Читать книгу GRONDBEGINSELEN KOUDETECHNIEK / In twee talen Nederlands/Engels - Volker Stamer - Страница 19

Оглавление

1.4

Enthalpie, veranderingen van

aggregatietoestand, terminologie

De aggregatietoestand van een stof kan bij continue

verhitting of afkoeling veranderen. De fysische staat

van een stof hangt af van de temperatuur en de druk

die erop wordt uitgeoefend. Tijdens de verandering

blijft de temperatuur constant totdat de overgang van

de ene naar de andere aggregatietoestand is voltooid.

Enthalpie H werd vroeger aangeduid met de term „warmte-inhoud“. Enthalpie geeft aan hoeveel warmte (in relatie tot een bepaalde temperatuur) een stof bevat.

Fig. 11 toont het verband tussen de temperatuur

en de specifieke enthalpie van een stof voor alle

aggregatietoestanden en faseovergangen (met water

als voorbeeld).

Fig. 11 Temperatuurenthalpiediagram voor water bij atmosferische druk (pamb = 1,013 bar)

Temperature-enthalpy diagram for water at atmospheric pressure (pamb = 1.013 bar) [TWK]

Als diepgevroren ijs (temperatuur: -18 °C) voortdurend

van warmte wordt voorzien, neemt de temperatuur van

het ijs aanvankelijk toe. Wordt het smeltpunt (0 °C)

bereikt, dan blijft de temperatuur constant en het ijs

verandert in water. De benodigde warmte-energie om

het ijs om te zetten in water wordt smeltwarmte q ge-

noemd. Zodra alle watermoleculen uit het vaste kristal-

rooster zijn opgelost en zich vrij in het (vloeibare) smelt-

water bewegen, blijft de temperatuur stijgen zolang er

sprake is van warmtetoevoer. Dit proces houdt aan tot

een volgende verandering in de aggregatietoestand

wordt bereikt, de overgang van vloeibaar naar gasvor-

mige toestand. Dit proces wordt verdamping genoemd

1.4

Enthalpy, changes in physical state,

terms

A substance may undergo several changes in phys-

ical state when heated or cooled continuously. The

physical state of a substance depends on its tempera-

ture and the pressure acting on it. During the change

in physical state, the temperature remains constant

until the entire substance has changed from one state

to the other.

Enthalpy H was previously known under the term ‘heat content’. Enthalpy defines how much heat (relative to a specific temperature) a substance contains.

Fig. 11 shows the relationship between the tempera-

ture and the specific enthalpy of a substance for all

physical states and phase changes (using water as an

example).

If ice from the freezer compartment (temperature: –18°C)

is constantly supplied with heat, the temperature of the

ice initially increases. When the melting point (0°C)

is reached, the temperature remains constant and the

ice begins to melt. The heat energy required to melt the

water is called latent heat of fusion q. Once all the

water molecules have dissolved from the solid crystal

lattice bond and can move freely in the melt (now only

liquid), the temperature rises with further heat input.

It does this until a further change of physical state is

reached, the transition from the liquid to the gaseous

state. This process is called evaporation (at 100°C for

water) and the energy required for this is the heat of

Specifieke enthalpie in kJ/kg

Specific enthalpy in kJ/kg

Grondbeginselen thermodynamica // Fundamentals of thermodynamics

21

GRONDBEGINSELEN KOUDETECHNIEK / In twee talen Nederlands/Engels

Подняться наверх