Читать книгу Raji: Boek Een - Charley Brindley - Страница 7

Hoofdstuk vijf

Оглавление

Cleopatra en Alexander schonken geen aandacht aan Fuse toen hij hun staldeur opende. De twee percherontrekpaarden zwaaiden met hun gecoupeerde staart terwijl ze aan het eten waren. Hun eiken troggen stonden elk aan een kant van de enorme stal, maar toch raakten hun staarten elkaar bijna.

"Dag Alexander," zei Fuse die zich naast het dier van een ton wrong, "ik zie dat je al haver gekregen hebt vanmorgen."

Het grijs en bruin gevlekte paard tilde zijn hoofd op en stapte opzij terwijl hij op het graan kauwde met zijn sterke kaken. Fuse vond dat het geluid leek op dat van de wielen van een koets die over een landweggetje met los grind rolt.

Cleopatra was een beetje groter dan Alexander. Ze had een schofthoogte van een meter tachtig. De bovenkant van het hoofd van de merrie bevond zich meer dan twee meter boven de grond. Ze was helemaal zwart, behalve haar rechter voorbeen dat wit was vanaf de knie. Haar wollige winterhaar had een gezonde glans. De twee paarden waren sterk genoeg om een eg met veertien tanden voort te trekken terwijl Fuse erop stond om hen te leiden.

De boerderij van de Fusiliers was 145 hectare groot, had twee beken die door dichtbegroeide bossen met berken en grote eiken liepen en er was ook een klein woud met loblollydennen en Amerikaanse eiken. Dat was hun houtvoorraad om te verwarmen en te koken. Zestien hectare diende als grasland voor de paarden en de koeien en twee vijvers namen nog eens anderhalve hectare in beslag. Zo bleef er meer dan tachtig hectare vruchtbare grond over om gewassen te verbouwen.

Als het goed ging, kon Fuses vader zes hectare ploegen met Alexander en Cleopatra aan de Fergusonploeg met drie risters. Zonder de trekpaarden zou het zo goed als onmogelijk zijn voor Mr. Fusilier en Fuse om de boerderij alleen uit te baten. Ze zouden een Henry Fordtractor kunnen gebruiken, maar ze konden zich de prijs van driehonderdvijfennegentig dollar of de dure brandstof die nodig was niet permitteren. Brandstof voor de paarden - hooi, haver en maïs - konden ze zelf telen, maar diesel niet.

Fuse klopte op Alexanders zij en ging Cleopatra controleren.

"Schuif eens op, schat."

Hij klopte op haar achterhand en wrong zich tussen haar en de stalmuur. Het grote dier gehoorzaamde en stapte opzij. Hoewel ze Fuse moeiteloos zou kunnen verpletteren met haar gewicht alleen, deed ze wat er gevraagd werd zonder aarzelen.

"Ze heeft jou ook eten gegeven." fluisterde Fuse terwijl hij in de nek van Cleopatra kroelde.

Het linkeroor van de merrie draaide naar het geluid van zijn stem, maar ze bleef verder op haar haver kauwen.

Fuse keek omhoog naar de zware eiken balken. Ruw gezaagde planken lagen bovenop de balken en vormden zo de vloer van de hooizolder.

Zou...

Ransom kwam de stal binnen, stapte onder Cleopatra's buik door en duwde tegen Fuse om bij de haver te komen, maar de trog was te hoog. Cleopatra maakte een keelgeluid en snuffelde aan de bovenkant van het hoofd van het miniatuurpaard. Ransom deed alsof hij haar wilde bijten. Cleopatra rechtte haar hoofd met een ruk en stapte achteruit. Ze stootte tegen Alexander die omkeek om te zien wat er aan de hand was.

Random snoof en liep op een drafje naar de andere trog. Hij kon er ook niet bij, dus dook hij onder Alexander en verliet de stal.

De twee percherons waren de grootste en sterkste dieren op de boerderij, maar ze hadden het temperament van een colliepuppy: vriendelijk, zachtaardig en altijd klaar om hun meester te gehoorzamen.

"Jullie produceren normaal gezien genoeg mest om een kruiwagen mee te vullen, maar ik zie dat het meisje dat ook al gedaan heeft. Waar zou ze de mest gedumpt hebben?”

Hij opende de zijdeur en maakte hem vast aan de muur van de schuur zodat de paarden de wei in konden voor verse lucht en een beetje beweging. Ze zouden niet kunnen grazen met de sneeuwlaag op de grond, maar ze zouden genieten van de zon. Ze zouden vanzelf wel terugkeren naar de schuur als de avond viel. "Het enige wat jullie nodig hebben is twee emmers maïs, een beetje vers hooi en veertig liter water. Daarmee kunnen jullie de hele dag doorkomen."

