of Stefan, die daar full time mee bezig was geweest. Niet dat hij het Stefan gunde, maar toch was het vreemd.

Henriëtte raakte er steeds meer van overtuigd dat Floris en Sonia misschien wel als zondebokken gekozen waren voor het geval er in de toekomst toch nog gedoe zou komen. Er was tot nu toe niets concreets tegen Floris opgebracht. Floris wist dat ze binnen de Firma al langer van Sonia af wilden, vanwege die affaire die ze had gehad. Dat had hij wel opgevangen. Maar hijzelf was voor de Firma toch een heel lucratieve firmant, waarvan hij zich niet kon voorstellen dat ze hem graag zouden laten gaan. “En toch ben jij ook een gemakkelijke zondebok voor de Firma,” meende Henriëtte, “als zij-instromer is er binnen de firma als geheel toch minder sympathie voor jou, je behoort niet tot de ‘familie’, je bent geen ‘eigen kweek’ zeg maar. Je weet zelf ook dat er nog steeds heel veel mensen zijn die jou niet echt vertrouwen en vinden dat jij niet echt de waarden van de Firma deelt. Het verhaal is goed te verkopen binnen de Firma. En dan zijn er ook nog al die firmanten die jou als een bedreiging zien, omdat je zoveel succesvoller bent bij klanten dan zijzelf. En daarbij ben je ook nog eens goedkoop om te ontslaan. Als ze tenminste rekening houden met de Nederlandse ontslagvergoedingen dan hoeven ze jou maar te vergoeden op basis van zes gewerkte jaren.”

Henriëtte zou best wel eens gelijk kunnen hebben. Als het zoiets zou zijn, dan zou het in ieder geval beter verklaren waarom ze niets serieus met dat memo hadden gedaan, waarom ze Olaf er niet bij hadden betrokken, waarom Margaret en Victor hem hadden aangegeven dat een beroep zinloos zou zijn en ook waarom de Amsterdamse partners er ook niets van begrepen. Er speelde iets op hoger niveau binnen de Firma. Het bleef bizar, maar het was eigenlijk de enige verklaring die op dit moment ergens op sloeg. De grote machtige Firma die het kleine pionnetje Floris opoffert om het grote geheel te redden. Maar dan hadden ze mooi de verkeerde te pakken. Hij zou het gaan aanvechten, ze zouden nog wel eens merken wat een Nederlandse rechter hiervan zou vinden. Hij had niets te verbergen en hij had ook niets meer te verliezen. Maar hij realiseerde zich dat hij dit spel wel slim moest spelen, want de Firma was een machtige tegenstander met tentakels overal.

Om te beginnen was het van belang dat ze niet afgeluisterd konden worden of dat hun mails meegelezen werden. Dat was een goed advies geweest van Steven. Henriëtte raadde hem aan zijn broer om advies te vragen. Dat was een goed idee, want die werkte al heel lang in de IT. Maarten was inmiddels de vijftig ook al gepasseerd en als je dan nog steeds de werkgevers voor je in de rij hebt staan, dan doe je toch iets goed. Binnen de familie dacht iedereen dat hij ook kon hacken, maar dat hij dat alleen maar niet deed omdat het strafbaar was. Dus belde Floris diezelfde avond nog even met Maarten. Deze kon hem precies uitleggen wat bedrijven doen om hun werknemers in de gaten te houden en wat daarbij wel en niet mag van de wet. Maar dat WhatsApp het best beveiligd was tegen dat soort praktijken: “Dus als je met je advocaat belt of iemand anders om dingen te bespreken kun je het beste bellen via WhatsApp. Ik zou zelfs Henriëtte waarschuwen met haar telefoon, want jullie nummers zijn misschien gekoppeld. Mails via je eigen provider zijn in principe ook veilig zolang je ze maar niet downloadt op je computer. Je kunt documenten versturen en ontvangen en zolang je ze niet binnenhaalt op je eigen computer kan de Firma er niet bij.” Het was een goed idee geweest om Maarten te bellen. Alle documenten en ook het opgenomen gesprek met Victoria zouden ze opslaan op de computer van Henriëtte en op losse USB-sticks.

Chantage

Steven had hem aangeraden om gewoon professioneel zijn werk te blijven doen. Hij was per slot van rekening formeel niet ontslagen en hoe langer de Firma hem gewoon liet doorwerken, hoe zwakker hun casus zou worden. In Amsterdam legde niemand hem ook maar een strobreed in de weg. De paar firmanten die op de hoogte waren, wilden er niets mee te maken hebben en leken Floris’ kant te kiezen. Dus stapte Floris die maandagochtend na de files in zijn auto en reed naar Amsterdam. Als hij niet hoefde te reizen, was dat een beetje de gewoonte: eerst een paar uurtjes thuis werken en samen koffiedrinken als Henriëtte ook thuis was en dan pas naar kantoor. Gewoonlijk waren dat doordeweeks hun enige uurtjes samen, want hij reisde veel en als hij in Nederland werkte, had hij bijna iedere avond wel diners of vergaderingen.

Hij draaide zijn Porsche de krappe parkeergarage in en parkeerde hem tussen twee Tesla’s. De Tesla was de laatste tijd snel populair aan het worden, maar het grootste deel van het wagenpark in deze garage voor partners bestond nog altijd uit BMW’s, Audi’s en Porsches. Vervolgens passeerde hij de dubbele veiligheidssluis van het kantoor. Hij liep eerst naar het barrista-hoekje op de begane grond om een cappuccino te halen en stapte daarna in de lift naar de vijfde verdieping. In het kamertje vóór zijn kantoor zat Brigitte, zijn secretaresse. Met haar nam hij eerst zijn agenda door. Hij wilde een paar van zijn geplande reizen cancelen. Hij had nu ook tijd en aandacht nodig voor zijn eigen casus en wilde alleen nog tijd steken in zijn eigen projecten. Allerlei intern gedoe leek hem nu allemaal niet meer zo zinvol om zijn tijd aan te besteden. Daarna liep hij door naar zijn eigen kantoor en zat strak op tijd klaar voor de afgesproken videovergadering met zijn team in Algerije.

