Читать книгу Heerser, Rivaal, Banneling - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 12
HOOFDSTUK VIER
ОглавлениеThanos wist dat hij naar de horizon zou moeten kijken. Maar op dat moment kon hij alleen maar naar Ceres kijken, overspoeld door gevoelens van trots, liefde en verbazing. Ze stond op het voorsteven van hun kleine boot en liet haar hand door het water glijden terwijl ze de haven uitvoeren, het open water op. Om hen heen glinsterde de lucht, en de onzichtbare nevel die om hen heen hing leek het licht te verdraaien.
Op een dag, wist Thanos, zou hij met haar trouwen.
“Ik denk dat dit wel genoeg is,” zei Thanos zachtjes tegen haar. Hij kon aan haar gezicht zien hoeveel inspanning het haar kostte. De kracht vergde veel van haar.
“Nog… een beetje… verder.”
Thanos legde een hand op haar schouder. Ergens achter zich hoorde hij Jeva naar adem snakken, alsof de Bottenvrouw verwachtte dat hij door de kracht naar achteren geslingerd zou worden. Thanos wist echter dat Ceres dat hem nooit aan zou doen.
“We zijn veilig,” zei hij. “Er is niemand achter ons.”
Hij zag Ceres zich omdraaien en verrast opkijken toen ze zag dat ze nu in het diepe water voeren. Had het zoveel concentratie gevergd om de nevel vast te houden? Hoe dan ook, er was nu niemand meer achter hen. De oceaan was leeg.
Ceres haalde haar hand uit het water en wankelde even. Thanos ving haar op en hield haar staande. Na alles dat ze doorstaan had, was hij verbijsterd dat ze zoveel kracht had getoond. hij wilde er voor haar zijn. Niet af en toe, maar altijd.
“Ik ben in orde,” zei Ceres.
“Je bent veel meer dan dat,” verzekerde Thanos haar. “Je bent geweldig.”
Geweldiger dan hij ooit had kunnen bevatten. Het was niet alleen dat Ceres mooi en slim en sterk was. Het was niet alleen dat ze machtig was, of dat ze het welzijn van anderen consistent voor dat van zichzelf plaatste. Het was dat alles, maar het was nog meer.
Zij was de vrouw van wie hij hield, en na alles dat er in de stad was gebeurd, was zij de enige vrouw van wie hij hield. Thanos dacht na over wat dat betekende. Ze konden samen zijn nu. Ze zouden samen zijn.
Ze keek naar hem op en kuste hem. Het was een voorzichtig moment, vol tederheid. Thanos betrapte zichzelf erop dat hij wenste dat die kus zijn hele leven kon vullen, en dat hij zich nergens anders meer druk over hoefde te maken.
“Je hebt mij gekozen,” zei Ceres. Ze raakte zijn gezicht aan toen ze hem losliet.
“Ik zal altijd voor jou kiezen,” zei Thanos. “En ik zal er altijd voor je zijn.”
Ceres glimlachte, maar Thanos zag ook een onzekere blik in haar ogen. Dat kon hij haar niet kwalijk nemen, maar tegelijkertijd wenste hij dat die er niet was. Hij wenste dat hij die onzekerheid weg kon nemen, en dat alles goed was tussen hen. Hij stond op het punt om haar om meer te vragen, maar hij wist het wanneer hij niet moest aandringen.
“Ik kies ook voor jou,” verzekerde Ceres hem, maar ze liet hem los. “Ik moet met mijn broertje en vader praten.”
Ze liep naar waar Berin met Sartes en Leyana stond. Een gelukkig uitziend gezin. Een deel van Thanos wenste dat hij simpelweg bij hen kon gaan staan, zodat hij er ook bij kon horen. Hij wilde deel uitmaken van Ceres leven, en hij vermoedde dat zij dat ook wilde, maar Thanos wist dat het ook tijd zou kosten voor alles weer goed was tussen hen.
Dat was de reden dat hij niet achter haar aan ging. Dus Thanos bleef staan waar hij stond, en dacht na over de andere inzittenden. Het waren er heel wat voor zo’n kleine boot. De drie krijgsheren die Ceres had gered roeiden het meest, hoewel ze nu ze de haven uitwaren spoedig het zeil zouden kunnen hijsen. Akila lag op zijn zij, terwijl één van de voormalige dienstplichtigen die Sartes had bevrijd druk op de wond uitoefende.
