Читать книгу Robur de Veroveraar - Jules Verne - Страница 5

II. Waarin de leden van Weldon-Institute met elkander kibbelen, zonder er in te slagen tot overeenstemming te geraken.

Оглавление

Inhoudsopgave

“En, den eersten, die het tegendeel zal willen beweren, zal ik....”

“Zoo, zoo!”

“En wat zou dat dan?”

“Dien zal ik....”

“Welnu, ik zal het tegendeel beweren, wanneer daar aanleiding toe bestaat!”

“En ik ook, en dat in weerwil van uwe dreigementen, waaraan ik mij niets hoegenaamd stoor!”

“Pas op uwe woorden, Bat Fyn! Ik waarschuw u ernstig, hoor!”

“En gij, past gij maar op de uwe, Uncle Prudent! Ik waarschuw u ook!”

“Ik houd staande dat....”

“Wat houdt gij staande?”

“Dat de schroef niet aan het achtereinde moet geplaatst zijn! Dat’s duidelijk, dunkt me!”

“Wij ook!.... Wij ook!.... Wij houden dat ook staande!” schreeuwden een vijftigtal stemmen zoo valsch mogelijk, waarbij zij evenwel een volmaakt akkoord vormden.

“Neen!.... De schroef moet aan den voorkant zijn!” riep Phil Evans uit.

“Ja, aan den voorkant,” riepen vijftig anderen met even valsch stemgeluid, maar met niet minder krachtige overeenstemming. “Ja, zeker, aan den voorkant!”

“Neen, aan den achterkant!” protesteerden anderen niet minder krachtvol en niet minder luidruchtig.

“Neen, noch voor, noch achter, maar in het midden!” riepen anderen even opgewonden.

“Zoo zullen wij nooit tot overeenstemming geraken! Dat is duidelijk!”

“Neen, nooit!.... Nooit....”

“Waarom dan te redekavelen, waarom dan te kibbelen, waarom dan te twisten?”

“Wij twisten niet.”

“Wat doen wij dan?”

“Wij redetwisten! En, dat moet gij toch bekennen, dat is geheel verschillend!”

Aan dien redetwist zou geen mensch geloofd hebben, die, meer kalm van aard, die tegenwerpingen, die scherpe woordspelingen, dat geschreeuw vernomen had, welke al te zamen de geheele zaal—en die was ruim—sedert een kwartieruurs vervulden.

Ja, die zaal van Weldon-Institute was groot. Wellicht de grootste van de geheele stad, zooals Weldon-Institute zelf de grootste en meest beroemde club was van Philadelphia, de hoofdplaats van den Staat Pensylvanië, die op zijne beurt een onderdeel uitmaakt van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika.

Nu hadden er daags te voren in die stad, bij gelegenheid van de aanstelling van een gaslantaarn-ontsteker, publieke betoogingen en luidruchtige meetings plaats gehad, waarbij over en weer klappen en slagen gewisseld waren geworden.

Vandaar die opgewondenheid, die nog niet geheel bedaard was. Vandaar dat onstuimige opbruisen, waarvan de leden van Weldon-Institute thans nog bewijzen gaven.

En toch gold het hier slechts eene eenvoudige samenkomst van ballonnisten, die het, wel is waar zelfs in dat tijdstip, steeds netelige en opwekkende vraagstuk, van de bestuurbare luchtballons behandelden en trachtten op te lossen.

Dat viel voor in eene stad der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, welker spoedige ontwikkeling zelfs die van New-York, van Chicago, van Cincinnati en van San Francisco overtrof; in eene stad die evenwel noch havenplaats, noch middelpunt van het een of andere mijnstelsel van steenkolen-ontginning of van petroleum-bronnen was, die noch eene opeenhooping der nijverheids-producten daarstelde, noch eindelijk het eindstation van een der openbare spoorwegbanen was;—in eene stad, die grooter dan Berlijn, grooter dan Manchester, grooter dan Edinburg, grooter dan Liverpool, grooter dan Weenen, grooter dan Petersburg, grooter dan Dublin was;—in eene stad, die een park bezit, waarin de zeven parken van de hoofdplaats van Groot-Brittannië te zamen kunnen ronddraaien;—in eene stad eindelijk, die thans eene bevolking telt van ongeveer twaalf honderd duizend zielen en die er trotsch op is de vierde stad der wereld te zijn en dus na Londen, Parijs en New-York genoemd te worden.

