Читать книгу Eens gelokt - Блейк Пирс - Страница 11
HOOFDSTUK VIJF
ОглавлениеScratch rende paniekerig heen en weer in zijn zwak verlichte schuilplaats, tussen de honderden klokken, en probeerde alles klaar te zetten. Het was slechts een paar minuten voor middernacht.
“Zet die ene met het paard goed!” schreeuwde Grootvader. “Die staat een hele minuut achter!”
“Ik ga het zo doen,” zei Scratch.
Scratch wist dat hij sowieso gestraft zou worden, maar het zou extra erg zijn als hij niet alles op tijd klaar zou hebben. Op het moment was hij erg druk met andere klokken.
Hij zette de klok met krullende metalen bloemen goed, die een volle vijf minuten achter was gaan lopen. Toen opende hij de staande klok en bewoog hij de lange wijzer een tikje naar rechts.
Hij controleerde de klok met een hertengewei erop. Die liep vaak achter, maar leek voor nu prima. Eindelijk had hij tijd om de ene met het steigerende paard goed te zetten. Dat was maar goed ook. Hij liep zeven hele minuten achter.
“Zo moet het dan maar,” gromde Grootvader. “Je weet wat je nu moet doen.”
Scratch liep gehoorzaam naar de tafel en pakte de zweep. Het was een zogenaamde kat met negen staarten, en Grootvader was begonnen met hem hiermee te slaan toen hij nog te jong was om het zich te herinneren.
Hij liep naar het einde van de schuilplaats dat was afgescheiden met een hek van metaal gaas. Achter het hek waren vier vrouwelijke gevangenen, zonder enig meubilair behalve de houten slaapbanken zonder matrassen. Achter hen was een kast waar ze hun behoefte konden doen. Scratch rook de stank al een hele tijd niet meer.
De Ierse vrouw die hij een paar nachten geleden had gepakt keek nauwlettend naar hem. De anderen waren uitgehongerd en moe na hun lange dieet van water en kruimels. Twee van hen deden zelden meer dan huilen en jammeren. De vierde zat op de vloer vlakbij het hek, geslonken en lijkachtig. Ze maakte helemaal geen geluid. Ze zag er amper levend uit.
Scratch deed de deur naar de kooi open. De Ierse vrouw sprong naar voren om te proberen te ontsnappen. Scratch haalde hard uit naar haar gezicht met de zweep. Ze dook ineen en draaide naar achter. Hij sloeg haar rug keer op keer. Uit eigen ervaring wist hij dat het genoeg pijn zou doen zelfs door haar gescheurde blouse heen, vooral op de kneuzingen en wonden die hij haar al had gegeven.
Toen vulde de lucht zich met een enorm kabaal door de klokken die middernacht sloegen. Scratch wist wat hij nu moest doen.
Terwijl het lawaai doorschreeuwde, haastte hij zich naar het zwakste en magerste meisje, degene die amper in leven leek. Ze keek naar hem met een rare uitdrukking. Ze was de enige die hier lang genoeg was om te weten wat er te gebeuren stond. Ze keek bijna alsof ze er klaar voor was, misschien zelfs blij was dat het zou komen.
Scratch had geen keuze.
Hij hurkte naast haar en brak haar nek.
Terwijl het leven uit haar lichaam wegebde, keek hij naar een sierlijke antieke klok net aan de andere kant van het hek. Een handgesneden Magere Hein liep heen en weer langs de voorkant, gekleed in zwart gewaad en met een grijnzende schedel die onder zijn kap uitstak. Met zijn zeis sloeg hij ridders en koningen en koninginnen en arme mensen neer. Het was Scratchs favoriete klok.
Het omgevingsgeluid stierf langzaam weg. Al snel was er geen geluid meer te horen behalve het koor van tikkende klokken en het gejammer van de vrouwen die nog leefden.
Scratch gooide het dode meisje over zijn schouder. Ze was zo vederlicht dat het hem totaal geen kracht kostte. Hij opende de kooi, stapte naar buiten en deed hem achter zich op slot.
De tijd was gekomen, wist hij.