Читать книгу Soldaat, Broeder, Tovenaar - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 16

HOOFDSTUK ZEVEN

Оглавление

Stephania staarde naar de horizon. Ze deed haar best om het geschommel van het schip te negeren, en probeerde te bedenken wanneer het beste moment was om de kapitein van de boot te vermoorden.

Er was geen twijfel over dat het moest gebeuren. Felene was als een geschenk van de goden geweest toen Stephania en haar dienstmeisje haar in Delos hadden ontmoet. Felene had hen geholpen om de stad uit te komen, en nu hielp ze hen naar Felldust. Allemaal dankzij Thanos.

Maar omdat ze van Thanos was, moest ze sterven. Het feit dat ze zo trouw aan hem was om hen zo ver te brengen betekende dat ze te trouw was om te vertrouwen met wat Stephania van plan was. Het was nu alleen nog een kwestie van timing.

Dat was een koorddans act. Stephania keek op en zag zeemeeuwen vliegen.

“Zij zijn een teken dat we dichter bij de kust komen, nietwaar?” vroeg ze.

“Heel goed, prinses,” zei Felene. Ze was net bezig om Elethe te leren vissen, en stond dichterbij dan nodig was. De vertrouwdheid van haar toon deed Stephania’s nekharen overeind komen, maar ze deed haar best om het te verbergen.

“Dus we zullen er spoedig zijn?”

“Nog even, en we zullen land zien,” zei Felene. “Niet veel later zullen we het vissersdorp bereiken waar we volgens Elethe de mensen van haar oom zullen vinden. Hoezo? Kunt u niet wachten tot u niet meer over hoeft te geven?”

“Ik kan niet wachten om zoveel te doen,” antwoordde Stephania. Hoewel het inderdaad fijn zou zijn als ze weer vaste grond onder haar voeten had. Ochtendmisselijkheid was geen goede combinatie met zeeziekte.

Dat was ook één van de redenen dat ze Felene beter zo snel mogelijk kon doden. Vroeger of later zou ze beseffen dat Stephania zwanger was, en dat paste niet bij het verhaal dat ze had verteld over hoe Lucious haar had gedwongen om zijn drankje te drinken.

Wanneer zou ze het raden? Het was voor Stephania inmiddels overduidelijk dat ze zwanger was. Haar jurk zat strak om haar groeiende buik, en haar lichaam leek drastisch te veranderen nu er een leven in haar groeide. Ze legde automatisch een hand op haar buik. Ze wilde het leven in zich beschermen. Ze wilde dat het groeide en sterk werd. Maar Felene bleef haar tijd met Elethe doorbrengen, makkelijk afgeleid door haar mooie gezichtje.

Dat was nog iets waar ze rekening mee moest houden. Ja, Stephania moest lang genoeg wachten om land in zicht te krijgen. Maar hoe langer ze wachtte, hoe groter het risico dat de loyaliteit van haar dienstmeisje op de proef werd gesteld. Hoe nuttig Felene ook was, Elethe was veel nuttiger als het aankwam op het vinden van de tovenaar. Bovendien was het dienstmeisje van haar.

Maar voor nu wachtte Stephania, want ze wilde deze badkuip niet hoeven besturen zolang er nog geen land in zicht was. Ze wachtte en keek toe terwijl Felene haar dienstmeisje hielp om een spartelende vis binnen te halen, waarna ze hem met een bizar scherp uitziend mes onthoofdde. Dat ze haar een blik toewierp terwijl ze het deed vertelde Stephania alleen maar dat de tijd begon te dringen.

De gedachte aan wat ze moest doen dreef Stephania ertoe, en ze nam een besluit. De tovenaar die Ouden had gedood was in Felldust. In Felldust zou ze een manier vinden om met Ceres af te rekenen. En daarna… daarna kon ze met Thanos afrekenen, en haar kind tot het wapen smeden dat ze nodig had.