Men kan schier zeggen, dat Philadelphia met hare grootsche huizen en hare openbare gebouwen, die geene mededinging dulden, eene marmeren stad is. Het voornaamste en meest belangrijke van al de collegiën in de Nieuwe Wereld is dat van Girard en dat is te Philadelphia opgericht. De breedste brug van de geheele wereld is de brug, welke over de Schuylkill-rivier geworpen is, en deze bevindt zich te Philadelphia. De fraaiste Vrijmetselaars tempel bevindt zich in het loge-gebouw te Philadelphia. Eindelijk, de grootste club van de aanhangers der luchtvaart bevindt zich te Philadelphia.

Ja, de grootste club ter wereld, en wanneer men haar op dien avond van den 12den Juni met ons wil bezoeken, dan gelooven wij, dat de lezer daar zeker eenig genoegen zal smaken.

In die groote zaal bewogen zich een honderdtal ballonisten, die allen met den hoed op het hoofd, gebaren maakten, door elkander spraken, kibbelden, twistten, schertsten, en dat alles, onder het hooge voorzitterschap van een president, die bijgestaan werd door een secretaris en een penningmeester.


Had hij een vervaarlijken val gedaan (bladz. 24).

Die ballonisten waren geene werktuigkundigen van professie. Neen, het waren slechts liefhebbers, die behagen schepten in alles wat de luchtscheepvaart betrof. Maar het waren aartsliefhebbers, die zich vooral vijandig toonden aan allen, die tegenover de luchtballons de werktuigen en toestellen plaatsten, die “zwaarder dan de lucht” waren, zooals vliegende machines, luchtschepen, enz. enz.

Dat die brave lieden ooit eenigen invloed op het besturen van ballons zouden kunnen uitoefenen, is mogelijk, doch zeer weinig waarschijnlijk. Zooveel is zeker, dat hun voorzitter wel eenige moeite had, om hen zelven te besturen.

Die voorzitter was te Philadelphia wel bekend. Het was de beruchte Uncle Prudent.—Prudent was zijn familienaam, en bijgevolg geen bijvoegelijk naamwoord, zooals men wellicht veronderstellen kan.

Wat de qualificatie van dat woord Uncle: oom betreft, dat zou vooral in Amerika geene verwondering baren, waar men oom kan zijn zonder neven of nichten te bezitten. Men noemt daar iemand Uncle: oom of oompie, zooals men elders vader tegen personen zegt, die nimmer aanspraak op het vaderschap kunnen doen gelden.

Uncle Prudent was een belangwekkend persoon, die in weerwil van zijn naam Prudent: voorzichtig, aangehaald werd voor zijne stoutmoedigheid. Hij was zeer rijk, hetgeen overal, maar vooral in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika zeer gezien maakt. En hoe zou hij niet rijk geweest zijn? Hij bezat toch het grootste gedeelte der aandeelen van de Niagara-watervallen. In dat tijdstip had zich eene maatschappij van werktuigkundigen te Buffalo gevormd, om de kracht van die watervallen te exploiteeren.

Dat was eene heerlijke zaak. Oordeelt er over.

De zevenduizend vijfhonderd kubieke meters water, welke de Niagara per seconde voortstuwt, vertegenwoordigen een vermogen van zeven millioen paardekracht. Die onmetelijke kracht, behoorlijk verdeeld over al de fabrieken, welke binnen in een kring van vijf kilometers opgericht waren, leverde eene besparing jaarlijks van ongeveer vijftienhonderdmillioen francs, waarvan een goed deel in de brandkast van de maatschappij en vooral in de zakken van Uncle Prudent terechtkwam.

Daarenboven, hij was ongetrouwd en leefde hoogst eenvoudig, hetgeen door de omstandigheid bewezen werd, dat hij slechts één knecht er op nahield, die Frycollin heette en die waarachtig niet waard was bij zoo’n stoutmoedigen meester in dienst te zijn, want die knecht verdiende den naam van lafaard ten volle.