Ahmet had ook ingebeld en begon direct over de problemen met het nieuwste LNG-contract met Frankrijk. De voorwaarden zouden niet kloppen. Floris vroeg: “Over welk contract hebben we het?” Ahmet antwoordde: “Jouw contract. Het contract waar jouw handtekening onder staat. Je kunt maar beter snel komen en het rechtzetten met Omar. Als Firma kunnen we daar geen verantwoordelijkheid voor nemen.” Floris wist even niet wat hij moest zeggen. Stefan probeerde te verduidelijken: “Er bestaat kennelijk een versie van een contract waar de afgesproken prijs niet goed in stond. De prijs is te laag voor zo’n langetermijncontract.” Floris vroeg: “Welke prijs staat er dan in? En welke termijn? En wanneer is het opgesteld?” Stefan wilde antwoorden, maar Ahmet kapte hem af en zei: “Jouw naam staat eronder en je kunt maar beter komen om het op te helderen.” Floris vroeg hem: “Ik onderteken die contracten nooit. Dat weet je. Ik heb geen formele bevoegdheid. Of had je soms dat contract wat je mij vorig jaar per ongeluk had laten tekenen toch niet vernietigd, maar al opgestuurd? Maar dat was vorig jaar. Dan had dat toch al veel eerder aan het licht moeten komen?” Ahmet beet hem toe: “Ik heb geen idee waar je het over hebt. Ik heb je nooit iets per ongeluk toegestuurd.” Floris zei: “Sonia weet daar ook van.” “Sonia werkt hier niet meer omdat ook zij steken heeft laten vallen,” reageerde Ahmet. Floris wilde nog wat zeggen maar zag dat Ahmet de meeting verlaten had. Hij bleef alleen achter met Stefan. Ze besloten om het verder één-op-één te doen via de telefoon.

Stefan barste meteen los: “Ik weet nu bijna zeker dat Ahmet iets te maken heeft met dit onderzoek naar jou. Hij dringt er sinds een paar weken steeds op aan dat ik mee ga met al jouw afspraken bij PetroAlg en zinspeelde er laatst op dat het niet waarschijnlijk was dat jij PetroAlg nog lang zou blijven doen. Ik dacht toen dat hij doelde op een overplaatsing. Jij had mij ook wel eens verteld dat ze jou hadden aangeboden om naar het Verre Oosten te gaan, net als Jean. Maar nu begin ik er steeds meer van overtuigd te raken dat hij al wist dat er iets ging gebeuren. En nu met die opmerkingen van hem over dat jij een contract getekend hebt. Hoe zit dat precies?” Floris legde hem kort uit wat er een jaar daarvoor was gebeurd. Stefan ontplofte van verontwaardiging: “Wacht even. Je bedoelt dat hij jou zo’n Frans contract zogenaamd per ongeluk heeft toegestuurd, wat jij hebt getekend zonder het goed gelezen te hebben en dat hij dat dan toch gebruikt heeft? En je hebt geen idee van welke prijzen daarin stonden?” Floris zei: “Ik mag dan wel geen juridisch Frans beheersen en haast gehad hebben toen, maar dat betekent niet dat ik het niet zou zien als er onjuiste getallen in hadden gestaan. Ik weet zeker dat wat ik heb getekend niet over prijzen ging. Ik weet niet hoe hij aan contracten over prijzen komt met mijn naam eronder.” “Dan liegt hij of hij heeft je erin geluisd man!” reageerde Stefan. Floris zuchtte en zei: “Ik weet niet meer wat ik hiervan moet denken. Maar het zou kunnen. De vraag is alleen, waarom zou hij dat doen? Uiteindelijk kan hijzelf ook verantwoordelijk worden gehouden voor die fout. Waarom zou je zoiets doen?” “It’s the Middle East man, it’s the Middle East,” antwoordde Stefan alleen maar.

Ondanks zijn eigen sores besloot Floris ook Sonia even te bellen om te vragen hoe het nu met haar ging, via WhatsApp uiteraard. Sonia vertelde hem dat zij inmiddels niet meer mocht werken voor de Firma. Ze hadden haar een deal aangeboden waarvan ze overwoog die maar aan te nemen. De gang naar de rechter was voor haar geen optie. Als Frans-Algerijnse in Beiroet had ze geen rechtspositie tegen de Firma. Ze was eerder bezig geweest met een overplaatsing naar het Parijse kantoor en had daar zelfs al een appartement gekocht. Als ze nu al in Frankrijk had gewoond, dan was het allemaal heel anders geweest. Voor de Franse rechter krijg je niet zo gemakkelijk iemand ontslagen. De Firma had die overplaatsing echter op het laatste moment tegengehouden. Zij moest nog even in Beiroet blijven tot er een of ander personeelsprobleem was opgelost. Maar daardoor zat ze nu wel zonder goede rechtspositie en had daarbij nog een flinke financiële molensteen om haar nek, want voor dat appartement in Parijs moest ze nog bijna al haar woningdelen verdienen. De Firma had haar aangeboden om haar schuld daarvoor kwijt te schelden en het appartement meteen over te dragen als ze niet in beroep zou gaan.

Ook moest ze een concurrentiebeding tekenen dat ze nooit meer iets zou doen met Afrika en een geheimhoudingsverklaring over alles rond PetroAlg en de Firma, inclusief een hele zware boeteclausule. Floris vond het een absurd aanbod: “Hoe kunnen ze van je eisen dat je niets meer doet met al je opgebouwde expertise? Ze kicken je eruit en verbieden je elders je brood te verdienen?” Maar Sonia stond met haar rug tegen de muur: “Wat kan ik doen? Als ik in beroep ga dan wordt het hele aanbod ingetrokken. Ik sta dan met niets op straat en heb wel een enorme schuld. En dan moet ik nog maar zien of ik elders aan het werk kom, want ze dreigden ook dat dat wel eens heel lastig zou kunnen worden.” Floris was geschokt daarover: “Maar dat is je reinste chantage. Een draconische sanctie voor als je gewoon probeert je recht te halen!” Hij vond het vreselijk voor Sonia en voelde zich met haar begaan. Hij had als Nederlands ingezetene tenminste nog een stevige rechtspositie en een hele goede advocaat. Daarbij had hij zijn huis al bijna afgelost. In het ergste geval zou hij zelfs het geld van de erfenis van zijn moeder er nog voor kunnen gebruiken. Hem zouden ze niet zo gemakkelijk kunnen chanteren.

Rond lunchtijd kwam hij Dirk tegen op de gang. Ze besloten even samen te lunchen en bij te praten. Ook over de lopende zaken rond Delphin Oil en andere klanten waar ze samen mee bezig waren. Daarna spraken ze over de voortgang van de procedure van de gedragscommissie. Floris wilde hem verder liever niet te veel vertellen over zijn eigen juridische stappen. Maar Dirk leek een heel ander probleem te hebben. Hij zei: “Als je nog hulp nodig hebt of advies, laat het me weten. Alleen, liever niet via de mail of de telefoon. Je weet nooit hoe dat overkomt op anderen.” “Hoe wat overkomt op anderen? Op wie?” vroeg Floris. “Je weet toch dat alles meegelezen en meegeluisterd kan worden,” reageerde Dirk korzelig. Tot een week geleden was het bij Floris niet opgekomen dat de Firma mee kon lezen met al het mail-verkeer. Hoe naïef was hij geweest? Voor Dirk was het kennelijk een gegeven dat het gebeurde.

