Читать книгу Heldensagen en Legenden van de Serviërs - Woislav M. Petrovitch - Страница 22

De Veele.

Оглавление

Inhoudsopgave

De Servische legenden bewaren tot heden belangwekkende sporen van de aanbidding dezer heidensche goden en van mindere godheden—die nog altijd een aanzienlijke plaats in het nationale bijgeloof innemen.

De “νύμφαι” en “ποταμὶ” genoemd bij den Griekschen historieschrijver Procopius, als vrouwelijke godheden van lageren rang, die boschjes, wouden, fonteinen, bronnen of meren bewonen, schijnen bewaard te zijn gebleven in de Servische populaire Veela (of Vila—in het enkelvoud; Veele of Vile—in het meervoud). Er zijn verschillende fonteinen in Montenegro, die “Vilin Izvor” zijn genoemd (bijv. op den berg Kom) zoo ook in het district Rudnik in Servië. Gedurende de Renaissance maakten de Servische dichters van Raga en andere steden in Dalmatië dikwijls melding van elfen, dryaden en bergnimfen, door hen geliefd als “veele”. De Servische barden of troubadours hebben steeds van het begin der veertiende eeuw tot op onzen tijd de veele verheerlijkt en bezongen, waarbij zij haar beschreven als zeer schoon en van eeuwige jeugd, gekleed in rein wit en fijn neteldoek met glinsterend gouden haren, die neergolfden over sneeuwwitte boezems. Men geloofde, dat de veele de liefelijkste stemmen hadden en gewapend waren met pijl en boog. Haar welluidende liederen werden dikwijls aan de oevers van de meren of op de weiden, diep in de wouden verborgen, of op hooge bergtoppen boven de wolken gehoord. Zij hielden er ook van te dansen en de kring, waarbinnen zij haar dans uitvoerden werd Vrzino (of Vilino) Kollo genoemd.

Op den berg Kom, in Montenegro, is een van deze ringen, die ongeveer twintig meter in doorsnee heeft en “Vilino Kollo” heet. Het verdrag van Berlijn noemt een ander, gelegen tusschen Vranya en Kustandil, waarover de Servisch-Bulgaarsche grens gelegd werd. Als de veele aan het dansen waren, dorst niemand haar te storen, want zij konden zeer vijandig tegen de menschen optreden. Evenals de Grieksche nimfen waren de veele somtijds ook vriendelijk gestemd, en vaak stonden zij de helden bij. Zij konden de zusters van mannen en vrouwen worden, konden zelfs huwen en kinderen hebben. Maar zij waren in het geheel niet onkwetsbaar. Prins Marko, de lievelingsheld van de Serviërs, werd door een veela met bovenmenschelijke kracht begiftigd; zij gaf hem ook een bijzonder strijdros ten geschenke, “Sharatz,” dat werkelijk bijna menschelijke eigenschappen bezat. Een veela werd ook zijn possestrima (Geestelijke zuster, of zuster-in-God) en als Marko dringend hulp noodig had, daalde zij uit de wolken neer om hem bij te staan. Maar zij weigerde hem te helpen, indien hij op Zondagen duelleerde. Bij zekere gelegenheid3 versloeg Marko bijna de Veela Raviyoyla, die zijn pobratim (broeder-in-God) Voïvode Milosh had gewond. De veele waren zeer bekwaam in het aanwenden van kruiden en kenden de eigenschappen van elke bloem en elke bezie; daardoor was Raviyoyla in staat de wonden van Milosh te genezen en werd zijn doorstoken hart “gezonder dan ooit te voren.” Zij geloofden in God en den Heiligen Johannes en verafschuwden de Turken. De veele bezaten ook de gave der clairvoyance en de zuster-in-God van prins Marko voorspelde zijn dood en dien van Sharatz4. Veele hadden de macht orkanen en andere natuurverschijnselen te bedwingen; zij konden zich veranderen in slangen en zwanen. Als zij beleedigd werden, konden zij zeer wreed zijn; zij waren in staat hen, die haar met geweld dreigden, van hun zintuigen te berooven; zij leidden dan de menschen in diepe wateren of maakten prachtige gebouwen en vestingwerken met den grond gelijk5.

Aan de veele werd ook de macht toegekend om het lot te bepalen van pasgeboren kinderen. In den zevenden nacht na de geboorte van een kind ziet de Servische boerenvrouw verlangend uit naar de Oossood, een veela, die het lot van haar kind zal voorspellen en het is alleen de moeder, die de stem van de fee kan hooren.

Heldensagen en Legenden van de Serviërs

Подняться наверх