Читать книгу De betoverende vrijheidspiegel - Emilio Velazquez - Страница 5
ОглавлениеHoofdstuk 2
Feestdag de dag van het volk
Het is eindelijk zover, de feestdag is aangebroken en alles is tot in de puntjes geregeld: van de beveiliging tot de feestelijke activiteiten. Heel de stad is mooi versierd, straten zijn afgezet en op de markt zijn alle tenten versierd met de kleuren van de nationale vlag. Dat heeft de vicevoorzitter Lord Mordenius goed georganiseerd, maar wat iedereen niet wist is dat hij ook zijn duistere aanslag heeft gepland en dat moet vandaag gebeuren. Samen met zijn rechterhand Bor de Verschrikkelijke heeft hij dit zorgvuldig bereid, hij zou de aanslag plegen precies wanneer de colonne van de president met zijn gezin bij de markt zou arriveren. Dan moet het gebeuren: wanneer de president zich samen met zijn gezin, lopend over de markt, tussen zijn stadsgenoten zou bevinden.
Dylan was al vroeg met zijn opa op de markt aan het werken om zijn tent zo mooi en zichtbaar en herkenbaar mogelijk neer te zetten, maar ook om zijn tent zeer opvallend te maken, want vandaag moet het gebeuren: er komen duizenden mensen de markt binnen maar ook de president met zijn gezin, en hij neemt heel het kabinet mee. Dus als we veel spiegels kunnen verkopen, kunnen wij daar een goede omzet maken.
Terwijl opa aan het werk was, merkte hij dat hij niet al zijn spiegels had meegenomen, hij was de mooiste spiegels vergeten en die zat nog in een wagon in de garage van zijn huis en vroeg met spoed aan Dylan of hij zo snel mogelijk de wagon wilde ophalen voordat het feest zou beginnen, maar Dylan verwachtte dat hij niet op tijd terug kon zijn met de wagon, dus vroeg hij aan opa of hij stiekem zijn gave mocht gebruiken en via de spiegel naar zijn huis te transporteren, dan zou hij zeker op tijd terug komen. Opa stemde ermee in, mits niemand het zou zien, zo gezegd zo gedaan. Dylan keek om zich heen en toen er niemand was, concentreerde hij zich bij een grote spiegel in zijn tent. Met zijn litteken raakte hij de spiegel en ineens werd hij de spiegel ingesleurd en was hij in de andere dimensie. En nu snel naar huis om de wagon op te halen en meteen terug te brengen naar de markt. Terwijl hij via de andere dimensie naar huis liep hoorde hij opeens stemmen en die stemmen kwamen uit een spiegel van de andere kant van de markt. Hij ging richting die spiegel waar de stemmen vandaan kwamen en hoorde duidelijk de vicepresident met zijn rechterhand Bor de Verschrikkelijke over de geplande aanslag praten. Toen Dylan de details hoorde, schrok hij en viel van de schrik tegen de binnenkant van de spiegel. Door de klap keken Mordenius en Bor gelijk richting de spiegel die aan de wand hing. Ze keken elkaar aan en Bor dacht dat hij een schaduw in de spiegel had gezien, samen liepen ze naar de spiegel, maar ze zagen alleen hun gezicht. Maar ze keken wel zorgelijk, en liepen na een korte bezichtiging van de spiegel terug naar de presidentshuis, maar Bor vertrouwde het niet en bleef achter zich kijken naar de spiegel, want hij heeft echt een soort schaduw in de spiegel gezien, en dat zat hem niet lekker.
Dylan rende gelijk naar huis, hij pakte de wagon en ging direct naar zijn opa. Aangekomen bij de markt vertelde Dylan aan zijn opa wat hij gehoord had over de aanslag, en of het handig zou zijn om hier te blijven, maar Opa Alcai vond dat deze dag een belangrijke dag zou zijn om zijn voorraad spiegels te verkopen en dat Dylan maar moest vergeten wat hij gehoord had, want de president krijgt meestal dagelijks bedreigingen en dat er tot nu toe nooit iets is gebeurd, dus vandaag zou er ook niets gebeuren, maar Dylan vertrouwde het niet en was van plan om uit te zoeken hoe de aanslag gepleegd zou worden.
Het was 09.00 in de ochtend en de mensen van de stad en omstreken stroomden allemaal richting de feestmarkt. Het was zeer gezellig en zeer druk; iedereen was in een feeststemming. Behalve Dylan: hij bleef alert naar iedereen staren. Het zat hem niet lekker over de aanslag, maar wanneer zal het gebeuren? Of heeft opa gelijk dat er niets gaat gebeuren. Op dat moment hoorde Dylan zijn naam roepen. Hij keek om en daar waren zijn beste vrienden Gio, Diego. Laar, Ter, Ben en Nayar. ‘Wat doen jullie hier?’ riep Dylan tegen zijn vrienden. ‘Nou, genieten van het feest met de rest van de bende, alleen jij nog.’
‘Ja, ik vind het aardig van jullie dat je aan me denkt, maar ik kan mijn opa niet alleen laten met onze stand.’ Opa hoorde het en zei: ‘Dylan, waarom ga je niet even pauze nemen en lekker met je vrienden genieten van het feest,’ met een knipoog richting Dylan: ‘Ik kan het heus wel alleen aan. Trouwens, jij heb me meer dan genoeg geholpen, als je maar om ongeveer 16,00 weer terug ben om alles op te ruimen.’ Zo gezegd, zo gedaan. Hij gaf opa een kus en ging samen met zijn vrienden genieten van het feest.
Toen ze samen in een cafe wat aan het drinken waren, zei Dylan tegen zijn vrienden: ‘Ik moet echt wat vertellen, maar weet niet of jullie me gaan geloven, ik heb vanochtend iemand gehoord die vandaag in de markt een aanslag wil plegen tegen onze president en zijn gezin. Ik weet alleen niet wanneer en hoe laat.’ De vrienden keken elkaar aan met verbaasde gezichten. Toen vroeg Diego: ‘Waar heb je dit gehoord en wie heb je gezien?’ Dylan zei een paar straten hier vandaan en het waren de vicepresident met zijn rechterhand Bor. Zij waren het die het hebben gezegd. ‘We moeten het voorkomen, doen jullie mee?’ Iedereen keek elkaar aan en uiteindelijk gingen ze ermee akkoord. ‘Maar hoe gaan we dit aan pakken? Dylan vroeg aan iedereen: ‘Kom allemaal om 12.00 naar de garage van mijn huis. Ik heb wat te vertellen. Het is een grote geheim, maar dat kan ik alleen daar doen wanneer niemand het ziet, kom maar op de afgesproken plek.’