Читать книгу Raji: Boek Twee - Charley Brindley - Страница 8

Оглавление

Hoofdstuk zes

Na de laatste les van de dag, aardrijkskunde, stopten we bij het mededelingenbord om te zien of er nieuws was.

"Hé," zei Liz. "Ik wist niet dat er een schoolverpleegster op de academie was."

Ik keek naar het bericht dat ze aan het lezen was: 'Alle eerstejaarsstudenten dienen zich aan te melden bij zuster Julia in lokaal 101...'

“Mrs. MacArthur!” gilde ik.

"Ken je haar?"

"Oh, ja. Op de boerderij van de Fusiliers zorgde ze voor Mr. Fusilier nadat hij van een windmolen gevallen was. Toen heette ze nog Julia Smithers, maar nu getrouwd met Sterling MacArthur. Wanneer word ik bij haar verwacht?" Ik overliep de lijst met mijn vinger. "Hier heb ik het. Morgen om 3:10 uur. Maar dan is les wetenschappen."

"Kijk hier onderaan: 'Alle instructeurs krijgen een lijst van studenten en het tijdstip waarop ze de les mogen verlaten.'"

“Het zal zo fijn zijn Mrs. MacArthur terug te zien. Zij is fantastisch voor mij.”

* * * * *

Tegen zonsondergang stonden Liz en ik op de trap naar het Alexanderhuis tegenover de binnenplaats van het Hannibalhuis. Samen met nog twaalf andere eerstejaars keken we naar de vlagceremonie op het centrale grasveld. Er kwamen nog een paar cadetten voor ons op de onderste treden zitten en in stilte toekijken.

Terwijl de klaroenblazer 'lichten uit' speelde, lieten de drie vlaggendragers, die witte handschoenen droegen, de vlaggen met militaire precisie zakken. De Amerikaanse vlag kwam eerst neer en werd vlak gehouden door twee van de vlaggendragers. Ze vouwden hem in de helft in de lengte, veegden er de kreuken uit en vouwden hem dan nog eens op dezelfde manier. De cadet die aan de tegenovergestelde kant van de sterren stond, vouwde driehoeken tot hij bij de tweede cadet kwam aan de kant van het blauwe vlak. Terwijl een cadet de gevouwen driehoek vasthield waarop nu enkel het blauwe vlak met sterren te zien was, stopte de andere het uiteinde in de vouw en gaf dan de netjes opgevouwen vlag aan de derde cadet. Die cadet hield de vlag vast terwijl de andere twee hetzelfde deden met de Virginiaanse vlag en dan met de vlag van de academie.

Nadat de vlaggen opgevouwen waren, speelde de klaroenblazer Hail Columbia en de drie vlaggendragers marcheerden naar het administratiegebouw. De cadetten die op de trap zaten, gingen staan uit respect als de vlaggendragers voor ons passeerden. In het gebouw werden de vlaggen opgeborgen in een eiken vitrinekast, samen met de oude vlaggen in hun houten doos.

"Wat een eer om vlaggendrager te zijn," zei ik tegen Liz en ik keek naar de drie cadetten die het gebouw verlieten.

We liepen naar onze kamer.

"Hoe worden ze gekozen?" vroeg Liz.

"Ze werden aangekondigd tijdens de eerste welkomstceremonie, maar ik weten niet hoe ze gekozen zijn."

"Ze waren alle drie duidelijk verbaasd dat ze gekozen waren."

"En erg blij ook," zei ik.

"Ik denk dat dr. Pompeii de nieuwe vlaggendragers selecteert bij het begin van elk schooljaar."

"Maar de eerste twee werden naar voor geroepen door afgestudeerde laatstejaars."

"Dat klopt," zei Liz. "Misschien selecteren de laatstejaars hen."

"Selecteren?"

"Kiezen."

"Ah, zo. Dat is mogelijk."

* * * * *

De volgende dag in de les wetenschappen riep Mr. Simpalus mijn naam.

"Ja, mijnheer?"

"Je hebt een afspraak met zuster MacArthur om 3:10 uur. Het is nu vijf over drie, dus vertrek maar naar de ziekenboeg en kom dan meteen terug naar hier."

"Ja, mijnheer."

Ik haastte me naar het administratiegebouw waar de ziekenboeg was. De deur was open, maar de deur naar de behandelkamer was gesloten, dus ging ik op een van de houten stoelen zitten, opende mijn geschiedenisboek en begon te lezen.

Een paar minuutjes later ging de deur open en Andrew Hobbs kwam buiten.

"Hallo Raji," zei hij.

"Hallo Andrew. Hoe was het?"

"Ze zegt dat alles prima is."

"Goed zo. Tot straks in de les wetenschappen."

"Oké."

“Raji!”

"Dag zuster Smithers." Ik ging staan en liet mijn boek achter op de stoel. “Nu ben je Mrs. MacArthur.”

"Kom hier, kind, en geef me een knuffel. Wat ben jij een lust voor het oog."