“Het had niet zover hoeven komen,” zei Stephania. Ze ging staan, zodat ze over de reling uit kon kijken.

“Wat zei u, prinses?” vroeg Felene.

“Ik zei, is dat land?” vroeg Stephania.

Ze had het goed gezien. De zwarte veeg van de kust rees op aan de horizon. Eerst was het slechts een vage lijn boven de golven, die oprees als een soort rotsachtige zon. Langzaam vulde het Stephania’s blik.

“Aye,” zei Felene. Ze liep naar de reling en keek. “U zult spoedig veilig en wel aan land zijn, prinses.”

Stephania liet haar hand in haar mantel glijden. Met de zorgvuldigheid van iemand die het gewend was om met vergif te werken, sloot ze haar vingers om het mes. “Felene, er is iets dat ik je al wil vertellen sinds we vertrokken.”

“Wat is er dan, prinses?” zei Felene met een spottende glimlach.

“Het is simpel,” zei Stephania, die zelf ook een glimlach op haar gezicht toverde. “Noem me geen prinses!”

Haar hand haalde uit, en het mes glinsterde in de zon terwijl ze op Felene’s gezicht mikte.

Ze voelde een stekende pijn in haar pols en het duurde even voor Stephania besefte dat Felene haar elleboog omhoog had gebracht. Het mes viel uit Stephania’s hand, en ze zag het over de reling vallen.

Toen Felene haar sloeg, voelde ze een stekende pijn in haar wang. De klap was hard genoeg om Stephania te doen wankelen. Dit was niet de kwetsbare, meisjesachtige klap van een meisje van adel. Het was de klap van een zeevrouw, en de kracht deed Stephania hard op de planken van het dek neerkomen.

“Denk je soms dat ik achterlijk ben?” wilde Felene weten. “Denk je dat ik niet weet dat je hier al mee bezig bent sinds we vertrokken zijn?”

“Ik—” begon Stephania, maar het suizen in haar oren deed haar zwijgen.

“Je hebt geluk dat je Thanos’ kind in je draagt, anders had ik je nu meteen aan de haaien gevoerd!” beet Felene. “Oh ja, ik heb de signalen opgemerkt! En nu vraag ik me af of ik je aan een slavenhouder zal verkopen, je zal doden zodra Thanos’ kind is geboren, of er gewoon mee kappen en weer koers zal zetten naar Delos!”

Stephania wilde overeind krabbelen, maar Felene duwde haar weer tegen de grond. “Oh nee, prinses, je mag daar blijven liggen. Dat is veiliger voor ons allemaal, in elk geval tot ik genoeg touw heb gevonden om je aan de mast te binden.”

Stephania keek langs haar heen, naar Elethe. Ze gaf haar een bijna onzichtbaar knikje, hopend dat het genoeg was.

Dat was het. Haar dienstmeisje trok een kort, gekromd mes en sprong naar voren. Het leek erop dat Felene ook daarop was voorbereid, want ze draaide om haar as en pareerde de eerste aanval, haar eigen mes weer in haar hand.

“Jammer,” zei Felene. “We hadden veel plezier kunnen hebben samen. Ik heb het Eiland der Gevangenen overleefd. Dacht je dat ik jou niet aan zou kunnen?”

Stephania moest het gevecht dat volgde even bewonderen, en niet alleen omdat haar hoofd nog duizelde van Felene’s klap. Normaal gesproken had ze geen tijd om te kijken naar het spel van messen, of de zorgvuldig gescherpte vaardigheden van krijgers. Maar deze twee deden hun messen dansen in de zon terwijl ze vochten. Hun handen verwikkelden zich in elkaars armen, zoekend naar een opening. Stephania zag Felene voor een lage trap gaan, en een haal ontwijken. Ze bewoog zich dichter naar Elethe en worstelde met haar terwijl ze elkaar probeerden neer te steken.

Soldaat, Broeder, Tovenaar

Подняться наверх