Om twee uur had hij een telefoongesprek met Margaret, die in het New York-kantoor werkte. Het was Stevens advies geweest om alle mails terug te vragen rond de PetroAlg-zaak. De commissie had die mails gebruikt en als hij een beroep wilde kunnen voorbereiden, had hij deze dus ook nodig. Van Steven had hij begrepen dat hij er recht op had deze op te vragen om zijn zaak te kunnen voorbereiden. Zij wist dat blijkbaar ook en maakte er geen enkel probleem van. Misschien was ze ook nog wel gelukkig met het idee dat hij voor een beroep zou gaan. De commissie zou inmiddels ook wel doorhebben dat ze wat grote steken hadden laten vallen in deze zaak en een beroep zou de gelegenheid geven om de grootste stupiditeiten te herstellen. Floris liet haar voorlopig nog even in het onzekere daarover. Wel waarschuwde ze hem nadrukkelijk om niet een externe advocaat in te schakelen. “De Firma wil deze zaak buiten de publiciteit houden. We hebben binnen de Firma een keurige procedure om in beroep te gaan. Je mag erop vertrouwen dat alles volgens de regels zal gaan. En verder wil ik ten zeerste afraden om deze zaak extern te brengen. De Firma trekt altijd aan het langste eind. En, mocht je het toch overwegen, de consequenties voor jou gaan heel naar worden.”

Daarna voegde ze terloops toe dat ze had begrepen dat hij nog gewoon aan het werk was. Dat was prima zolang hij nog niet formeel was ontslagen. Misschien was het een goed idee om nog eens naar Algerije te gaan om de zaak te ‘fiksen’ met Saadane. Het zou zijn beroepszaak in ieder geval goed doen, suggereerde ze. Floris vroeg: “Wat moet ik precies ‘fiksen’ met Saadane? Je moet me iets meer informatie geven. Ahmet noemde ook al iets, maar ik tast volkomen in het duister. Wat is er aan de hand?” Margaret zuchtte en zei: “Ik denk dat je dat heel goed zelf weet. Je hebt onze reputatie bij PetroAlg geschaad met zo’n schandalig contract. Omdat het gelukkig op tijd gezien werd, weet buiten de Firma waarschijnlijk alleen Saadane ervan. Als jij hem kunt uitleggen dat het jouw verantwoordelijkheid was en niet die van de Firma, dan blijft de schade misschien beperkt.” Floris antwoorde: “Beste Margaret, zoals je weet is Ahmet degene die verantwoordelijk is voor de contracten. Ik geef hooguit advies en ik weet zeker dat ik nooit iets heb ondertekend met prijzen die niet kloppen. Ik heb inderdaad vorig jaar iets ondertekend wat ik niet had mogen ondertekenen, maar dat was toen allemaal al afgehandeld en klaar. Kan iemand mij laten zien wat ik heb ondertekend? Misschien dat ik dan meer snap wat het probleem is. Misschien dat ik dan ook beter kan helpen met iets op te lossen.” Margaret reageerde fel: “Je kunt wel blijven ontkennen en de onschuld spelen. Wat de Firma betreft ben jij de schuldige. Bedenk ook dat het de Firma is die besluit of je in je huis mag blijven wonen. Wees verstandig, werk mee, ga naar Saadane om het recht te zetten en dan zullen wij ook redelijk zijn.”

Probeerde ze hem nu te chanteren? Net als bij Sonia? Alleen ging het er bij Sonia juist om dat ze niet in beroep zou gaan, terwijl ze hem juist leken te stimuleren om dat toch maar wel te doen. Dat was kennelijk niet alleen maar omdat hij gedreigd had met een gang naar de rechter? Ze wilden wel erg graag dat hij naar Algerije ging om iets recht te zetten met Omar. Wat precies, dat wist hij niet, maar ze waren duidelijk erg bang voor hun reputatie. Er was iets misgegaan en ze hielden hem ervoor verantwoordelijk. Of gebruikten hem als zondebok. Of Ahmet had hem er opzettelijk ingeluisd, maar waarvoor? En wat was de rol van die Chris Hamilton dan hierin? En die Nathalie? En de gedragscommissie? Want niemand in die commissie leek te willen luisteren naar hem of Olaf om de waarheid boven tafel halen. Niemand kon hem ook vertellen wat hij precies verkeerd had gedaan. Was alles alleen maar om hem te dwingen iets met Omar recht te zetten? Dat zou hij sowieso best wel doen, als hij wist waar het over ging. Daar was deze hele farce niet voor nodig geweest. Farce, of meer chantage, want dat was het natuurlijk. Zijn woningdelen verliezen, dat zou betekenen dat het huis waar hij zes jaar voor gewerkt had helemaal zou kwijtraken. Hij ging zich sowieso niet laten chanteren en vertrouwde op Steven dat er via de rechter wel te bewijzen viel dat hij recht op dat huis had.

Gelukkig hadden ze financieel altijd op zeker gespeeld. Ze waren relatief bescheiden geweest met hun huis, waardoor ze het al bijna konden aflossen en ze hadden daarnaast ook gespaard om nooit helemaal een slaaf van dat woningplan te worden. Bijna altijd dan. Wat een geluk dat dat huis in Loosdrecht niet was doorgegaan, want dan hadden ze nu echt een probleem gehad. Het was een verkrotte villa op een prachtige plek aan een vaarwater en daarvoor waren ze bereid geweest om behoorlijk hun financiële grenzen op te zoeken. Als ze de Firma dat huis voor hen hadden laten kopen dan hadden ze zeker voor nog eens zes jaar vastgezeten aan het woningplan. Het was een medefirmant geweest, Rogier, die het had gekocht. Floris had er toen flink van gebaald, maar ja met zijn zes jaren binnen de Firma kon hij financieel echt niet opboksen tegen een firmant die daar al twintig jaar zat. En nu was hij blij daarover. Want anders had hij nu met zijn kop in een financiële strop gehangen. Hoe gelukkig kwam dat uit! Met wat ze nu hadden, zouden ze het wel redden. Ze zouden een stapje terug moeten doen, maar als ze hun huis konden houden dan waren ze nog steeds goed af. Wel zouden ze de verwachtingen van de jongens een beetje moeten temperen. Nog een geluk dat hij niet ook meeliep in het studieplan van de Firma. Dat was ook zo’n verkapte betaalregeling. Een studiebeursplan voor een studie aan één van de grote Amerikaanse topuniversiteiten. Maar hij was te laat binnengekomen om daar nog aan mee te doen. Dus de jongens studeerden gewoon in Nederland. Hij ging ervan uit dat hij ook zo weer ergens aan de slag zou komen. Daar was hij niet bang voor. Zelfs niet voor dreigementen van de Firma daarover. De concurrenten zouden hem maar wat graag aannemen en een concurrentiebeding, daar hoefden ze nu echt niet mee aan te komen.

