De Wonderbouw der Wereld

Реклама. ООО «ЛитРес», ИНН: 7719571260.
Оглавление
Anton Pannekoek. De Wonderbouw der Wereld
De Wonderbouw der Wereld
Inhoudsopgave
INLEIDING
DE HEMELVERSCHIJNSELEN
1. HEMEL EN AARDE
2. DAG EN NACHT
3. DE JAARGETIJDEN
4. DE STERRENHEMEL
5. DE STERREBEELDEN
6. DE HEMELBOL
7. DE BEWEGING VAN DE ZON
8. DE MAAN EN HAAR BEWEGING
9. DE VERDUISTERINGEN
10. TIJDREKENING EN KALENDER
DE AARDE
11. DE VORM VAN HET AARDOPPERVLAK
12. HET WERELDBEELD DER OUDHEID
13. HEMELASPEKTEN EN KLIMATEN
14. DE ONTDEKKING DER AARDE
15. GROOTTE EN VORM DER AARDE
16. DE TIJD
17. DE DRAAIING DER AARDE
18. DE STRIJD OVER DE BEWEGING DER AARDE
19. BEWEGING EN RUST
20. DE DAMPKRING
21. EERSTE BEWIJZEN VOOR DE DRAAIING DER AARDE
22. WINDEN EN ZEESTROOMINGEN
23. VAL- EN SLINGERPROEVEN
DE PLANETEN
24. DE VERSCHIJNSELEN DER PLANETEN
25. DE PERIODEN EN DE BANEN DER PLANETEN
26. HET WERELDSTELSEL VAN PTOLEMAEUS
27. HET WERELDSTELSEL VAN COPERNICUS
28. DE AARDE ALS PLANEET
29. DE ONTDEKKINGEN MET DEN VERREKIJKER
30. PARALLAXE EN ABERRATIE
31. DE ONREGELMATIGHEID DER ZONSBEWEGING
32. DE ONREGELMATIGHEID VAN DE PLANETENBEWEGING
33. HET WERK VAN TYCHO EN KEPLER
34. DE WETTEN VAN KEPLER
DE AANTREKKINGSKRACHT
35. DE ZWAARTEKRACHT EN HET VALLEN
36. DE CIRKELBEWEGING
37. DE OORZAAK VAN DE PLANETENBEWEGING
38. DE ALGEMEENE AANTREKKINGSKRACHT
39. DE UITWERKINGEN DER AANTREKKINGSKRACHT
40. DE ONREGELMATIGHEDEN VAN DE MAANBEWEGING
41. VERKLARING VAN DE MAANBEWEGING
42. DE TERUGGANG DER NACHTEVENINGEN
43. EBBE EN VLOED
44. HET GEWICHT VAN DE AARDE
45. HET WEZEN DER AANTREKKINGSKRACHT
Отрывок из книги
Anton Pannekoek
De Grondslagen van Ons Sterrekundig Wereldbeeld Populair Uiteengezet
.....
Daarmee zijn de eerste vragen beantwoord, die de beschouwing van den hemel ons stelde. Maar daardoor worden wij meteen voor nieuwe vragen gesteld. Voor de eigenlijke sterren is het vraagstuk van haar beweging opgelost; zij hebben vaste plaatsen aan den hemel — zij heeten daarom ook vaste sterren — en haar geheele beweging komt hierop neer, dat zij eenvoudig door de draaiing des hemels meegenomen worden. Anders staat het met de zon, de maan en de dwaalsterren, de planeten. Deze blijken nu alle met elkaar verwant te zijn, doordat zij geen vaste plaatsen aan den hemelbol hebben; zij veranderen van plaats en bewegen zich langs den hemel tusschen de sterren door. Wanneer wij nu hier en later over hun beweging spreken, is dit in geheel anderen zin dan vroeger. Met de dagelijksche kringen zijn wij nu klaar; alles, wat een gevolg van de regelmatige draaiing van den hemel is, laten wij dus verder rusten. Wat nu als beweging overblijft, en als hun eigen werkelijke beweging het onderwerp onzer verdere beschouwing zal zijn, is enkel hun beweging langs den hemelbol, waarbij de vaste sterren de vaststaande mijlpalen zijn. Deze beweging zullen wij nu nauwkeuriger onderzoeken. Bij de planeten en de maan is dat niet moeilijk; wij kunnen hun plaats tusschen de sterren zoo vaak wij willen onmiddellijk waarnemen, in een sterrenkaart inteekenen en zoo van avond tot avond, van maand tot maand hun loop volgen. Bij de zon gaat dat moeilijker, omdat zij de sterren in haar buurt onzichtbaar maakt; hier moeten wij dus een anderen weg inslaan.
Bij onze beschouwing van de jaargetijden vonden wij, dat de dagelijksche zonnekring in den loop van het jaar heen en weer schuift en in Juni zijn noordelijksten, in December zijn zuidelijksten stand inneemt. Wat wij toen voor een aparten zonnekring hielden, ontstaat echter, zooals wij nu weten, doordat de draaiende hemelbol de zon meeneemt. Deze draaiing is nu afgehandeld; wij vragen op het oogenblik alleen de plaats van de zon aan den hemelbol. En dan bewijst het heen en weer schuiven van onzen vroegeren zonnekring, dat de zon zelf haar plaats aan den hemel verandert; in Juni staat zij dichter bij de Noordpool, in December meer naar het Zuiden toe. Wat wij eerst voor heen en weer schuiven van een zonnekring hielden, komt eenvoudig hier op neer, dat de zon zelf zich in den loop van het jaar aan den hemelbol op en neer beweegt, zoodat zij in Juni het noordelijkst, in December het zuidelijkst komt. Op de dagen der beide nachteveningen passeert zij den aequator des hemels en gaat van het noordelijke halfrond naar het zuidelijke over of omgekeerd.
.....