Читать книгу Raji: Boek Een - Charley Brindley - Страница 8

Hoofdstuk zes

Оглавление

Rajiani keek naar Fuse die naast haar zat op de grond. Ze wist dat hij iets over haar gevraagd had, maar ze snapte niet waarom hij het antwoord wilde weten.

Waarom zou hij geïnteresseerd zijn in een kasteloos meisje als ik? Hij woont in een prachtig huis en heeft veel waardevolle dieren. Hij moet tot een van de hogere kasten behoren. Misschien niet tot de brahmanen, maar toch zeker de vaishya's zoals de meeste boeren en kooplui.

Ze keek naar het open boek voor hen op de grond en bestudeerde de kaart even.

Hoe ver zou ik van Calcutta zijn? Misschien zal hij me helpen om thuis te raken.

“Hum kahan hai? (Waar zijn we?)" vroeg ze terwijl ze naar de kaart van India wees.

Fuse keek van de kaart naar haar en trok dan een schouder op.

Waarom begrijpt hij geen Hindi? Wordt het niet in heel India gesproken? Hij kende het Hindi woord voor schaken, ook al sprak hij het niet correct uit. Misschien zijn we ergens in het westen van het land, waar ze een ander dialect spreken. Of verstaat hij alleen Punjabi?

Rajiani wees naar de westelijke kant van India en vroeg in Punjabi waar ze waren, maar hij begreep haar vraag nog altijd niet.

"Rajiani." zei ze met haar hand op haar borst en wees dan naar Calcutta. "Fuse." zei ze en ze knikte naar hem en trok haar schouders op.

Het gezicht van de jongen lichtte op alsof hij het begreep. Hij bladerde dan terug naar het begin van het grote boek en toonde een grote kaart aan Rajiani die de twee bladzijden besloeg van het boek; ze herkende hem niet.

Hij wees naar een plaats aan de rechterkant. Rajiani keek goed en zag een kleine kaart van India, maar ze snapte niet wat al de andere kaarten errond waren.

Fuse tikte met zijn vinger op de kaart van India. Rajiani trok haar haar weg, leunde voorover en zag een heel klein gedrukt woord.

"Calcutta?" vroeg ze.

Fuse glimlachte en knikte en dan bewoog hij zijn vinger traag over India naar het westen, over een groot gedeelte water naar een ander gedeelte land. Ze ging rechtop zitten om naar zijn vinger te kijken die over de grote kaart bewoog. Het nieuwe gedeelte land was groter dan India. Hij bewoog zijn vinger over nog een groot gedeelte water naar een ander gedeelte land. Een beetje verder stopte hij.

"Virginia." zei hij. "Fuse, Rajiani, Virginia." Hij tikte met zijn vinger op de kaart.

“Virginy?” vroeg Rajiani.

“Virginia.”

“Virginia.”

Dan snapte ze wat Fuse bedoelde.

Is dit waar we zijn? Dit Virginialand?

Ze keek weer naar India, dan terug naar Virginia.

Zo ver. Mijn India is ongelooflijk ver weg.

Toen Fuse een hand op haar schouder legde, rukte Rajiani zich weg.

“Saba loga (mag niet aanraken)!” Ze nam haar lange haar in beide handen, trok het naar achter en draaide het in een stevig knotje in haar nek.

Ziet hij dan niet dat ik een kasteloze ben? Lager dan de laagste kaste. Niet geschikt om bij een ander mens te zijn, behalve bij mijn eigen soort.

Ze ging staan, maar bleef staren naar het kaartenboek op de grond.

Hajini, moeder, het is bijna negen jaar geleden dat ik je laatst zag. Ben je daar nog, in Calcutta, je aan het afvragen wat er met je dochter gebeurd is?

De immense omvang van de wereld schokte haar. Ze wist niet veel af van de geografie van India. Ze wist het meest over de deelstaat West-Bengalen, waar Calcutta was, maar heel weinig over het land. Haar vader bezat een kaart van India en hij had haar geleerd wat hij wist, maar hij wist niets over de rest van de wereld. Of als hij er toch iets over wist, vertelde hij het niet aan zijn vijfjarige dochter. Hij had gesproken over de andere landen als over de buitenwereld; nu besefte ze dat ze verloren was in die buitenwereld. Al de voorbije jaren, sinds de phansigars, een bende gangsters en slavenhandelaars,haar van de straten in Calcutta gepluk hadden, had ze gedacht dat ze gewoon in een van de grote steden van India was. Maar dat klopte niet. Ze was heel ver weg van thuis.

Haar herinnering aan Klaanta, haar vader, was vaag. Ze herinnerde zich dat hij haar had leren schaken. Tenminste, hij had haar geleerd hoe elk schaakstuk op het bord verplaatst wordt, maar hij leerde haar geen strategie. Dat had ze zichzelf geleerd. Ze leek het van nature te kunnen. Ze leerde zo snel dat ze al gauw haar vader versloeg bij elk spel.