Nee, chanteren liet hij zich niet. Maar toch wilde hij de boel in Algerije goed afronden, deels voor zijn eigen eer, maar ook om de Firma te laten zien hoe fout ze zaten en hoe professioneel hij was en bleef. Hem zou nooit iemand iets kunnen verwijten, ook nu niet.

Bovendien, zijn team daar wist van niets. Die waren afhankelijk van zijn aansturing. En zo kwam het dat hij Brigitte toch vroeg om een afspraak in te plannen met Omar. Daarna was er verder niet zo veel meer te doen op kantoor. Er was nog een vergadering met alle firmanten, maar daar voelde hij zich toch wat raar bij. Een deel van de firmanten was op de hoogte en een ander deel niet, dus waarover zouden ze het gaan hebben? Business as usual? Dat kon hij even niet opbrengen. Dus hij belde Henriëtte op dat hij eerder naar huis kwam en stelde voor om samen even bij Het Wapen te gaan eten. Dat was een eetcafé op loopafstand van hun huis, waar ze wel vaker even snel een hapje haalden als ze het allebei druk hadden.

De normen van de Firma

Hij parkeerde de auto op de oprit en samen liepen ze naar Het Wapen, waar ze een Texels Skuumkoppe bestelden en de kaart vroegen. Eigenlijk hadden ze die niet echt nodig, want ze kenden die bijna uit hun hoofd. Maar er waren af en toe wel seizoen specials, nu in de herfst natuurlijk wild, zoals hertenvlees uit de Waterleidingduinen. Hij vertelde over zijn gesprekken met Margaret en Sonia. Dat Margaret hem had aangeraden om vooral wel in beroep te gaan en niet naar de rechter, maar dat ze daarentegen Sonia juist gechanteerd hadden om niet in beroep te gaan. Waarschijnlijk omdat de gang naar de rechter voor haar sowieso geen optie was. Henriëtte was verontwaardigd over zoveel chantage: “En dit is dus hoe de gedragscommissie, die de normen en waarden van de Firma moet bewaken, zelf handelt? Dreigen met draconische maatregelen en dan een laffe schikking aanbieden om het buiten de rechtszaal en de pers te houden? En dreigen dat je alles kwijtraakt als je wel je recht wilt zoeken. Als dat de normen en waarden van de Firma zijn? Het is geklets, wat een schijnheilig gelul allemaal!”

Sonia had ook verteld dat de gedragscommissie blijkbaar weinig speelruimte had om zelf de sancties aan te passen. In haar geval was het Neil MacKinnon zelf geweest die zich daar als CEO persoonlijk mee bemoeid had. Maar eigenlijk maakte dat het verhaal alleen maar vreemder. Floris zuchtte: “Onder Donald zou dit nooit zo uit de hand zijn gelopen.” Hij refereerde aan de vorige CEO, die anderhalf jaar geleden met pensioen was gegaan en inmiddels ergens opperrechter was geworden. “Er ontstaat binnen de Firma steeds meer een cultuurtje van interne politieke spelletjes.” Henriëtte reageerde: “Jullie zijn steeds meer een Firma van hoogbegaafde strebertjes aan het worden. Vroeger op school waren het de nerds en als partners en firmanten krijgen ze ineens geld en aanzien. Ze raken verslaafd aan de glamour en als ze zich bedreigd voelen, nemen ze het niet meer zo nauw met die zogenaamde waarden, waar ze vooral lippendienst aan bewijzen. Dat zie je toch ook bij dat elkaar de vliegen afvangen? Mensen die achter elkaars rug om proberen cliënten over te nemen. Dat is jou ook al zo vaak gebeurd. Neem nou die Ahmet, die ook alleen maar uren probeert te schrijven op PetroAlg zonder dat hij daar wat aan bijdraagt.”

Floris vertelde van het gesprek met het team en hoe Ahmet had gereageerd. Voor Henriëtte onderstreepte dat haar punt: “Zie je, en zelf heeft hij dat contract verprutst en probeert het nu op jou en Sonia af te schuiven. Misschien heeft hij jouw handtekening wel vervalst. En die Franse juriste, die toch al de pest had aan Sonia, gaat daar lekker in mee en laat haar vriendje de zaak aanhangig maken. Heel ethisch allemaal.” Het was inderdaad wel allemaal hypocriet, daar was Floris het roerend mee eens: “Die gedragscommissie heeft waarschijnlijk vanaf het begin een inschattingsfout gemaakt door de zaak niet echt goed te onderzoeken en nu willen ze dat niet toegeven. Liever volharden ze en gaan tot het uiterste om te voorkomen dat hun fout zichtbaar wordt. Dat kan hen ook weer een promotie kosten.” Dat up-or-out-systeem hielp natuurlijk ook niet om het beste in mensen naar boven te halen. Volgens Floris werkte het allemaal wel toen Donald nog CEO was. Waarom kon Neil dat niet? Neil had zich er dus wel mee bemoeid, maar vond het kennelijk ook niet nodig om bijvoorbeeld Olaf te consulteren. Wat was zijn rol in dit alles?

Twee jaar geleden had Henriëtte hem voor het eerst ontmoet tijdens een trainingsweek voor de nieuwgekozen firmanten in een luxe safari-lodge in de Serengeti in Kenia. Daar liepen allemaal prominente firmanten rond die daar toch een soort campagne voerden om gekozen te worden tot de opvolger van Donald. Officieel was het dan wel geen echte campagne maar het had er veel van weg. Iedereen deed zijn best om leuk en populair over te komen. Sommigen vielen daarbij keihard door de mand als ‘übernerds’, maar het grappige was dat ze er in deze omgeving toch mee weg kwamen. Er waren verschillende sessies geweest over tal van interessante onderwerpen. Henriëtte had bij Neils praatje over China gezeten en vond toen dat hij wel heel erg eenzijdig positief was over alles wat er in China gebeurde: “Hij kwam alleen maar met cijfers over economische groei en de afname van de armoede. En dat is natuurlijk ook best een prestatie, maar er wordt ook een prijs voor betaald. In vrijheid. En toen ik hem vroeg over wat hij vond van de landonteigeningen en gedwongen verhuizingen reageerde hij heel geïrriteerd. Hij gaf daar eigenlijk geen antwoord op en reageerde met een soort jij-bak, dat er altijd wel mensen klagen en dat dat in Nederland niet anders is.” “Tja, die onteigeningen, dat was natuurlijk een gevoelige vraag van je. Net in die tijd begon de pers te schrijven over dat uitje in Tibet,” grinnikte Floris. Waarop Henriëtte reageerde: “Wist ik veel, maar nu begrijp ik zijn irritatie wel. Maar dan nog, dat verandert verder niets aan het feit dat het vooral op een reclamespotje voor de Chinese Volkspartij leek.”

