Читать книгу De perfecte wijk - Блейк Пирс - Страница 11
HOOFDSTUK VIJF
Оглавление“Dus je gaat dat FBI ding doen?” vroeg Lacy vol ongeloof terwijl ze nog een slok wijn nam.
Ze zaten op de bank, hadden een halve fles rode wijn gedronken en verslonden het Chinese eten dat net geleverd was. Het was acht uur ’s avonds en Jessie was uitgeput na de langste dag in maanden.
“Ik ga het nog steeds doen, maar niet nu. Ze gaven me een eenmalig uitstel. Ik kan me aansluiten bij een volgende periode, zolang dat binnen de volgende zes maanden is. Als ik dat niet doe, moet ik opnieuw een aanvraag indienen. Omdat ik deze keer veel geluk heb gehad, betekent dat eigenlijk dat ik sowieso snel zal gaan.”
“En je gaat niet omdat je vuil werk wil doen voor de LAPD?” vroeg Lacy en ze leek het amper te geloven.
“Nogmaals, ik doe het nog steeds,” zei Jessie, terwijl ze een stevige slok van haar eigen glas nam, “ik stel het enkel even uit. Ik twijfelde al door alles wat er aan de hand is met de verkoop van het huis en mijn lichamelijke herstel. Dit gaf gewoon de doorslag. Het klinkt bovendien spannend!”
“Helemaal niet,” zei Lacy. “Het klinkt ongelooflijk saai. Zelfs je vriend rechercheur zei dat je routine-opdrachten zal doen en je de onbelangrijke cases zal krijgen die niemand anders wil doen.”
“In het begin. Maar van zodra ik wat meer ervaring heb, zullen ze me zeker iets interessanters geven. Dit is Los Angeles, Lace. Ze kunnen me niet weghouden van de gekte.”
*
Twee weken later, nadat de politieauto haar enkele straten van de plaats delict had afgezet, bedankte ze de agenten en liep ze naar het steegje waar ze de politietape al zag. Terwijl ze de straat overstak en de chauffeurs probeerde te vermijden die meer moeite leken te doen om haar te raken dan om haar te ontwijken, bedacht ze dat dit haar eerste moordcase was.
Als ze terugkeek naar haar korte periode bij Central Station, besefte ze dat ze zich vergist had toen ze dacht dat ze de gekte niet zouden kunnen weghouden. Op een of andere manier waren ze daar, tenminste tot nu toe, in geslaagd. Het grootste deel van haar tijd werd tegenwoordig op kantoor doorgebracht. Ze bekeek open cases om er zeker van te zijn dat Josh Caster alle papierwerk had gedaan voor hij was vertrokken. Het was saai werk.
Het feit dat Central Station de indruk gaf een druk busstation te zijn, hielp niet veel. De grote werkruimte was gigantisch. Mensen zwermden de hele tijd om haar heen en ze wist nooit echt zeker of het ging om personeel, burgers of verdachten. Ze moest verschillende keren van bureau veranderen omdat profilers die niet het label “tijdelijk” droegen, hun senioriteit gebruikten om hun favoriete werkplekken te claimen. Waar zo ook terecht kwam, Jessie leek altijd vlak onder een flikkerende TL-lamp terecht te komen.
Maar vandaag niet. Toen ze het steegje net naast East 4th Street inliep, zag ze rechercheur Hernandez aan het andere eind en ze hoopte dat deze case anders zou zijn dan de cases die ze tot nu toe toegewezen had gekregen. Bij die cases had ze de rechercheurs geschaduwd, maar niemand had naar haar mening gevraagd. Die was ook niet nodig geweest.
Van de drie cases waarbij ze geschaduwd had, waren er twee inbraken en een was een brandstichting. In alle gevallen had de verdachte meteen na de arrestatie bekend, in één geval zelfs zonder ondervraging. De rechercheur moest de kerel eerst zijn rechten voorlezen om hem daarna opnieuw te doen bekennen.
Maar misschien zou het vandaag anders zijn. Het was de maandag voor kerstdag en Jessie hoopte dat het kerstgevoel Hernandez misschien vrijgeviger zou maken dan sommige van zijn collega's. Ze ging bij hem en zijn partner voor die dag staan. Het was een man van in de veertig met een bril. Hij heette Callum Reid. Ze onderzochten de dood van een junkie in het steegje.
