Читать книгу De Ridders - Аристофан, Aristophanes - Страница 4
Tweede tooneel
ОглавлениеDezelfden.
Eerste Slaaf.
Gelukkig maar, dat ik niet binnen ben betrapt,
Toen ik dien wijn stal!
Tweede Slaaf.
Toen ik dien wijn stal! Wat doet de Paphlagoniër?
Eerste Slaaf.
Hij vrat zouten koeken, openlijk verkochte waar,
En snurkt nu dronken achterover op zijn leêr.
Tweede Slaaf.
105Komaan dan, schenk me gauw wat onvermengden wijn,
Om hier te plengen.
Eerste Slaaf.
Om hier te plengen. Plengen wij den goeden God!
(hij vult den beker, en reikt hem aan Demosthenes)
Drink, drink den rooden wijn gewijd aan Pramnos’ god!
(Demosthenes drinkt)
Tweede Slaaf.
O goede god, van u koom’ wijsheid, niet van mij!
Eerste Slaaf.
Wat is er nu nog meer te doen?
Tweede Slaaf.
Wat is er nu nog meer te doen? Steel drommels gauw
110De orakels, die de Paphlagoniër binnen heeft,
Zoolang hij slaapt.
Eerste Slaaf.
Zoolang hij slaapt. Het zal gebeuren, maar ik vrees
Dat dan op eens uit den goeden god een slechte groeit.
(Hij gaat naar binnen)
Tweede Slaaf.
Komaan, ik zet den kan vol wijn weer aan den mond.
(Nikias komt met een rol terug)