Wat een verschil was het geweest met Donald, want ook met hem was Henriëtte in discussie gegaan. Hoe kon het ook anders met haar politieke achtergrond. Maar Donald had het juist geweldig gevonden om ook eens wat kritische vragen te krijgen. Toen ze elkaar vorig jaar in Tokyo weer waren tegengekomen, was hij daar weer over begonnen. Maar goed Donald was nu weg. Goed voor hem dat hij nu opperrechter was. Jammer voor de Firma. Neil had bij lange niet het charisma en duidelijk ook niet de visie om de Firma te leiden zoals zijn voorganger dat had gedaan. Floris dronk zijn glas leeg en zei: “Nu ik dit allemaal zie en meemaak, vind ik het prima om te vertrekken. Ik ben klaar met deze Firma. Het leek allemaal zo veel deftiger dan bij LexCo, maar ik heb nu ook de andere kant van de Januskop gezien en die is niet fraai. Dus wat er verder ook uitkomt, ik ga hoe dan ook weg. Maar ik ga wel vechten om binnen te halen waar ik recht op heb. Ze hebben de verkeerde gekozen om mee te dollen.”

Zolang de impasse voortduurde, wilde hij gewoon doorgaan alsof er niets aan de hand was. Ten eerste kon hij niet anders naar de buitenwereld toe. Voor zijn eigen reputatie was het beter om gewoon goed werk te blijven leveren net te doen alsof hij straks met pensioen ging. Ten tweede was het nu belangrijker dan ooit om zijn netwerk goed te houden en dus overal goede jobs af te leveren. Ten derde wilde hij voor zijn eigen eer de Firma bewijzen hoe fout ze zaten. En daarom zou hij toch weer naar Algerije gaan. Ze zaten inmiddels aan de cappuccino met een enorme schaal plaktoffees tussen hen in. Dat was vaste prik bij het Wapen. Henriëtte zei: “Ben je gek geworden? Hoezo ga je daar weer heen? Laat Ahmet het lekker zelf oplossen. Bovendien, ik vertrouw hem voor geen meter. Stel dat Stefan gelijk heeft en Ahmet je erin wilde luizen?” Ze had er geen goed gevoel over dat hij ging. En Floris begreep dat ook wel. Er waren zoveel bizarre dingen gebeurd die ze voorheen niet voor mogelijk hadden gehouden. “Maar ik wil ook zelf graag met Omar hierover praten. Hij vertrouwt mij en ik geloof niet dat hij denkt dat ik zo’n fout zou hebben gemaakt. Sterker, ik had niet eens meer een afspraak met hem kunnen krijgen als hij dat echt zou geloven.” “Maar de Firma vraagt dus eigenlijk van je dat je naar hem wel toegeeft dat het jouw fout was,” reageerde ze. “Daarom wil ik dit ook onder vier ogen met hem bespreken. Samen komen we er misschien achter wat er aan de hand is. Hij heeft dat contract waarschijnlijk ook. Dan kan ik het eens zien en vaststellen of het inderdaad mijn handtekening is. Hebben we te maken met vervalsing? Dat kan ik dan weer gebruiken in mijn rechtszaak. Nee, natuurlijk laat ik me niet chanteren.”

Samen liepen ze door de donkere straat weer terug naar huis. Het regende licht, maar net niet zoveel dat het vervelend was. Henriëtte probeerde Floris nog één keer over te halen om niet te gaan. Nu ze de duistere kanten van de Firma had leren kennen, ook door al die affaires die de laatste tijd aan het licht waren gekomen, was ze er niet gerust op. “Toch is het vreemd dat ze je enerzijds onmiddellijk willen ontslaan en anderzijds willen dat je blijft werken en terug naar Algerije gaat om het te ‘fiksen’,” merkte ze op, “en eigenlijk vertrouw ik het niet. Het klopt niet. Wat ‘fiksen’? Wat bedoelen ze daarmee?” Ze wist echter ook dat het zinloos was, want als Floris eenmaal een plan in zijn hoofd had dan moest er wel heel wat gebeuren wilde hij zich daarvan af laten brengen. Er was heel wat gebeurd, maar dat was nog niet genoeg. Floris zag ook wel dat het niet klopte, maar voor hem bewees dat vooral hoe onhandig en inconsequent de Firma opereerde. Wat hem betrof, maakte het zijn casus tegen de Firma alleen maar sterker. Henriëtte had er een slecht gevoel over, maar kon dat verder ook niet duiden. Wat kon er nou echt misgaan?

“Wat een geluk dat we dat huis niet hebben gekocht”, zei Henriëtte ineens. “Ja”, zei Floris, “daar dacht ik vanmiddag ook ineens aan. En aan Rogier, die het voor onze neus heeft weggekaapt.” Rogier was een oud vriendje uit Rotterdam. Ze hadden samen gerugbyd en waren na elkaar president geweest van de Rugbyclub. Floris was daarna ook nog president geweest van het studentencorps. Ze waren later het contact een beetje kwijtgeraakt. Rogier was meteen na zijn studie bij de Firma begonnen terwijl Floris eerst naar Delphin Oil was gegaan. Ze hadden elkaar vroeger nog wel eens getroffen op een reünie, maar vanwege het vele reizen ging Floris daar al jaren niet meer naartoe. Toen Floris bezig was met zijn overstap naar de Firma had hij hem ook geprobeerd te bellen om dat te laten weten, maar Rogier had niet echt gereageerd op zijn berichten. Later leek hij hem een beetje te ontlopen. Hij had dat raar gevonden en ook wel een beetje jammer.

Het leek wel of Rogier er een probleem mee had dat hij bij de Firma was komen werken. Maar uiteindelijk kon het hem ook niet zoveel schelen. Na al die jaren heb je misschien ook niet meer zoveel met elkaar. Eigenlijk was hij een beetje een vreemde vent, die zich sowieso niet zo vaak liet zien bij borrels en feestjes. Hij verontschuldigde zich meestal met de opmerking dat zijn gezin hem toch al zo weinig zag. Wat klopte natuurlijk, maar dat gold voor de meeste partners. “Hij heeft ooit nog eens tegen me gezegd dat hij gewoon zijn ding doet en zich niet te veel met de Firma bezighoudt, omdat er allerlei dingen zijn die hij toch niet kan veranderen. Ik vraag me nu af wat hij daar toen mee bedoelde.” Feit was wel dat hij tot de groep firmanten behoorde die al heel lang bij de Firma was en beter op de hoogte van alles wat er speelde dan een nieuwkomer als Floris. Ze liepen, beiden in gedachten verzonken, het tuinpad op. Het huis lag er vriendelijk bij. De natte bladeren van de struiken glommen in het licht van de tuinlampen en aan de voordeur hing een herfstkrans.

