Читать книгу Het tweevoudig verbond contra de drievoudige Entente - Beck James Montgomery - Страница 8

HET TWEEVOUDIG VERBOND contra DE DRIEVOUDIGE ENTENTE. 1
De Geheimzinnigheid waarmee het Tweevoudig Verbond te werk ging

Оглавление

Op 28 Juni 1914 werd de Oostenrijksche troonopvolger te Sarajevo vermoord. Voor bijna een heele maand onthield Oostenrijk zich van eenige actie en van hare bedoelingen bleek, in het openbaar althans, niets. De wereld was over het geval diep ontroerd en sympathiseerde in het bijzonder met Oostenrijk's grijzen bestierder, van wien men kon zeggen, dat hij als Koning Lear, “in smart en jaren rijk door beide ellendig” was.4 De Servische Regeering had elk aandeel in den misdaad ver van zich geworpen en zich bereid verklaard, elk harer onderdanen, die er in betrokken zou blijken, te straffen. Van tijd tot tijd, van 28 Juni tot 23 Juli, werd der wereld, middels half-officieele berichten in de bladen, kond gedaan, dat Oostenrijk zich voorstelde, de zaak met groot zelfbedwang en op vreedzame wijze te behandelen. Nergens werd er zelfs maar gezinspeeld op de mogelijkheid, dat Duitschland en Oostenrijk het plan koesterden, in een tijd van volslagen vrede een lucifer te houden bij het kruitmagazijn van Europa's gewapenden vrede.

Dit blijkt afdoende uit den eersten brief in het Engelsche Wit-Boek en door Sir Edward Grey aan Sir Henry Rumbold gericht. Die brief is van 20 Juli 1914 en een van de belangrijkste documenten in het geheele dossier. Op het oogenblik, dat hij geschreven werd, was Oostenrijk's onhebbelijk en onredelijk Ultimatum reeds geconcipieerd en van hoogerhand in Weenen – en mogelijk ook in Berlijn – goedgekeurd. Maar Sir Edward Grey, de Minister van Buitenlandsche Zaken van eene bevriende en Groote Mogendheid, had er zoo weinig “ahnung” van, dat hij:

“den Duitschen Gezant heden (20 Juli) vroeg, of hij eenig bericht had van wat er omging in Weenen met betrekking tot Servië. Hij antwoordde ontkennend, maar het was zeker, dat Oostenrijk op het punt stond den eenen of anderen stap te doen.”5

Sir Edward Grey voegt hieraan toe, dat hij den Duitschen Gezant mededeelde, dat hij vernomen had, dat Graaf Berchtold, de Oostenrijksche Minister van Buitenlandsche Zaken,

“in een gesprek met den Italiaanschen Ambassadeur te Weenen, ontkend had, dat de toestand ernstig zou zijn en verklaard had, dat alles in orde zou komen.”

De Duitsche Gezant gaf daarna als zijn gevoelen te kennen, “dat het zeer wenschelijk zou zijn, dat Rusland als bemiddelaar in de Servische kwestie kon optreden,” in dier voege, dat het voorstel, dat Rusland de rol van vredestichter zou spelen van hem, den Duitschen Gezant te Londen, uitging. Sir Edward deelt dan mede, dat hij den Duitschen Gezant vertelde,

4

Koning Lear in Prof. Burgersdijk's vertaling – Tweede Bedrijf, vierde Tooneel.

5

Engelsch Wit-Boek, No. 1.

Het tweevoudig verbond contra de drievoudige Entente

Подняться наверх