Er was veel graan en hooi nodig voor de trekpaarden in de wintermaanden, maar ze maakten dat weer goed in de lente als er geplant moest worden om gewassen te verbouwen in de zomer en om te oogsten. In het seizoen werkten ze allebei hard van het eerste ochtendlicht tot na zonsondergang. 's Middags kregen ze een uur pauze om graan te eten en water te drinken en dan gingen ze weer ploegen en planten.

Fuse ging naar de achterkant van de schuur en zag dat het meisje het vuile stro uit de paardenstal op de mesthoop gedumpt had. Het was koud buiten, maar de warmte binnenin de hoop ontbindende dierenmest had de sneeuw erop doen smelten.

Ik zal die hoop heel binnenkort naar het maïsveld moeten verplaatsen.

Hij bekeek de enorme hoop een ogenblik om te schatten hoeveel wagens vol hij zou moeten verplaatsen om de hoop weg te krijgen.

Acht keer heen en weer naar het veld, waarschijnlijk.

De mest was een goede voedingsstof als het uitgespreid en ondergeploegd werd.

Hij staarde naar de grond naast de hoop. Het meisje had de sneeuw weggeruimd en de koeienvlaaien in rijen op de bevroren grond gelegd.

Dat is eigenaardig. Ze moet een schop gebruikt hebben om de koeienmest naar hier te brengen.

Hij schudde zijn hoofd en ging weer naar binnen. Hij klom via de ladder naar de hooizolder en trippelde op zijn tenen naar de verste hoek waar hij het meisje vond, precies waar hij haar verwacht had. Ze had een bed voor zichzelf gemaakt met de jutezakken die hij beneden op de hooistapels achtergelaten had. Ze had de zakken op een laag hooi uitgespreid, boven de stal van Stormy.

Goed gezien.De warmste plek in de schuur waar de warmte van Stormy's petroleumkachel naar boven kwam.

Het meisje zat met haar rug naar hem gekeerd. Ze zat haar haar te borstelen op het bed. De kleine koffer lag open voor haar, maar hij kon er niet in kijken. Haar oude canvasvest lag op haar bed. Hij had hem in Stormy's stal laten liggen de vorige nacht.

Fuse wilde haar niet doen schrikken en hij had het gevoel dat hij haar aan het bespioneren was, dus glipte hij weg. Er hingen twee hooivorken aan haken aan de muur van de schuur. Hij nam ze er allebei af en liep naar de andere kant van de zolder, waar hij een ervan gebruikte om hooi naar beneden te gooien. Terwijl hij aan het werk was, floot hij een nieuwe melodie die hij op school gehoord had - In the Good Old Summertime.

Er kwam een gedempt geluid uit haar schuilplaats, dan stilte. Hij keek uit zijn ooghoeken terwijl hij een hooivork vol hooi oppakte en op de grond beneden liet vallen. Ze gluurde voorbij de scheidingswand om te zien waar hij mee bezig was.

Het middelste deel van de zolderdeur was open en Fuse stond aan de rand te kijken naar Ransom die rond de hoop vers hooi aan het snuffelen was. Twee boerderijkatten kwamen uit de schaduwen geslopen om hun dagelijks spelletje paardje-bang-maken te spelen. Fuse leunde op zijn hooivork om van de show te genieten terwijl hij ook het meisje in de gaten hield.

Ze kwam tevoorschijn om te zien wat zo interessant was daar beneden. De twee katten kwamen elk van een andere kant van de schuurdeur. Ze werkten samen om hun nietsvermoedende prooi te belagen.

Ransom snuffelde aan de hoop hooi alsof hij ongelooflijk interessant was, maar zijn ogen en oren hielde zijn kattenvijanden nauwgezet in de gaten.

De katten naderden laag tegen de grond; ze bewogen traag en steels en maakten geen enkel geluid.

Ransom keek omhoog naar Fuse en hinnikte zacht.

De katten verstijfden.

Fuse legde een vinger tegen zijn lippen. Ransom blies een wolkje uit zijn neus en nam een hapje hooi.