Donkere wolken

Henriëtte werd wakker van de wekker. Ze was nog even in slaap gevallen nadat Floris die ochtend al om zes uur was vertrokken naar Schiphol voor zijn vlucht naar Algiers. Ze wilde nog wel even blijven uitslapen, want ze had een slechte nacht gehad. Ze had een naar gevoel. Het was alsof ze in een boze droom leefde en daaruit maar niet kon ontwaken. Maar nee, dit was echt, dit overkwam hen allemaal echt. Ze maakte zich ook zorgen over hun financiën. Altijd waren ze voorzichtig geweest met aankopen en nu ze dan eindelijk die boot hadden durven kopen, die ze nog moesten afbetalen, stond ineens hun hele financiële zekerheid op zijn kop. Nog een geluk dat Loosdrecht niet was doorgegaan. Volgens Floris zouden ze het wel redden. Floris dacht dat ze het huis waarin ze nu woonden en zelfs die boot wel konden houden als ze het verder een beetje rustig aan zouden doen. En als het inderdaad zou lukken om in ieder geval hun woningdelen te houden, dan zou dat wel goed gaan. Zelfs als ze hun laatste woningdelen van het lopende jaar niet zouden krijgen.

Ze hadden nog wat gespaard en onlangs een erfenis gekregen. Als ze daarmee de laatste aflossing zouden kunnen doen aan de Firma dan hoefden ze in ieder geval niet hun huis uit. Ze woonden op zich heerlijk in een vrijstaand huis in Aerdenhout, met het strand op fietsafstand en Amsterdam om de hoek. Straks hadden ze ook weer een zeilboot in Enkhuizen. Dus ze hoefden geen dure reizen te maken. En ook een geluk dat ze de jongens niet in dat dure studieplan hadden zitten. Ze had het destijds wel jammer gevonden dat ze daar niet meer in mee konden doen. De Firma keerde vanaf de geboorte van je kind een deel van je salaris uit in een studiepotje voor een beurs aan een Amerikaanse topuniversiteit. Hun zoons studeerden nu gewoon in Nederland. Maar eerlijk gezegd, ging het goed met ze en, nog het belangrijkste, ze waren gelukkig. Ze stond op, ze moest opschieten, want om acht uur zouden de werkmannen weer voor de deur staan.

Natuurlijk waren ze er pas om half negen. Dat was eigenlijk altijd zo. Maar dat was fijn, want dat gaf net een beetje extra tijd om rustig te ontbijten en haar krantje te lezen.

Als ze er eenmaal waren, kwam ze daar niet echt meer aan toe, want ze moest het hele gebeuren wel actief blijven aansturen. Inmiddels waren er alweer vier maanden verstreken na de inbraak en nog steeds waren ze niet klaar met het opschroeven van de beveiliging. De nieuwe alarminstallatie deed het nu wel goed, maar met de schriklampen wilde het maar niet lukken. En die wilde ze wel echt hebben om zich thuis weer helemaal veilig te voelen. Ze was behoorlijk geschrokken toen ze die nacht in juni rond twaalf uur alleen was thuisgekomen en de inbrekers had verrast. Sindsdien voelde het niet meer goed om ’s avonds laat alleen thuis te komen.

Het was een rampzalige opeenvolging van gebeurtenissen geweest. Eerst was de kluis stukgegaan, wat op zich geen calamiteit was, maar ze had hem al die tijd nog niet kunnen laten maken. Ze had er verschillende bedrijven bijgehaald en telkens was er weer een andere reden waarom het toch niet gemaakt kon worden. Eerst moest alleen het slot vervangen worden en toen dat niet kon, de hele deur, en toen dat ook niet lukte, uiteindelijk de hele kluis. Ze had al een afspraak gemaakt met de aannemer om de kluis uit te breken en te vervangen. En toen belde haar zoon op een maandagavond in juni op omdat er in zijn studentenhuis een overstroming was geweest. Na een stortbui was het riool overstroomd. In zijn kamer stond 6 centimeter stinkend bruin water. Halsoverkop was ze naar Leiden vertrokken om daar te helpen met spullen weghalen.

Midden in de nacht kwam ze met een volgeladen auto weer thuis. Ze deed de voordeur open en hoorde gerommel boven. Ze vroeg nog of daar iemand was, waarop een mannenstem riep: “Politie.” Het was zó raar dat ze nog even twijfelde of het inderdaad politie was in haar huis. Gelukkig realiseerde ze zich onmiddellijk dat dat natuurlijk niet waar kon zijn. Ze rende weg, naar de straat, vanwaar ze een oogje op de voordeur kon houden om te zien of ze niet gevolgd werd, en belde intussen 112. De politie arriveerde snel en met honden doorzochten ze het huis. Toen ze zelf naar binnen mocht, zag ze het meteen: al die lege doosjes op de grond, al haar juwelen gestolen, inclusief de erfstukken van haar moeder en haar schoonmoeder. Ze voelde nog steeds een vreemd verstikkend verdriet daarover. Alsof er iets van haar identiteit was afgenomen. Natuurlijk, het zijn maar spullen en ze moest blij zijn dat haar zelf niets was overkomen. Boven aan de trap stond een fles pepperspray klaar. Ze moest er niet aan denken wat er gebeurd was als ze naar boven was gelopen.

Alleen de slaapkamer en de studeerkamer waren overhoopgehaald, maar uit de studeerkamer was niets weg. Er lagen daar pc’s en camera’s, evenals mappen met buitenlandse valuta, die Floris altijd slordig liet slingeren. Niets daarvan was weggenomen. Wel waren al zijn laden en mappen overhoopgehaald maar later bleek dat er niets uit was verdwenen. Alleen zijn manchetknopen waren weg. Floris had gezegd: “We kopen gewoon alles nieuw voor je. De spullen van onze moeders zijn onvervangbaar maar alles wat ik je ooit gegeven heb, gaan we opnieuw uitzoeken. Het is lullig, maar ik verdien goed, dus we kunnen dit dragen.” Dat kon hij toen nog zeggen, maar nu was alles toch anders en ze was er maar niet meer over begonnen. Vorige maand, op hun zilveren huwelijksfeest, had ze het moeten doen zonder haar parels die Floris haar voor hun koperen bruiloft had gegeven. Ze had haar jurk daar speciaal op ontworpen. Wat een opeenvolging van narigheid achter elkaar. De ene na de andere ramp overkwam hen. En nu dit weer. Als je het in een boek zou lezen zou je het een ongeloofwaardig verhaal vinden.