Jeva liep naar hem toe.
“Je bent een idioot als je haar laat gaan,” zei Jeva.
“Een idioot?” antwoordde Thanos. “Is dat hoe je iemand bedankt die je net heeft gered?”
Hij zag de Bottenvrouw haar schouders ophalen. “Je bent ook een idioot dat je dat hebt gedaan. Je eigen leven op het spel zetten voor een ander is dom.”
Thanos hield zijn hoofd schuin. Hij wist niet of hij haar ooit zou kunnen begrijpen. Maar, dacht hij terwijl hij een blik op Ceres wierp, dat was niet alleen op Jeva van toepassing.
“Je leven op het spel zetten is wat je doet voor je vrienden,” zei Thanos.
Jeva schudde haar hoofd. “Ik zou mijn eigen leven niet in gevaar brengen voor jou. Als het jouw tijd is om je bij de geesten van je voorouders te voegen, dan is het je tijd. Het is zelfs een eer.”
Thanos wist niet wat hij daarvan moest maken. Was ze serieus? Zo ja, dan leek het een beetje ondankbaar, gezien het risico dat hij en Ceres hadden genomen om haar te redden.
“Als ik had geweten dat het zo’n eer was om het boegbeeld van één van de schepen van de Eerste Steen te zijn, had ik je daar wel laten hangen,” zei Thanos.
Jeva keek hem licht fronsend aan. Nu was het haar beurt om te achterhalen of hij serieus was of niet.
“Je maakt een grapje,” zei ze, “maar je had me achter moeten laten. Zoals ik al zei, alleen een dwaas riskeert zijn leven voor anderen.”
Die filosofie was te wreed voor Thanos.
“Nou,” zei hij. “Ik ben in ieder geval blij dat je nog leeft.”
Jeva leek even na te denken. “Ik ook. Wat vreemd is. De doden zullen niet blij met me zijn. Misschien heb ik nog meer te doen. Ik zal met je meegaan tot ik weet wat dat is.”
Ze zei het alsof het iets was dat vast stond, iets waar Thanos niets over te zeggen had. Hij vroeg zich af hoe het moest zijn om te leven met de zekerheid dat de doden de leiding hadden.
“Is het niet vreemd?” vroeg hij haar.
“Wat is vreemd?” antwoordde Jeva.
“Je leven leiden in de veronderstelling dat de doden alle beslissingen nemen.”
Ze schudde haar hoofd. “Niet allemaal. Maar ze weten meer dan wij. Ze zijn met meer dan wij. Als zij spreken, moeten we luisteren. Kijk naar jezelf.”
Thanos fronste. Hij was niet één van de Bottenmensen die zich liet commanderen door degenen die met de doden spraken.
“Ik?”
“Zou je in deze situatie hebben gezeten zonder de beslissingen die je ouders en de ouders van je ouders hebben gemaakt?” vroeg Jeva. “Je bent een prins. Al je macht rust op de doden.”
Ze had een punt, maar Thanos wist niet of dat hetzelfde was.
“Ik bepaal wat ik doe voor de levenden, niet voor de doden,” zei hij.
Jeva lachte alsof het een bijzonder goede grap was, en kneep haar ogen toen samen. “Oh, je bedoelt het serieus. Wij hebben ook mensen die dat zeggen. Het zijn voornamelijk gestoorden. Maar ja, deze wereld is gestoord, dus wie ben ik om hen te veroordelen? Waar gaan we nu heen?”
Thanos had daar geen antwoord op.
“Ik weet het niet,” gaf hij toe. “Mijn vader vertelde me waar ik meer te weten kon komen over mijn echte moeder, en daarna zei de voormalige koningin dat ze ergens anders was.”
“Nou,” zei Jeva. “We moeten gaan. Nieuws van de doden mag niet genegeerd worden. We zouden ook terug kunnen gaan naar het land van mijn volk. Ze zullen ons verwelkomen na wat er met de vloot is gebeurd.”
Ze leek niet ontmoedigt door het vooruitzicht dat ze haar mensen over alle doden moest vertellen. Ze leek ook van tijd tot tijd even naar Ceres te kijken, met een blik van bewondering in haar ogen.