Fuse wist niet precies hoeveel katten in de schuur woonden omdat ze altijd wegvluchtten als hij binnenkwam. Er waren er minstens vijf. Ze betaalden voor onderdak door de ratten en muizen onder controle te houden. Zonder de katten zouden de Fusiliers een kwart van het opgeslagen graan verliezen aan knaagdieren. Hoewel hij elke morgen en elke avond een kom melk klaarzette voor de katten hadden ze geen hulp nodig om aan eten te komen en, in tegenstelling tot alle andere dieren, waren ze ongelooflijk onafhankelijk.

Er kwam een luide miauw van de kat aan de rechterkant. Ze sprong naar Ransoms voet, hij schopte zijn beide achterbenen in de lucht en draaide zich om om de grommende zwarte kat aan te kijken. Ze bleef staan terwijl de andere kat aanviel. Ransom hinnikte en draaide zich snel naar zijn tweede vijand; ook een vrouwtje, maar een lapjeskat.

Toen Fuse het meisje hoorde giechelen, glimlachte hij en wees naar de hoop hooi op de grond.

"Kijk wat er nu gebeurt."

Ze kwam ook bij de rand staan tegenover hem.

Ransom wisselde af tussen de twee katten aanvallen en met zijn voet stampen en ondertussen miauwde een derde kat - een getijgerde kater - en sprong van achter de hoop hooi. Ransom draaide zich en stapte achteruit als zijn drie tegenstanders samen naderden. Hij stootte zijn achterste tegen de koeienstal en hij tilde zijn hoofd op naar Fuse en hinnikte alsof hij echt doodbang was. De katten kwamen grommend dichter met hun oren plat, klaar voor de definitieve aanval.

Een van de koeien loeide en leidde de katten af zodat Ransom de gelegenheid kreeg waarop hij wachtte. Hij sprong over de katten en rende naar de achterkant van de schuur. Het meisje en Fuse lachten als de drie katten de achtervolging inzetten.

Fuse nam dan de tweede hooivork vast en stak hem uit. "Help me even. En dan gaan we eens kijken hoe het gaat met het nieuwe veulen."

Ze keek van hem naar de hooivork en ging dan naar hem toe. Hij gaf haar de hooivork en gebruikte dan de zijne om verder hooi naar beneden te gooien. Ze deed hetzelfde.

"Ik heb gezien dat je de meeste dieren al gevoederd hebt. Als we ze wat hooi gegeven hebben, zal ik je tonen hoe je maïs uit de silo kan halen voor de koeien, de paarden en de varkens. Dan melken we de koeien en strooien we wat voor de kippen om in te scharrelen."

Een uur later zaten ze in Stormy's stal te kijken hoe het veulen dronk.

"Ze is al een kilo of zo bijgekomen." zei Fuse en hij keek even naar het meisje. "Is ze niet mooi?"

"Mooi." zei ze en keek dan naar Fuse om te zien of ze het woord correct uitgesproken had.

Fuse knikte terwijl ze naar het veulentje keken.

* * * * *

Het duurde even voor Fuse het meisje kon overhalen om binnen te komen in het huis. Ze aarzelde om de schuur te verlaten, maar uiteindelijk, nadat hij zijn hand naar zijn mond had gebracht om 'eten' uit te beelden, volgde ze hem door de diepe sneeuw naar de achterdeur. Hij probeerde naast haar te lopen, maar ze vertraagde altijd en kwam dan achter.

Het was die nacht gestopt met sneeuwen. Glinsterend zonlicht verlichtte de mooie, heldere ochtend. Er was geen wind en de sneeuw lag als een pure, witte deken op de afsluitingen en gebouwen. Het leek alsof de hele wereld ermee bedekt was en de strakke hoeken en lijnen die door de mens gemaakt waren, waren natuurlijke rondingen en zachtheidgeworden.

Fuse stampte de sneeuw van zijn voeten op de veranda en zij deed hem na. Eens in de keuken, trok hij zijn jas uit en hing hem aan een haak achter de deur. Zij deed hetzelfde.

"Kom, ik wil je aan mijn vader voorstellen."

Ze stonden voor de warme haard en keken naar zijn vader. Het schaakbord stond op een tafel tussen hen.

"Hé, papa," zei Fuse en hij verhief zijn stem, "kijk wie ik in de schuur gevonden heb."

Fuse zag het meisje kijken naar het gezicht van zijn vader die naar het schaakbord staarde. Na een ogenblik knielde ze naast hem en legde haar hand op de leuning van de rolstoel. Mr. Fusilier draaide traag zijn hoofd, zijn ogen draaiden met rukjes tot ze in de hare keken.

Ze zei een paar woorden die Fuse niet begreep en wachtte dan terwijl ze naar zijn gezicht keek. Fuse zag dat zijn vader slikte en dan met zijn ogen knipperde.

