Читать книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation - Страница 340
2. De Natuur van de Goddelijke Hulp en Bijstand
Оглавление34:2.1 (375.4) Na de duidelijke persoonlijkheidsmetamorfose die de Goddelijke Hulp en Bijstand ondergaat ten tijde van de schepping van leven, functioneert zij vervolgens als een persoon en werkt zij op zeer persoonlijke wijze samen met de Schepper-Zoon bij de planning en het regelen van de veelomvattende aangelegenheden van hun plaatselijke schepping. Vele typen universumwezens lijkt zelfs deze vertegenwoordiging van de Oneindige Geest soms niet geheel persoonlijk toe in de tijdperken die voorafgaan aan de laatste zelfschenking van de Michael, doch wanneer de Schepper-Zoon is verheven tot het soevereine gezag van een Meester-Zoon, nemen de persoonlijke kwaliteiten van de Scheppende Moeder-Geest zodanig toe, dat zij als persoonlijk wordt herkend door alle wezens die met haar in aanraking komen.
34:2.2 (375.5) Vanaf het begin van haar associatie met de Schepper-Zoon bezit de Universum-Geest alle attributen van fysische controle van de Oneindige Geest, waarbij inbegrepen de volle begiftiging met anti-zwaartekracht. Wanneer de Universum-Geest de status van persoonlijkheid heeft bereikt, oefent zij in het plaatselijk universum een even volledige en sterke controle uit op de bewustzijnszwaartekracht, als de Oneindige Geest zou uitoefenen indien deze persoonlijk aanwezig zou zijn.
34:2.3 (375.6) In ieder plaatselijk universum functioneert de Goddelijke Hulp en Bijstand overeenkomstig de natuur en inherente kenmerken van de Oneindige Geest, zoals belichaamd in een der Zeven Meester-Geesten van het Paradijs. Hoewel er een fundamentele uniformiteit van karakter bestaat bij alle Universum-Geesten, is er ook een verscheidenheid in hun functioneren, bepaald door de Meester-Geest door welke zij zijn ontstaan. Dit verschil in oorsprong vormt een verklaring voor de uiteenlopende technieken in het functioneren van de Moeder-Geesten van de plaatselijke universa in de verschillende superuniversa. Doch in alle wezenlijke geestelijke eigenschappen zijn deze Geesten identiek, even geestelijk en geheel goddelijk, ongeacht de verschillen tussen de superuniversa.
34:2.4 (376.1) De Scheppende Geest is samen met de Schepper-Zoon verantwoordelijk voor het voortbrengen van de schepselen van de werelden en staat de Zoon immer bij in al zijn inspanningen om deze scheppingen te schragen en te bewaren. Het leven wordt geschonken en in stand gehouden door de werkzaamheid van de Scheppende Geest. ‘Zendt Gij uw Geest uit, zij worden geschapen. Gij vernieuwt het gelaat van de aardbodem.’
34:2.5 (376.2) Bij de schepping van een universum met intelligente schepselen functioneert de Scheppende Moeder-Geest eerst in de sfeer van universum-volmaaktheid en werkt zij samen met de Schepper-Zoon om de Blinkende Morgenster voort te brengen. In het verdere verloop benaderen de afstammelingen van de Geest steeds meer de orde van geschapen wezens op de planeten, net zoals de Zonen een afdalende reeks vormen van de Melchizedeks tot de Materiële Zonen, die daadwerkelijk contact maken met de stervelingen van hun gebieden. Bij de latere evolutie van de sterfelijke schepselen verschaffen de Zonen van de orde der Leven-Dragers het fysieke lichaam, dat vervaardigd wordt uit het bestaande organische materiaal van het betreffende gebied, terwijl de Universum-Geest de ‘adem des levens’ bijdraagt.
34:2.6 (376.3) Ook al loopt het zevende segment van het groot universum in vele opzichten enigszin achter in ontwikkeling, toch zien aandachtige kenners van onze problemen de evolutie tegemoet van een buitengewoon evenwichtige schepping in de komende eeuwen. Wij voorspellen deze hoge mate van symmetrie in Orvonton gezien het feit dat de leidinggevende Geest van dit super-universum het hoofd is van de Meester-Geesten in den hoge, omdat hij een geest-verstandelijk wezen is dat de uitgebalanceerde eenheid en volmaakte coördinatie belichaamt van de eigenschappen en het karakter van alledrie de eeuwige Godheden. Wij zijn traag en achtergebleven in vergelijking met andere sectoren, maar er wacht ons in de eeuwige tijdperken van de toekomstige eeuwen ongetwijfeld een transcendente ontwikkeling en een ongekend niveau van verworvenheden, dat bereikt zal worden.