Читать книгу Ethica - Benedictus de Spinoza - Страница 11

DEFINITIES

Оглавление

I. Onder "zijns zelfs oorzaak" versta ik datgene, welks wezen[A1] het bestaan insluit, ofwel datgene, welks aard niet anders gedacht kan worden dan als bestaande.

II. Datgene noem ik "eindig in zijn soort", wat door iets anders van denzelfden aard kan worden beperkt. Zoo noemen wij bijvoorbeeld een lichaam eindig, omdat wij ons steeds een grooter kunnen denken. Zoo wordt een gedachte door een andere beperkt. Doch een lichaam wordt niet beperkt door een gedachte, noch een gedachte door een lichaam.

III. Onder "substantie"[A2] versta ik datgene, wat op-zich-zelf bestaat en uit zichzelf moet worden begrepen; dat wil zeggen datgene, welks begrip niet het begrip van iets anders, waaruit het zou moeten worden afgeleid, vooronderstelt.

IV. Onder "attribuut"[A3] versta ik datgene, wat het verstand opvat als uitmakende het wezen eener substantie.

V. Onder "bestaanswijzen"[A4] versta ik de openbaringen[A5] eener substantie, ofwel datgene wat in iets anders bestaat, door bemiddeling waarvan het ook wordt begrepen.

VI. Onder "God" versta ik het volstrekt oneindige wezen, dat wil zeggen een substantie[A6], uit een oneindig aantal[A7] attributen bestaande, van welke ieder voor zich een eeuwig en oneindig wezen uitdrukt.

Toelichting: Ik zeg "volstrekt"[a22] oneindig, niet echter "in zijn soort"; immers aan datgene wat slechts oneindig is in zijn soort kunnen wij nog oneindig veel attributen ontzeggen; tot het wezen evenwel van wat volstrekt oneindig is behoort al wat wezen uitdrukt en dit sluit iedere ontkenning buiten.

VII. Datgene zal "vrij" heeten, wat alleen krachtens de noodwendigheid van zijn eigen aard bestaat en alleenlijk uit zichzelf tot werken wordt genoopt; "noodwendig" echter, of veeleer "afhankelijk", zal heeten wat door iets anders tot bestaan en tot een vaste en bepaalde wijze van werken wordt genoodzaakt.

VIII. Onder "eeuwigheid" versta ik het bestaan zelf, voorzoover het wordt begrepen als noodwendiglijk volgende uit de definitie alleen reeds van iets eeuwigs.

Toelichting: Immers een zoodanig bestaan wordt, als zijnde een eeuwige waarheid, opgevat als tot het wezen der zaak behoorend; en derhalve kan het niet door duur of tijd worden verklaard, ook al werd die duur verstaan als hebbende begin noch einde.

Ethica

Подняться наверх