Maar men ziet zooveel van die vreemde dingen op dit ondermaansche.

Dat Uncle Prudent vrienden had, zal wel niet behoeven gezegd te worden. Hij was, zooals opgemerkt werd, rijk, en dan heeft men altijd vrienden. Maar hij had ook vijanden, daar hij voorzitter van de club was. En onder die vijanden behoorden in de eerste plaats allen, die hem die voorzittersplaats benijdden.

Onder de meest verbitterden van die vijanden behoort de secretaris van Weldon-Institute vermeld te worden.

Die secretaris heette Phil Evans. Deze was ook zeer rijk, daar hij aan het hoofd stond van de Walton Watch Company. Dat is eene zeer belangrijke uurwerkfabriek, die per dag vijfhonderd mechanisch vervaardigde uurwerken voortbrengt, welke behoorlijk afgeleverd, de mededinging met de beste producten van Zwitserland glansrijk doorstaan kunnen, en dat wil op het gebied van uurwerkfabrikatie nog al wat zeggen.

Phil Evans zou dus voor een der gelukkigste menschen van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, ja van de gansche wereld hebben kunnen doorgaan, ware de maatschappelijke toestand van Uncle Prudent hem geen doorn in het oog geweest. Hij was evenals deze vijf-en-veertig jaren oud, en had evenals deze een ijzeren lichaam en een ijzeren gezondheid. Evenals deze legde hij eene onbetwistbare stoutmoedigheid aan den dag, en ook hij was er weinig belust op, om de zekere voordeelen van het jonggezellenleven te verwisselen tegen de twijfelachtige geneugten van het huwelijksleven, waarin die twee, zooals de lezer wel bevroeden kan, zoo’n groot ongelijk niet hadden.

In een woord, het waren twee mannen, die geschapen schenen om elkander te begrijpen en te verstaan, maar die elkander niet begrepen en elkander niet verstonden. Daarbij kwam nog, dat beiden zeer heftig van karakter waren; maar daarin toch van elkander verschilden, namelijk dat Uncle Prudent warmbloedig en Phil Evans koudbloedig heftig was.

En waarvan had het nu inderdaad afgehangen, dat Phil Evans niet tot voorzitter van de club benoemd was?

De stemmen hadden gestaakt, dat wil zeggen, dat evenveel leden voor hem als voor Uncle Prudent gestemd hadden. Meer dan twintig malen was men tot herstemming overgegaan, zonder te kunnen slagen, om de meerderheid, al was het ook maar van ééne stem, voor den eenen of den anderen te verwerven.

Dat was een uiterst moeielijke toestand, die voorwaar langer dan het geheele leven der beide candidaten had kunnen duren.

Toen stelde een der clubleden een ander middel voor, om tot den gewenschten uitslag, namelijk om tot eene onevenredige verdeeling der stemmen te geraken. Hij, die dat middel uitdacht was een sluwe vent, Jem Cip genaamd, die penningmeester van Weldon-Institute was. Jem Cip was een vegetariër uit overtuiging, met andere woorden: een van die groenten-verorberaars, die een eeuwigen haat aan ieder dierlijk voedsel, aan alle gegiste dranken gezworen hebben, zooals halve Brahmannen en halve Muzelmannen, en zich tot mededingers opwerpen van Nieuwmann, van Pitman, van Ward, van Daris en van meer andere beroemde volgers van de onschadelijke secte der getikten.

In deze omstandigheid werd Jem Cip ondersteund door een ander clublid, namelijk door William T. Forbes, directeur van eene groote fabriek, waarin glucose, door de behandeling van lompen met zwavelzuur, vervaardigd werd. Door deze behandelingswijze werd eigenlijk gezegd suiker uit oude hemden en onderbroeken verkregen.

Die William T. Forbes was een uitermate deftig man, daarenboven vader van twee bekoorlijke oude dochters, waarvan de oudste miss Dorothea, ook wel Doll, en de jongste miss Martha of verkort Mat, genoemd werd. Die twee oude vrijsters gaven den toon in de beschaafdste kringen van Philadelphia aan.

Het voorstel van den vegetariër Jem Cip werd dus door den directeur William T. Forbes en door nog eenige andere clubleden ondersteund, zoodat men besloot de benoeming van den voorzitter te laten afhangen van het treffen van het middelpunt.

