Читать книгу Ik weet het niet - Nelly Claeys - Страница 7
Оглавление1984
29.01.84
Hutsepot, dát zal ik eens maken. Terwijl ik een raap in stukjes snijd, komt Bert de keuken in geslenterd.
“Waarom lach jij naar die raap?” vraagt hij.
“Lach ik?”
“Ja, je lacht.”
“Och, ik denk aan mijn schooltje van vroeger. Eens kreeg ik van mijn tante Begijntje een hele doos mooie, kleurige lappen. De kleuters wilden er bedjes mee maken voor poppenkinderen, helaas hadden we geen poppen. ‘Kom,’ zei ik, ‘we gaan kindjes zoeken.’
We trokken naar het rapenveld van boer Gijsels.