Er stak nog een naald in zijn linkerarm en de agent in uniform had de rechercheurs enkel opgeroepen als een formaliteit. Terwijl Hernandez en Reid met de agent praatten, dook Jessie onder de politietape door en liep naar het lichaam terwijl ze ervoor zorgde dat ze nergens liep waar het niet mocht.
Ze keek naar de jonge man. Hij zag er niet ouder uit dan zijzelf. Hij was zwart en had een opgeschoren kapsel. Zelfs liggend en zonder schoenen, kon ze zien dat hij groot was. Er was iets aan hem dat bekend leek.
“Moet ik deze man kennen?” riep ze naar Hernandez. “Ik heb het gevoel dat ik hem al eens ergens gezien heb.”
“Waarschijnlijk,” riep Hernandez terug. “Je ging naar USC, nietwaar?”
“Ja,” zei ze.
“Hij ging denk ik een jaar of twee naar die universiteit toen jij er ook was. Zijn naam is Lionel Little. Hij speelde er een paar jaar basketbal voor hij er zijn beroep van maakte.”
“Oké, ik denk dat ik me hem herinner,” zei Jessie.
“Hij had een prachtige linker worp,” zei rechercheur Reid. “Deed me een beetje aan George Gervin denken. Hij was een veelgeprezen nieuweling, maar uiteindelijk faalde hij een paar jaar later. Hij was slecht in de verdediging en hij kon niet om met al het geld en de NBA levensstijl. Hij heeft het maar drie seizoenen volgehouden voor hij helemaal uit de competitie lag. Vanaf dat moment hebben de drugs het overgenomen. Op een bepaald moment is hij op straat beland.
“Ik zag hem af en toe in deze buurt,” voegde Hernandez toe. “Het was een lieve jongen. Nooit heb ik hem voor meer dan rondhangen op een openbare plek en wildplassen moeten beboeten.”
Jessie boog zich en keek zorgvuldig naar Lionel. Ze probeerde zichzelf voor te stellen hoe het moest geweest zijn in zijn situatie, een jongen die de weg was kwijtgeraakt, verslaafd, maar geen andere problemen, gedurende enkele jaren dolend door de steegjes van Downtown L.A. Op een of andere manier was hij erin geslaagd om zijn verslaving te voeden zonder een overdosis te nemen of in de gevangenis te belanden. En desondanks was hij hier en lag hij in een steegje met een naald in zijn arm en zonder schoenen. Er klopte iets niet.
Ze hurkte naast hem om beter te kunnen zien waar de naald in zijn huid stak. De naald stak diep in zijn huid die verder glad was.
Zijn gladde huid…
“Rechercheur Reid, je zei dat Lionel een mooie linker worp had, nietwaar?”
“Het was prachtig,” antwoordde hij waarderend.
“Dus kan ik ervan uitgaan dat hij linkshandig was?”
“O ja, hij was helemaal linkshandig. Hij vond het moeilijk om rechts te spelen. Verdedigers wisten dat en konden hem van die kant helemaal manipuleren. Dat was nog een reden waarom hij niet succesvol was in de professionele competitie.”
“Dat is raar,” mompelde ze.
“Wat is er?” vroeg Hernandez.
“Het is enkel … kunnen jullie even hierheen komen? Er is iets dat niet logisch lijkt aan dit plaats delict.”
De rechercheurs kwamen dichterbij en stopten vlak achter de plek waar zij hurkte. Ze wees naar de linkerarm van Lionel.
“De naald lijkt halverwege zijn arm te steken en niet eens in de buurt van een ader.”
“Misschien kon hij niet goed mikken?” stelde Reid voor.
“Misschien,” zei Jessie. “Maar kijk eens naar zijn rechterarm. Er loopt een precies spoor van naaldprikken die allemaal zijn ader volgen. Het is heel nauwkeurig voor een drugverslaafde. En het is logisch, want hij was linkshandig. Uiteraard injecteert hij zijn rechterarm met zijn dominante hand.”
“Dat lijkt me logisch,” gaf Hernandez toe.
“Toen dacht ik dat hij misschien slordiger was als hij zijn rechterhand gebruikte,” ging Jessie verder. “Zoals je zei, rechercheur Reid, misschien kon hij gewoon slecht mikken.”