Er werd op het raam getikt. Ze zuchtte en liep naar buiten om te vragen wat er nu weer was. De schriklampen die geïnstalleerd waren, bleven maar problemen geven. Het was het nieuwste van het nieuwste, met bewegingssensoren en LED, maar functioneren deden ze niet. Eerst flitsten ze de hele nacht aan en uit bij iedere hornaar of vlieg die voorbijvloog. Daarna waren ze te ongevoelig ingesteld. Als inbreker moest je er wel recht voor gaan staan zwaaien om opgemerkt te worden. En de afgelopen nachten met die zware regenbuien hadden ze als een soort kermisverlichting permanent geknipperd. Superirritant voor de buren ook en natuurlijk niemand meer die reageert. Nu hadden die mannen weer een heel verhaal. Eigenlijk geloofden ze haar gewoon niet. Ze liet ze een filmpje zien van de afgelopen nacht. Eindelijk leken de mannen overtuigd. Ze zouden contact opnemen met de producent. Even later kwamen ze weer terug. Ze hadden de producent gesproken en die snapte het ook niet. De hele buurt heeft schrikverlichting die het doet, maar bij hen lukte het maar niet. Ja, dat vonden de mannen zelf ook raar. Dat hadden ze zelf ook nog nooit meegemaakt.

De telefoon ging binnen en ze rende terug om hem op te nemen. “Hi mam,” zei Jelle. “Hé lieverd, hoe is ie?” antwoordde ze. Ondanks alle zorgen die haar bezighielden, moest ze ‘niets aan de hand’ spelen naar de jongens. Jelle belde regelmatig om te vertellen waar hij mee bezig was: studie, huisgenoten, dates. Hij was best open naar zijn ouders. Henriëtte en Floris hadden afgesproken om de jongens voorlopig niets te vertellen. Ze zouden maar ongerust worden en ze hadden genoeg aan hun hoofd. Jelle met zijn bachelors eindproject en Tjeerd met zijn bestuur. Henriëtte vertelde dat de mannen weer bezig waren met de lampen. “Doen ze het nog steeds niet?” vroeg Jelle verbaasd. “Hoe moeilijk kan het zijn?” Gelukkig was zijn studentenhuis inmiddels alles weer op orde. De kamers waren helemaal uitgedroogd, gedesinfecteerd en weer geverfd. Jelle bracht ook Sinterklaas op. Welk weekeinde ze dat zouden gaan vieren, want hij wilde daar dan rekening mee houden met zijn andere afspraken. Henriëtte stelde voor om het even in de familieapp te gooien. “O ja, goeie,” reageerde Jelle en daarna moest hij weer aan de studie. Henriëtte zuchtte. Tja, Sinterklaas. Ieder jaar vierden ze dat nog steeds in één van de weekenden rond vijf december met veel pakjes, veel gedichten en veel Sinterklaas-snoep. Niemand wilde dat veranderen. De laatste jaren waren de cadeaus wel wat uit de hand aan het lopen en dit jaar zou het allemaal weer iets bescheidener moeten. Ze wisten nog niet helemaal hoe ze dat met de jongens zouden bespreken zonder dat ze door zouden krijgen dat er iets ernstigs aan de hand was.

Ze probeerde nog wat te werken en hoopte dat ze even niet gestoord zou worden. Om vier uur zat het werk buiten er weer op. De mannen kwamen zich afmelden en zeiden dat ze één van de schriklampen weer meenamen naar de zaak om naar de producent te sturen. Ze zouden bellen als ze nieuws hadden. Het was opgeklaard en eigenlijk een prachtige zonnige middag geworden. Rond deze tijd van het jaar ging ze doordeweeks eigenlijk nooit meer alleen fietsen, omdat het vroeg donker werd en toch wat ongezelligs had. In de zomer pakte ze regelmatig de racefiets om ’s avonds nog een rondje te trappen. Het was nu echter zo uitnodigend dat ze besloot snel nog even een rondje Ringvaart, Halfweg en Spaarndam te doen. Dat was net iets meer dan een uur, dus zou ze ruim voor het donker weer thuis zijn.

Het was prachtig in de Haarlemmerliede: vanaf de hoge dijk keek je ver uit over de weilanden en de rimpelloze poldersloten weerspiegelden de zwermen trekvogels in de lucht. In de verte, bij de kust kwamen langzaam weer wolken opzetten. Ze keek op de snelheidsmeter: 29 km/uur, minder hard dan met Floris. Als ze samen waren, reed zij altijd vlak achter hem. In zijn slipstream kon ze gemakkelijk 34 km/uur bijhouden en hij kon lekker losgaan. Misschien dat ze dit weekeinde weer eens samen konden fietsen? Als het dit weer zou blijven. Ze had geen idee eigenlijk. In dit jaargetijde hield ze het weerbericht niet zo bij. Ze passeerde Spaarndam, de wolken kwamen vanaf de kust dichterbij en het water van het Spaarne begon te rimpelen.

Met de wolken kwamen ook de sombere gedachten terug. Waarom probeerde de Firma Floris zo te pakken? Zo ongekend vilein? Als ze van hem af hadden gewild, had dat ook op een andere manier gekund. Een beetje redelijk, met behoud van hun huis en zijn pakket en misschien iets van compensatie voor een eventueel concurrentiebeding. Floris was de laatste tijd toch al minder gelukkig bij de Firma. Dat pakket was trouwens iets waar ze al eerder haar twijfels over had. Het was gewoon ‘too good to be true’. Hij was immers pas zes jaar bij de Firma. Er zou wel een trucje komen waarom het in zijn geval toch net ietsje anders zou gaan. Maar dat ze dit zouden doen? Ook je huis afnemen waar je zes jaar voor hebt gewerkt? Het erge was nog dat niemand het zou geloven. Niemand zou geloven dat de Firma, met deze reputatie, zoiets zou doen zonder goede reden. Iedereen zou denken dat je dan wel heel erg over de schreef moest zijn gegaan. Ze dacht aan hun beste vrienden, waarvan enkelen zelf behoorlijk belangrijke posities in het bedrijfsleven hadden. Zouden zij Floris geloven als het zijn woord tegen dat van de Firma was? Sommigen misschien wel, maar zelfs van haar eigen familie wist ze dat niet eens zeker.