Dan zei ze een enkel woord: 'Rajiani' en raakte haar borst aan, net boven haar hart.

"Rajiani." zei Fuse. "Is dat je naam?"

Het meisje herhaalde het woord.

"Mijn naam is Vincent." Hij stak zijn hand uit naar haar. "De meeste kinderen op school noemen me Fuse, maar sommige oudere jongens noemen me Fusilier."

Ze fronste haar voorhoofd.

"Fuse." zei hij, nog steeds met zijn hand uitgestoken naar haar.

Ze keek naar zijn hand, maar nam hem niet in de hare. “Fuse.”

“Rajiani.” Hij liet zijn hand vallen. Hij had erop gelet dat ze zijn vader ook niet had aangeraakt. "Wat een mooie naam. Wist ik maar waar je vandaan komt en welke taal je spreekt."

Ze ging staan en zei iets dat evengoed Chinees kon zijn voor hem.

"Je bent erg donker. Zou je uit Afrika komen? Maar hoe ben je hier, in Virginia, geraakt zonder Engels te kennen? En waarom verstop je je in onze schuur? Zoekt er je iemand?"

Rajiani glimlachte en legde haar handen op haar rug.

Fuse glimlachte breed naar haar en ze keek naar beneden, naar het schaakbord.

"Wel, jij mag met papa babbelen terwijl ik het ontbijt klaarmaak." Hij wandelde weg in de richting van de keuken. "Het zal niet lang duren."

Een paar minuten later kwam Rajiani de keuken binnen. Ze keek toe hoe hij broodjes in de oven van de houtkachel schoof. Toen hij begon spek te snijden, nam ze een pan van een haak boven het aanrecht en zette hem op het fornuis. Dan nam ze de speklapjes en liet ze in de pan vallen. Ze keek rond alsof ze iets zocht.

"Daar." Hij wees naar een lade naast de gootsteen.

Rajiani trok hem open en glimlachte toen ze er een vork uithaalde om het spek om te draaien.

Fuse goot verse melk in drie glazen en gaf een aan Rajiani. Hij nam een slokje en deed dan teken met zijn glas naar haar. Ze nam een klein slokje uit haar glas, likte haar lippen af en dronk het glas dan halfleeg. Ze stopte om te ademen en dronk dan de rest uit.

"Wow." zei Fuse. "Wanneer heb je laatst iets gegeten of gedronken?"

Hij vulde haar glas opnieuw en zette de kan weer in de koelkast. Tegen dan was haar glas alweer leeg. Hij gniffelde toen ze een witte snor aflikte en haar glas op het aanrecht zette, maar hij was een beetje vertwijfeld toen hij zich realiseerde dat ze half uitgehongerd was en dat hij gemeen was geweest tegen haar de vorige morgen toen hij haar slapend in de schuur gevonden had.

Het spek siste en het vuur knisperde en de twee tieners staarden elkaar aan. Fuse had er geen idee van wat ze van hem dacht, maar hij had een ongemakkelijk gevoel, als spelen met vuur: het was leuk en gevaarlijk tegelijk. Hij voelde nog iets anders: de voldoening nodig te zijn.

Toen het spek klaar was, bekommerde Rajiani zich erom met de vork.

Fuse haalde een mandje eieren uit de koelkast. Als de tweehonderdvijftig gram spek klaar was, zouden ze het vet gebruiken om er de eieren in te bakken. Dit was een maaltijd die hij wel tien of vijftien keer per week bereidde; soms verving hij het spek door ham.

Tegen dat de eieren klaar waren, waren de broodjes gaar. Nadat Fuse het glas van Rajiani nog eens gevuld had, brachten ze twee dienborden eten naar de voorste kamer.

Fuse zag meteen dat er een schaakstuk verplaatst was.

"Hé," zei hij tegen Rajiani terwijl ze haar dienblad op het bijzettafeltje plaatste, "je mag niet prutsen aan dingen waar je niets van kent."

Hij plaatste zijn dienblad op de tafel, naast het hare. "Jij moet dat verplaatst hebben nadat ik naar de keuken ging om aan het ontbijt te beginnen." Hij wilde het witte paard terugzetten waar het hoort, maar stopte dan om naar het schaakbord te staren. "Jij weet dus hoe je een paard verplaatst, is het niet, Rajiani?"

Ze had het verplaatst naar een van de drie plaatsen waar het heen mocht.

