Читать книгу Vitaulium: Hofwyck en Spaansche Wijsheit - Constantijn Huygens - Страница 6
MET AANTEEKENINGEN VAN DR. J. VAN VLOTEN.
Оглавление"In Dec. 1639 hebb' ick, naer veel soeckens om yetwes in 't quartier van Voorburg ende aen de Vliet te vinden, daer ick een huysken van vertreck, in tijde van sieckte ende andersins, soude moge timmeren ende beplanten, gekocht van Mr. Jacob Adrichem, woonachtig te Delft, eene sijne partye lands, gelegen ten Westen rakende aen het voorn. dorp, ter wederzijde van den Lijdwegh, groot 4 merghen 1 hond ende 39 roeden". (Aant. bij Schinckel, Bijdrage tot de Kennis, enz. van C.H. bl. 77).—In Dec. 1640 en Maart 1642 kocht H. nog belendende teellanden aan, na al aanstonds met de bouwmeesters Van Campen en Post over den aanleg en opbouw van plaats en huis, geraadpleegd te hebben. Met laatstgemelde, die ook zijn huis aan 't Plein voor hem gebouwd had[1], ontwierp hij de benoodigde plans en teekeningen, zoodat er reeds in 't voorjaar van 1640 met den aanleg van plaats en plantsoen, en kort daarna met het bouwen van 't huis een aanvang gemaakt werd, en dit laatste in July al ver gevorderd was. Den 8sten dier maand kwam H., van 's Prinsen wege uit het leger naar den Haag gezonden, zijn nieuwen aanbouw in den vroegen morgen in oogenschouw nemen, en in 't najaar was deze, zijn Hofwijck, voltooid. Zijn voortdurende afwezigheid in het leger en drukke werkzaamheid in de stad vergunden hem echter slechts nu en dan er een enkelen dag, soms maar weinige uren, door te brengen, en zoo dikwijls hem dat te beurt viel, teekende hij het in zijn Dagboek aan. Het eerst ontbeet hij er, met eenige vrienden, den 23sten Mei 1642. Na den dood van Prins Willem II verminderden zijn werkzaamheden natuurlijk, en had hij gelegenheid er dikwijls eenige dagen te slijten; en toen zijn zoon Constantijn hem bij Willem III als geheimschrijver was opgevolgd, hield hij er des zomers geregeld zijn verblijf.—In 1652 bezong hij het, en gaf zijn dichtwerk den 11den Febr. 1653, bij Adriaen Vlac in Den Haag ter perse. (Zie Schinkels Nadere Byzonderheden, enz. II, bl. 58 en v).
Noot:
[1] Het thans afgebroken ministerie van justitie, als men weet.