“Ze is alles dat je zei dat ze is. Wat er ook tussen jullie in staat, los het op.”
Ze deed het zo simpel klinken, alsof het zo eenvoudig was als het alleen maar uitspreken. Thanos betwijfelde dat iets ooit zo simpel kon zijn.
“Ik probeer het.”
“Doe beter je best,” zei ze.
Dat wilde Thanos ook. Hij wilde naar Ceres toe gaan en haar zijn liefde verklaren. Bovenal wilde hij haar vragen om de zijne te worden. Het leek alsof ze daar al eeuwen op wachtten.
Jeva wuifde hem weg. “Ga, ga naar haar toe.”
Thanos wist niet of hij het leuk vond om zo weggestuurd te worden, maar hij moest toegeven dat Jeva gelijk had als het aankwam op Ceres. Hij liep naar haar en de anderen toe, en zag dat ze een ernstige blik in haar ogen had.
Haar vader draaide zich naar hem om en pakte Thanos’ hand even vast.
“Het is goed om je weer te zien, jongen,” zei hij. “Als jij er niet was geweest hadden we het waarschijnlijk heel moeilijk gekregen.”
“Jullie zouden wel een uitweg gevonden hebben,” zei Thanos.
“Nu moeten we onze weg vinden,” antwoordde Berin. “Het lijkt erop dat iedereen hier ergens anders heen wil.”
Thanos zag Ceres knikken.
“De krijgsheren vinden dat we naar de vrije woestijn moeten gaan om huurlingen te worden,” zei ze. “Sartes heeft het erover dat hij terug wil naar het platteland van het Rijk. Ik denk erover om terug te gaan naar het Eiland van de Mist.”
“Jeva had het erover dat ze wel terug wil naar haar volk,” zei Thanos.
“En jij?” vroeg Ceres.
Hij dacht erover om haar te vertellen over het land van de wolkenbergen, over zijn moeder, en zijn kans om haar te vinden. Hij dacht dat hij overal wel kon wonen, zolang het maar met Ceres was. Maar toen keek hij naar Akila.
“Ik ga waar jij gaat,” zei hij, “maar ik denk niet dat Akila een lange reis zal overleven.”
“Dat denk ik ook niet,” zei Ceres.
Thanos kende haar goed genoeg om te weten dat ze al had besloten waar ze heen ging. Thanos was verrast dat ze niet al de leiding had genomen. Hij kon echter wel raden waarom. De laatste keer dat ze de leiding had gehad, had ze Delos verloren. Eerst aan Stephania, en toen aan Felldust.
“Het is goed,” zei Thanos, die haar arm aanraakte. “Ik vertrouw je. Ik ga waar jij gaat.”
Hij had het vermoeden dat hij niet de enige zou zijn. Ceres’ familie zou met haar mee gaan, en de krijgsheren hadden hun trouw aan haar gezworen, ondanks wat ze zeiden over elders het avontuur opzoeken. Wat betreft Jeva… wel, Thanos kende de vrouw niet goed genoeg om te weten wat zij zou doen, maar ze konden haar altijd ergens afzetten als ze dat wilde.
“We kunnen de smokkelboot die je naar Delos heeft gebracht niet inhalen,” zei Ceres. “Zelfs als we wisten waar ze was, kan deze kleine boot niet snel genoeg varen. En als we proberen om te ver te gaan… ik denk dat Akila dat niet zal halen.”
Thanos knikte. Hij had de wond gezien die de Eerste Steen hun vriend had toegebracht. Akila had tot dusver overleefd op pure wilskracht, maar hij had een echte genezer nodig, en snel.
“Waarheen dan?” vroeg Thanos.
Ceres keek hem aan, en toen naar de anderen. Ze leek bijna bang om te zeggen wat ze wilde zeggen.
“Er is maar één plek waar we heen kunnen,” zei Ceres. Ze verhief haar stem zodat iedereen op de boot haar kon horen. “We moeten naar Haylon.”
Haar vader en broertje begonnen meteen hun hoofd te schudden. Zelfs de krijgsheren leken niet al te gelukkig.
“Haylon zal niet veilig zijn,” zei Berin. “Nu Delos gevallen is, zal het een doelwit zijn.”