"Ik heb nog nooit een meisje gekend dat schaakspeelt." Hij keek naar het bord en dacht over de volgende paar zetten. "Of dat zelfs ook maar geïnteresseerd is om het te leren." Hij zette het paard terug op het vakje waar zij het gezet had. "Hm, interessant." Hij bestudeerde het schaakbord. "Nog een zet en je kan mijn toren en mijn dame vorken." Hij kneep zijn ogen tot spleetjes. "Ik vraag me af of je dat weet, of heb je per toeval de best mogelijke zet gedaan?"

Rajiani grinnikte, knielde bij het tafeltje en nam een mes om de eieren en het spek te snijden.

Fuse tilde een stuk spek naar de lippen van zijn vader. Zijn vader leek verrast, maar nam dan de hap voedsel en begon te kauwen.

Fuse verplaatste een pion om te zien wat zij zou doen. Rajiani ademde uit met een geluidje dat op een giechel leek en verplaatste dan meteen het witte paard om zijn toren en zijn dame te vorken. Ze brak een stuk brood af en hield het voor Fuses vader zodat hij het in zijn mond kon nemen, dan at ze de rest op.

"Hier," zei Fuse en hij stopte een lepel in haar hand, "geef papa wat ei." Hij ging staan. "Ik kom onmiddellijk terug."

Hij rende naar de trap en nam hem twee treden tegelijk. Hij kwam terug van zijn slaapkamer en liep traag de trap af, terwijl hij aan het lezen was in een open boek in zijn handen. Hij bladerde erin terwijl hij naar Rajiani en zijn vader liep aan de andere kant van de kamer.

"Dit is een boek over de geschiedenis van schaken." Fuse keek hoe zijn vader op een hap eten kauwde en ging dan in kleermakerszit op de vloer zitten naast haar terwijl hij verder bladerde in het boek. "Ah, hier heb ik het. Luister, Rajiani.” Hij keek haar aan terwijl ze nog een hap ei naar de lippen van zijn vader bracht. "Veel landen beweren dat ze het schaakspel onder een of andere prille vorm hebben uitgevonden." las hij voor uit het boek. "De meest gangbare opvatting is dat schaken ontstaan is in Sindh, India. Het Arabische, Perzische, Griekse en Spaanse woord voor schaken zijn allemaal afgeleid van het Sanskriet Chaturanga. De huidige vorm van schaken die over de hele wereld gespeeld wordt, is gebaseerd op een vorm van Chaturanga die rond de zesde eeuw v.Chr. in India gespeeld werd."

Hij keek op om te zien of ze luisterde en zag dat ze een spekreep nam en erin beet.

"Het Italiaanse woord voor schaken is scacchi."

Ze kauwde op het spek en keek van hem naar het boek.

"In Duitsland heet het Schach."

Geen reactie.

"Het Spaanse woord is ajedrez." zei hij en wachtte.

Rajiani gaf Mr. Fusilier nog een hapje ei.

"Het woord voor schaken in Hindi is..." Fuse wachtte even terwijl hij het woord in zijn hoofd probeerde uit te spreken. “Shatamgi.”

Ze stak haar wijsvinger op. “Shatranj.”

"Ha." Hij lachte en deed het boek dicht met een klap. "Nu weet ik dat je uit India komt en Hindi spreekt."

Fuse sprong recht en rende weer naar de trap. Hij keerde terug met een groot, plat boek. Hij legde het op de vloer en ging op zijn buik liggen om erin te bladeren.

Toen Rajiani haar bord op de tafel zette en naast hem ging liggen, merkte hij op dat ze ervoor zorgde dat haar lichaam minstens vijftien centimeter van het zijne verwijderd was. Ze trok haar donker, lang haar weg uit haar gezicht en gooide het over haar schouder terwijl ze keek hoe hij in het boek bladerde. Toen hij eindelijk de kaart gevonden had die hij zocht, duwde hij het boek naar haar.

"Bharata!" riep ze.

"Bharata." Fuse herhaalde het woord. "Wij noemen het India."

Ze legde een vinger op de kaart bij de oostelijke kant van het land.

Hij leunde voorover om het woord te lezen: "Calcutta."

"Calcutta." zei ze en tikte op haar borst. “Rajiani.” Ze wees naar de kaart. “Calcutta.”

"Dus," zei Fuse, "jij komt uit Calcutta in India. Je spreekt Hindi, maar geen Engels en je kent genoeg van schaken om een van de moeilijkste zetten van het spel te doen." Hij keek naar haar. "Het enige wat ik nu nog wil weten, is: waar zijn je ouders en voor wie verstop je je?"

Raji: Boek Een

Подняться наверх