Het was ook die reputatie geweest die Floris zo had aangetrokken. Daardoor kon hij veel meer impact hebben. Hij hoopte dat hij verschil kon maken door landen of ondernemingen te helpen met het opstellen van goede en eerlijke contracten. Vooral in de energiesector ging het vaak om langlopende contracten en de belangen waren groot. Het was erg verleidelijk voor een arm land om snel aan geld te komen. Hij kon ze helpen aan betere deals. Soms door iets meer geduld te hebben. Soms door zelf onderhandelingen te starten in plaats van te wachten welke roofdieren op de buit af zouden komen. Soms ook door internationale organisaties erin te betrekken, zoals de Verenigde Naties, de Europese Unie of de Wereldbank. Henriëtte wist dat hij een idealist was, al gaf hij dat niet toe. Hij zag zichzelf graag als een rationele jurist, maar diep in zijn hart was hij een romanticus. Het was hem tegengevallen dat hij geen internationale arbitrages meer mocht doen. Bij LexCo hadden ze daar geen problemen mee gehad. Ook de cliënten snapten dat raadsmannen binnen eenzelfde Firma weleens voor verschillende partijen werken en dat er allerlei afspraken en constructies zijn om die gescheiden te houden. Maar de Firma vond de risico’s te groot, ze was bang bepaalde grote klanten voor het hoofd te stoten. Floris had zich erbij neergelegd en er was genoeg te doen voor hem. In Algerije en Mozambique was er werk aan de winkel om te zorgen dat die landen aan gunstige contracten kwamen voor de LNG-export. Je zou denken dat hij goed zou passen in deze Firma met altijd die hoogdravende praatjes over normen en waarden. Maar inmiddels werd wel duidelijk dat dat vooral lippendienst was. Misschien wilden ze daarom juist wel van hem af?

Ze reed de dijk omhoog en sloeg linksaf om langs het Spaarne door Haarlem terug te fietsen. Aan de kade lag een oude mijnenveger van de marine. Ze moest aan haar vader denken. En hoe die, eigenlijk te vroeg naar zijn zin, bij de marine was weggegaan. Als hij die laatste promotie tot Schout-bij-nacht niet was misgelopen, had hij tot zijn vijfenvijftigste mogen dienen. Dat was voor haar vader toch een beetje onverkwikkelijk geweest, hoewel hij zich er nooit over beklaagde. Hij had altijd alle stafschool-examens gehaald en goede beoordelingen gekregen. Hij was plichtsgetrouw en geliefd bij de manschappen en bij zijn mede-officieren. Ze stuurden hem op belangrijke missies voor de NAVO. Hij liet het nooit merken, maar het had hem gekwetst dat hij voor die promotie op het laatste moment was gepasseerd. Jaren later kwam op onverwachte wijze aan het licht wat erachter had gezeten. Haar broertje, die zich tijdens zijn diensttijd te pletter verveelde bij de defensie-archieven, die hij moest helpen opruimen en sorteren, vond heel toevallig de dossiers van hun vader. In dat dossier bleek een brief te zitten van de beruchte prinsgemaal van de tweede koningin, waarin deze de stafchef verzocht om hun vader op een zijspoor te zetten. Haar recalcitrante broertje had natuurlijk een kopie gemaakt van de brief en die meegenomen. En die kopie werd nu zeker ergens op een veilige plek bewaard. Het was schokkend om erachter te komen dat een brief van iemand die zelf notabene vanwege een omkopingsschandaal zijn functie had moeten neerleggen, hun vaders marine-carrière had afgekapt.

Het was daarna goed gekomen, want hij werd vervolgens gevraagd voor de politiek en kreeg in die hoedanigheid alsnog een belangrijke rol. Midden in de Koude Oorlog speelde hij als voorzitter van de Buitenland Commissie een belangrijke rol in het schaakspel rond de afbouw van kernwapens in Europa. Het leverde hem vijanden op, zowel links als rechts in het politieke spectrum. En terwijl hij Nederland op hoog niveau vertegenwoordigde binnen de NAVO, zette zijn eigen partij hem op een zijspoor door hem niet meer verkiesbaar te stellen. Niemand begreep eigenlijk waarom. Niet lang daarna was hij begonnen zijn memoires te schrijven. Helaas had hij die nooit kunnen afmaken vanwege dat ongeluk dat hij had gehad. Hij was gewend om op maandagochtend vroeg paard te rijden in de duinen. Dat was een vaste routine. Op een ochtend in november, op het korte stukje weg tussen de manege en de duinen was hij belaagd door een groep motorrijders. Volgens ooggetuigen waren het iets van acht motoren geweest die vlak langs de eenzame ruiter waren gescheurd. Het paard was in dusdanig in paniek geraakt dat haar vader eraf was gevallen. Hij had een dodelijke klap gemaakt tegen een paaltje en volgens de getuigen was een van de motorrijders ook nog tegen hem aangereden. De onafgemaakte memoires en de schriften vol met handgeschreven aantekeningen lagen bij haar broertje.

De wind begon nu echt aan te trekken en donkere wolken pakten zich samen. Wat een mazzel dat ze net even had kunnen fietsen. Sinds het ongeluk van haar vader reed ze zelf ook geen paard meer. Ze had een racefiets gekocht. Toch, als ze het geluid van motoren hoorde, schrok ze nog altijd. Ze vond het intimiderend, die bendes in zwart leren pakken met grimmige emblemen. Het was iets na vijven toen ze de oprit weer op reed. Even rekken en douchen en daarna wat eten maken. Tijdens het eten keek ze naar het Journaal. Er waren weer nieuwe verhoren in het Amerikaanse Congres over de inmenging van medestanders van president Braun in de Oekraïense politiek. Hadden ze de president van dat land nu wel of niet gechanteerd? Altijd die onzichtbare machtsspelletjes. Waar halen ze het gore lef vandaan? En hoe is het mogelijk dat anderen zich erdoor laten ringeloren?

Toen ze later die avond naar bed ging, had ze nog niets van Floris gehoord. Meestal belde hij voor het slapengaan nog even. Alleen wanneer hij pas heel laat ergens aankwam of nog laat meetings of diners had, sloeg hij dat over. Dan belde hij vaak de volgende ochtend even of stuurde een WhatsAppje met een emoticon met een hartje. Normaliter lag ze er dan ook niet wakker van als ze niets hoorde, maar nu was het anders. Ze wist dat hij al in de ochtend daar was aangekomen en dat er geen diners stonden gepland. Misschien was hij even met het team gaan eten? Juist nu, na al dat gedoe rond dat contract. Hij was vast even met het team gaan eten. Waarom had ze dan toch dat rillerige gevoel? Een windvlaag bewoog het gordijn. Ze stond op en deed het raam dicht.

De Firmant

Подняться наверх