“Dan moeten we hen helpen om het eiland te verdedigen,” zei Ceres. “Misschien zullen er deze keer geen mensen zijn die het onder ons vandaan proberen te trekken.”
Dat was een goed punt. Er waren meerdere redenen waarom Delos gevallen was: het formaat van de vloot uit Felldust, de mensen die niet waren gebleven om te vechten, het gebrek aan stabiliteit tijdens Stephania’s coup. Misschien zou het op Haylon anders zijn.
“Ze hebben hun vloot niet,” merkte Thanos op. “Ik heb de meesten overgehaald om Delos te helpen.”
Hij werd overspoeld door schuldgevoelens. Als hij Akila niet had overgehaald om te helpen, zouden zoveel goede mensen nu niet dood zijn, en zou Haylon de middelen hebben gehad om zichzelf te verdedigen. Zijn vriend zou nu niet gewond op het dek van hun boot hebben gelegen, wachtend op hulp.
“We… hebben er zelf voor gekozen om te komen,” bracht Akila uit.
“Als ze geen vloot hebben, is dat des te meer reden voor ons om ze te helpen,” zei Ceres. “Denk eens na. Het is de enige vriendelijke plek die in de buurt ligt. Ze hebben het Rijk tegengehouden, Felldust durfde toen niet aan te vallen. Ze hebben ons nodig. En Akila ook. We gaan naar Haylon.”
Thanos kon er niets tegenin brengen. Bovendien kon hij zien dat de anderen overtuigd waren. Daar was Ceres altijd al goed in geweest. Het was haar naam geweest, niet de zijne, die de Bottenmensen overtuigd had om te helpen. Zij was degene geweest die de mannen van Heer West had overtuigd, en de rebellen. Ze wist hem elke keer opnieuw te verbazen.
Thanos zou gaan waar zij heen wilde, naar Haylon en verder. Hij kon altijd nog op zoek gaan naar zijn afkomst. Ceres was nu belangrijk; Ceres, en overleven in de chaos die Felldust zou veroorzaken als ze zich voorbij Delos verspreidden. Hij had het op de steigers in Port Leeward gehoord: dit zou geen snelle inval zijn.
“We hebben één probleem als we naar Haylon willen,” merkte Sartes op. “Om daar te komen moeten we door de vloot van Felldust heen. Dat is in de richting waar ze vandaan kwamen, toch? En ik denk niet dat de schepen nog in de haven van Delos liggen.”
“Dat klopt,” zei Thanos, denkend aan wat hij in Felldust had gezien. Er hadden hele flottieljes gelegen die nog niet naar het Rijk waren vertrokken; de schepen van de andere Stenen die hadden afgewacht om te zien wat er zou gebeuren, of nog bezig waren met het inladen van voorraden zodat ze zich bij de plunderingen konden aansluiten.
Als ze zouden proberen om met hun kleine boot via de rechtstreekse route naar Haylon te varen, zouden ze veel risico lopen. Het zou een kwestie van geluk zijn of ze vijanden zouden tegenkomen onderweg, en Thanos betwijfelde of Ceres haar verdwijntruc nog een keer zou kunnen doen.
“We moeten eromheen,” zei hij. “We varen langs de kust tot we hun route voorbij zijn, en benaderen Haylon dan vanaf de andere kant.”
Hij kon zien dat de anderen daar niet blij mee waren, en Thanos had het vermoeden dat dat niet alleen kwam door de extra tijd die het zou kosten. Hij wist wat die route betekende.
Jeva was de enige die het uitsprak.
“Die route zou ons door de Monsterpassage brengen,” zei ze. “Dan kunnen we nog beter het risico nemen met Felldust.”
Thanos schudde zijn hoofd. “Ze zullen ons opjagen als ze ons zien. Op deze manier hebben we tenminste een kans om ongezien op Haylon te komen.”
“We hebben ook een kans om opgegeten te worden,” merkte de Bottenvrouw op.
Thanos haalde zijn schouders op. Hij kon niets beters bedenken. Ze hadden geen tijd om ergens anders heen te gaan, en er was geen betere weg. Ze konden of dit riskeren, of hier blijven zitten tot Akila stierf. En Thanos zou zijn vriend niet zomaar laten vallen.
Ceres leek hetzelfde idee te hebben.
“De Monsterpassage dus. Laten we het zeil hijsen!”