“Precies,” zei Reid.
“Maar kijk,” zei Jessie en ze wees naar de arm. “Buiten de plek waar de naald nu zit, is zijn linkerarm glad; helemaal geen naaldsporen.”
“Wat leid je daaruit af?” vroeg Hernandez en hij begon te begrijpen waar ze naartoe wilde.
“Ik leid daaruit af dat hij nooit in zijn linkerarm spoot. Voor zover ik kan zien, is hij ook niet iemand die iemand anders zou vragen om in zijn plaats te spuiten. Hij had een systeem. Hij was heel methodisch. Kijk naar de rug van zijn rechterhand. Daar heeft hij ook naaldsporen. Hij spoot liever in zijn hand dan iemand anders te vertrouwen. Ik durf te wedden dat als we zijn sokken uittrekken, we naaldsporen zullen vinden tussen de tenen van zijn rechtervoet.”
“Dus je beweert dat hij geen overdosis nam?” vroeg Reid sceptisch.
“Ik beweer dat iemand wil dat het lijkt alsof hij een overdosis nam, maar dat ze slordig waren en de naald zomaar in zijn linkerarm gestoken hebben, de arm die een rechtshandige persoon zou gebruiken.”
“Waarom?” vroeg Reid.
“Nou,” zei Jessie voorzichtig, “Ik dacht aan het feit dat zijn schoenen ontbreken. Hij heeft verder nog al zijn kleren. Ik vroeg me af of hij dure schoenen droeg, hij was immers een voormalige professionele basketbalspeler. Zijn zo'n schoenen niet honderden dollars waard?”
“Klopt,” antwoordde Hernandez en hij klonk opgewonden. “Toen hij professioneel begon te spelen en iedereen ervan overtuigd was dat hij het ging maken, tekende hij een contract met Hardwood, een nieuw bedrijf. De meeste spelers tekenden bij een van de grotere bedrijven: Nike, Adidas, Reebok. Maar Lionel koos dit bedrijf. Ze waren trendy. Misschien een beetje te trendy, want ze gingen enkele jaren geleden failliet.”
“Dus zijn de sneakers niet erg veel geld waard,” zei Reid.
“Het tegendeel eigenlijk,” corrigeerde Hernandez. “Omdat ze failliet gingen, ging de prijs van de schoenen omhoog. Er waren maar weinig schoenen op de markt, dus is elk paar erg kostbaar voor verzamelaars. Als woordvoerder van het bedrijf, kreeg Lionel waarschijnlijk een heleboel schoenen toen hij tekende. En ik durf te wedden dat hij vanavond deze schoenen droeg.”
“Dus,” ging Jessie verder, “Iemand zag dat hij de schoenen droeg. Misschien hadden ze geld nodig. Lionel was geen zware jongen. Hij is een gemakkelijk slachtoffer. Dus valt deze persoon Lionel aan, steelt hij de schoenen en steekt een naald in zijn arm in de hoop dat wij denken dat het gewoon om een overdosis gaat.”
“Dat is geen gekke theorie,” zei Hernandez. “Laten we in de buurt een zoektocht organiseren voor een persoon die Hardwoods schoenen draagt.”
“Als Lionel geen overdosis nam, hoe heeft de verdachte hem dan vermoord?” vroeg Reid. “Ik zie geen bloed.”
“Dat is een goede vraag … voor de patholoog,” zei Hernandez en hij grijnsde terwijl hij terug naar de andere kant van de politietape stapte. “Zullen we deze doorgeven naar het kantoor en gaan lunchen?”
“Ik moet snel even langs de bank,” zei Reid. “Goed als ik jullie gewoon terug aan het kantoor ontmoet?”
“Oké. Het ziet ernaar uit dat we met ons tweeën zijn, Jessie,” zei Hernandez. “Wat denk je van een hotdog van een kraampje? Ik zag eerder een verkoper aan de overkant van de straat.”
“Ik heb het gevoel dat ik daar spijt van zal krijgen, maar ik doe het toch, want ik wil niet dat je denkt dat ik een watje ben.”
“Weet je,” zei hij, “als je zegt dat je het enkel doet zodat je geen watje lijkt, weet iedereen dat je het enkel eet voor je reputatie. Dan ben je eigenlijk al een watje. Gewoon advies van de prof.”