Of liet hij me misschien winnen? vroeg ze zich af. Hij had altijd een gekke grijns op zijn gezicht als ik hem schaakmat zette.

Haar moeder, Hajini, herinnerde ze zich nog best goed. Ze was altijd lief en begaan met haar vijfde kind, haar laatste telg en enige dochter. Die mooie zijden sari's die ze droeg, zo kleurrijk in tinten van rood, geel en groen. En de rode stip op haar voorhoofd die er altijd was om te laten zien hoe trots ze was dat ze getrouwd was. Rajiani had altijd net als haar moeder willen zijn, met een mooie sari en, ooit, zelfs met een rode stip.

Ze herinnerde zich ook de geur van Brahma Kamal, de wilde bloem van de Himalaya. Haar moeder bracht elke dag een kom met de purperen bloemen naar de tempel, samen met rijst en enkele munten, als offer voor de godin Annapurna en de god Krishna. De zoete geur van de vereerde bloemen hing altijd rond haar moeder. Nu vroeg Rajiani zich af of ze haar ooit nog terug zou zien.

Kleine prinses had haar moeder haar altijd genoemd.

Dat is wat je naam betekent. Vergeet het nooit, Rajiani, mijn kleine prinses.

Ze wendde zich van het boek af. Ik zal niet huilen. Ze knipperde met haar ogen en slikte. Ik zal niet huilen.

* * * * *

Fuse stond te kijken naar Rajiani die naar de atlas op de vloer staarde.

Ze weet niet waar ze is. Hoe is dat mogelijk? Hoe kan ze naar de andere kant van de wereld reizen en niet weten waar ze is?

Hij wilde haar troosten, maar wist niet hoe. Toen hij geprobeerd had om een hand op haar schouder te leggen, had ze zich weggerukt.

Hij keek naar een traan die over haar wang rolde.

"Ik kom onmiddellijk terug." zei Fuse en rende de trap op. In de slaapkamer van zijn ouders trok hij een lade open en zocht er tussen de spullen erin tot hij vond wat hij zocht. Hij haastte zich de trap af en gaf Rajiani de kanten zakdoek van zijn moeder. Ze nam de zakdoek aan, vouwde hem open en keek naar het kleurrijke borduurwerk.

"Mijn grootmoeder heeft hem voor mijn moeder gemaakt toen ze nog een klein meisje was. Ik denk niet dat ze het erg vindt als jij hem gebruikt."

Rajiani sprak enkele woorden en hield dan de zachte stof tegen haar gezicht. Ze sloot haar ogen en ademde diep in. Na een moment veegde ze langs haar wangen en glimlachte naar Fuse. Het was de mooiste glimlach die hij ooit had gezien. Haar tanden waren perfect gelijkmatig en schitterend wit tegen haar donkere huid. Ze had al gelachen naar hem, maar nooit op die manier. Zelfs haar ogen leken voor hem te glimlachen. Het was als een zonsopgang op zee na een nachtelijk onweer.

"Nu voel je je beter." zei hij. "Ik zie het wel. Maar je wist niet dat je zo ver van thuis was, hé? Wat ik moet doen, is je afleiden tot we leren praten met elkaar. Dan zal ik te weten komen hoe je hier geraakt bent en misschien kunnen we een manier bedenken om je weer thuis te krijgen."

Toen hij een van de dienbladen en een paar schotels vastnam, zei Rajiani iets achter hem. Het klonk als een vraag. Hij draaide zich om en zag haar wijzen naar een ingekaderde foto op de schouw.

"Ja." zei hij in het gedacht dat ze gevraagd had of ze hem eraf mocht nemen.

Ze pakte de foto vast terwijl hij haar bord en glas van de tafel nam.

"Papa." zei Rajiani.

"Wat?"

"Papa." Ze wees naar de foto en dan naar Mr. Fusilier in zijn rolstoel.

"Ja, dat is papa op de foto, voor zijn ongeval."

"Fuse." zei ze.

Hij zette het dienblad neer en ging naast haar staan. "Ja, dat ben ik. De foto is vorig jaar met Kerstmis genomen. Zie je de kerstboom in de achtergrond? Hij stond daar." Hij wees naar de hoek van de kamer bij de trap.

Ze keek ernaar en dan weer naar de foto. Ze raakte de afbeelding van zijn moeder aan en stelde een vraag.

"Sorry. Ik begrijp je niet."

Ze keek om zich heen in de kamer en trok haar schouders op alsof ze niet vond wat ze zocht.

"Oh, mama is hier niet. Ze is in Afrika."

“Afka?”