"Ik ben blij je weer te zien. Hoe gaat het met Mac en met je zoon, William?"

"Het gaat goed met hen. Je bent wat aangekomen, daar ben ik blij om. En ik denk dat je een beetje groter geworden bent ook. Heb je nog nieuws gekregen van Marie Fusilier?"

“Ja, het gaat goed met haar en James blijft verbeteren. Ik heb gisteren net een brief ontvangen.

"En Vincent?"

Het klonk vreemd om de voornaam van Fuse te horen. Ik keek naar de vloer. "Hij schrijft over de boerderij en al de dieren, maar ik denk dat hij triest is dat hij hier niet is, op de academie."

"Het enige wat die jongen ooit echt wilde, was naar de Octavia Pompeii Academy komen."

"Ik weet het." Ik keek op naar Julia. "En nu zit ik hier en hij zit vast op de boerderij."

"Zei hij dat?"

"Nee, maar ik voel me zo slecht omdat ik zijn plaats hier heb ingenomen."

"Kom binnen in deze kamer, dan onderzoek ik je kort terwijl we bijpraten over alles."

Ze liet me op de onderzoekstafel zitten en tuurde dan in mijn ogen en oren en onderzocht dan mijn keel.

"Hoe bevalt het je hier?" Ze ging naar een tafel en kwam terug met een stethoscoop.

"Fantastisch, maar ik ben niet zeker dat ik voor alle examens zal slagen."

Ze stopte de oorstukken in haar oren. "Volgens mij zal je het prima doen. Adem even diep in voor me."

Ze plaatste het borststuk op mijn rug. Ik haalde diep adem. Ze verplaatste het borststuk een tiental centimeter.

"Vind je het fijn om onze verpleegster te zijn?"

"Oh, ik vind deze school ook fantastisch. Dr. Pompeii is een hele speciale vrouw."

"Ik weet het."

"Raak je buiten adem als je tennis speelt?"

"Buiten adem?"

"Adem je snel, of moeilijker?"

"Na een uur tennissen."

"Hm, dat is normaal. Kom je weer op adem als je een paar minuten rust?"

Ik knikte.

"Goed zo. Je longen klinken goed. Laten we nu je hart eens checken." Ze plaatste het borststuk op de linkerkant van mijn borst.

"Ik hoop dat Fuse volgend jaar nog een kans krijgt," zei ik.

Ze keek naar me en glimlachte terwijl ze het borststuk verplaatste. Na een ogenblik haalde ze de oorstukken uit haar oren.

"Je hart klinkt sterk. Doe je stretchoefeningen voor je tennist?"

"Nee."

"Dat zou je moeten doen. Je kan namelijk een spier verrekken als je niet eerst stretcht, maar meteen begint te rennen en te springen, vooral als het nog koud is 's morgens. Ik zal je er straks een paar tonen en ik wil dat je ze zeker doet voor je begint te spelen. Ik zeg hetzelfde tegen alle jongens. Ik wil echt niet opgeroepen worden om een verrekte spier of een gescheurde pees te verzorgen."

"Ik zal dat zeker doen en ik zal ervoor zorgen dat Liz het ook doet."

"Oh, ja, Elizabeth Keesler. Ik zag haar naam op mijn lijst. Jullie zijn de eerste meisjes die aan de academie studeren. Is dat niet ongelooflijk?"

"Dat is het zeker en we zijn blij dat we hier zijn."

Nadat ze me de opwarmingsoefeningen getoond had, knuffelde ze me opnieuw en dan holde ik terug naar de les wetenschappen.

* * * * *

Die avond, toen we net aan ons huiswerk begonnen waren, werd er op de deur geklopt.

"Binnen," zei Liz.

Morgan Townsend, een laatstejaars, opende de deur. "Jullie worden verwacht in de ontspanningsruimte."

"Waarvoor?" vroeg Liz.

"Dat zal je daar wel te weten komen."

We volgden hem door de gang naar de ontspanningsruimte. Toen we binnenkwamen, bleek de ruimte vol te zitten. Het leek of de helft van de eerstejaars er waren. Vooraan de ruimte stonden twee laatstejaars en de laatstejaars die ons was komen halen, stond bij de deur. Een van de laatstejaars ging op een stoel staan zodat iedereen hem kon zien.

"Stilte iedereen," zei hij.

Wanneer hij de aandacht van iedereen had, sprak hij tegen de cadet bij de deur. "Sluit de deur, Adams, en houd de wacht."

"Ja, mijnheer." Cadet Adams ging naar buiten en sloot de deur achter zich.

"Ik ben cadet-kapitein Davenport," zei de laatstejaars. "De helft van de eerstejaars zijn hier. Als we klaar zijn, brengen we de andere helft naar hier en dan krijgen zij dezelfde uiteenzetting. Hij keek even rond naar de vragende blikken. "Je zal merken dat niemand onder jullie strepen op je mouwen heeft."

De eerstejaars keken rond, maar zagen geen strepen. Liz en ik hadden onze uniformen nog niet, maar er zouden waarschijnlijk ook geen strepen op de mouwen staan.

