Читать книгу De complete werken van Joost van Vondel. 4 - Joost van den Vondel - Страница 3

VOORREDEN

Оглавление

Ik hebbe, Lezer, meermaals voorgehad, mijn plompe handen aan dit zuivere te slaan; maar vreeze heeft mij altijd doen aarzelen, omdat ik ontzag, met ongewijde vingeren deze arke aan te tasten: en liet mij vastelijk voorstaan, dat geen gemeen priester of Leviet, maar wel een hooger als ik geoorloofd was, zijn voetzool in dit heilige der heiligen te zetten. Mijn gevoelen hier in wierd versterkt, vermids het loflijk getuigenisse, dat de aldertreffelijkste verstanden van dit puikjen gaven: gelijk dan, neffens andere, zijnen uitlegger Simon Goulart hier van luidskeels trompettet in deze woorden: s'ensuit la Magnificence ou seconde partie du quatriesme jour de la seconde Sepmaine, ou Salomon est proposé esleu pour successeur a son pere. Sa sapience, son mariage, son Temple basti a l'Eternel, y sont si magnifiquement descrits, qu'en cest eschantillon le Sieur du Bartas semble avoir voulu surmonter soy-mesme, & par ses riches inventions debatre avecq la dignité d'un si sublime sujet. Dat is: volgt de Heerlijkheid of het tweede deel van de vierde dag der tweeder weke, alwaar Salomon wordt voorgesteld als zijns vaders gekoren nazaat; zijn wijsheid, zijn houwelijk, zijnen tempel Gode gebouwd, wordt er zoo heerlijk beschreven, dat in dit munster-staal11 de Heere van Bartas schijnt hem zelven te willen overtreffen, en met zijn rijke versieringen te worstelen met de weerdigheid van zoo hoogwichtige stoffe.—Het was dan niet zonder oorzaak, dat ik mij hier aan vreesde te bezondigen. Maar gelijk mij vreeze somtijds dede deinzen, alzoo noopte mij wederom een heimelijke hertstocht, om eenmaal12 te zien, hoe ik deze Fransche Venus met een Neêrlandsch gewaad en hulsel zouden mogen tooyen en opsmukken, en met Apelles ten toon zetten, om van nutte berispers mijn werk te laten keuren. Ik wikte. Ik waagde 't. Lezer, verwondert u niet dan wij onder alle zijn puikrijmen dit paragon13, dezen overkijker, hebben uitgekeurd: zoo doen ook die gene, die diamanten onder diamanten uitpikken. Latet14 u ook niet vreemd toeschijnen, dat wij wat tijds met vertalen spillen: een berooid huisraad moet veeltijds van anderen wat ter leen bezitten. En zoo gij ons voorwerpt15 die boerterij van d' ekster, die onder de paauwen met geleende veêren dacht te pronken, wij voelen, dat wij deerlijk16 getakt17 en op ons zeer geraakt zijn, want wij brageeren met het gene eens anders is. Maar eer gij u aan onze rijmen ergert, zoo bidde ik, dat gij eerst deze dingen op de rijge18 overweegt: 1. dat wij u een vertalinge en geen eigen vindinge ter hand stellen. 2. dat wij zoetelijker hadden mogen vloeyen, zoo wij ons niet naauwer aan de text wilden binden. 3. dat mijn moeder mij geen beter Nederduitsch geleerd heeft. Mag ons dit niet afwasschen, en blijfdy evenwel daar op staan, dat wij met Faëthon ons onderwonden hebben, den zonwagen te mennen: ik hebbe niet te zeggen, dan mij daar mede te troosten, dat men ten minste nog van mij getuige:

Hic situs est Phaëthon currus auriga paterni,

Quem si non tenuit, magnis tamen excidit ausis.


DAT IS:

Alhier ligt Faëthon verslagen,

De voerman van zijns vaders wagen:

Die, of hem is19 den toom ontgaan,

Nochtans heeft vrij wat stouts bestaan.


Lezer, ik hebbe gezeîd. Leest nu het kort inhoud van onze overzettinge, daar na de vertalinge van het uitstekendste gedicht dezes goddelijken poëets, en oordeelt heuschelijk van onze misslagen.

11

proefstuk.

12

Germ. voor eens.

13

Grieksch voor puikbeeld en hier door overkijker vertaald.

14

Laat het.

15

Germ. voor voorhoudt, voor de voeten of tegen-werpt.

16

Zoo lees ik voor heerlijk, dat geen zin geeft.

17

Voor getroffen, gekwetst.

18

Thans rij; in Overijsel zegt en zingt men echter nog steeds van "bonte, bonte riege".

19

Al is hem.

De complete werken van Joost van Vondel. 4

Подняться наверх