"Afrika. Ze is mee als vrijwilliger op een missie van het Rode Kruis om kinderen te helpen vaccineren tegen de pokken." Fuse staarde een ogenblik naar de glimlachende afbeelding van zijn moeder. "Het was de bedoeling dat ze drie maanden weg zou zijn, tijdens de zomervakantie, maar het is al meer dan zes maanden. De laatste brief die we ontvingen, kwam van Nairobi. Ze waren een boot aan het volladen om het Victoriameer over te steken en dan over de Nijl te reizen naar het noorden van Uganda, waar een grote uitbraak van de ziekte de helft van alle kinderen heeft gedood. We hebben die brief een maand geleden ontvangen en ze weet het nog altijd niet van papa's ongeval. Als mijn brieven haar ooit kunnen inhalen, zal ze beslist het volgende schip naar huis nemen."

Rajiani staarde hem aan.

"Je begrijpt geen woord van wat ik zeg."

Ze glimlachte.

"Als jij een paar van mijn woorden leert, zal ik er een paar van de jouwe leren. Oké?"

Ze haalde haar schouders op.

Hij wees naar de foto. "Papa." zei hij.

"Papa."

“Fuse.”

"Fuse." zei ze.

"Mama."

"Mama."

"Kerstboom."

Ze fronste haar voorhoofd en zei: "boom".

"Hé, weet je wat?"

"Hé." zei Rajiani.

"Als ik klaar ben met de keuken opruimen, kunnen we een kerstboom gaan omhakken."

"Boom?"

Hij zette de foto weer op de schouw en pakte het dienblad op. Rajiani nam het van hem over, zette er de rest van de schotels op en ging dan naar de keuken.

"Ik kom onmiddellijk terug, papa." zei Fuse en volgde Rajiani uit de kamer. "Je hoeft dat niet te doen." zei hij tegen Rajiani als ze de vuile schotels in de gootsteen zette en de afvoerstop op zijn plaats duwde.

Ze wilde water pompen, maar er kwam niets uit.

"Je moet hem eerst opgieten." Fuse nam een glas water van het aanrecht en goot het bovenaan in de pomp. Na een paar keer pompen met de hendel kwam het water uit de put onder het huis naar boven. "Dan vul je het glas opnieuw en zet het hier klaar voor de volgende keer."

Rajiani knikte dat ze het begreep en pompte verder. Als de gootsteen halfvol was, nam ze het stuk loogzeep uit het schoteltje en begon de afwas te doen.

"Oké." zei Fuse. "Als je per se de afwas wil doen, dan help ik wel."

"Oké." zei Rajiani.

"Oké."

Ze bleef op een afstandje en lette er goed op dat ze hem niet aanraakte als ze hem de afgewassen schotels gaf om af te drogen.

Als ze klaar waren met de keuken opruimen, gingen ze terug naar de voorste kamer om even naar zijn vader te kijken. Hij leek op zijn gemak te zijn en warm genoeg te hebben, daar bij het vuur.

“Wacht hier.” zei Fuse tegen Rajiani.

Hij ging naar de kast onder de trap en kwam terug met wat kleren.

"Dit is mijn sweater van toen ik klein was, maar ik denk het hij jou zal passen."

Ze trok de blauw en bruin gebreide sweater over haar hoofd, stopte haar armen in de mouwen en trok dan haar haar uit de kraag achteraan. Ze zei iets tegen Fuse en grinnikte terwijl ze haar hand over de wollige sweater liet glijden.

"Ja, mijn grootmoeder heeft die ook gemaakt. Pas die laarzen eens, maar trek eerst twee paar kousen aan."

Rajiani ging op de vloer zitten om de kousen en dan de laarzen aan te trekken.

"Ze zijn een beetje te groot voor je."

Ze knoopte de veters dicht van een van de laarzen.

"Maar dat is beter dan in de sneeuw rondlopen met jouw oude, versleten schoenen." Hij knielde om de andere veter dicht te knopen, maar ze trok haar voet weg.

Rajiani ging staan nadat ze klaar was met de tweede laars. Ze trok de lederen handschoenen aan die hij haar gaf en liep dan rond in een cirkel voor Fuse terwijl ze naar haar voeten keek.

Ze stopte voor hem en stelde dan een vraag terwijl ze naar beneden wees.

"Laarzen." zei hij.

"Laarzen."

"Papa." zei Fuse terwijl hij het haardscherm opende. "We gaan naar de overkant van de grote vijver om een kerstboom om te hakken. Is het goed als we je een paar uur alleen laten?" Hij rakelde in de gloeiende kooltjes met een pook en gooide dan nog twee blokken hout op het vuur.

"Papa." hoorde Fuse Rajiani zeggen achter zich. Hij draaide zich om en zag haar staan voor Mr. Fusilier die naar haar gezicht keek.

Ze wees naar haar voeten. "Laarzen."

Zijn hoofd bewoog traag naar beneden. Na een ogenblik bewogen zijn ogen terug naar haar gezicht en hij knipperde met zijn ogen.

Raji: Boek Een

Подняться наверх