Waarlijk, die verkiezingswijze zou kunnen toegepast worden in alle die gevallen, waarin het er op aankomt den waardigste te verkiezen, en een groot aantal zeer verstandige Amerikanen dachten er reeds aan, om dat stelsel te gebruiken bij de verkiezing van den president van de republiek der Vereenigde Staten.

Hoe die verkiezing in zijn werk ging? Ziehier.

Op twee wit geschilderde schoolborden en zonder eenig vlekje, was een zwarte lijn getrokken. De lengte dier twee lijnen was zuiver mathematisch aan elkander gelijk; want men had die met evenveel nauwkeurigheid bepaald, alsof zij de basis zouden uitmaken van den eersten driehoek eener geographische driehoeksmeting.

Toen dat gedaan was, werden de beide schoolborden in het midden van de zittingszaal opgesteld, waarbij gezorgd werd, dat zij beide evenveel door het invallend licht begunstigd werden. De beide mededingers werden toen met eene uiterst fijne naald gewapend, waarna zij, ieder van zijn kant, op het schoolbord moesten aanstappen, dat hun door het lot aangewezen was. Hij, die zijne naald het dichtst nabij het midden der lijn in het hout plantte, zou tot voorzitter van Weldon-Institute uitgeroepen worden. Men ziet het, niets eenvoudiger dan dat, inderdaad.

Het zal wel niet behoeven gezegd te worden, dat dit naaldplanten eensklaps, zonder mikken of meten, zonder aarzeling of tasten, maar alleen geleid door de scherpte van den blik moest geschieden.

Hier kwam voorwaar de volksspreuk: een passer in het oog hebben, tot haar volle recht.

Uncle Prudent plantte zijne naald in hetzelfde oogenblik, dat Phil Evans de zijne in het schoolbord stak.

Daarna ging men aan het meten, om tot de ervaring te komen, wie der twee mededingers het middelpunt het meest nabij gekomen was. Die meting werd met de meest mogelijke nauwkeurigheid verricht.

Maar.... o wonder! De naaldenprikkers waren met zulke juistheid te werk gegaan, dat de metingen geen waarneembaar verschil aantoonden. Het is waar, het wiskunstig middelpunt der lijn was niet bereikt; de afwijking daarvan evenwel, door de beide naalden aangegeven, was uitermate klein; maar wat het gekste was, die afwijking was voor de twee naalden even groot of beter gezegd even klein. De beide afwijkingen waren klaarblijkelijk aan elkander gelijk.

Natuurlijk was de verslagenheid van de vergaderde clubleden uitermate groot.

Gelukkig stond een der vergaderden, de geleerde Truk Milnor er op, dat de metingen andermaal zouden geschieden, maar dezen keer door middel van de gegradueerde liniaal van het micrometrisch instrument van den heer Peireaux, waarmede een vijftienhonderdste van een millimeter kan gemeten worden.

Drommels, er moest toen getuurd worden! Met die liniaal, die de vijftienhonderdste gedeelten van een millimeter, welke met een fijn diamantsplintertje er op gekrast waren, aangaf, werden de metingen hervat, en nadat men de verdeelingen en onderverdeelingen met een mikroskoop nagegaan had, verkreeg men den navolgenden uitslag:

Uncle Prudent had zijne naald op een afstand van zes vijftien honderdste gedeelten van een millimeter van het middelpunt geplant, en Phil Evans op een afstand van negen vijftien honderdste gedeelten van een millimeter.

En, ziedaar hoe Phil Evans slechts secretaris van Weldon-Institute geworden was, terwijl Uncle Prudent tot voorzitter van die vermaarde club uitgeroepen werd.

Eene afwijking van drie vijftien honderdsten van een millimeter, meer was niet noodig geweest, om Phil Evans het onderspit te doen delven, maar ook om hem een diepen haat, een stillen, maar daarom niet minder woesten haat tegen Uncle Prudent te doen opvatten.

In dat tijdperk had het vraagstuk van de bestuurbare ballons, sedert de proefnemingen in het laatste vierendeel van deze negentiende eeuw gedaan, wel vorderingen gemaakt.