“Bedankt, Hernandez,” antwoordde Jessie. “Ik leer veel bij vandaag.”
“Het heet opleiding tijdens het werk,” zei hij en hij bleef haar plagen terwijl ze van het steegje naar de straat liepen. “Als je echt een reputatie wil krijgen, moet je ui en chilipepers op je hotdog vragen.”
“Wauw,” zei Jessie en ze trok een gezicht. “En wat vindt je vrouw ervan om naast je te liggen als je daardoor stinkt?”
“Dat is niet echt een probleem,” zei Hernandez en toen richtte hij zich naar de verkoper om zijn bestelling te plaatsen.
Er was iets raars aan de reactie van Hernandez. Misschien was zijn vrouw gewoon niet erg gevoelig voor de geur van ui en chilipepers in bed. Maar zijn intonatie suggereerde dat het misschien niet zo'n groot probleem was omdat hij en zijn vrouw het bed tegenwoordig niet meer deelden.
Ondanks haar nieuwsgierigheid, ging Jessie er verder niet op in. Ze kende deze man amper. Ze ging hem niet ondervragen over de staat van zijn huwelijk. Maar ze wenste dat ze op een of andere manier kon te weten komen of haar vermoedens juist waren.
De verkoper keek haar vol verwachting aan. Hij wachtte op haar bestelling. Ze keek naar de hotdog van Hernandez die gevuld was met ui, chilipepers en iets wat eruit zag als salsa. De rechercheur keek haar aan en wachtte duidelijk op de kans om haar te plagen.
“Ik neem wat hij besteld heeft,” zei ze. “Precies wat hij besteld heeft.”
*
Toen ze enkele uren later terug op het kantoor waren, verliet ze de damestoiletten voor de derde keer toen Hernandez haar benaderde met een brede glimlach op zijn gezicht. Ze dwong zichzelf om een nonchalante indruk te maken en het oncomfortabele gerommel in haar buik te negeren.
“Goed nieuws,” zei hij en gelukkig leek hij haar ongemak niet op te merken. “We kregen het nieuws dat er enkele minuten geleden iemand werd opgepakt die Hardwoods droeg in de schoenmaat van Lionel, 51. De persoon die de schoenen droeg had voeten met een schoenmaat 42. Dus dat was uiteraard verdacht. Goed gewerkt.”
“Dank je,” zie Jessie en ze probeerde te doen alsof het niets was geweest. “Is er nieuws van de patholoog over een mogelijke doodsoorzaak?”
“Nog niets officieels. Maar toen ze Lionel omdraaiden, vonden ze een gigantische buil achterop zijn hoofd. Dus is het niet zo gek om te denken dat het een subduraal hematoom was. Dat zou verklaren waarom er geen bloed was.”
“Fantastisch,” zei Jessie en ze was blij dat haar theorie juist bleek te zijn.
“Ja, behalve voor zijn familie. Zijn moeder is zijn lichaam komen identificeren en ze was er helemaal ondersteboven van. Ze is een alleenstaande moeder. Ik weet nog dat ik ooit een artikel gelezen heb waarin stond dat ze drie verschillende banen had toen Lionel nog een kind was. Waarschijnlijk dacht ze dat ze minder kon gaan werken wanneer hij succes kreeg. Maar blijkbaar is dat niet zo.”
Jessie wist niet wat te antwoorden, dus knikte ze en zweeg ze.
“Ik hou ermee op voor vandaag,” zei Hernandez opeens. “We gaan met een paar mensen iets drinken, als je mee wil. Je hebt absoluut een drankje op mijn kosten verdiend.”
“Graag, maar ik moet vanavond naar een club met mijn huisgenote. Ze vindt dat het tijd wordt dat ik terug begin te daten.”
“Vind je zelf dat het tijd begint te worden?” vroeg Hernandez en hij trok zijn wenkbrauwen omhoog.
“Ik denk dat ze vastberaden is en niet zal opgeven tot ik minstens een keer mee uitga, zelfs al is het op maandagavond. Dan ben ik een paar weken gerust voor ze weer begint.”
“Nou, veel plezier in dat geval,” zei hij en hij probeerde optimistisch te klinken.
“Dank je. Ik weet zeker dat ik niet veel plezier zal hebben.”