"Strepen moet je verdienen; ze worden niet zomaar uitgedeeld. Je kan ze verdienen met studeren, schaken, tennissen en goed gedrag. Hoe beter je het doet in deze vier categorieën, hoe meer strepen je zal verdienen. Je vraagt je misschien af waarom? Waarom zou je strepen willen?"

Er werd wat gemompeld en geknikt.

"R.H.Z.P," zei de laatstejaars. "Rang Heeft Zijn Privileges. Hoe meer strepen je hebt, hoe meer privileges. Een streep is een soldaat, twee is een korporaal, drie een sergeant en vier is een sergeant-majoor. Na de strepen, komen de officiers. Een luitenant heeft een zilveren streep op zijn schouder, een kapitein heeft twee zilveren strepen, zoals ik, en een kolonel heeft een zilveren adelaar. We hebben maar een kolonel. Hij wordt gekozen uit de rang van kapiteins. Alle cadetten stemmen mee voor de kolonel van de academie. Hij wordt halverwege het schooljaar verkozen en bekleedt zijn functie tot de volgende verkiezingen.

"De bevoegdheid van de drie vlaggendragers staat los van de officiers- en lagere rangen. Als ze tegen je spreken, let dan goed op en toon ook respect voor hen en hun positie hier op de academie. Ze zijn onze morele leiders en ze hebben hun eervolle plaats verdiend. Nu zal ik jullie vragen beantwoorden."

Liz stak haar hand op.

"Ja?" zei de kapitein.

"Wat is de zin hiervan? Ik krijg het gevoel dat ik in het leger zit."

"Hoe heet je, cadet?" vroeg de kapitein.

"Elizabeth Keesler."

"Cadet Keesler, de Octavia Pompeii Academy heeft de hoogste academische status van alle privéscholen in Virginia. Je weet hoe moeilijk het is om binnen te raken in de academie, maar waarom wilde je hier komen studeren?"

"Om naar een goede universiteit te kunnen gaan."

"Precies. Vijfennegentig procent van onze afgestudeerden worden aanvaard in de top tien van universiteiten: Harvard, Yale, ... en sommigen zijn zelfs naar Oxford en Cambridge gegaan. Als je bij je kandidatuur voor een van deze universiteiten goede resultaten op de academie kan voorleggen en je hebt een hoge rang, dan vergroot je kans om aanvaard te worden enorm. Is dat een antwoord op je vraag?"

"Ja. Dank je wel."

"R.H.Z.P. Toon altijd respect voor iemand die een hogere rang heeft. Wie een rang verwerft, moet bereid zijn de achterblijvers te helpen. Ons doel is ervoor zorgen dat niemand geschorst wordt van de academie."

Een van de eerstejaars stak zijn hand op.

"Ja," zei de laatstejaars. "Je naam?"

"Haskell Layzard."

"Je vraag?"

"Hoe weten we wanneer we bevorderd worden?"

"Promoties volgen meestal op een belangrijke gebeurtenis, zoals de examens of een tennis- of schaaktoernooi. Maar strepen kunnen altijd verdiend worden door eerbaar, welwillend of onbesproken gedrag te vertonen. Laten we nu overgaan tot de Erecode van de Cadet. Onze tijd is bijna om. De eerste regel van de Erecode luidt dat een cadet niet tegen een andere cadet getuigt. De tweede regel luidt dat een cadet altijd een andere cadet in moeilijke omstandigheden helpt. De derde regel luidt dat wanneer je je buiten de campus bevindt, je je eervol gedraagt en zo de reputatie van alle cadetten op de Octavia Pompeii Academy hooghoudt. Elke cadet die de regels van de Erecode overtreedt, wordt gestraft met verbanning voor de duur van twee weken."

Ik stak mijn hand op.

"Wanneer een cadet verbannen is, mag hij niet spreken tegen een andere cadet en geen enkele cadet mag met de verbannen cadet spreken of sociaal contact hebben, behalve via geschreven tekst. Is dat een antwoord op je vraag?"

Ik knikte.

"Verbanning houdt ook in: niet tennissen en niet schaken."

Er weerklonk een collectief gekreun en dan fluisterde iemand: "Oh, nee."

Kapitein Davenport negeerde de afkeurende geluiden. "Zijn er nog vragen?"

Niemand zei een woord.

"Oké, steek je rechterhand in de lucht en herhaal: 'Ik'... zeg je naam."

Iedereen zei zijn naam.

"'... zweer de Erecode na te leven...'" Hij stopte om iedereen de kans te geven zijn woorden te herhalen. "'... onder alle mogelijke omstandigheden, op straffe van verbanning...'"

Nadat we zijn woorden herhaald hadden, stond kapitein Davenport recht uit zijn stoel en ging naar de deur.

"Jullie mogen vertrekken en we zullen nu spreken met de tweede helft van de eerstejaars."

Hij opende de deur en we verlieten de ruimte op een rij.

Raji: Boek Twee

Подняться наверх