De schuitjes, voorzien van voortstuwende schroefbladen, door de kapiteins van het Fransche leger Krebs en Renard gebezigd, hadden resultaten opgeleverd, die niet over het hoofd mogen gezien worden. Die officieren hadden den langwerpigen vorm van luchtballons, door Henri Giffard reeds in 1852 uitgevonden, in 1872 door Dupuy de Lôme en in 1883 door de gebroeders Tissandier verbeterd en gewijzigd, behouden en als het ware volmaakt.

Maar, al hadden die werktuigen, omgeven als zij waren door eene middelstof, welke zwaarder was dan zij zelven, zich ook al onder de voortstuwing eener schroefwenteling voorwaarts bewogen, al hadden zij ook al tegen den wind gekampt, en al waren zij dien ook te boven gekomen, om tot hun uitgangspunt terug te keeren, zoodat zij zich werkelijk bestuurbaar betoond hadden, zoo moest toch erkend worden, dat dit welslagen alleen te danken was aan buitengewoon gunstige omstandigheden. In uitgestrekte halls, die behoorlijk gesloten en omwand waren, ging dat natuurlijk uitstekend. In een kalmen dampkring ging dat ook nog zeer goed. Bij eene zachte bries van vijf of zes meters snelheid in de seconde, ging het ook nog! Maar verder was, alles wel beschouwd, niets practisch uitvoerbaar bereikt.

Bij eene zoogenaamde molenbries—van acht meters snelheid in de seconde—zouden die werktuigen onbeweeglijk op dezelfde plaats gebleven zijn. Door eene frissche bries—tien meters snelheid in de seconde—zouden zij achteruit gedrongen zijn. Door een storm—vijf en twintig of dertig meters snelheid in de seconde—zouden zij als eene veer heengevoerd zijn. Te midden van een orkaan—vijf en veertig meters snelheid in de seconde—zouden zij gevaar geloopen hebben vernield te worden. En eindelijk, bij het heerschen van een cycloon, die eene snelheid van meer dan honderd meters in de seconde heeft, zou men er waarschijnlijk geen stuk van teruggevonden hebben.

Het is dus onbetwistbaar, dat zelfs na de zooveel geruchtmakende proefnemingen van de twee kapiteins, Krebs en Renard, het gebleken is, dat al hebben de bestuurbare ballons ook al eenigszins in snelheid gewonnen, die verkregen snelheid ter nauwernood voldoende is, om onbeweeglijk te blijven tegen eene eenvoudige bries in.

En zoolang de toestand zoo is, mag voorloopig gerust de onmogelijkheid van die soort luchtscheepvaart beweerd en aangenomen worden. Dat is duidelijk en onweerlegbaar.

Maar wat er ook van aan moge zijn, naast het vraagstuk van de bestuurbaarheid der luchtballons, of beter naast het vraagstuk van de gebezigde middelen, om aan die luchtgevaarten een eigene snelheid, eene eigene beweging te verleenen, had het andere vraagstuk omtrent die beweegkracht zelve betrekkelijk veel grootere vorderingen gemaakt.

De stoommachines van Henri Giffard en de aanwending van menschelijk spierkracht, door Dupuy de Lôme gebezigd, waren langzamerhand vervangen geworden door electrische motoren.

De batterijen van de heeren gebroeders Tissandier, waarbij de electriciteit door middel van dubbel chroomzure potasch werd opgewekt, die elementen van groote spanning opleverden, bereikten eene snelheid van vier meters in de seconde. De dynamo-electrische werktuigen van de kapiteins Krebs en Renard, die een vermogen gelijkstaande aan dat van twaalf paardekracht konden ontwikkelen, bereikten eene snelheid van zes en een halven meter in de seconde.

En toen eerst hadden werktuigkundigen en electriciteitskundigen, dat spoor volgende, gepoogd het doel, hetwelk als desideratum bepaald zoude kunnen worden, namelijk het vermogen van een paardekracht in eene horlogekast besloten, al meer en meer nabij te komen.

Gaandeweg dan ook werden de verkregen uitkomsten door de batterij, waarvan de kapiteins Krebs en Renard het geheim zorgvuldig bewaard hadden, voorbijgestreefd, en na hen hadden de luchtscheepvaarders motoren weten te gebruiken, welker lichtheid aangroeide met hare kracht.

