Читать книгу Het tweevoudig verbond contra de drievoudige Entente - Beck James Montgomery - Страница 3

HET TWEEVOUDIG VERBOND contra DE DRIEVOUDIGE ENTENTE. 1
In zake Het Tweevoudig Verbond contra De Drievoudige Entente. Pleidooi van James M. Beck, gewezen Assistent-Procureur-Generaal van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika

Оглавление

Laten wij eens aannemen, dat er in dit jaar der Dis-Gratie, Negentienhonderd Veertien, een Hooge Raad der Wereldbeschaving bestond – en laat ons bidden dat het hiertoe eenmaal kome! – waarvoor de onafhankelijke volken hunne geschillen konden brengen, zonder tot de minder rechtvaardige en afdoende beslechting gewapenderhand hun toevlucht te nemen. Laat ons verder veronderstellen, dat elk der thans met elkaar overhoop liggende partijen van eene voldoende hoeveelheid Christelijke zuurdesem was doortrokken om heur grieven te doen berechten, niet volgens de argumenten van het kanon en het geweer, maar volgens de eeuwige beginselen der gerechtigheid.

Wat zou zulk een verheven rechtbank omtrent het huidig wereldconflict beslissen?

Op den voorgrond zij gesteld, dat men niet tot de beoordeeling van de ethische quaestie, wie gelijk heeft en wie ongelijk, kan geraken zonder a priori aan te nemen, dat ook het internationaal verkeer een moraliteit kent.

Dit grondbeginsel, waarop de wereldbeschaving uitteraard rust, wordt ongelukkigerwijze al dadelijk verworpen door een groep van intellectueele degeneré's. Een aantal dezer gaan van de leer uit dat moreele overwegingen eenvoudig voor die van militaire noodwendigheid of van een beweerde verklaarde voorbeschikking hebben te wijken. Dit is de beruchte Bernhardi-leer.

Anderen weer leeraren, dat oorlog iets onvermijdelijks en heelemaal niet verwerpelijks is, zoodat de oorlogvoerenden elkaar al heel weinig te verwijten hebben. Volgens deze theorie zouden alle thans in den strijd betrokken volken hoogstens kunnen worden beschouwd als de slachtoffers van een fatalen samenloop van omstandigheden; de allereerste plicht van den Staat komt volgens deze opvatting neer op het zich stelselmatig toerusten tot de verdelging van onze buren, zoo gauw dit in onze kraam te pas komt. Hoezeer deze redeneeringen zich achter handig gevonden argumenten versteken, zullen wel alle normaal denkende wezens het eens zijn, dat deze oorlog een misdaad is tegen de beschaving en voor hen is de vraag, waarop het aankomt, wie van de beide vechtende groepen mogendheden moraliter voor dezen misdaad aansprakelijk is.

Vragen als de volgende doen zich voor:

“Was Oostenrijk in haar recht toen zij Servië den oorlog verklaarde?”

“Handelde Duitschland rechtmatig met Rusland en Frankrijk den oorlog aan te doen?”

“Was Engeland gerechtvaardigd, toen zij Duitschland haar oorlogsverklaring zond?”

Waar de beantwoording der laatste vraag ons het minst ingewikkeld voorkomt, zullen wij met haar beginnen.

Het tweevoudig verbond contra de drievoudige Entente

Подняться наверх