Dat alles was wel geschikt om de adepten, die aan de mogelijkheid der bestuurbaarheid van de luchtballons geloofden, aan te moedigen, ja in vuur en vlam te zetten; en toch, hoeveel degelijke breinen waren er niet, die bepaald weigerden aan de bereiking van dat doel te gelooven! En inderdaad, al vindt de luchtballon ook al een steunpunt in de lucht, dan toch mag daartegenover niet uit het oog verloren worden, dat hij door die middenstof geheel en al omgeven wordt, en dat hij als het ware daartoe behoort en daarmede voortbewogen wordt. En hoe zou nu onder die omstandigheden zoo’n massa aan de dampkringsstroomingen kunnen weerstand bieden? Hoe zou zij den kamp kunnen aanvaarden, al was het ook maar met matige winden, hoe machtig hare voortstuwende schroefomwenteling ook mocht zijn?

Dat was en bleef het groote vraagstuk van den dag. Men hoopte het evenwel op te lossen, door het bezigen van toestellen van zeer groote uitgebreidheid.

Nu had zich een omstandigheid voorgedaan, dat Noord-Amerikanen, in dien wedstrijd van uitvinders, bij het zoeken naar eene machtige en lichte voortstuwende kracht, het zoozeer nagejaagde doel het meest nabij gekomen waren. En inderdaad, een dynamo-electrisch toestel, gegrond op het gebruik eener nieuw gevonden batterij, welker samenstel nog in een geheimzinnigen sluier gehuld was, was gekocht geworden van zijn uitvinder, een scheikundige van Boston, die tot op dat tijdstip geheel onbekend was gebleven. Berekeningen, met zeer veel zorg uitgevoerd, diagrammen, met de meest mogelijke nauwkeurigheid vervaardigd, hadden aangetoond, dat met dit toestel, hetwelk eene schroef van behoorlijke afmetingen in beweging bracht, eene snelheid of beter eene verplaatsing van achttien tot twintig meters in de seconde te verkrijgen was.

Waarlijk, dat zou prachtig geweest zijn. Dat moet iedereen erkennen.

“En de onkosten daarvan zijn niet hoog,” had Uncle Prudent er aan toegevoegd, terwijl hij den uitvinder tegen kwitantie in behoorlijken vorm, het laatste pakje van honderdduizend dollars in bankpapier overhandigde, waarmede men hem zijne uitvinding betaalde.

En dadelijk toog Weldon-Institute aan het werk. Er mocht geen oogenblik verloren gaan.

Wanneer het eene proefneming geldt, die een degelijk practisch nut kan opleveren, dan hebben de Amerikanen, in tegenstelling met vele andere natiën van de beschaafde wereld, daar veel geld voor over. De fondsen stroomden dan ook toe, zonder dat het zelfs noodig was eene maatschappij met aandeelen op te richten.

Drie maal honderdduizend dollars—hetgeen zoo ongeveer met zevenhonderd vijftigduizend guldens, Nederlandsche munt, overeenkomt—waren bij de eerste oproeping reeds in de kas van de club bijeengebracht.

De werkzaamheden werden toen onmiddellijk begonnen onder de directie van den meest beroemden luchtvaartkundige van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, den heer Harry W. Tonder, die inderdaad de onsterfelijkheid verworven heeft door drie opstijgingen, merkwaardig onder duizenden.

Bij de eerste daarvan steeg hij tot eene hoogte van twaalf duizend meters op, dus veel hooger dan Gay-Lussac, dan Coxwell, dan Sevel, dan Crocé Spinelli, dan Tissandier en dan Glaisher deden.

Bij de tweede trok hij geheel Noord-Amerika, in zijne volle breedte, van New-York tot San Francisco door en overtrof daarbij de luchttochten van Nadar, van Godard en van zooveel anderen, met ettelijke honderd mijlen, zonder daarbij de reis te rekenen van John Wise, die een afstand van elf honderd en vijftig geographische mijlen had afgelegd van Saint Louis naar het graafschap Jefferson.

Robur de Veroveraar

Подняться наверх